.
.
108_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2015
Lichtschakelaar 93
Automatische verlichting
9
6
Koplampen verstellen
9
8
Plafonnier
98
Verlichting bagageruimte
9
8
Ruitenwisserschakelaar
9
9
Zicht
Instrumentenpanelen 10
Displays
12
Verklikkerlampjes
14
Te l l e r s
2 5
Boordcomputer
26
Tijd instellen
2
8
Controle tijdens het rijdenOverzicht
Sleutels
30
"Keyless entry and start"-systeem
3
3
Portieren
3
7
Achterklep
3
8
Elektrisch bedienbare voorportierruiten
4
0
Zijruiten achter
4
0
Elektrisch bedienbaar vouwdak
4
1
Toegang tot de auto
Voor stoelen 45
Achterbank
47
Spiegels
49
Stuurwiel verstellen
5
0
Ventilatie
51
Verwarming
53
Handbediende airconditioning
5
4
Automatische airconditioning
5
6
Ontwasemen - Ontdooien voorzijde
5
9
Achterruitverwarming
60
Comfort
Indeling interieur 6 1
Hoedenplank
6
5
Indeling bagageruimte
6
6
Indelingen
Rijadviezen 6 8
Starten - afzetten van de motor
met de sleutel
6
9
Starten - afzetten van de motor met het
keyless entry and start-systeem
7
0
Handbediende parkeerrem
7
4
Handgeschakelde 5-versnellingsbak
7
4
ETG-versnellingsbak
75
Schakelindicator
7
9
Hill Start Assist
8
0
Stop & Start-systeem
8
1
Snelheidsbegrenzer
84
Achteruitrijcamera
90
Lane Departure Warning
System (LDWS)
9
1
Rijden
Eco-rijden
Inhoud
4
108_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2015
Buitenzijde
102
81 91
33
Elektronische sleutel:
Keyless entry and start
Met dit systeem kan de auto worden geopend,
gesloten en gestart wanneer u zich met de
sleutel in de detectiezone bevindt, zonder dat u
de sleutel tevoorschijn hoeft te halen.
Stop & Start-systeem
Dit systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-
stand) als u stopt (bij een verkeerslicht,
verkeersopstoppingen enz.). De motor wordt
automatisch gestart (START-stand) als u weer
weg wilt rijden. Het Stop & Start-systeem zorgt
voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot
van schadelijke stoffen en een aangename rust
in het interieur tijdens het wachten.
Bandenspanningscontrolesysteem
Dit systeem controleert tijdens het rijden
automatisch de spanning van de banden en
waarschuwt wanneer een band een te lage
spanning heeft.
Active City Brake
Dit systeem is bedoeld om een aanrijding met
een voorligger te voorkomen of de snelheid
van de aanrijding te beperken wanneer de
bestuurder niet of te laat ingrijpt.
Lane Departure Warning
System
Dit systeem waarschuwt u wanneer de auto
ongewenst een rijstrookmarkering overschrijdt. 108
Overzicht
19
108_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Keyless entr y
and start-
systeem knippert snel.
Het stuurslot is niet ontgrendeld. Zet het contact in de stand "OFF" en vervolgens weer
in de stand " ON", en draai iets aan het stuur wiel om
het stuurslot te ontgrendelen.
knippert in
combinatie met een
geluidssignaal. De batterij van de elektronische
sleutel is leeg.
Vervang de batterij.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek.
U verlaat de auto zonder het contact
in de stand " OFF" te hebben gezet. Druk, ter wijl u de elektronische sleutel bij u hebt, op
de START/STOP-knop om het contact in de stand
"
OFF " te zetten.
De elektronische sleutel wordt niet
gesignaleerd. Controleer of u de elektronische sleutel bij u hebt.
Het Keyless entry and start-systeem
werkt niet. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Lane Departure
Warning System knippert (oranje), in
combinatie met een
geluidssignaal. Er wordt een rijstrookmarkering aan
de rechterzijde overschreden.
Draai het stuur wiel de andere kant op om de auto
weer in het juiste spoor te brengen.
Zie voor meer informatie de desbetreffende rubriek.
Er wordt een rijstrookmarkering aan
de linkerzijde overschreden.
permanent. Het Lane Departure Warning System
is defect. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Active City
Brake knippert, in
combinatie met een
geluidssignaal. Het Active City Brake-systeem is in
werking.
Het systeem optimaliseert het remmen om een
aanrijding te voorkomen.
Zie voor meer informatie de desbetreffende rubriek.
knippert. Het Active City Brake-systeem is
defect. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
1
Controle tijdens het rijden
21
108_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Handrempermanent, in
combinatie met een
geluidssignaal. De handrem is aangetrokken of niet
goed vrijgezet.
Zet de handrem vrij zodat het verklikkerlampje uitgaat;
trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de handrem.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Airbag vóór aan
passagierszijde
permanent op het display
van de verklikkerlampjes
voor de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde.De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand " ON". De airbag vóór aan passagierszijde is ingeschakeld.
Bevestig in dat geval geen kinderzitje met de rug in de
rijrichting op deze plaats.
Stop & Star t
(VTi 68
S&S-
motor) permanent.
Het Stop & Start-systeem heeft de motor
in de STOP-stand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping, enz.).Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart als u wilt wegrijden.
Keyless entr y
and start -
systeem permanent.
Er wordt aan alle voor waarden voor
het starten van de motor voldaan. Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Starten
en afzetten van de motor met het keyless entry and
start-systeem".
knippert langzaam.
Het contact staat in de stand "ACC".
De accessoires (autoradio,
12V-aansluiting...) kunnen worden gebruikt.
1
Controle tijdens het rijden
33
108_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
"Keyless entry and start"-systeem
Systeem waarmee de auto geopend, gesloten en gestart kan worden zonder dat u de elektronische sleutel tevoorschijn hoeft te halen.
Elektronische sleutel
Deze elektronische sleutel kan ook worden
gebruikt als afstandsbediening.
Zie de rubriek "Afstandsbediening".
In de elektronische sleutel zit een noodsleutel.
Openen van de auto
Ontgrendelen via de portieren
F Als u de elektronische sleutel op zak hebt binnen één van de detectiezones, kunt u
de auto ontgrendelen door op één van de
knoppen op de voorportierhandgrepen te
drukken.
F
T
rek vervolgens aan de portierhandgreep
om het portier te openen.
Ontgrendelen via de achterklep
F Als u de elektronische sleutel op zak hebt binnen de detectiezone aan de achterzijde,
kunt u de auto ontgrendelen en de
achterklep een stukje openen door op de
knop op de handgreep van de achterklep te
drukken.
F
T
il de achterklep vervolgens op om hem te
openen.
De richtingaanwijzers knipperen
tweemaal om aan te geven dat de auto
ontgrendeld is.
Uit veiligheidsoverwegingen hebben
de detectiezones waarbinnen de
elektronische sleutel werkt een bereik
van ongeveer 70
cm rond elke knop
voor het openen.
2
Toegang tot de auto
34
108_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Sluiten van de auto
Vergrendeling
F Druk, als de sleutel zich binnen een van de detectiegebieden bevindt, op de knop
van de portiergreep van een van de
voorportieren of druk op de knop onder de
achterklep.
De richtingaanwijzers knipperen één
ke e r. Als een van de portieren of de
achterklep geopend is of als een van de
elektronische sleutels van het Keyless
entry and start-systeem zich in de auto
bevindt, wordt u gewaarschuwd door
een geluidssignaal en werkt de centrale
vergrendeling niet.
Als de elektronische sleutel zich in de
auto bevindt nadat de motor is afgezet,
klinkt een geluidssignaal als het
bestuurdersportier wordt geopend.
Stel de elektronische sleutel nooit bloot
aan extreme temperaturen (lager
dan -20°C en hoger dan 60°C). Dit kan
storingen veroorzaken.
Omwille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal: laat nooit de
elektronische sleutel in de auto achter,
ook niet wanneer u in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u te
houden.
Als de auto is vergrendeld en wordt
ontgrendeld zonder dat binnen
ongeveer 30
seconden een van de
portieren of de achterklep wordt
geopend, wordt de auto automatisch
weer vergrendeld.
Toegang tot de auto
35
108_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Noodprocedure
Ontgrendelen
F Steek de geïntegreerde sleutel in het slot aan de bestuurderszijde en draai hem
richting de voorzijde van de auto om de
auto te ontgrendelen.
Vergrendelen
F Steek de geïntegreerde sleutel in het slot aan de bestuurderszijde en draai hem
richting de achterzijde van de auto om de
auto te vergrendelen.
Met de geïntegreerde sleutel kan de auto
vergrendeld en ontgrendeld worden als de
elektronische sleutel niet werkt en in het geval
van een storing in het "Keyless entry and
start"-systeem:
-
l
ege batterij, accu ontladen of
losgekoppeld, ...
-
a
uto bevindt zich in een omgeving met veel
elektromagnetische straling.
F
H
oud de nok 1
i ngedrukt om de
geïntegreerde sleutel 2
t e kunnen
verwijderen.
Levensduur van de batterij
van de elektronische sleutel
Om ervoor te zorgen dat de batterij
langer meegaat, kunt u de werking van
de elektronische sleutel blokkeren (geen
ontvangst van radiogolven).
Het Keyless entry and start-systeem werkt niet
zolang deze functie is geactiveerd.
Druk op een van de knoppen (open of gesloten
hangslot) om het blokkeren van de werking
van de elektronische sleutel weer ongedaan te
maken. F
D
ruk twee keer op het open
hangslot terwijl u het gesloten
hangslot ingedrukt houdt.
Controleer of het lampje op de elektronische
sleutel vier keer knippert.
2
Toegang tot de auto
39
108_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
F Druk ter wijl u de sleutel bij u draagt op de
ontgrendelknop van de achterklep om de
achterklep te ontgrendelen en op een kier te zetten.
De portieren worden dan ook vergrendeld.
F T rek de achterklep open met behulp van de
handgreep aan de buitenzijde.
Met het Keyless entry and
start-systeem
Als de auto al is ontgrendeld via de
voorportieren, hoeft u de elektronische sleutel
niet bij u te dragen om de achterklep met de
ontgrendelknop te ontgrendelen. F
D
ruk ter wijl u de elektronische sleutel bij u
draagt op de knop onder de achterklep om
de achterklep te ontgrendelen.
of
V
ergrendel de auto via de voorportieren.
Sla de achterklep niet dicht: begeleid de
klep bij het sluiten en laat hem pas los
als hij bijna is gesloten.
2
Toegang tot de auto