Inleiding91
1 RADIO................................. 105
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen ...105
2 CD ....................................... 115
Cd/mp3/wma-weergave
starten ................................. 116
3 Achterwaarts zoeken ..........105
Radio: achterwaarts
zoeken ................................ 105
Cd/mp3/wma: naar vorige
titel springen ........................ 116
4 m-knop .................................. 96
Drukken: in-/uitschakelen ....96
Infotainment-systeem ........... 96
Draaien: volume
aanpassen ............................ 96
5 Voorwaarts zoeken .............105
Radio: voorwaarts zoeken ..105
Cd/mp3/wma: naar
volgende titel springen ........1166Radiozendertoetsen 1...6 ....106
Lang drukken: station
opslaan ............................... 106
Kort drukken: station
selecteren ........................... 106
7 FAV (1/2/3) .......................... 106
Lijst met favorieten
(voorkeuzezenders) ............106
8 AS (1/2) ............................... 106
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ............106
Kort drukken: selecteren
lijst automatisch opslaan .....106
Lang drukken: station
automatisch opslaan ...........106
9 TP ....................................... 110
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ...............110
Als het infotainment‐
systeem uitgeschakeld is:
weergave van tijd en datum 110
10 Cd uitwerpen ....................... 11611 CONFIG.............................. 103
Openen instellingenmenu ...103
12 INFO ..................................... 90
Radio: informatie over de
momenteel afspelende
zender ................................. 105
CD/MP3/WMA: informatie
over de momenteel
geplaatste cd ...................... 116
13 Cd-sleuf ............................... 116
14 Multifunctionele toets ............97
Draaien: menuopties
markeren of numerieke
waarden instellen .................97
Drukken: selecteren/
activeren van
gemarkeerde optie; bevestigen ingestelde
waarde; functie in-/
uitschakelen .......................... 97
15 BACK .................................... 97
Menu: een niveau terug ........97
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........97
94Inleiding
1 RADIO................................. 105
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen ...105
2 CD ....................................... 115
Cd/mp3/wma-weergave
starten ................................. 116
3 Achterwaarts zoeken ..........105
Radio: achterwaarts
zoeken ................................ 105
Cd/mp3/wma: naar vorige
titel springen ........................ 116
4 Mp3: map hoger niveau ......116
5 m-knop .................................. 96
Drukken: Infotainment-
systeem in-/uitschakelen ....... 96
Draaien: volume
aanpassen ............................ 96
6 Voorwaarts zoeken .............105
Radio: voorwaarts zoeken ..105
Cd/mp3/wma: naar
volgende titel springen ........116
7 Mp3: map lager niveau .......1168Radiozendertoetsen 1...6 ....106
Lang drukken: station
opslaan ............................... 106
Kort drukken: station
selecteren ........................... 106
9 FAV 1/2/3 ............................ 106
Lijst met favorieten
(voorkeuzezenders) ............106
10 AS 1/2 ................................. 106
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ............106
Kort drukken: selecteren
lijst automatisch opslaan .....106
Lang drukken: station
automatisch opslaan ...........106
11 TP ....................................... 110
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ...............110
Als het infotainment‐
systeem uitgeschakeld is:
weergave van tijd en datum 110
12 Cd uitwerpen ....................... 11613 CONFIG.............................. 103
Openen instellingenmenu ...103
14 INFO ..................................... 90
Radio: informatie over de
momenteel afspelende
zender ................................. 105
CD/MP3/WMA: informatie
over de momenteel
geplaatste cd ...................... 116
15 Cd-sleuf ............................... 116
16 Multifunctionele toets ............97
Draaien: menuopties
markeren of numerieke
waarden instellen .................97
Drukken: selecteren/
activeren van
gemarkeerde optie;
bevestigen ingestelde
waarde; functie in-/
uitschakelen .......................... 97
17 BACK .................................... 97
Menu: een niveau terug ........97
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ..........97
96Inleiding
Bij actief telefoonportaal:
omhoog/omlaag draaien
om volgende/vorige optie
in oproepenlijst te
selecteren ........................... 134
Bij actieve telefoonportal
en gesprekken in de
wacht: omhoog/omlaag
draaien om tussen
gesprekken te schakelen ....134
3 Volume verhogen ..................96
4 Volume verlagen ...................96
5 Kort drukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........134
of oproeplijst sluiten ............134
of geluidsonderdrukking
activeren/deactiveren ............96
of spraakherkenning
deactiveren (indien
beschikbaar) ....................... 122Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
multifunctieknoppen en op het display
weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
■ de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 90
■ bedieningsknoppen op het stuur 3 90
■ het spraakherkenningssysteem 3 122
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk de X-knop kort in. Na het in‐
schakelen is de laatst geselecteerde
Infotainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem is inge‐
schakeld met de X-knop terwijl het
contact is uitgeschakeld, schakelt het na 30 minuten automatisch weer uit.Volume instellen
Draai aan de X-knop. De actuele in‐
stelling verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit het maximale inschakel‐
volume niet overschrijdt.
Het volgende kan afzonderlijk worden ingesteld:
■ het maximale inschakelvolume 3 103
■ het volume voor verkeersberichten 3 103
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Is de automatische volumeregeling geactiveerd 3 103 wordt het volume
tijdens het rijden automatisch aange‐
past voor het compenseren van weg- en windgeluiden.
Mute
Druk op de 7/i -toets (wanneer de
telefoonportal beschikbaar is: enkele seconden indrukken) om het geluid
van audiobronnen te onderdrukken.
Inleiding97
Om de onderdrukking van het geluid
opnieuw te annuleren: draai aan de
X -knop of druk opnieuw op de 7/i -
toets (indien telefoonportaal beschik‐
baar is: enkele seconden indrukken).
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op de RADIO-knop om het
hoofdmenu van de radio te openen of
te wisselen tussen de verschillende
frequentiebereiken.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met zenderkeuzeop‐
ties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 105.Audiospelers
Druk op de toets CD/AUX om naar de
menu's CD, USB, iPod of AUX te
gaan of om tussen deze menu's te
schakelen.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met trackkeuzeopties
te openen.
Gedetailleerde beschrijving van: ■ CD-spelerfuncties 3 116
■ AUX-ingangsfuncties 3 119
■ USB-poortfuncties 3 120
Telefoon
Druk op de 7/i -toets om het tele‐
foonmenu op te roepen.
Druk op de multifunctionele knop om een submenu met opties voor het in‐voeren of selecteren van telefoon‐
nummers te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
functies van het mobieletelefoonpor‐
taal 3 128.Basisbediening
Multifunctionele toets De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.
Draai aan de multifunctionele knop: ■ CD 400/CD 400plus: een menu‐ optie markeren
■ CD 300: een menuoptie weergeven
■ een numerieke waarde instellen.
Druk op de multifunctionele knop: ■ CD 400/CD 400plus: gemarkeerde optie selecteren of activeren
■ CD 300: om de getoonde optie te selecteren of te activeren
■ een ingestelde waarde bevestigen
■ een systeemfunctie in- of uitscha‐ kelen.
Radio109
CD 400plus: De dubbele tuner vanhet Infotainmentsysteem werkt de
FM-zenderlijst op de achtergrond
continu bij. Handmatig bijwerken is
niet nodig.
Het zoeken naar zenders wordt ge‐
start. Nadat het zoeken is afgerond
wordt de laatst ontvangen zender af‐
gespeeld.
Druk op de multifunctionele knop om
het zenderzoeken te af te breken.
Let op
Bij het bijwerken van een lijst van
een zender op een specifiek fre‐
quentiebereik wordt de overeen‐
komstige categorielijst ook bijge‐
werkt.
Categorielijst Tal van RDS-zenders zenden eenPTY-code 3 110 uit die het uitgezon‐
den programmatype aangeeft (bijv.
nieuws). Sommige zenders passen
de PTY-code ook aan de actuele in‐
houd van het uitgezonden pro‐
gramma aan.Het Infotainmentsysteem slaat deze
zenders, gesorteerd op programma‐
type, in de betreffende categorielijst op.
Een door een zender gedefinieerd
programmatype zoeken: selecteer de optie frequentiebereikspecifieke ca‐
tegorielijst.
Er verschijnt een lijst met momenteel
beschikbare programmatypen.
Selecteer het gewenste programma‐ type.
CD 400/CD 400plus: Er verschijnt
een lijst met zenders die een pro‐
gramma van het geselecteerde type
uitzenden.
Selecteer de gewenste zender.
CD 300: De volgende te ontvangen zender van het geselecteerde type
wordt gezocht en afgespeeld.
De categorielijst wordt tijdens de up‐
date van de frequentiebereikspeci‐
fieke zenderlijst eveneens bijgewerkt.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
110Radio
DAB-berichten
Naast de muziekprogramma’s zen‐
den talloze DAB-zenders 3 112 di‐
verse categorieën berichten uit.
De momenteel ontvangen DAB-ser‐
vice (programma) wordt bij eventuele
berichten uit eerder geactiveerde ca‐
tegorieën onderbroken.
Activeren van berichtcategorieën
Selecteer DAB-berichten in het DAB-
menu.
Activeer de gewenste berichtcatego‐
rieën.
Er kunnen diverse berichtcategorieën tegelijk worden geselecteerd.
Let op
DAB-berichten kunnen alleen ont‐ vangen worden als de DAB-
golfband geactiveerd is.
Radio Data System (RDS)
RDS is een dienst van FM-zenders
die het vinden van de gewenste zen‐
der en een storingsvrije ontvangst
aanzienlijk vereenvoudigt.Voordelen van RDS
■ Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de ingestelde
zender in plaats van de frequentie.
■ Bij het zoeken naar zenders stemt het Infotainmentsysteem alleen af
op RDS-zenders.
■ Het infotainmentsysteem stem al‐ tijd af op de zendfrequentie van de
ingestelde zender met de beste
ontvangst via AF (alternatieve fre‐
quentie).
■ Afhankelijk van de ontvangen zen‐ der geeft het Infotainmentsysteem
radiotekst weer die bijv. informatie
over het actuele programma kan
bevatten.
Configureren van RDS
Om het menu voor het configureren
van RDS te openen:
Druk op de CONFIG-toets.
CD 400/CD 400plus: selecteer Radio-
instellingen en vervolgens RDS-
opties .
CD 300: selecteer Audio-instellingen
en vervolgens RDS-opties.
Radio111
TA-volume
Het volume voor verkeersberichten
(TA) kan worden vooringesteld
3 103.
In- en uitschakelen van RDS
Zet de optie RDS op Aan of Uit.
Let op
Na het uitschakelen van RDS wordt
deze functie automatisch weer inge‐ schakeld bij het afstemmen op een
andere zender (via de zoekfunctie of een voorkeuzeknop).
Verkeersmelding (TA)
Het permanent in- of uitschakelen
van de TA-functie:
Zet de optie Verkeersmelding (TA) op
Aan of Uit.
In- en uitschakelen van regio-
instelling
(RDS moet voor regionalisatie zijn in‐ geschakeld)
Soms zenden RDS-zenders op ver‐
schillende frequenties programma's
uit die regionaal van elkaar verschil‐ len.
Zet de optie Regionaal (REG) op
Aan of Uit.
Als regionalisatie is ingeschakeld,
worden er uitsluitend alternatieve fre‐
quenties (AF) met dezelfde regionale
programma's geselecteerd.
Is de regio-instelling uitgeschakeld,
worden alternatieve frequenties voor
de zenders geselecteerd zonder re‐
kening te houden met regionale pro‐
gramma's.
Lopende RDS-tekst
Sommige RDS-zenders gebruiken de
regel van de programmanaam voor
het tonen van eventuele extra infor‐
matie.Om te voorkomen dat extra informatie wordt weergegeven:
Zet RDS- Geen rollende displaytekst
op Aan .
Radio-tekst:
Als RDS is ingeschakeld en er een
RDS-zender wordt weergegeven,
verschijnt er onder de programma‐
naam informatie over het actuele pro‐ gramma en over de actuele muziek‐
track.
Om de informatie weer te geven of te verbergen:
Zet de optie Radio-tekst: op Aan of
Uit .
Radioverkeerinformatieservice
(TP = verkeersprogramma)
Zenders met radioverkeerinformatie‐
service zijn RDS-zenders die ver‐
keerinformatie uitzenden.
Het in- en uitschakelen van de radio‐
verkeerinformatieservice
Het in- en uitschakelen van de stand- by verkeersberichtenfunctie van het
infotainmentsysteem:
112Radio
Druk op de TP-toets.
■ Is de radioverkeerinformatieservice
ingeschakeld, wordt [ ] weergege‐
ven in het radiohoofdmenu.
■ Alleen zenders met radioverkeerin‐
formatieservice worden ontvangen.
■ Is het huidige station geen zender met radioverkeerinformatieservice,
wordt een zoekopdracht gestart
naar de volgende zender met radi‐
overkeerinformatieservice.
■ Wordt een zender met radiover‐ keerinformatieservice gevonden,
wordt [TP] weergegeven in het ra‐
diohoofdmenu.
■ Verkeersberichten worden afge‐ speeld op het ingestelde TA-vo‐
lume 3 103.
■ Als verkeersinformatie is ingescha‐
keld, wordt het afspelen van de cd-/ mp3 voor de duur van het verkeers‐
bericht onderbroken.
Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel de radioverkeerinformatie‐
service in en draai het volume van het infotainmentsysteem helemaal terug.Blokkeren van verkeersberichten
Ga als volgt te werk om een verkeers‐ bericht, bijv. tijdens het afspelen vancd/mp3, te blokkeren:
Druk op de knop TP of de multifunc‐
tionele knop om het annuleringsbe‐ richt op de display te bevestigen.
Het verkeersbericht wordt afgebro‐
ken, maar de radioverkeerinformatie‐
service blijft ingeschakeld.
EON (Enhanced Other Networks)
Met EON kunt u naar verkeersberich‐
ten luisteren ook als de zender die u
beluistert zelf geen verkeersinforma‐ tie uitzendt. Als een dergelijke zender
is ingeschakeld, wordt net als bij ver‐
keersinformatiezenders TP op het
display in het zwart weergegeven.
Digital Audio Broadcasting Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.
DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam in plaats van dezendfrequentie.
Algemene informatie
■ Met DAB kunnen verschillende pro‐
gramma’s (diensten) op dezelfde
frequentie worden uitgezonden
(ensemble).
■ Naast hoogwaardige diensten voor
digitale audio is DAB ook in staat
om programmagerelateerde gege‐
vens en een veelvoud aan andere
dataservices uit te zenden, inclusief reis- en verkeersinformatie.
■ Zolang een bepaalde DAB-ontvan‐ ger een signaal van een zender kan
opvangen (ook al is het signaal erg zwak), is de geluidsweergave ge‐
waarborgd.