4–176
Tijdens het rijden
Bandenspanningcontrolesysteem
OPMERKING
Aangezien dit systeem kleine veranderingen in de toestand van de banden bespeurt, kan
het tijdstip van de waarschuwing in de volgende gevallen vroeger of later zijn:
De maat, het merk, of de soort banden verschilt van de specifi catie.
De maat, merk of de soort band verschilt van de overige, of de mate van bandenslijtage
is onderling buitengewoon verschillend.
Er wordt gebruik gemaakt van runfl at banden, studless banden of sneeuwkettingen.
Er wordt gebruik gemaakt van een noodreservewiel (het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem gaat knipperen en blijft vervolgens continu branden).
Er is een band gerepareerd met behulp van de lekke band noodreparatieset.
De bandenspanning is veel hoger dan de voorgeschreven spanning, of de
bandenspanning wordt plotseling lager om een bepaalde reden, zoals bij een band die
tijdens het rijden lek springt.
De rijsnelheid is lager dan ongeveer 15 km/h (inclusief wanneer de auto tot stilstand
gebracht wordt), of de rijtijd is korter dan 5 minuten.
Bij het rijden op een buitengewone oneffen weg of een glad, bevroren wegdek.
Krachtig sturen en bij herhaling snelle acceleratie/deceleratie, zoals bij hard rijden op
een bochtige weg.
De belasting van de auto rust op één band, zoals bij het plaatsen van zware bagage aan
één zijde van de auto.
Initialisering van het systeem is niet uitgevoerd met de voorgeschreven
bandenspanning.
Initialiseren van het
bandenspanningcontrolesysteem
In onderstaande gevallen dient het
initialiseren van het systeem uitgevoerd te
worden om het systeem normaal te laten
functioneren.
De bandenspanning wordt afgesteld.
De banden worden onderling
uitgewisseld.
Een band of wiel wordt vernieuwd.
De accu is vernieuwd of volledig
uitgeput.
Het waarschuwingslampje van het
bandenspanningcontrolesysteem brandt.Initialiseringsmethode
1. Parkeer de auto op een veilige plaats en
trek de handrem stevig aan.
2. Laat de banden afkoelen, stel
vervolgens de bandenspanning van alle
vier (4) wielen af op de voorgeschreven
spanning zoals aangegeven op het
bandenspanningslabel op de portierstijl
van het bestuurdersportier (portier
open).
Zie Banden op pagina 9-10 .
3. Zet het contact op ON.
$ 9 @ &