124
108_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2015
Airbag aan passagierszijde OFF
Dit voorschrift wordt tevens vermeld op de
waarschuwingssticker aan beide zijden van de
zonneklep aan passagierszijde. Conform de
wettelijke voorschriften vindt u op de volgende
tabellen deze waarschuwing in alle benodigde
talen.
Plaats nooit een kind in een kinderzitje
"met de rug in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel als de airbag vóór
aan passagierszijde is ingeschakeld.
Het kind kan in dat geval bij een
aanrijding ernstig en zelfs dodelijk
gewond raken.
Raadpleeg de rubriek "Airbags" voor
meer informatie over het uitschakelen
van de airbag vóór aan passagierszijde.
Uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
125
AR
BG
НИКОГА НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АКТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦ А. Това може да причини С МЪРТ или СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на детето.
CSNIKDY neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí nebezpečí SMRTI DÍTĚTE nebo VÁ ŽNÉHO ZR ANĚNÍ.
DABrug ALDRIG en bagudvendt barnestol på et sæde, der er beskyttet af en AKTIV AIRBAG. BARNET risikerer at blive ALVORLIGT
K VÆSTET eller DR ÆBT.
DEMontieren Sie auf einem Sitz mit AKTIVIERTEM Front-Airbag NIEMALS einen Kindersitz oder eine Babyschale entgegen der Fahr trichtung,
das Kind könnte schwere oder sogar tödliche Verletzungen erleiden.
ELΜη χρησιμοποιείτε ΠΟΤΕ παιδικό κάθισμα με την πλάτη του προς το εμπρός μέρος του αυτοκινήτου, σε μια θέση που προστατεύεται από ΜΕΤΩΠΙΚΟ αερόσακο που είναι ΕΝΕΡΓΟΣ. Αυτό μπορεί να έχει σαν συνέπεια το ΘΑΝΑΤΟ ή το ΣΟΒΑΡΟ ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ του ΠΑΙΔΙΟΥ
ENNEVER use a rear ward facing child restraint on a seat protected by an ACTIVE AIRBAG in front of it, DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur
ESNO INSTALAR NUNCA un sistema de retención para niños de espaldas al sentido de la marcha en un asiento protegido mediante un
AIRBAG frontal ACTIVADO, ya que podría causar lesiones GR AVES o incluso la MUERTE del niño.
ETÄrge MITTE KUNAGI paigaldage “seljaga sõidusuunas“ lapseistet juhi kõrvalistmele, mille ESITURVAPADI on AKTIVEERITUD. Turvapadja
avanemine võib last TÕSISELT või ELUOHTLIKULT vigastada.
FIÄLÄ KOSK A AN aseta lapsen tur vaistuinta selkä ajosuuntaan istuimelle, jonka edessä suojana on käyttöön aktivoitu TURVAT Y YNY. Sen
laukeaminen voi aiheuttaa LAPSEN KUOLEMAN tai VAK AVAN LOUKK A ANTUMISEN.
FRNE JAMAIS installer de système de retenue pour enfants faisant face vers l’arrière sur un siège protégé par un COUSSIN GONFLABLE
frontal ACTIVÉ.
Cela peut provoquer la MORT de l’ENFANT ou le BLESSER GR AVEMENT
HRNIK ADA ne postavljati dječju sjedalicu leđima u smjeru vožnje na sjedalo zaštićeno UKLJUČENIM prednjim ZR AČNIM JASTUKOM. To bi m oglo uzrokovati SMRT ili TEŠKU OZLJEDU djeteta.
HUSOHA ne használjon menetiránynak háttal beszerelt gyermekülést AKTIVÁLT (BEK APCSOLT) FRONTLÉGZSÁKK AL védett ülésen. Ez a gyermek HALÁLÁT vagy SÚLYOS SÉRÜLÉSÉT okozhatja.
ITNON installare MAI seggiolini per bambini posizionati in senso contrario a quello di marcia su un sedile protetto da un AIRBAG frontale
ATTIVATO. Ciò potrebbe provocare la MORTE o FERITE GR AVI al bambino.
LTNIEK ADA neįrenkite vaiko prilaikymo priemonės su atgal atgręžtu vaiku ant sėdynės, kuri saugoma VEIKIANČIOS priekinės ORO PAGALVĖS. Išsiskleidus oro pagalvei vaikas gali būti MIRTINAI arba SUNKIAI TR AUMUOTAS.
LVNEK AD NEuzstādiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēdeklīti priekšējā pasažiera sēdvietā, kurā ir AKTIVIZĒTS priekšējais DROŠĪBAS GAISA SP I LV E N S .
Tas
var izraisīt BĒRNA NĀVI vai radīt NOPIETNUS IEVAINOJUMUS.
108_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2015
8
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
126
MTQatt m’ghandek thalli tifel/tifla marbut f’siggu dahru lejn l-Airbag attiva, ghaliex tista’ tikkawza korriment serju jew anke mewt lit-tifel/tifla
NLPlaats NOOIT een kinderzitje met de rug in de rijrichting op een zitplaats waar van de AIRBAG is INGESCHAKELD. Bij het afgaan van de
airbag kan het KIND LEVENSGEVA ARLIJK GEWOND R AKEN
NOInstaller ALDRI et barnesete med ryggen mot kjøreretningen i et sete som er beskyttet med en frontal AKTIVERT KOLLISJONSPUTE,
BARNET risikerer å bli DREPT eller HARDT SK ADET.
PLNIGDY nie instalować fotelika dziecięcego w pozycji "tyłem do kierunku jazdy" na siedzeniu wyposażonym w CZOŁOWĄ PODUSZKĘ POWIETR ZNĄ w stanie AKT Y WNYM. Może to doprowadzić do ŚMIERCI DZIECK A lub spowodować u niego POWA ŻNE OBR A ŻENIA
CI
AŁA.
PTNUNCA instale um sistema de retenção para crianças de costas para a estrada num banco protegido por um AIRBAG frontal ACTIVADO.
Esta instalação poderá provocar FERIMENTOS GR AVES ou a MORTE da CRIANÇA.
RONu instalati NICIODATA un sistem de retinere pentru copii, dispus cu spatele in directia de mers, pe un loc din vehicul protejat cu AIRBAG
frontal ACTIVAT. Aceasta ar putea provoca MOARTEA COPILULUI sau R ANIREA lui GR AVA.
RUВО ВСЕХ СЛУЧА ЯХ ЗАПРЕЩАЕТСЯ использовать обращенное назад детское удерживающее устройство на сиденье, защищенном ФУНКЦИОНИРУЮЩЕЙ ПОДУШКОЙ БЕЗОПАСНОСТИ, установленной перед этим сиденьем.
Э
то может привести к
ГИБЕЛИ РЕБЕНК А или НАНЕСЕНИЮ ЕМУ СЕРЬЕЗНЫХ ТЕЛЕСНЫХ ПОВРЕЖ ДЕНИЙ
SKNIKDY neinštalujte detské zádržné zariadenie orientované smerom dozadu na sedadlo chránené AKTIVOVANÝM čelným AIRBAGOM. Mohlo by dôjsť k SMRTEĽNÉMU alebo VÁ ŽNEMU POR ANENIU DIEŤAŤA.
SLNIKOLI ne nameščajte otroškega sedeža s hrbtom v smeri vožnje, če je VARNOSTNA BLA ZINA pred sprednjim sopotnikovim sedežem AKTIVIR ANA. Takšna namestitev lahko povzroči SMRT OTROK A ali HUDE POŠKODBE.
SRNIK ADA ne koristite dečje sedište koje se okreće unazad na sedištu zaštićenim AKTIVNIM VA ZDUŠNIM JASTUKOM ispred njega, jer mogu nastupiti SMRT ili OZBILJNA POVREDA DETETA.
SVPassagerarkrockkudden fram MÅSTE vara avaktiverad om en bakåtvänd bilbarnstol installeras på denna plats. Annars riskerar barnet att
DÖDAS eller SK ADAS ALLVARLIGT.
TRKESİNLKLE HAVA YASTIĞI AKTİF olan ön koltuğa yüzü arkaya dönük bir çocuk koltuğu yerleştirmeyiniz. Bu ÇOCUĞUN ÖLMESİNE veya ÇOK AĞIR YAR ALANMASINA sebep olabilir.
108_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2015
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
129
108_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2015
a : Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's met de veiligheidsgordel kan worden
bevestigd.
b :
G
roep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg. Het
plaatsen van reiswiegen en autobedjes op
de voorpassagiersstoel is niet toegestaan.
A
ls ze op de tweede zitrij worden geplaatst,
kunnen andere plaatsen mogelijk niet meer
gebruikt worden.
c :
R
aadpleeg de huidige wetgeving in uw land
alvorens een kinderzitje op deze plaats te
bevestigen.
d :
S
chuif om een kinderzitje op een
achterzitplaats te plaatsen, met de rug
of het gezicht in de rijrichting, de stoelen
ervoor naar voren en zet de rugleuningen
rechtop, om ervoor te zorgen dat er genoeg
ruimte is voor het kinderzitje en de benen
van het kind.
e :
A
ls een kinderzitje "met de
rug in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel wordt geplaatst,
moet de voorpassagiersairbag worden
uitgeschakeld. Als dat niet gebeurt, kan het
kind ernstig of dodelijk letsel oplopen
als de airbag wordt geactiveerd .
A
ls een kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting" op de voorpassagiersstoel
wordt geplaatst, moet de
voorpassagiersairbag ingeschakeld blijven . Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te bevestigen op een
passagiersstoel. Plaats de hoofdsteun
terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
U
:
Z itplaats geschikt voor de bevestiging
met een veiligheidsgordel van een
goedgekeurd, universeel kinderzitje,
zowel met de "rug in de rijrichting" als met
het "gezicht in de rijrichting", waarbij de
passagiersstoel in de middelste stand van
de verstelling in lengterichting staat.
U (R) :
H
etzelfde als U, waarbij de zitting van
de stoel in de achterste stand van de
verstelling in lengterichting staat en de
rugleuning rechtop staat.
8
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
134
108_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2015
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt .
Zorg er bij het bevestigen van het
kinderzitje met de veiligheidsgordel voor
dat de veiligheidsgordel correct tegen het
kinderzitje is gespannen en dat de gordel het
kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif
de passagiersstoel, wanneer deze versteld
kan worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
h
et kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
d
e voeten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren en
zet de rugleuning ervan, indien nodig, meer
rechtop.
Adviezen met betrekking tot kinderzitjes
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een zitverhoger met
rugleuning te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de achterportieren per ongeluk geopend
worden.
Zorg er voor dat de achterportierruiten niet
verder dan voor 1/3
deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om jonge kinderen
tegen de zon te beschermen.
De regelgeving met betrekking tot
het vervoer van kinderen op de
voorpassagiersstoel verschilt per land.
Raadpleeg de in uw land geldende regels.
Schakel de passagiersairbag vóór uit zodra
een kinderzitje "met de rug in de rijrichting"
op de voorstoel wordt geplaatst. Het kind
kan anders bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken. Voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting"
is het noodzakelijk dat de afstand tussen de
rugleuning van het kinderzitje en de rugleuning
van de stoel van de auto zo klein mogelijk is.
Voordat u een kinderzitje met rugleuning
op een passagiersstoel plaatst, moet u
de hoofdsteun van de desbetreffende
passagiersstoel verwijderen.
Zorg ervoor dat de hoofdsteun goed
is opgeborgen of vastgemaakt om te
voorkomen dat de hoofdsteun bij plotseling
remmen een gevaarlijk projectiel wordt.
Vergeet niet de hoofdsteun weer aan te brengen
nadat u het kinderzitje weer hebt verwijderd.
Plaatsen van een
zitverhoger
Kinderen voorin
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
157
108_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Zekeringn r. Ampère
(A) Functies
11 5Stuurslot - brandstofinjectie - ETG-versnellingsbak
12 7, 5Airbags
13 5Instrumentenpaneel - display - Stop & Start
14 15
**
Stuurbekrachtiging - brandstofinjectie - remlichten
7, 5 *
15 7, 5 * *
Brandstofinjectie - Stop & Start
10*
16 7, 5Zelfdiagnose motor
17 10Remlichten - derde remlicht - brandstofinjectie - ABS - ESP -
ETG -versnellingsbak - Keyless entry and start-systeem
18 10Parkeerlichten - kentekenplaatverlichting - mistachterlicht -
mistlampen vóór - achterlichten - dimmer dashboardverlichting
19 40Airconditioning
* PureTech 82-motor.
** VTi 68
S&S / VTi 68 -motor.
9
Praktische informatie
244
108_nl_Chap13_recherche-visuelle_ed01-2015
Hoedenplank 65
Voorzieningen van de bagageruimte
66-67
-
haken
-
opbergbak
Interieur
K inder zitjes 12 1-129, 13 4
ISO FI X- kinder zitjes 13 0 -13 3, 13 4
Kinderslot
135
Achterbank
47
Hoofdsteunen achter
4
8
Voorzieningen interieur
6
1-64
-
dashboardkastje
-
12V-aansluiting
-
USB-/Jack-aansluiting
-
matten
Uitschakeling frontairbag aan passagierszijde 117
Airbags
116-120
Veiligheidsgordels
113-115
Voor stoelen
45
Stoelverwarming
46
Toegang tot de achterbank (3 -deurs)
4
6
Visuele index
248
108_nl_Chap14_index-alpha_ed01-2015
Aansluiten iPhone .................................. 210 -212
Aansluiten MirrorLink ............................. 21
4 -216
Aansluiting 12V
......................................... 61,
62
ABS
........
............................................... 105, 10 6
Accessoires ................................................... 169
Accu
.............................................. 163 -165, 17 7
Accu laden
.................................................... 165
Achterlichten
................................................. 152
Achterruitverwarming
..................................... 60
Achteruitrijcamera
........................................... 90
Achteruitrijlicht
.............................................. 152
Active City Brake
................................... 10
8, 11 0
Afmetingen
.................................................... 18
1
Afstandsbediening
.................................... 31, 36
Airbags
..................................................... 17, 11 6
Airbags vóór
...............................
............117, 120
Airconditioning
...............................
.............8, 55
Airconditioning (handbediend)
.......................54
Alarmknipperlichten
...................................... 102
Allesdragers
.................................................. 168
Antiblokkeersysteem (ABS)
.................. 10
5, 10 6
Antispinregeling
........................16, 23 , 105 -107
Audio-aansluitingen
........................................ 63
Audiokabel
............................................ 19 6, 233
Audiosysteem ................................................ 223
Automatische airconditioning
......................... 56
A
utomatisch inschakelen verlichting
........94, 96
Aux-ingang
...............................
.....19 6 , 197 , 233 Centrale vergrendeling
.............................31, 34
Claxon
...........................................................101
Controles
.......................................173, 17 7 , 178
A
C
Dashboardkastje ............................... ........61, 62
Derde remlicht ............................................... 15
3
Detectie te lage bandenspanning
...................18, 102 , 104 , 142
Digitale radio - DAB (Digital Audio
Broadcasting)
.....................19 4, 195 , 231, 232
Dimlicht
................................................... 93,
150
Dimmer dashboardverlichting
.........................26
Display
............................................................ 25
Display instrumentenpaneel
...........................12
Batterij afstandsbediening ..............................
32
B
atterij afstandsbediening vervangen
............ 32
Batterij elektronische sleutel
.......................... 36
Batterij van de elektronische sleutel vervangen
......................................... 36
Bediening autoradio aan stuurkolom
................................... 18 6, 229
Bekerhouder
................................................... 61
Beladen
............................................................. 8
Benzinemotor
........................ 137, 173 , 179, 180
Binnenspiegel
................................................. 50
B
luetooth (handsfree set)
.................... 2
02, 235
Bluetooth (telefoon)
.............................. 202, 235
Boordcomputer
......................................... 26, 27
Brandstof
..................................... 8, 25 , 13 6 , 137
Brandstofniveaumeter
............................. 25,
13 6
Brandstoftank
.......................................... 25, 13 6
Brandstof tanken
................................... 13 6, 137
Brandstofverbruik
............................... 8, 25 , 13 6
Buitenspiegels ................................................. 49
Bagageruimte
.................................................. 38
Banden
.............................................................. 8
Bandenspanning
............................... 8, 142 , 182
Bandenspanningscontrole (met set)
............. 13 8
Bandenspanning te laag (detectie)
............... 10
2
B
DAB (Digital Audio Broadcasting) - Digitale radio ....................... 19 4, 195 , 231, 232
Dagteller
.......................................................... 25Follow me home verlichting
............................
97
F
requentie (radio)
..................................
192, 193
Functie snelweg (richtingaanwijzers) ..................................... 101
E
F
Eco-mode ...................................................... 166
Eco-rijden (adviezen) ........................................ 8
Electronic Stability Program (ESP)
.......................16,
23, 105 -107
Elektrisch bedienbaar vouwdak ......................41
Elektronische remdrukregelaar (REF)
......................105, 10 6
Elektronische sleutel
................................. 33
-36
Elektronische startblokkering
.........................73
ETG-versnellingsbak
.......................... 8,
75, 178
D
Index