Spraakherkenning123Telefoonregeling
Spraakherkenning activeren
Druk op toets w op het stuurwiel om
de spraakherkenning van de tele‐
foonportal in te schakelen. Voor de
duur van de dialoog wordt het geluid
van alle actieve audiobronnen onder‐ drukt en worden er geen verkeers‐
meldingen weergegeven.
Het volume van de stemoutput
instellen
Draai aan de volumeknop van het In‐
fotainmentsysteem of druk op de + of ―-toets op het stuur.
Een dialoog annuleren
Er zijn diverse manieren om de
spraakherkenning uit te schakelen en
de dialoog te annuleren:
■ Druk op het stuurwiel op de knop x.
■ Zeg " Annuleren ".
■ Gedurende een bepaalde tijd geen commando's invoeren (zeggen).
■ Na het derde niet herkende com‐ mando.Bediening
Met behulp van de spraakherkenning kunt u de mobiele telefoon handig
met uw stem bedienen. Het is vol‐
doende om de spraakherkenning te
activeren en het gewenste com‐
mando in te voeren (te zeggen). Na
het geven van het commando leidt het Infotainmentsysteem u door de
dialoog door de voor het uitvoeren
van de gewenste handeling beno‐
digde vragen te stellen en feedback
te geven.
Hoofdcommando'sNa het inschakelen van de spraak‐
herkenning geeft een korte toon aan
dat de spraakherkenning een com‐
mando verwacht.
Beschikbare hoofdcommando's ■ " Kiezen "
■ " Bellen "
■ " Opnieuw kiezen "
■ " Opslaan "
■ " Verwijderen "
■ " Lijst "
■ " Koppelen "■ "Selecteer apparaat "
■ " Gesproken feedback "
Veelal beschikbare commando's ■ " Help ": de dialoog wordt afgesloten
en alle in de actuele functie be‐
schikbare commando's worden op‐
gesomd.
■ " Annuleren ": de spraakherkenning
is uitgeschakeld.
■ " Ja": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onderno‐ men.
■ " Nee ": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onderno‐ men.
Een telefoonnummer invoeren
Na het commando " Kiezen" vraagt de
spraakherkenning om het invoeren
van een nummer.
Het telefoonnummer moet met nor‐
male stem worden gesproken, zonder
kunstmatige pauzes tussen de afzon‐ derlijke cijfers.
De spraakherkenning werkt het best
als er tussen elke drie tot vijf cijfers
een pauze van minimaal een halve
140TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen ............
.................. 88, 115, 119, 120, 128
Algemene informatie................... 122
Antidiefstalfunctie ........................89
Automatische detectie van verkeersinformatie................... 110
Autostore-lijsten .......................... 106
B BACK-knop ................................... 97
Basisbediening ............................. 97
Bediening.................................... 134
Bluetooth .................................... 128
Bluetooth-verbinding ..................129
Bijwerken zenderlijst ...................107
C Cd afspelen starten ....................116
CD-speler activeren.................................. 116
belangrijke informatie ..............115
gebruik .................................... 116
CD-speler activeren ....................116
CD-speler gebruiken................... 116
Configureren DAB ......................112
Configureren van RDS ...............110D
DAB ............................................ 112
De AUX-ingang gebruiken ..........119
De radio gebruiken .....................105
De radio inschakelen ..................105
De USB-poort gebruiken ............120
Digital Audio Broadcasting .........112
E EON ............................................ 110
F
Favorietenlijst ............................. 106
Frequentiebereikmenu's .............107
Frequentiebereik selecteren .......105
G Gebruik ................. 96, 105, 116, 119
Geluidsinstellingen .....................101
H Handsfree-modus .......................129
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 96
I
Infotainment-systeem audiobedieningsknoppen aan
stuur .......................................... 90
automatische aanpassing van het volume............................... 103
141
bedieningselementen................90
instrumentenpaneel ..................90
maximaal opstartvolume .........103
Multifuncionele eenheid ............90
tooninstellingen .......................101
volume voor verkeersberichten 103
volume: instellingen ................103
Infotainmentsysteem gebruiken ...96
M Menubediening ............................. 97
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................138
Multifunctionele toets ....................97
Mute.............................................. 96
N
Noodoproep ................................ 134
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 120
Overzicht bedieningselementen ...90
R Radio Radio Data System (RDS) ......110
activeren.................................. 105
autostorelijsten ........................ 106Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 112
Favorietenlijst .......................... 106
frequentiebereik selecteren .....105
frequentiebereikmenu's ...........107
gebruik .................................... 105
zender zoeken ........................ 105
zenderlijsten ............................ 107
Radio activeren........................... 105
Radio Data System (RDS) ......... 110
RDS ............................................ 110
Regionalisatie ............................. 110
S SAP-modus ................................ 129
SIM-toegangsprofiel (SAP) .........129
Spraakherkenning ..............122, 123
activeren.................................. 123
gebruik .................................... 123
telefoonregeling ......................123
volume voor stemoutput ..........123
Spraakherkenning activeren .......123
Stemherkenning ......................... 122
T
Telefoon bedieningselementen ..............128
belangrijke informatie ..............128
belsignalen instellen ................129
berichtfuncties ......................... 134Bluetooth................................. 128
Bluetooth-verbinding ...............129
Een telefoonnummer vormen ..134
functies tijdens een gesprek ...134
gesprekkenlijsten ....................134
handsfree-modus ....................129
Het volume instellen ................134
noodoproepen ......................... 134
SIM-toegangsprofiel (SAP) .....129
telefoonbatterij opladen ...........128
telefoonboek ........................... 134
Telefoonbatterij opladen .............128
Telefoonregeling .........................123
V Verkeersberichten ......................103
Volume instellen ........................... 96
Volume-instellingen ....................103
Volume voor stemuitvoer ............123
Voor snelheid gecompenseerd volume....................................... 96
Z
Zenders oproepen ......................106
Zenders opslaan .........................106
Zender zoeken............................ 105
Inleiding..................................... 144
Radio ......................................... 155
Cd-speler ................................... 164
AUX-ingang ............................... 167
USB-poort .................................. 168
Streaming audio via Bluetooth ...171
Telefoon ..................................... 173
Trefwoordenlijst ......................... 182CD 400plus (2)
144InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............144
Antidiefstalfunctie ......................145
Overzicht bedieningselementen 146
Gebruik ...................................... 149
Basisbediening .......................... 151
Geluidsinstellingen ....................153
Volume-instellingen ...................154Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de FM-, AM- of DAB-radiofunc‐
ties kunt u maximaal 36 zenders op
zes favorietenpagina's opslaan.
De geïntegreerde cd-speler onder‐
houdt u met audio- en MP3/WMA-
CD’s.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op hetInfotainmentsysteem aansluiten,
bijv. iPod, mp3-speler, USB-stick of
een draagbare cd-speler; via een ka‐
bel of via Bluetooth.
Ook is het Infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een telefoonportal waar‐
mee u uw mobiele telefoon comforta‐ bel en veilig in de auto kunt gebrui‐
ken.
Eventueel kunt u het Infotainmentsys‐
teem met de knoppen op het stuur‐
wiel bedienen.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en de hel‐
dere displays kunt u het systeem ge‐
makkelijk en intuïtief bedienen.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Beeldscherm
De CD 400plus is leverbaar in twee uitvoeringen; uiterlijk verschil is het
display. De tweede uitvoering heeft
het volgende display.
148Inleiding
16 TONE.................................. 153
Geluidsinstellingen ..............153
17 7 / i ................................... 173
Openen hoofdmenu
telefoon ............................... 177
Demping activeren/
deactiveren ......................... 149
18 AUX ..................................... 167
Wisselen naar externe
audiobron ............................ 167Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 Kort drukken:
telefoongesprek aannemen 173
of nummer bellen in
oproeplijst ............................ 177
Lang drukken: oproeplijst
tonen ................................... 177
2 SRC (bron).......................... 149
Drukken: selecteren
audiobron ............................ 149
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ........................... 155
Bij actieve cd-speler:
omhoog/omlaag zetten
om volgende/vorige cd/
mp3/wma-track te
selecteren ........................... 165
Bij actief telefoonportaal:
omhoog/omlaag draaien
om volgende/vorige optie
in oproepenlijst te
selecteren ........................... 177
Bij actieve telefoonportal
en gesprekken in de
wacht: omhoog/omlaag
draaien om tussen
gesprekken te schakelen ....177
3 Volume verhogen ................149
4 Volume verlagen .................149
Inleiding149
5Kort drukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........177
of oproeplijst sluiten ............177
of geluidsonderdrukking
activeren/deactiveren ..........149Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een multifunctionele knop en menu's
op het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
■ het bedieningspaneel op het Info‐ tainmentsysteem 3 146
■ audioknoppen op het stuurwiel 3 146.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk de X-knop kort in. Na het in‐
schakelen wordt de laatst geselec‐
teerde Infotainmentbron actief.
Druk opnieuw op de knop X om het
systeem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact uit staat, met be‐
hulp van de knop X inschakelt, danwordt het 10 minuten na de laatste in‐
voer automatisch weer uitgescha‐
keld.
Volume instellen Draai aan de m-knop. De actuele in‐
stelling verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits deze instelling het maxi‐
male volume bij het starten niet over‐
schrijdt (zie onderstaand).
U kunt het volgende afzonderlijk in‐
voeren:
■ het maximale inschakelvolume 3 154
■ het volume van verkeersberichten 3 154.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakelen van het voor snelheid gecompenseerd volume 3 154 wordt
het volume automatisch zodanig aan‐
gepast dat u geen geluid van het weg‐
dek of van de rijwind hoort.
150Inleiding
Stiltefunctie
Druk op de toets 7 / i of de toets i
(als telefoonportal beschikbaar is: en‐ kele seconden indrukken) om het ge‐
luid van de audiobronnen te onder‐
drukken.
Geluidsonderdrukkingsfunctie annu‐
leren: draai aan de knop m of druk op
de toets 7 / i (wanneer telefoonpor‐
tal beschikbaar is: enkele seconden
indrukken) of weer op de toets i.
Volumebeperking bij hoge temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden Radio
Druk op de RADIO-knop om het
hoofdmenu van de radio te openen of
te wisselen tussen de verschillende
frequentiebereiken.Druk op de multifunctionele knop om
naar de frequentiebereikmenu's met
opties voor zenderselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 155.
Audiospelers
Druk één of meerdere keren op de
toets CD of AUX om naar het hoofd‐
menu USB, iPod of AUX (indien be‐ schikbaar) te gaan of om tussen deze
menu's te schakelen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de betreffende menu's met op‐ ties voor trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van CD-spelerfuncties 3 164, AUX-
functies 3 167, USB-poortfuncties
3 168 en functies voor streaming au‐
dio via Bluetooth 3 171.
Telefoon
Druk kort op de toets 7 / i om naar
het telefoonmenu te gaan.
Druk op de multifunctionele knop om
naar het telefoonmenu met opties
voor het invoeren en selecteren van
nummers te gaan.Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 173.
Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐
baar in diverse talen.
Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen.
Selecteer de menuoptie Talen
(Languages) in het menu
Instellingen om het betreffende menu
weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐ teksten.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de menubediening 3 151.
Tijd- en datuminstellingen
Raadpleeg het Instructieboekje voor een gedetailleerde beschrijving.