Ergonomie en comfort
56
208_nl_Chap03_ergonomie-confort_ed01-2016
Ventilatie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur, die overigens wordt
gefilterd, wordt van buitenaf toegevoerd via het
luchtrooster onder de voorruit, of is lucht die in
het interieur wordt gerecirculeerd.
Luchtgeleiding
De lucht kan afhankelijk van de instellingen van
de bestuurder via verschillende circuits worden
toegevoerd:
-
r
echtstreekse toevoer naar het interieur
(toevoer van buitenlucht),
-
t
oevoer via het verwarmingscircuit,
-
t
oevoer via het circuit van de
airconditioning.
Bedieningspaneel
Het systeem wordt bediend via het
bedieningspaneel van de middenconsole.
Algemene informatie
Luchtverdeling
De binnenkomende lucht wordt via
verschillende uitstroomopeningen over het
interieur verdeeld:
-
u
itstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de voorruit,
-
u
itstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de zijruiten,
-
afsluitbare en verstelbare zijventilatieroosters,- afsluitbare en verstelbare middelste ventilatieroosters,
-
u
itstroomopeningen beenruimte
voorpassagiers,
-
u
itstroomopeningen beenruimte
achterpassagiers.
Ergonomie en comfort57
208_nl_Chap03_ergonomie-confort_ed01-2016
Neem voor een optimale werking van de ventilatie en airconditioning de volgende
gebruiksadviezen in acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters
en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij
blijven.
F
L
et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
D
e airconditioning werkt alleen bij draaiende motor.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan
om het systeem in per fecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek
vervangen.
W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
L
aat om de per fecte werking van de airconditioning te garanderen het systeem
regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor.
Praktische informatie
Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat
de lucht in het interieur goed ververst
wordt.
Het airconditioningssysteem is chloorvrij
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein
plasje water onder de auto vormt. Dit is
een normaal verschijnsel.
Stop & Start-systeem
De verwarming en de airconditioning werken uitsluitend bij draaiende motor.
Als u het thermische comfort in de auto op het door u gewenste niveau wilt houden, kunt u
tijdelijk de functie Stop & Start uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het Stop & Start-systeem.
Interieurfilter
Als de omgeving (veel stof...) en
het gebruik (veel stadsverkeer...)
daartoe aanleiding geven, moet het
interieur filter twee keer zo vaak
worden vervangen .
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Raadpleeg het onderhoudsschema van de
fabrikant.
3
Praktische informatie155
208_nl_Chap07_informations-pratiques_ed01-2016
Na het tanken:
F b reng de dop aan,
F
d
raai de sleutel naar rechts en ver wijder
deze vervolgens uit de dop,
F
s
luit de brandstoftankklep.
Diesel
Als het roetfilter vervuild is, wordt
u hierop geattendeerd door
het permanent branden van dit
lampje in combinatie met een
waarschuwingsmelding op het
display (volgens uitvoering).
Bij een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid
van minimaal 60
km/h rijden tot het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden is het minimum
brandstofadditiefniveau bereikt: raadpleeg de
paragraaf "Niveau brandstofadditief". Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Brandstofadditief (diesel)
Een te laag additiefniveau
wordt aangegeven door het
verklikkerlampje Service in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display
(volgens uitvoering).
Brandstofafsluiter
Voor uw veiligheid wordt bij een aanrijding de
brandstoftoevoer door de brandstof-afsluiter
onderbroken.
Roetfilter
Wanneer er brandstof wordt getankt
die niet geschikt is voor de motor
van uw auto, moet de tank worden
afgetapt en weer met de juiste
brandstof worden gevuld alvorens de
motor opnieuw kan worden gestar t.
7
237
208_nl_Chap10b_SMEGplus_ed01-2016
Niveau 1Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen
Navigatie
Secundaire pagina Traffic-berichten Op de route
De keuzes voor de meldingen en het
filtergebied instellen.
Rondom auto
Op bestemming
Omleiden
Afwijken over een afstand van
Route herberekenen
Afsluiten Uw keuzes opslaan.
Navigatie
Secundaire pagina Config. kaart Richting
Noorden boven
De weergave en de richting van de kaart
kiezen.
Rijrichting boven
In perspectief
Kaarten
Kenmerk "Kaartkleur "dag"
Kaartkleur "nacht"
Dag-/nachtst. automat.
Bevestigen De instellingen opslaan.
Navigatie
Secundaire pagina Instellingen Rekencriteria
De keuzes vastleggen en het stemvolume en
het opnoemen van straatnamen selecteren.
Spraak
Waarschuwing!
Opties traffic
Bevestigen
Uw keuzes opslaan.
10
Audio en telematica
242
208_nl_Chap10b_SMEGplus_ed01-2016
Instellen
waarschuwingsmeldingen
Risicogebieden / Gevarenzones
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Selecteer " Instellingen ".
Selecteer " Waarschuwing! ".
U kunt nu de melding voor Risicogebieden
inschakelen en vervolgens kiezen voor:
-
"Geluidssignaal"
-
"
Alleen waarschuw. bij navi."
-
"
Alleen snelheidswaarschuw."
-
"
Snelheidsbeperking weergeven"
-
"
Tijd": u kunt de tijd tussen het moment
van de melding en het passeren van de
Risicogebieden instellen.
Selecteer " Bevestigen ".Deze waarschuwings- en weergavefuncties
zijn alleen beschikbaar als de
Risicogebieden vooraf zijn gedownload en
in het systeem zijn geïnstalleerd.
Verkeer
Verkeersinformatie
Weergave van berichten
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Selecteer " Traffic-berichten ".
Stel de filters " Op de route ",
" Rondom ",
" Op bestemming " in om een
meer gedetailleerd overzicht van
meldingen te krijgen.
Druk nogmaals op de knop om het filter
ongedaan te maken.
Audio en telematica
243
208_nl_Chap10b_SMEGplus_ed01-2016
Selecteer de melding in de
weergegeven lijst.
Selecteer het vergrootglas om
gesproken berichten te ontvangen.
Filters instellen
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Selecteer " Instellingen ".
Selecteer " Opties traffic ".
Selecteer:
-
" Nieuwe berichten melden ",
-
" Spraakweergave berichten ",
Ver fijn vervolgens het gebied van
het filter.
Selecteer " Bevestigen ".
Wij adviseren een filtergebied van:
-
2
0 km in de stad,
-
5
0 km op de snelweg.
Een via het GPS-navigatiesysteem
ontvangen TMC-bericht (Trafic Message
Channel) is informatie met betrekking tot
de verkeersomstandigheden die in real
time wordt ontvangen.
De functie TA (Traffic Announcement)
geeft voorrang aan het luisteren naar
verkeersberichten. Om te worden geactiveerd
moet deze functie een radiozender die deze
berichten uitzendt, goed kunnen ontvangen.
Zodra een verkeersbericht wordt uitgezonden,
wordt de geluidsbron die op dat moment
wordt weergegeven automatisch onderbroken
en wordt het verkeersbericht weergegeven.
Zodra het verkeersbericht is afgelopen,
wordt de weergave van de oorspronkelijke
geluidsbron hervat.
Verkeersberichten beluisteren
Druk op Navigatie
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk vervolgens op de secundaire
pagina.
Selecteer " Instellingen ".
Selecteer " Spraak ".
Schakel " Verkeer (TA) " in
of uit.
10
Audio en telematica
330
208_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
Tankbeveiliging .............................................15 6
Te laag brandstofniveau ...............................15 4
Telefoon
................................ 278, 280 , 282-284
Temperatuurregeling ....................................... 63
Tijdelijke bandenspanning (met set)
.............183
Tijd instellen
.................................................... 33
TMC (verkeersinformatie)
.............................242
Toegang tot de achterbank
.......................36, 51
Toevoer van buitenlucht
..................................63
Touchscreen
..................................... 29,
31, 153
Touchscreen (Menu's)
.........................225, 229
Trekhaak
............................................... 159, 160
T
Schakelaars stoelverwarming ........................ 52
S CR (Selective Catalytic Reduction) ............174
SCR-systeem
.......................................... 21, 174
Selectiehendel handgeschakelde versnellingsbak
........................................... 12 2
Serienummer auto
..............................
..........220
Set voor tijdelijke bandenreparatie
............... 18
3
Sfeerverlichting
............................................... 69
Sjorogen
.......................................................... 73
Slepen van een auto
..................................... 212
Sleutel
....................................................... 35, 37
Sleutel met afstandsbediening
............... 45,
118
Sneeuwkettingen
.......................................... 15 8
Snelheidsbegrenzer
..............................13 4, 13 9
Snelheidsregelaar
................................. 13 6, 13 9
Spaarfase
...................................................... 161
Spraakherkenning
................................. 271, 275
Starten ........................................................... 209
Starten van de auto............... 118, 11 9 , 123 , 126
Starten van de motor
.................................... 120
Stilzetten van de auto
...................................118
Stoelen achter
................................................. 54
Stoelen verstellen
............................... 36, 49 , 51
Stoelverwarming
............................................. 52
Stop & Start
...................................... 16, 66, 131,
147 , 15 4 , 167, 208 , 2 11
Streaming audio Bluetooth
..........254, 256 , 303
Stuurkolomschakelaars
................................297
Stuurslot
........................................................ 118
Supervergrendeling
........................................ 39
S
ynchroniseren afstandsbediening
................44
Synchroniseren van de afstandsbediening .......44
S
Radio .................................... 250, 2 51 , 254 , 298
Radiozender .......................................... 250, 2 51
RDS
............................................................... 2 51
Regeling luchtopbrengst
................................. 63
R
egeling luchtverdeling
..................................63
Regelmatige controles
....................57, 121 , 173
Regelmatig onderhoud
.................................115
Regeneratie roetfilter
.................................... 155
Rembekrachtigingsysteem
............................. 90
R
emblokken
.......................................... 121, 173
Remlichten
............................................ 19 9, 200
Remmen
.......................................... 18, 121 , 173
Remschijven .......................................... 121, 173
Reservewiel
.......................................... 188, 189
Reservoir ruitensproeiers
............................... 89
R
esetten
bandenspanningscontrolesysteem
............153
Richtingaanwijzers ......80, 84, 195 , 19 6 , 19 9, 200
Rijadviezen
........................................... 117, 160
Rijstrookcontrolesystemen
............................. 90
Risicozones (update)
.................................... 2 41
Roetfilter
........................................................ 155
Ruitbediening
.................................................. 46
Ruitensproeier achter
..................................... 88
Ruitensproeiers
............................................... 89
R
uitenwisser achter
........................................ 88
Ruitenwisserbladen vervangen
.................... 16
4
Ruitenwissers
............................................ 16,
87
Ruitenwisserschakelaar
............................ 87,
88
R
Veiligheidsgordels .............................93-95, 10 6
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen .......96,
10 0 -102 , 105, 107, 1 0 9 -112
Ventilatie
...............
......................56-58, 61, 115
Ventilatieroosters
............................................ 56
Verbonden diensten
.............................266, 268
Uitschakelen airbag passagier
...............
96,
102
Updaten risicozones
.....................................
2 41
USB
...............................................................
254
USB-aansluiting
.............................
72, 254 , 301
USB-poort
.....................................................
254
V
U
Index