158Rijden en bedieningU kunt het systeem activeren of deac‐tiveren op het Info-Display, Persoon‐
lijke instellingen 3 101.
De deactivering wordt aangegeven
met een tekst op het Driver Informa‐
tion Centre.
Detectiezones
De detectiezones beginnen bij de
achterbumper en strekken zich ong.
drie meter naar achteren en naar de
zijkanten uit. De zone is tussen onge‐
veer 0,5 meter en twee meter hoog,
vanaf de grond.
Het blindehoeksysteem is ontworpen
om stilstaande voorwerpen, zoals
vangrails, lantaarnpalen, stoepran‐
den, muren en balken te negeren.
Geparkeerde voertuigen of tege‐
moetkomende voertuigen worden
niet gedetecteerd.
Storing
Het kan soms voorkomen dat het sys‐
teem geen signaal afgeeft, bij natte
weersomstandigheden zal dit vaker optreden.Het blindehoeksysteem werkt niet als de bumper aan de linker- of rechter‐
zijde vervuild is met modder, vuil,
sneeuw, ijs, slijk, of tijdens hevige re‐ genval. Instructies voor reinigen
3 210.
Bij een storing in het systeem of als het systeem door tijdelijke omstan‐
digheden niet operationeel is, dan
verschijnt er een melding in het Driver
Information Centre. De hulp van een
werkplaats inroepen.Brandstof
Brandstof voorbenzinemotoren
Gebruik alleen loodvrije brandstof die voldoet aan de Europese norm
EN 228 of E DIN 51626-1 of gelijk‐
waardig.
De motor kan draaien op brandstof
met een ethanolgehalte van maxi‐
maal 10% (bijv. E10).
Brandstof met het aanbevolen oc‐
taangetal gebruiken. Voor de motor‐ specifieke vereisten verwijzen we u
naar het overzicht motorgegevens
3 222. Eventuele andere informatie
op een label op de tankklep heeft al‐
tijd prioriteit.Voorzichtig
Gebruik geen brandstof of brand‐
stofadditieven die metalen be‐
standdelen bevatten, zoals addi‐
tieven op mangaanbasis. Dat kan
motorschade veroorzaken.
Verzorging van de auto185Nr.Stroomkring1–2–3Elektrische ruitbedieningNr.Stroomkring4Spanningsomvormer5Carrosserieregelmodule 16Carrosserieregelmodule 27Carrosserieregelmodule 38Carrosserieregelmodule 49Carrosserieregelmodule 510Carrosserieregelmodule 611Carrosserieregelmodule 712Carrosserieregelmodule 813–14Achterklep15Diagnosestekker16Datalinkverbinding17Ontsteking18Airconditioning19Audioversterker20Parkeerhulp21Remschakelaar22Audiosysteem23DisplayNr.Stroomkring24–25Onstar26Instrumentenpaneel27Stoelverwarming, bestuurder28–29–30Instrumentenpaneel31Claxon32Stoelverwarming, passagier33Verwarmd stuurwiel34–35–36–37Achterruitenwisser38Aansteker39–40–
Verzorging van de auto213Instrumentengroep en de displays al‐
leen met een zachte, vochtige doek
reinigen. Gebruik zo nodig water en
milde zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met
een bekledingreiniger verwijderen.
Het weefsel van de stof is wellicht niet
kleurvast. Dit kan zichtbare verkleu‐
ringen veroorzaken, met name op
lichtgekleurde bekleding. Reinig ver‐
wijderbare vlekken en verkleuringen
zo spoedig mogelijk.
Veiligheidsgordels met lauw water of
een interieurreiniger schoonmaken.Voorzichtig
Klittenbandsluitingen sluiten om‐
dat geopende klittenbandsluitin‐
gen schade aan de stoelbekleding kunnen toebrengen.
Hetzelfde geldt voor kledingstuk‐
ken met scherpe voorwerpen
zoals ritssluitingen, riemen of spij‐ kerbroeken met metalen accen‐
ten.
Kunststof en rubber onderdelen
Kunststof en rubberen onderdelen
mogen met dezelfde middelen wor‐
den gereinigd als de carrosserie. Zo
nodig een interieurreiniger gebruiken. Geen andere middelen gebruiken.
Vooral geen oplosmiddelen of brand‐ stof. Niet schoonmaken met hoge‐
drukreinigers.
214Service en onderhoudService en
onderhoudAlgemene informatie ..................214
Service-informatie ...................214
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............215
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................215Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide bijgewerkte service‐
schema voor uw auto is beschikbaar in de werkplaats.
Servicedisplay 3 82.
Europese service-intervallen
Aan het voertuig moet om de
30.000 km onderhoud gepleegd wor‐
den, of na 1 jaar, wat het eerst voor‐
komt, tenzij anders vermeld op het
service-display.
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij taxi's en politievoertuigen, geldt wel‐licht een korter onderhoudsinterval.
De Europese service-intervallen gel‐
den voor de volgende landen:Andorra, België, Bosnië-Herzego‐
vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Servicedisplay 3 82.
Internationale service-intervallen
Aan het voertuig moet om de
15.000 km onderhoud gepleegd wor‐
den, of na 1 jaar, wat het eerst voor‐
komt, tenzij anders vermeld op het
service-display.
De internationale service-intervallen
gelden voor de landen die niet tot de
groep behoren waarvoor de Euro‐
pese service-intervallen werden op‐
gesteld.
Servicedisplay 3 82.
Service en onderhoud215RegistratiesUitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het Service- en garantie‐
boekje. De datum en afgelezen kilo‐
meterstand worden bevestigd met
stempel en handtekening van de uit‐
voerende werkplaats.
Zorg ervoor dat het Service- en ga‐
rantieboekje correct wordt ingevuld,
omdat een sluitend bewijs van ser‐
vice essentieel is bij aanspraken op
garantie of goodwill en tevens een
pluspunt is bij verkoop van de auto.
Service-interval met resterende
levensduur van motorolie
De service-interval is gebaseerd opdiverse parameters afhankelijk van
het gebruik.
Het service-display meldt wanneer de motorolie moet worden ververst.
Servicedisplay 3 82.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Gebruik uitsluitend producten die aan de aanbevolen specificaties voldoen.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig han‐ teren. Informatie op de verpakking in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis
van de kwaliteit en de viscositeit. Bij
de keuze van motorolie is kwaliteit be‐
langrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De vis‐
cositeit geeft informatie over de dikte
van de olie bij diverse temperaturen.
Dexos is de nieuwste kwaliteit motor‐ olie, en biedt optimale bescherming
voor benzine- en dieselmotoren. In‐ dien deze niet voorhanden is moetmotorolie van een andere gerenom‐
meerde kwaliteit worden gebruikt.
Aanbevelingen voor benzinemotoren
zijn ook geldig voor motoren met de
brandstoffen Compressed Natural
Gas (CNG), Liquified Petroleum Gas
(LPG) en Ethanol (E85).
Kies de juiste motorolie op basis van
zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 219.
Motorolie bijvullen
Motoroliesoorten van verschillende
fabrikanten en merken kunnen wor‐
den gemengd zolang ze voldoen aan
de vereiste motoroliecriteria kwaliteit
en viscositeit.
Het gebruik van motorolie met alleen
de kwaliteit ACEA A1/B1 of alleen A5/ B5 is verboden, omdat deze onder
bepaalde omstandigheden langdu‐
rige motorschade kan veroorzaken.
Kies de juiste motorolie op basis van zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 219.
239Brandstof.................................... 158
Brandstofkeuzeschakelaar ..........81
Brandstofmeter ............................ 81
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 164
Brandstof voor benzinemotoren 158
Brandstof voor rijden op LPG .....159
Buitenspiegels .............................. 28
Buitentemperatuur .......................75
Buitenverlichting .........................109
C Car Pass ...................................... 21
Centrale vergrendeling ................22
Claxon ................................... 13, 73
Code ............................................. 97
Colour-Info-Display .......................96
Conformiteitsverklaring ...............229
Contactslotstanden ....................128
Controlelampen ......................80, 83
Controle over de auto ................127
Controles .................................... 167
Cruise control ...................... 90, 144
D Dagrijlicht ................................... 111
Dagteller ...................................... 80
Dakbelasting ................................. 69
Dakdrager .................................... 69
Diefstalalarmsysteem ..................26
Dimlicht of grootlicht ...................109
Draagsysteem achterzijde ............54Driepuntsgordel ........................... 39
Driver Information Center .............90
E Eerste hulp ................................... 68
Elektrisch bediende ruiten ...........29
Elektrische aansluitingen .............78
Elektrische verstelling ..................28
Elektrisch systeem...................... 181
Elektronische rijprogramma's ....138
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem .....88
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 141
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ...............88
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............120
Erkenning van software ..............231
Event Data Recorders (EDR) .....235
F
Fietsendrager ............................... 54
Flex-Fix-systeem .......................... 54
Frontaal airbagsysteem ...............44
G Geautomatiseerde versnellingsbak .......................135
Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignalen ........................... 99Gereedschap ............................. 186
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................68
Gloeilamp vervangen ................172
Gordels ......................................... 38
Gordelverklikker ........................... 85
Gordijnairbagsysteem .................. 45
Graphic-Info-Display .....................96
Grootlicht ............................. 90, 110
H Halogeenkoplampen .................172
Handgeschakelde modus ..........137
Handgeschakelde versnellingsbak ......................134
Handmatige dimfunctie ................29
Handrem ............................. 138, 139
Handschoenenkastje ...................52
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 140
Hoofdsteunen .............................. 33
Hoofdsteunverstelling ....................8
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 48
Inductief opladen ..........................78
Info-Displays ................................. 90
Inhouden ................................... 227
Inklapbare spiegels .....................28
240Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 115
Instrumentengroep ......................80
Instrumentenverlichting .............181
Interieurverlichting ......................113
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........51
K Katalysator ................................. 133Kentekenverlichting ...................180
Keuzehendel ............................. 136
Kilometerteller .............................. 80
Kinderveiligheids-systemen ..........47
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................117
Klok .............................................. 76
Koelvloeistof .............................. 169
Koelvloeistof en antivries ............215
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...81
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 111
Koplampverstelling ....................111
L
Laadsysteem ............................... 86
Lekke band ................................. 198
Lichtschakelaar .......................... 109 Lichtsignaal ................................ 110
Luchtinlaat ................................. 126M
Meters........................................... 80
Midlevel-display ............................ 90
Mistachterlicht .............................. 90
Mistachterlichten ........................ 112
Motorgegevens .......................... 222
Motor-ID...................................... 218
Motorkap .................................... 167
Motorolie .................... 168, 215, 219
Motoroliedruk ............................... 89
Motor starten ..................... 129, 135
N Nieuwe auto inrijden ..................128
O Obstakeldetectiesystemen .........147
Olie, motor .......................... 215, 219
OnStar ........................................ 104
Ontlaadbeveiliging accu ............116
Opbergruimte................................ 52
Opbergruimte achter..................... 64
Opbergruimte voor........................ 53
Opbergvakken .............................. 52
Opgeslagen instellingen ...............22
Opschakelen................................. 88 Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Panne ......................................... 207
Panoramadak .............................. 32Parkeerhulp ............................... 147
Parkeerlichten ............................ 112
Parkeren .............................. 18, 132
Park pilot met ultrasoonsensoren 147
Pedaal intrappen .......................... 87
Persoonlijke instellingen ............101
Pollenfilter .................................. 126
Portieren ....................................... 25
Portier open ................................. 90
Prestaties ................................... 224
Profieldiepte ............................... 193
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 236
Regelbare instrumentenverlichting ...........113
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 235
Remassistentie .......................... 140
Rem- en koppelingssysteem .......87
Rem- en koppelingsvloeistof ......215
Remmen ............................ 138, 170
Remvloeistof .............................. 170
Reparatie ongevalschade ...........231
Reservewiel ............................... 201
Richtingaanwijzer ........................85
Richtingaanwijzers ..................... 112
Richtingaanwijzers vooraan ......174
Rugleuning neerklappen .............36
241Ruiten........................................... 29
Rijregelsystemen ........................140
Rijverlichting .......................... 12, 90
S
Service ....................................... 126
Service-display ............................ 82
Service-indicatie .......................... 87
Service-informatie ...................... 214
Sjorogen ...................................... 67
Sleutel, opgeslagen instellingen ...22
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................194
Snelheidsbegrenzer ...................146
Snelheidsmeter ............................ 80 Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................169
Stadsmodus................................ 143
Startbeveiliging ......................27, 90
Starten en bedienen ...................128
Starthulp gebruiken ...................206
Stoelpositie .................................. 34
Stoelverstelling ........................7, 35
Stoelverwarming ........................... 38
Stop/Start-systeem .....................130
Storing ....................................... 138
Storingsindicatielamp ..................87
Sturen ......................................... 128
Stuurbedieningsknoppen .............72Stuurbekrachtiging........................ 88
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 72
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 161
Te laag brandstofpeil ...................89
Toerenteller ................................. 80
Top-Tether-bevestigingsogen ......51
Traction Control .........................140
Trekken....................................... 207
Typeplaatje ................................ 218
U Uitlaatgassen ............................. 133
Uitrol-brandstofafsluiter .............130
Uitstapverlichting .......................115
Ultrasoonparkeerhulp ..................88
Uplevel-display ............................. 90
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 193
Vaste luchtroosters ....................125
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................38
Velgen en banden .....................187
Ventilatie ..................................... 117
Ventilatieopeningen ....................125Verbanddoos ............................... 68
Vergrendelingssysteem ...............26
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ..............135
Verstelbare luchtroosters ........... 125
Vertraagde uitschakeling stroom 128
Verwarmde spiegels ....................28
Verwarmd stuurwiel .....................72
Verwarming ................................. 38
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 117
Verwerking van sloopauto .........166
Verzorging .................................. 210
Verzorging exterieur ..................210
Verzorging interieur ...................212
Vloerafdekking bagageruimte ......66
Voertuiggewicht .........................225
Voertuigidentificatienummer ......217
Voordat u wegrijdt ........................ 17 Voorruit ......................................... 29
Voorstoelen .................................. 34
W
Waarschuwingslichten ..................80
Werkzaamheden uitvoeren .......167
Wieldoppen ................................ 194
Wiel verwisselen ........................198
Winterbanden ............................ 187
Wis-/wasinstallatie .......................14
Wis-/wasinstallatie achterruit .......75