Page 72 of 805

Wanneer het contact op ON wordt gezet, gaan beide indikatielampjes van de
deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag branden, ongeacht de stand van de
deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag. Het indikatielampje gaat na een
bepaalde periode uit en gaat vervolgens aan/uit afhankelijk van de condities zoals
aangegeven in onderstaande tabel.
Deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbagWerkingstoestand van
voorpassagiersairbag/zij-airbag,
veiligheidsgordelvoorspanner van
voorpassagierszittingIndikatielampje van de
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag
OFF stand
Deactiveren
ON stand
Gereed
Deze worden na een korte periode
van tijd uitgeschakeld.
OPMERKING
Laat de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur inspecteren wanneer een van deze
gevallen zich voordoet:
lHet indikatielampje van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag gaat
niet gedurende een bepaalde periode branden wanneer het contact op ON gezet wordt.
lHet indikatielampje van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag gaat
niet na een korte periode van tijd uit wanneer het contact op ON gezet wordt
(deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag staat in de stand ON).
2-54
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
Page 73 of 805

qSchakelaarstanden
Controleer alvorens te gaan rijden altijd met de hulpsleutel of de deactiveringsschakelaar
van de voorpassagiersairbag in de juiste stand staat al naargelang uw vereisten.
WAARSCHUWING
Laat de sleutel niet in de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag zitten:
Onbedoeld uitschakelen van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag
is gevaarlijk. Bij een ongeluk zal de voorpassagier niet goed beveiligd zijn. Dit kan
ernstig letsel met mogelijk dodelijke afloop veroorzaken. Gebruik om onbedoeld
uitschakelen te voorkomen voor het bedienen van de deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag altijd de hulpsleutel die bewaard wordt in de zenderbehuizing
die op dat moment gebruikt wordt. Plaats na het deactiveren van de airbag de
hulpsleutel terug in de zenderbehuizing. Op deze manier blijft de sleutel niet in de
deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag zitten.
OPMERKING
Plaats na het bedienen van deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag de
hulpsleutel terug in de zenderbehuizing.
OFF
De voorpassagiersvoorairbag, zij-airbag en veiligheidsgordelvoorspanner van
voorpassagierszitting zijn buiten werking.
Overschakelen naar de OFF positie
1. Steek de sleutel in de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag en draai de
sleutel rechtsom totdat de sleutel naar OFF wijst.
2. Verwijder de sleutel.
3. Kijk of het airbag-uitgeschakeld indikatielampje blijft branden wanneer het contact op
ON staat.
De voor- en zij-airbags van de voorpassagierszitting en ook het voorspannersysteem van de
veiligheidsgordels blijven uitgeschakeld totdat de deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag naar de stand ON gedraaid wordt.
ON
De voorpassagiersvoorairbag, zij-airbag en veiligheidsgordelvoorspanner van
voorpassagierszitting zijn in werking. Activeer het systeem enkel wanneer op de
voorpassagierszitting geen kinderzitje is geïnstalleerd.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
2-55
Page 205 of 805
Signaal Waarschuwings/indikatielampjes Pagina
Waarschuwingslampje elektrische handrem 4-49
Laadsysteemwaarschuwingsindikatie/waarschuwingslampje 4-50
Motoroliewaarschuwingslampje 4-50
Motorwaarschuwingslampje 4-51
Waarschuwingslampje voor hoge motorkoelvloeistoftemperatuur (Rood) 4-52
i-stop waarschuwingslampje (Oranje)/indikatielampje (Groen) 4-52
Rijstrookassistentindikatie 4-54
Rijstrookassistent OFF indikatie 4-55
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) indikatie 4-76
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF indikatie 4-55
4WD waarschuwingsindikatie 4-56
Waarschuwingsindikatie voor automatische transmissie 4-57
Stuurbekrachtiging defect indikatie 4-57
Waarschuwingslampje voor systeem van airbag/voorspanners van voorste
veiligheidsgordels4-58
Waarschuwingslampje voor laag brandstofpeil 4-59
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje 4-59
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-41
Page 209 of 805
Signaal Waarschuwings/indikatielampjes Pagina
Motorwaarschuwingslampje 4-51
Waarschuwingslampje voor hoge motorkoelvloeistoftemperatuur (Rood) 4-52
i-stop waarschuwingslampje (Oranje)/indikatielampje (Groen) 4-52
Waarschuwingslampje van rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)4-54
Indikatielampje van rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF 4-55
4WD waarschuwingslampje 4-56
Waarschuwingslampje voor automatische transmissie 4-57
Indikatielampje voor defecte stuurbekrachtiging 4-57
Waarschuwingslampje voor systeem van airbag/voorspanners van voorste
veiligheidsgordels4-58
Waarschuwingslampje voor laag brandstofpeil 4-59
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje 4-59
Open-portier waarschuwingslampje 4-61
120 km/h waarschuwingslampje 4-61
Rijsnelheidwaarschuwingsindikatie 4-31
Waarschuwingslampje voor laag sproeiervloeistofniveau 4-62
Waarschuwingslampje van bandenspanningcontrolesysteem 4-62
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-45
Page 222 of 805

Type A/Type B
Het indikatielampje/
waarschuwingsindikatie voor defecte
stuurbekrachtiging gaat branden of
knipperen als er een defect is in de
stuurbekrachtiging terwijl de motor draait.
Als het indikatielampje/
waarschuwingsindikatie brandt of
knippert, de auto onmiddellijk op een
veilige plaats parkeren en de motor
stopzetten.
Als het indikatielampje/
waarschuwingsindikatie ook als de motor
daarna opnieuw gestart wordt niet uitgaat,
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
raadplegen.
OPMERKING
lAls het indikatielampje/
waarschuwingsindikatie brandt of
knippert, zal de stuurbekrachtiging
niet normaal functioneren. In dat
geval kan het stuurwiel alsnog
gedraaid worden, echter het sturen
gaat dan zwaarder dan normaal en
het is mogelijk dat het stuurwiel
tijdens het draaien trilt.
lAls tijdens stilstand of uiterst
langzaam rijden het stuurwiel bij
herhaling naar links en naar rechts
gedraaid wordt, is het mogelijk dat
de defectbeveiliging van het
stuurbekrachtigingssysteem in
werking treedt waardoor het sturen
zwaarder wordt. Dit duidt echter niet
op een probleem. Parkeer in dit geval
de auto op een veilige plaats en
wacht enkele minuten totdat het
systeem weer normaal werkt.
qWaarschuwingslampje voor
systeem van airbag/voorspanners
van voorste veiligheidsgordels
Indien het systeem van airbag/
voorspanners van de voorste
veiligheidsgordels in orde is, gaat het
waarschuwingslampje branden wanneer
het contact op ON gezet wordt of nadat de
motor is gestart. Het
waarschuwingslampje wordt na een
bepaalde periode van tijd uitgeschakeld.
Een defect in het systeem wordt
aangeduid als het waarschuwingslampje
constant knippert, constant brandt of
helemaal niet brandt wanneer het contact
op ON gezet wordt. Bij elk van deze
gevallen dient u zo spoedig mogelijk een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur te raadplegen.
Het systeem zal dan wellicht in het geval
van een aanrijding niet in werking treden.
4-58
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Page 223 of 805

WAARSCHUWING
Sleutel nooit zelf aan de airbag/
voorspannersystemen en laat altijd
alle onderhoud en reparatie door een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
uitvoeren:
Het zelf uitvoeren van onderhoud of
sleutelen aan de systemen is
gevaarlijk. De kans bestaat dat een
airbag/voorspanner onvoorzien
geactiveerd of buiten werking gesteld
wordt.
qWaarschuwingslampje voor laag
brandstofpeil
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de
brandstoftank spoedig leeg zal zijn.
Zo spoedig mogelijk bijtanken.
qVeiligheidsgordelwaarschuwingslampje
Bestuurdersstoel
Voorpassagierszitting
Airconditioning
Volautomatisch
type
Handbediend type
Hetveiligheidsgordelwaarschuwingslampje
gaat branden als de bestuurdersstoel of
voorpassagierszitting bezet is en de
veiligheidsgordel niet vastgemaakt is
terwijl het contact op ON staat.
Veiligheidsgordelwaarschuwing
Voorzitting
Als er met de auto wordt gereden terwijl
de veiligheidsgordel van de bestuurder of
voorpassagier niet is vastgemaakt, gaat
het
veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
branden en klinkt er een
waarschuwingszoemer.
Als de veiligheidsgordel van de
bestuurder of de voorpassagier niet
aangegespt is (alleen wanneer de
voorpassagierszitting bezet is) en de
snelheid van de auto hoger is dan
ongeveer 20 km/h, gaat het
waarschuwingslampje knipperen en wordt
er een zoemtoon gegeven. Na een korte
tijd stopt het waarschuwingslampje met
knipperen. Dit blijft echter branden en de
zoemtoon stopt. Als een veiligheidsgordel
niet aangegespt blijft, gaat het
waarschuwingslampje knipperen en wordt
de zoemtoon weer voor een bepaalde tijd
geactiveerd.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-59
Page 597 of 805
qOnderste laadcompartimentí
Til de kofferruimteplank omhoog.
Onderste laadcompartiment
Kofferruimteplank
qAchterste kledinghaken
WAARSCHUWING
Hang nooit zware of scherpe
voorwerpen aan de steungrepen en
kledinghaken:
Het hangen van zware of puntige
voorwerpen zoals een kleerhanger aan
de steungrepen of kledinghaken is
gevaarlijk, aangezien deze in het geval
van activering van een gordijn-airbag
van hun plaats kunnen vliegen en een
inzittende kunnen raken, wat ernstig
of dodelijk letsel tot gevolg kan
hebben.Hang kleding steeds zonder kleerhangers
op aan de kledinghaken en steungrepen.
Kledinghaak
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
5-169íBepaalde modellen.
Page 697 of 805

11. Trek de inspuitslang uit het ventiel.
Steek de ventielafsluiter weer in het
ventiel en monteer deze door
rechtsom te draaien weer op zijn
plaats.
OPMERKING
Gooi de lege fles van de
bandreparatievloeistof na gebruik niet
weg. Breng de lege fles van de
bandreparatievloeistof naar een officiële
Mazda reparateur wanneer de band
vernieuwd wordt. De lege fles van de
bandreparatievloeistof zal noodzakelijk
zijn om de gebruikte
bandreparatievloeistof uit de band te
verwijderen en op te ruimen.
12. Plak de snelheidsbeperkingsticker op
de snelheidsmeter.
WAARSCHUWING
Bevestig de snelheidsbeperkingsticker
op een plaats waar deze voor de
bestuurder goed zichtbaar is:lAanbrengen van de
snelheidsbeperkingsticker op het
stuurwiel is gevaarlijk aangezien
deze de activering van airbag kan
hinderen wat ernstig letsel tot
gevolg kan hebben.
lBreng de sticker op geen andere
plaats aan dan op de plaats
aangegeven in de illustratie van de
snelheidsmeter.
13. Bevestig de compressorslang aan het
bandventiel.
Ventiel
Compressorslang
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
7-13