Telefoon99
Een noodoproep doenVorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐ fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw
mobiele telefoon ook via het Infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
er gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enkele minuten duren.
Tijdens deze periode is het bedienen van de mobiele telefoon via het Info‐
tainmentsysteem slechts beperkt mo‐
gelijk.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Zodoende is het mogelijk dat
de functionaliteit die bij deze speci‐ fieke mobiele telefoons staat be‐
schreven, afwijkt.Voorwaarden
Voor de handsfreemodus van het in‐
fotainmentsysteem moet aan de vol‐
gende voorwaarden zijn voldaan:
■ De Bluetooth-functie van het info‐ tainmentsysteem moet geactiveerd
zijn 3 96.
■ De Bluetooth-functie van de mo‐ biele telefoon moet geactiveerd zijn
(zie gebruiksaanwijzing van het ap‐ paraat).
■ De mobiele telefoon moet op "zicht‐
baar" staan (zie gebruiksaanwij‐
zing van het apparaat).
■ De mobiele telefoon moet aan het infotainmentsysteem gekoppeld
zijn 3 96.
Handsfreemodus activeren Druk op y / @ op het bedieningspa‐
neel van het Infotainmentsysteem. Het hoofdmenu van de telefoon ver‐
schijnt.
Let op
Als er geen mobiele telefoon met het Infotainmentsysteem verbonden is,
verschijnt Geen telefoon
Telefoon101
van de mobiele telefoon met num‐
mers en namen automatisch naar het Infotainmentsysteem gedownload.
Het telefoonboek op het Infotainment‐
systeem kan op Voornaam of
Achternaam worden gesorteerd.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Telefoonboek sorteren .
Selecteer de gewenste optie.
Bellijsten gebruiken
Alle inkomende, uitgaande of gemiste
oproepen worden geregistreerd in bij‐ behorende bellijsten.
Druk in het telefoonhoofdmenu op MENU-TUNE om Menu telefoon te
openen. Selecteer de submenuoptie Gesprekslijsten .
Eventueel kunt u de toets y / @ in‐
drukken.
Het volgende scherm verschijnt.
Selecteer de gewenste bellijst, bijv.
Gemiste oproepen . Er verschijnt een
menu met de bijbehorende bellijst.
Telefoongesprek initiëren: selecteer
de gewenste lijstvermelding. Het sys‐ teem kiest het betreffende telefoon‐
nummer.
Telefoonnummer opnieuw kiezen
Het systeem kan het laatst gekozen
telefoonnummer opnieuw kiezen.
Druk op 7 op het stuurwiel om naar
het menu Opnieuw kiezen te gaan.
Druk op 7 om een telefoonnummer te
gaan kiezen.
Druk op xn op het stuurwiel om het
menu Opnieuw kiezen te verlaten.
Gebruik eventueel de knop
MENU-TUNE om Nee op het display
te selecteren.
Inkomend telefoongesprek
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, bijv. de radio- of cd-mo‐
dus, actief is, wordt het geluid van de
betreffende audiomodus onderdrukt
en blijft dit zo totdat het gesprek wordt beëindigd.
Oproep beantwoorden: selecteer
Aannemen op het display.
Oproep weigeren: selecteer
Weigeren op het display.
Tweede inkomende oproep Als er tijdens een gesprek nog een
oproep binnenkomt, verschijnt er een
bericht.
Tweede oproep beantwoorden en
huidig gesprek beëindigen: selecteer
Aannemen op het display.
Tweede oproep weigeren en huidig
gesprek voortzetten: selecteer
Weigeren op het display.
102Telefoon
Beltoon wijzigen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen ,
Geluid & Signalen en vervolgens
Beltoon . Er verschijnt een lijst met alle
beschikbare beltonen.
Selecteer de gewenste beltoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het beltoonvolume 3 75.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Tijdens een telefoongesprek ver‐
schijnt het hoofdmenu van de tele‐
foon als volgt.
Selecteer Menu op het display om
naar het menu Verbonden te gaan.
Selecteer Ophangen op het display
om het gesprek te beëindigen.
Privémodus activeren
Selecteer in het menu Verbonden de
submenuoptie Gesprek via handset
om het gesprek door te schakelen
naar de mobiele telefoon. Het vol‐
gende display verschijnt.
Selecteer Menu op het display en
daarna Gesprek doorschakelen om
het gesprek terug te schakelen naar
het Infotainmentsysteem.
Microfoon deactiveren/activeren
Zet in het menu Verbonden de sub‐
menuoptie Mic dempen op Aan . De
beller kan u niet meer horen.
Microfoon opnieuw activeren: zet de
submenuoptie Mic dempen weer op
Uit .
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Montage- en
gebruiksvoorschriften
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de mo‐
delspecifieke montagehandleiding en
de gebruiksvoorschriften van de fa‐
brikant van de telefoon en de hands‐
free-carkit in acht genomen worden.
Anders kan de typegoedkeuring van
de auto vervallen (EU-richtlijn
95/54/EG).
Aanbevelingen voor een storingsvrij
gebruik:
■ Vakkundig gemonteerde buitenan‐ tenne, waardoor de maximale reik‐
wijdte wordt bereikt,
■ Maximaal zendvermogen 10 watt, ■ Installatie van de telefoon op een daartoe geschikte plek, neem de
relevante opmerking in de Gebrui‐
kershandleiding, hoofdstuk
Airbagsysteem , in aanmerking.
104TrefwoordenlijstAAfspelen van een cd starten .........87
Algemene aanwijzingen ............
.......................... 64, 86, 89, 90, 95
Algemene informatie..................... 93 AUX-ingang ............................... 89
Bluetooth-muziek ......................93
CD-speler .................................. 86
Infotainmentsysteem .................64
Telefoon .................................... 95
USB-poort ................................. 90
Antidiefstalfunctie ........................65
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................... 66
Automatische volumeregeling ......75
Autostore-lijsten ............................ 78
Zenders oproepen .....................78
Zenders opslaan .......................78
AUX-functie activeren ...................89
AUX-ingang Algemene informatie .................89
Bediening .................................. 89
Inschakelen ............................... 89
Volume aanpassen ...................89
B Basisbediening ............................. 73
Bediening ............................... 93, 99
AUX-ingang ............................... 89Bluetooth-muziek......................93
CD-speler .................................. 87
Menu ......................................... 73
Radio ......................................... 77
Telefoon .................................... 99
USB-poort ................................. 91
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................66
Stuurwiel ................................... 66
Telefoon .................................... 95
Bedieningspaneel Infotainment ....66
Bel Beltoon ...................................... 99
Functies tijdens het gesprek .....99
Inkomend gesprek ....................99
Telefoongesprek initiëren ..........99
Beltoon Beltoon selecteren ....................99
Beltoonvolume .......................... 75
Blokkeren van verkeersberichten. 81
Bluetooth Bluetooth-muziek ......................93
Bluetooth-verbinding .................96
Telefoon .................................... 99
Bluetooth-muziek Algemene informatie .................93
Bediening .................................. 93
Inschakelen ............................... 93
Voorwaarden ............................. 93
105
Bluetooth-verbinding....................96
Bijwerken zenderlijst .....................79
C
Categorielijst ................................. 79
Cd-menu ....................................... 87
CD-speler Afspelen van een cd starten .....87
Algemene informatie .................86
Cd plaatsen ............................... 87
Cd-menu ................................... 87
Een cd verwijderen.................... 87
Gebruik...................................... 87
Inschakelen ............................... 87
CD-speler activeren ......................87
D DAB .............................................. 83
Datuminstellingen .........................71
De radio inschakelen ....................77
Digital Audio Broadcasting ...........83
Dynamisch audioaanpassing .......83
F Favoriete lijsten ............................ 79
Zenders oproepen .....................79
Zenders opslaan .......................79
Favorietenlijst ............................... 79
Frequentiebereikmenu's ...............79Frequentiebereik selecteren .........77
Functie Opnieuw kiezen ...............99
G Gebruik ....................... 71, 77, 87, 89
AUX-ingang ............................... 89
Bluetooth-muziek ......................93
CD-speler .................................. 87
Menu ......................................... 73
Radio ......................................... 77
Telefoon .................................... 99
USB-poort ................................. 91
Geluidsinstellingen .......................74
Gesprekkenlijsten .........................99
H Handsfree telefoonmodus activeren.................................... 99
I
Infotainmentsysteem inschakelen 71
K Knop MENU-TUNE....................... 73
M
Maximaal inschakelvolume........... 75 Menubediening ............................. 73
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................102
Mute.............................................. 71N
Noodoproep .................................. 98
O Opgeslagen audiobestanden afspelen..................................... 91
Overzicht bedieningselementen ...66
R Radio Afstemmen op zender ...............77
Autostorelijsten.......................... 78
Bereik selecteren ......................83
Bijwerken zenderlijst .................79
Categorielijst ............................. 79
Configureren DAB .....................83
Configureren van RDS ..............81
DAB-berichten ........................... 79
Digital audio broadcasting
(DAB) ........................................ 83
Dynamisch audioaanpassing ....83
Favoriete lijsten ......................... 79
Frequentiebereik selecteren .....77
Frequentiebereikmenu's............ 79
Gebruik...................................... 77
Inschakelen ............................... 77
Radio Data System (RDS) ........81
Radioverkeerinformatieservice.. 81
Regio-instelling.......................... 81
Verkeersberichten .....................81
108FlexDockFlexDockAlgemene informatie..................108
Gebruik ...................................... 109Algemene informatie
FlexDock bestaat uit een ingebouwde
basisplaat en verschillende typen
cradles die aan de basisplaat kunnen worden bevestigd. Door het plaatsenvan een iPhone of een andere smart‐ phone in de cradle kan de smart‐
phone via het Infotainmentsysteem,
de knoppen op het stuurwiel of het
touchscreen worden bediend.
Voor nadere informatie over het ge‐
bruik van de cradle verwijzen wij u
naar de bij elke cradle meegeleverde
handleiding van de cradle.9 Waarschuwing
Met het FlexDock verbonden toe‐
stellen moeten zodanig worden
gebruikt dat de bestuurder niet
wordt afgeleid en dat de verkeers‐ veiligheid op geen enkel moment
in het geding komt. Houd u altijd
aan de betreffende wet- en regel‐
geving van het land waarin u rijdt.
Deze wetgeving kan verschillen
van de informatie in deze handlei‐
ding. Zet bij twijfel uw auto aan de kant en bedien de apparatuur ter‐
wijl u stilstaat.
Let op
Gebruik via de USB-aansluiting niet
tegelijkertijd een andere audiobron
om superposities van beide audio‐
bronnen te voorkomen.
Voorzichtig
Laat de mobiele telefoon ter voor‐
koming van diefstal bij het verlaten van de auto niet in het FlexDockachter.
FlexDock109Gebruik
Cradle op de basisplaat
bevestigen
1. Haal de kap van de basisplaat.
2. Druk de cradle in de basisplaat en
klap deze neer.
Smartphone met het
Infotainmentsysteem verbinden
Universele smartphone
Verbind de smartphone via de aan‐
sluitkabel met de cradle.
iPhone
De iPhone wordt bij het plaatsen in de
cradle automatisch verbonden.
Afhankelijk van de aanwezige soft‐
ware en hardware kan de functionali‐ teit van de iPhone beperkt zijn.
De smartphone bedienen Bij het verbinden van de smartphonevia FlexDock heeft deze dezelfde
functionaliteit als wanneer deze via
de USB-aansluiting wordt aangeslo‐
ten. Zie de betreffende instructies in
deze handleiding voor gedetailleerde
informatie.
Voor het gebruik van de telefoonfunc‐ tie of de functie Streaming audio via
Bluetooth moet er een Bluetooth-ver‐
binding tot stand worden gebracht.
Zie de betreffende instructies in deze handleiding en de gebruiksaanwijzing
bij de smartphone voor gedetailleerde informatie.
Cradle van de basisplaat
verwijderen
1. Druk op de ontgrendelingsknop en verwijder de cradle.
2. Bevestig de cradle op de basis‐plaat.