2–39
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
Als uw auto is ook uitgerust met een inzittende passagier detectiesysteem, zie voor
bijzonderheden Inzittende passagier detectiesysteem (pagina 2-53 ).
Als uw auto is uitgerust met een inzittende passagier detectiesysteem, gaat het airbag-
uitgeschakeld indikatielampje van de passagiersairbag gedurende een bepaalde tijd branden
nadat het contact op ON is gezet.
Een kind dat te klein is om gebruik te kunnen maken van een veiligheidsgordel dient op de
juiste wijze beveiligd te worden via het gebruik van een kinderzitje (pagina 2-19 ).
Bepaal nauwkeurig welk kinderzitje voor uw kind noodzakelijk is en volg zowel de
richtlijnen voor installatie in dit instruktieboekje als de instrukties van de fabrikant van het
kinderzitje.
WAARSCHUWING
In auto's uitgerust met airbags dienen veiligheidsgordels gedragen te worden:
Het uitsluitend vertrouwen op de airbags voor bescherming tijdens een aanrijding
is gevaarlijk. Airbags alleen kunnen geen ernstig letsel voorkomen. De betreffende
airbags worden uitsluitend opgeblazen bij het eerste ongeval, zoals een frontale, bijna
frontale of zijdelingse botsing met een gematigde of grotere kracht. De inzittenden
dienen dus altijd hun veiligheidsgordels te dragen.
Controleer bij gebruik van een kinderzitje altijd dat het airbag-uitgeschakeld
OFF-indikatielampje van de passagiersairbag brandt (Met inzittende passagier
detectiesysteem):
Het vervoeren van een kind in een kinderzitje dat op de passagierszitting is geïnstalleerd
terwijl het airbag-uitgeschakeld OFF-indikatielampje van de passagiersairbag niet
brandt is uiterst gevaarlijk. Bij een ongeluk bestaat de kans dat een airbag wordt
opgeblazen en ernstig letsel, mogelijk met dodelijk afl oop, aan het kind toebrengt dat
in het kinderzitje vervoerd wordt. Controleer altijd dat het airbag-uitgeschakeld OFF-
indikatielampje van de passagiersairbag brandt.
Zie Inzittende detectiesysteem op pagina 2-53 .
. 9 @ &