Inleiding93Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een multifunctionele knop en menu's
op het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
■ het bedieningspaneel op het Info‐ tainmentsysteem 3 90
■ audioknoppen op het stuurwiel 3 90.
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen Druk de X VOL -knop kort in. Na het
inschakelen wordt de laatst geselec‐
teerde Infotainmentbron actief.
Druk opnieuw op de knop X VOL om
het systeem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact uit staat, met be‐
hulp van de knop X VOL inschakelt,dan wordt het 10 minuten na de laat‐
ste invoer automatisch weer uitge‐
schakeld.
Volume instellen
Draai aan de m VOL -knop. De actuele
instelling verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits deze instelling het maxi‐
male volume bij het starten niet over‐
schrijdt (zie onderstaand).
U kunt het volgende afzonderlijk in‐
voeren:
■ het maximale inschakelvolume 3 97
■ het volume van verkeersberichten 3 97.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakelen van het voor snelheid gecompenseerd volume 3 97 wordt
het volume automatisch zodanig aan‐
gepast dat u geen geluid van het weg‐
dek of van de rijwind hoort.Stiltefunctie
Druk op de toets 7 / i of de toets i
(als telefoonportal beschikbaar is: en‐
kele seconden indrukken) om het ge‐ luid van de audiobronnen te onder‐
drukken.
Geluidsonderdrukkingsfunctie annu‐
leren: draai aan de knop m VOL of
druk op de toets 7 / i (wanneer te‐
lefoonportal beschikbaar is: enkele
seconden indrukken) of weer op de
toets i.
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op de RADIO BAND -knop om
het hoofdmenu van de radio te ope‐ nen of te wisselen tussen de verschil‐ lende frequentiebereiken.
94Inleiding
Druk op de multifunctionele knop om
naar de frequentiebereikmenu's met
opties voor zenderselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 99.
Audiospelers
Druk één of meerdere keren op de
toets AUX om naar het hoofdmenu
USB, iPod of AUX (indien beschik‐
baar) te gaan of om tussen deze me‐
nu's te schakelen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de betreffende menu's met op‐
ties voor trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
■ CD-spelerfuncties 3 109
■ AUX-functies 3 112
■ USB-poortfuncties 3 113
■ Bluetooth-muziekfuncties 3 116.
Telefoon
Druk kort op de toets 7 / i om naar
het telefoonmenu te gaan.Druk op de multifunctionele knop om
naar het telefoonmenu met opties
voor het invoeren en selecteren van
nummers te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 118.
Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐ baar in diverse talen.
Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen.
Selecteer de menuoptie Talen
(Languages) in het menu
Instellingen om het betreffende menu
weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐ teksten.
Let op
Een gedetailleerde beschrijving voor
de menubediening vinden 3 94.
Tijd- en datuminstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.Basisbediening
Multifunctionele knop
De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.
Draai aan de multifunctionele knop: ■ een menuoptie markeren
■ een numerieke waarde instellen.
Druk op de multifunctionele knop: ■ de gemarkeerde optie selecteren of
inschakelen
■ een ingestelde waarde bevestigen
■ een systeemfunctie in- of uitscha‐ kelen.
Knop P BACK
Druk de P BACK -toets kort in om:
■ een menu te verlaten
■ van een submenu naar het naast‐ hoger gelegen menuniveau te gaan
■ het laatste teken van een teken‐ reeks te wissen.
Houd de P BACK -toets enkele se‐
conden ingedrukt om de hele invoer
te wissen.
102Radio
Let op
De volgende displays worden als
voorbeeld getoond.
Zenderlijsten
Draai in een radiohoofdmenu aan de
multifunctionele knop om de zender‐
lijst van het betreffende frequentiebe‐ reik te openen.
Alle ontvangbare FM-, AM- of DAB-
zenders in het actuele ontvangstge‐
bied worden getoond.Let op
Als er van tevoren geen zenderlijst
is aangemaakt, zoekt het Infotain‐
mentsysteem automatisch naar zen‐ ders.
Selecteer de gewenste zender. Let op
Het huidige station wordt gemar‐ keerd door i.
Zenderlijsten bijwerken
Druk in een radiohoofdmenu op de
multifunctionele knop om het betref‐
fende frequentiebereikmenu te ope‐
nen.
Als de zenders in de frequentiebe‐
reikspecifieke zenderlijst niet meer
kunnen worden ontvangen:
Selecteer de menuoptie Lijst met FM-
zenders bijwerken , Lijst met AM-
zenders bijwerken of Lijst met DAB-
zenders bijwerken in het betreffende
frequentiebereikmenu.
Het zoeken naar zenders wordt ge‐
start. Als het zoeken is voltooid, klinkt
de laatst ontvangen zender.
Druk op de multifunctionele knop om het zoeken naar zenders te stoppen.
Let op
Als het Infotainmentsysteem met
een dubbele tuner uitgevoerd is,
worden de zenderlijsten voortdu‐
rend op de achtergrond bijgewerkt.
U hoeft het systeem niet handmatig bij te werken.
Let op
Bij de update van een lijst van een
station op een specifieke golfband
wordt de overeenkomstige catego‐
rielijst (indien beschikbaar) ook ge‐
updatet.
Radio103
Favorietenlijst
Druk terwijl u in een radiohoofdmenu
bent op de multifunctionele knop om
het betreffende frequentiebereik‐
menu te openen.
Selecteer Favorietenlijst . Alle zen‐
ders die in de favorietenlijst zijn op‐
geslagen, worden weergegeven.
Selecteer de gewenste zender.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐ keerd door i.
Categorielijsten
Talloze RDS 3 104 en DAB 3 106
zenders zenden een PTY-code uit, die het uitgezonden programmatype
aangeeft (bijv. nieuws). Sommige
zenders wijzigen ook de PTY-code
afhankelijk van de inhoud die op dat
moment wordt uitgezonden.
Het Infotainmentsysteem slaat deze
zenders, gesorteerd op programma‐
type, in de desbetreffende categorie‐
lijst op.
Zoeken op een programmatype dat
door de zender wordt opgegeven: se‐
lecteer de specifieke categorielijstop‐
tie van het frequentiebereik.
Er verschijnt een lijst met momenteel beschikbare programmatypen.
Selecteer het gewenste programma‐
type.
Er verschijnt een lijst met zenders die een programma van het geselec‐
teerde type uitzenden.
104Radio
Selecteer de gewenste zender.
De categorielijst wordt tijdens de up‐
date van de zenderlijst die bij het des‐
betreffende frequentiebereik hoort
eveneens bijgewerkt.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
DAB-berichten Naast muziekprogramma's zenden
tal van DAB-zenders 3 106 diverse
berichtcategorieën uit.
De momenteel ontvangen DAB-ser‐
vice (programma) wordt onderbroken
wanneer er een bericht van voorheen
geactiveerde categorieën in de wacht staat.
Het activeren van berichtcategorieën
Selecteer in DAB-menu de optie
DAB-berichten om het betreffende
menu weer te geven.
Activeer de gewenste berichtcatego‐
rieën.
Er kunnen diverse categorieën aan‐
kondigingen tegelijk worden geselec‐
teerd.
Let op
De volgende opties zijn alleen be‐
schikbaar als RDS op Aan wordt ge‐
zet.
Radio Data System (RDS)
Is een dienst voor FM-zenders die er‐ voor zorgt dat de gewenste zender
aanzienlijk sneller wordt gevonden en
zonder problemen wordt ontvangen.
Voordelen van RDS ■ Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de geselec‐
teerde zender i.p.v. de frequentie.
■ Tijdens het zoeken naar zenders stemt het Infotainmentsysteem al‐
leen af op RDS-zenders.
■ Het infotainmentsysteem stelt met behulp van AF (Alternative Fre‐
quency) altijd automatisch af op de
Radio105
zendfrequentie met de beste ont‐
vangst van de geselecteerde zen‐
der.
■ Afhankelijk van de ontvangen zen‐ der geeft het Infotainmentsysteem
radiotekst weer die bijv. informatie
over het actuele programma kan
bevatten.
RDS configureren
Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens RDS-opties .
Zet de optie RDS op Aan of Uit.
Let op
Na het uitschakelen van RDS wordt
deze functie automatisch weer inge‐ schakeld bij het afstemmen op een
andere zender (via de zoekfunctie of een voorkeuzeknop).
Let op
De volgende opties zijn alleen be‐
schikbaar als RDS op Aan wordt ge‐
zet.
RDS-opties
In- en uitschakelen van regio-
instelling
Soms zenden RDS-zenders op ver‐
schillende frequenties programma's
uit die regionaal van elkaar verschil‐
len.
Zet optie Regionaal op Aan of Uit.
Als de regio-instelling is ingescha‐ keld, worden er uitsluitend alterna‐
tieve frequenties (AF) met dezelfde
regionale programma's geselecteerd.Is de regio-instelling uitgeschakeld,
worden alternatieve frequenties voor
de zenders geselecteerd zonder re‐
kening te houden met regionale pro‐
gramma's.
RDS-scrolltekst
Sommige RDS-zenders verbergen
de naam van het actuele programma
om aanvullende informatie te kunnen
tonen.
Voorkomen dat aanvullende informa‐ tie wordt weergegeven:
Zet Geen rollende displaytekst op
Aan .
Radiotekst
Als de RDS-functie wordt geactiveerd
en er momenteel een RDS-zender
wordt ontvangen, verschijnt er infor‐
matie over het huidige programma en de momenteel beluisterde muzeik‐
track onder de naam van het pro‐
gramma.
Toon of verberg deze informatie door
Radio-tekst op Aan of Uit te zetten.
106Radio
TA-volume
Het volume van verkeersberichten
(TA) kan vooraf worden ingesteld.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 97.
Verkeersinformatie (TP = Traffic Programme)
Verkeersinformatiezenders zijn RDS-
zenders die verkeersinformatie uit‐
zenden.
Verkeersinformatie in- of
uitschakelen
Om de stand-by verkeersberichten‐
functie van het Infotainmentsysteem
in- en uit te schakelen:
Druk op de TP-toets.
■ Als verkeersinformatie is ingescha‐
keld, verschijnt [ ] in het radiohoofd‐
menu.
■ Er worden alleen verkeersinforma‐ tiezenders weergegeven.
■ Als de actuele zender geen ver‐ keersinformatiezender is, wordt er
automatisch naar de volgende ver‐
keersinformatiezender gezocht.■ Wanneer een verkeersinformatie‐ zender is gevonden, wordt [TP] in
het hoofdmenu van de radio weer‐
gegeven.
■ Verkeersberichten worden op het van tevoren ingestelde TA-volume3 97 weergegeven.
■ Als verkeersinformatie is ingescha‐
keld, wordt de cd-/mp3-weergave
voor de duur van het verkeersbe‐
richt onderbroken.
Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel verkeersinformatie in en
draai het volume van het infotain‐
mentsysteem helemaal omlaag.
Verkeersberichten blokkeren
Om verkeersberichten te blokkeren,
bijv. tijdens afspelen van CD/MP3:
Druk op de toets TP of de multifunc‐
tionele knop om het annuleringsbe‐ richt op het display te bevestigen.
Het verkeersbericht wordt geannu‐
leerd, maar de verkeersinformatie
blijft ingeschakeld.Digital Audio Broadcasting
Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.
DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam i.p.v. met de
zendfrequentie.
Algemene aanwijzingen
■ Met DAB kunnen verschillende pro‐
gramma's (diensten) op dezelfdefrequentie worden uitgezonden(ensemble).
Radio107
■Naast hoogwaardige diensten voor
digitale audio is DAB ook in staat
om programmagerelateerde gege‐
vens en een veelheid aan andere
dataservices uit te zenden, inclusief reis - en verkeersinformatie.
■ Zolang een bepaalde DAB-ontvan‐ ger een signaal van een zender op
kan vangen (ook al is het signaal
erg zwak), is de geluidsweergave
gewaarborgd.
■ Er is fading (zwakker worden van het geluid dat typerend is voor AM-
of FM-ontvangst). Het DAB-signaal wordt op een constant volume
weergegeven.
■ Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden geïnterpre‐teerd, wordt de weergave geheel
onderbroken. Dit probleem kan
worden vermeden door in het menu
DAB-instellingen Automatische
groeplinks en/of Automatische links
DAB-FM te activeren.
■ Interferentie door zenders op nabu‐
rige frequenties (een verschijnsel
dat typisch is voor AM- en FM-ont‐
vangst) doet zich bij DAB niet voor.■ Als het DAB-signaal door natuur‐ lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de
ontvangstkwaliteit van DAB, terwijl
AM- en FM-ontvangst in die geval‐
len juist aanmerkelijk verzwakt.
■ Na het inschakelen van DAB-ont‐ vangst blijft de FM-tuner van het In‐
fotainmentsysteem op de achter‐
grond actief en zoekt voortdurend
naar de best ontvangbare FM-zen‐
ders. Als TP 3 104 geactiveerd is,
worden er verkeersberichten van
de momenteel best ontvangbare
FM-zender doorgegeven. Deacti‐
veer TP, als DAB-ontvangst niet
door FM-verkeersberichten moet
worden onderbroken.
DAB configureren Druk op de CONFIG-toets.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens DAB-instellingen .
In het configuratiemenu zijn de vol‐ gende opties beschikbaar:Automatisch ensemble koppelen
Als deze functie ingeschakeld is,
schakelt het systeem over op de‐
zelfde service van een ander DAB-
ensemble (frequentie) als het DAB-
signaal te zwak is om door de radio te
worden opgevangen.
Zet de functie op Aan of Uit.
Automatisch koppelen DAB-FM
Als deze functie ingeschakeld is,
schakelt het systeem over naar een
overeenkomstige FM-zender van de
actieve DAB-service als het DAB-sig‐ naal te zwak is om door de radio te
worden opgevangen.
Zet de functie op Aan of Uit.
Dynamisch audioaanpassing
Als deze functie geactiveerd is, wordt
het dynamische bereik van het DAB-
signaal gereduceerd. Dat houdt in dat
het volume van hard geluid wordt ge‐ reduceerd en dat van zacht geluid
wordt verhoogd. Daardoor kan het
volume van het Infotainmentsysteem
zo worden afgesteld dat zacht geluid
goed hoorbaar is zonder dat hard ge‐
luid te hard klinkt.