84
O
Overzicht bedieningselementen .....8
Overzicht spraakcommando's ......65
R Radio Autostorelijsten.......................... 27
Categorielijst ............................. 25
DAB ........................................... 30
DAB-berichten ........................... 30
Digital Audio Broadcasting ........30
Favoriete lijsten ......................... 27
Menu RDS-opties ......................28
Radio Data System ...................28
RDS........................................... 28
Regionaal .................................. 28
Selectie van frequentiebereik ....25
TP.............................................. 28 Verkeersinformatie ....................28
Zender zoeken .......................... 25
Zenderlijst.................................. 25
Zenders ophalen .......................27
Zenders opslaan .......................27
Radio activeren............................. 25
Radio Data System (RDS) ........... 28
Regio-instelling ............................. 28
Reis met viapunten .......................45
Routebegeleiding .........................55
Route simuleren ........................... 41S
Selectie van frequentiebereik .......25
Software-update ........................... 22
Spraakherkenning ........................60
Startpagina ............................. 17, 22
Stemherkenning ........................... 60
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................... 37
Systeeminstellingen...................... 22 Beeldscherm ............................. 22
Software .................................... 22
Startpagina ................................ 22
Taal ........................................... 22
Tijd en datum ............................ 22
T
TA ................................................. 28
Taal............................................... 22
TA-volume .................................... 21
Tekstberichten .............................. 76
Telefoon Bluetooth ................................... 70
Bluetooth-verbinding .................71
Conferentiegesprek ...................73
Functies tijdens het gesprek .....73
Noodoproepen .......................... 72
Recente oproepen ....................73
Tekstberichten........................... 76
Telefoonboek ............................ 73Telefoonboek.......................... 45, 73
Telefoongesprek Initiëren ..................................... 73
Opnemen .................................. 73
Telefoonportal activeren ...............73
Thuisadres .................................... 45
TMC .............................................. 55
Toetsenbord ................................. 45
TP ................................................. 28
Treble ........................................... 20
Tijd ................................................ 22
Tijdsindeling.................................. 22
U USB .............................................. 35
V Veelgestelde vragen .....................79
Verkeersincidenten .......................55
Verkeersinformatie .......................28
Volume Automatisch volume ..................21
Maximaal inschakelvolume .......21
Navigatievolume........................ 21
Stiltefunctie................................ 14
Volume van geluidsindicaties ....21
Volume van geluidssignaal .......21
Volume van verkeersinformatie. 21
Volume-instellingen ......................21
Inleiding....................................... 88
Radio ........................................... 99
Cd-speler ................................... 109
AUX-ingang ............................... 112
USB-poort .................................. 113
Streaming audio via Bluetooth ...116
Telefoon ..................................... 118
Trefwoordenlijst ......................... 128CD 400
88InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............88
Antidiefstalfunctie ......................... 89
Overzicht bedieningselementen ..90
Gebruik ........................................ 93
Basisbediening ............................ 94
Geluidsinstellingen ......................97
Volume-instellingen .....................97Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de FM-, AM- of DAB-radiofunc‐
ties kunt u maximaal 36 zenders op
zes favorietenpagina's opslaan.
De geïntegreerde cd-speler onder‐
houdt u met audio- en MP3/WMA-
CD’s.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op hetInfotainmentsysteem aansluiten,
bijv. iPod, mp3-speler, USB-stick of
een draagbare cd-speler; via een ka‐
bel of via Bluetooth.
Ook is het Infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een telefoonportal waar‐
mee u uw mobiele telefoon comforta‐ bel en veilig in de auto kunt gebrui‐
ken.
Eventueel kunt u het Infotainmentsys‐
teem met de knoppen op het stuur‐
wiel bedienen.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en de hel‐
dere displays kunt u het systeem ge‐
makkelijk en intuïtief bedienen.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
94Inleiding
Druk op de multifunctionele knop om
naar de frequentiebereikmenu's met
opties voor zenderselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 99.
Audiospelers
Druk één of meerdere keren op de
toets AUX om naar het hoofdmenu
USB, iPod of AUX (indien beschik‐
baar) te gaan of om tussen deze me‐
nu's te schakelen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de betreffende menu's met op‐
ties voor trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
■ CD-spelerfuncties 3 109
■ AUX-functies 3 112
■ USB-poortfuncties 3 113
■ Bluetooth-muziekfuncties 3 116.
Telefoon
Druk kort op de toets 7 / i om naar
het telefoonmenu te gaan.Druk op de multifunctionele knop om
naar het telefoonmenu met opties
voor het invoeren en selecteren van
nummers te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 118.
Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐ baar in diverse talen.
Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen.
Selecteer de menuoptie Talen
(Languages) in het menu
Instellingen om het betreffende menu
weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐ teksten.
Let op
Een gedetailleerde beschrijving voor
de menubediening vinden 3 94.
Tijd- en datuminstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.Basisbediening
Multifunctionele knop
De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.
Draai aan de multifunctionele knop: ■ een menuoptie markeren
■ een numerieke waarde instellen.
Druk op de multifunctionele knop: ■ de gemarkeerde optie selecteren of
inschakelen
■ een ingestelde waarde bevestigen
■ een systeemfunctie in- of uitscha‐ kelen.
Knop P BACK
Druk de P BACK -toets kort in om:
■ een menu te verlaten
■ van een submenu naar het naast‐ hoger gelegen menuniveau te gaan
■ het laatste teken van een teken‐ reeks te wissen.
Houd de P BACK -toets enkele se‐
conden ingedrukt om de hele invoer
te wissen.
116Streaming audio via BluetoothStreaming audio via
BluetoothAlgemene informatie ..................116
Bediening ................................... 116Algemene informatie
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(bijv. mobiele telefoons voor muziek,
mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
het Bluetooth-muziekprotocol A2DP
ondersteunen, werken draadloos op
het Infotainmentsysteem.
Opmerkingen ■ Het infotainmentsysteem werkt al‐ leen met Bluetooth-apparaten dieA2DP (Advanced Audio Distribu‐
tion Profile), versie 1.2 of hoger, on‐ dersteunen.
■ Het Bluetooth-apparaat moet AVRCP (Audio Video Remote Con‐trol Profile), versie 1.0 of hoger on‐
dersteunen. Als het apparaat
AVRCP niet ondersteunt, werkt al‐
leen de volumeregeling via het in‐
fotainmentsysteem.
■ Maak uzelf voorafgaand aan het aansluiten van het Bluetooth-appa‐
raat op het infotainmentsysteem vertrouwd met de gebruiksaanwij‐
zing voor Bluetooth-functies.Bediening
Voorwaarden
Voor de Bluetooth-muziekmodus van
het infotainmentsysteem moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
■ De Bluetooth-functie van het info‐ tainmentsysteem moet geactiveerd
zijn 3 119.
■ De Bluetooth-functie van de ex‐ terne Bluetooth-audiobron moet
geactiveerd zijn (zie gebruiksaan‐
wijzing van het apparaat).
■ Afhankelijk van de externe Blue‐ tooth-audiobron moet het apparaat
wellicht op "zichtbaar" staan (zie
gebruiksaanwijzing van het appa‐
raat).
■ De externe Bluetooth-audiobron moet met het infotainmentsysteem
gekoppeld en verbonden zijn
3 119.
Bluetooth-muziekmodus
activeren Druk een of meerdere malen op de
AUX -toets om de Bluetooth-muziek‐
modus te activeren.
Streaming audio via Bluetooth117
Streaming audio via Bluetooth moet
via het Bluetooth-apparaat worden
gestart en onderbroken/gestopt.
Bediening via
infotainmentsysteem
Volume aanpassen
Het volume kan via het Infotainment‐
systeem worden aangepast 3 93.
Naar vorige of volgende track
springen
Druk kort op de toetsen s of u
op het bedieningspaneel van het In‐ fotainmentsysteem.
118TelefoonTelefoonAlgemene aanwijzingen.............118
Bluetooth-verbinding ..................119
Noodoproep ............................... 121
Bediening ................................... 122
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ..................125Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk‐ heid om via een microfoon en de luid‐
sprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het info‐
tainmentsysteem van de auto de be‐
langrijkste functies van de mobiele te‐
lefoon te bedienen. Om het telefoon‐
portaal te kunnen gebruiken, moet de mobiele telefoon via Bluetooth met
het Infotainmentsysteem verbonden
zijn.
Niet alle functies van de telefoonpor‐
tal worden door elke mobiele telefoon ondersteund. Welke telefoonfuncties
mogelijk zijn, hangt af van de desbe‐ treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover vindt u in de bedienings‐ handleiding van uw mobiele telefoon.
U kunt hierover ook informatie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het rij‐
den kan gevaarlijk zijn doordat uw concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer uw auto
Telefoon119voordat u de telefoon in hands‐free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel telefoneren verboden is, als de
mobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
Bedieningselementen
De belangrijkste telefoonspecifieke bedieningselementen zijn de vol‐
gende:
y /@ -toets: opent het telefoonhoofd‐
menu.
Knoppen op het stuurwiel:
q : oproep aannemen.
n : oproep beëindigen/weigeren.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur. Gegevens zoals een telefoon‐ boek, gesprekslijsten, de naam van
de netwerkoperator en de sterkte van de verbinding kunnen worden over‐
gedragen. Welke functies er beschik‐
baar zijn hangt af van het type tele‐
foon.
Om een Bluetooth-verbinding met de
telefoonportal tot stand te kunnen
brengen, moet de Bluetooth-functie
van de mobiele telefoon zijn inge‐
schakeld en moet de mobiele tele‐
foon in de stand "zichtbaar" worden
gezet. U vindt een gedetailleerde be‐
schrijving in de gebruiksaanwijzing
van de mobiele telefoon.
Bluetooth inschakelen
Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen.Selecteer Instellingen Bluetooth en
vervolgens Bluetooth.
Selecteer Activering en vervolgens
Aan .
Een Bluetooth-apparaat
koppelen
Druk op de CONFIG-toets om het
Instellingen -menu op te roepen. Se‐
lecteer Instellingen Bluetooth en ver‐
volgens Apparaat (telefoon)
toevoegen .
Het volgende display verschijnt.