qInstellen van het systeem
Activeren
Met afstelbare snelheidsbegrenzer
Druk voor het activeren van het systeem op de ON/OFF schakelaar.
Zonder afstelbare snelheidsbegrenzer
Druk voor het activeren van het systeem op de ON schakelaar.
ON/OFF schakelaar
OFF schakelaar
ON schakelaar
Zonder afstelbare snelheidsbegrenzerMet afstelbare snelheidsbegrenzer
CANCEL
schakelaarCANCEL
schakelaar
schakelaar schakelaarRESUME
schakelaar RESUME
schakelaar
schakelaar schakelaar
SET+/SET- schakelaar SET+/SET- schakelaar
Wanneer de ON schakelaar wordt ingedrukt, kan de rijsnelheid en de afstand tussen
voertuigen bij het rijden met volgafstandregeling ingesteld worden. De indikatie van het
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem wordt getoond in de display van de
instrumentengroep.
OPMERKING
Wanneer het contact overgeschakeld wordt van ACC naar OFF terwijl het Mazda Radar
Cruise Control (MRCC) systeem ON is, blijft het Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem automatisch op ON ingesteld.
4-182
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van de snelheid
1. Stel de rijsnelheid af op de gewenste
instelling met behulp van het
gaspedaal.
2. Volgafstandregeling begint wanneer de
SET
of SETschakelaar wordt
ingedrukt. De ingestelde snelheid en de
afstand-tussen-voertuigen display
gevuld met witte lijnen wordt getoond.
Het indikatielampje (groen) van het
Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem wordt tegelijkertijd getoond.
Rijstatus Display
Tijdens het rijden met
constante snelheid
Tijdens het rijden met
volgafstandregeling
OPMERKING
lAls een voorliggend voertuig wordt
bespeurd tijdens het rijden met
constante snelheid, wordt de
voorliggend-voertuig indikatie
getoond en wordt de
volgafstandregeling uitgevoerd.
Wanneer een voorliggend voertuig
niet langer wordt bespeurd, wordt de
voorliggend-voertuig indikatie
uitgeschakeld en schakelt het
systeem terug naar rijden met
constante snelheid.
lAls u sneller rijdt dan de ingestelde
snelheid, is volgafstandregeling op
het voorliggende voertuig niet
mogelijk. Stel het systeem af op de
gewenste rijsnelheid met behulp van
het gaspedaal.
OPMERKING
l(Europees model)
Bij verandering naar een
inhaalrijstrook en gebruik van de
richtingaanwijzer, levert het systeem
automatisch meer acceleratie als dit
bepaalt dat meer acceleratie vereist
is. Let tijdens het rijden goed op de
weg vóór u omdat u het
voorliggende voertuig te dicht zou
kunnen naderen.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-183
Instellen van de afstand tussen
voertuigen tijdens volgafstandregeling
De afstand tussen voertuigen wordt korter
ingesteld telkens wanneer de
schakelaar wordt ingedrukt. De afstand
tussen voertuigen wordt langer ingesteld
door het indrukken van de
schakelaar.
De afstand-tussen-voertuigen kan
ingesteld worden op 4 niveaus; lang,
midden, kort en extreem korte afstand.
Richtlijn voor
afstand-tussen-voertui-
gen
(bij een rijsnelheid van
80 km/h)Indikatie op display
Lang (ongeveer 50 m)
Midden (ongeveer 40 m)
Kort (ongeveer 30 m)
Extreem kort
(ongeveer 25 m)
OPMERKING
lDe afstand tussen voertuigen is
verschillend afhankelijk van de
rijsnelheid en naarmate de rijsnelheid
lager is wordt de afstand korter.
lWanneer het contact op ACC of OFF
wordt gezet en de motor vervolgens
opnieuw gestart wordt, stelt het
systeem automatisch de afstand
tussen voertuigen in op de eerder
gemaakte instelling.
Wijzigen van de ingestelde rijsnelheid
Wijzigen van de ingestelde rijsnelheid
met behulp van de SET schakelaar
Druk op de SET
schakelaar om
snelheid te meerderen.
Druk op de SET
schakelaar om
snelheid te minderen.
De ingestelde rijsnelheid verandert als
volgt telkens wanneer de SET schakelaar
wordt ingedrukt.
Europese
modellenBehalve
Europese
modellen
Korte druk 1 km/h 5 km/h
Lange druk 10 km/h
OPMERKING
U kunt de ingestelde rijsnelheid
bijvoorbeeld veranderen door de SET
schakelaar viermaal als volgt in te
drukken:
(Europees model)
De rijsnelheid wordt met 4 km/h
verhoogd of verlaagd.
(Behalve Europese modellen)
De rijsnelheid wordt met 20 km/h
verhoogd of verlaagd.
4-184
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Accelereren met behulp van het
gaspedaal
Trap het gaspedaal in en druk de SET
of SETschakelaar bij de gewenste
snelheid in en laat deze los. Als een
schakelaar niet gebruikt kan worden, keert
het systeem terug naar de ingestelde
snelheid wanneer u uw voet van het
gaspedaal afhaalt.
OPGELET
De waarschuwingen en remregeling
functioneren niet terwijl het gaspedaal
wordt ingetrapt.
OPMERKING
lBij het accelereren met behulp van
de SET
schakelaar tijdens het
rijden met volgafstandregeling, kan
de ingestelde rijsnelheid worden
afgesteld, echter acceleratie is niet
mogelijk. Als er geen voorliggend
voertuig meer is, gaat de acceleratie
door totdat de ingestelde rijsnelheid
bereikt wordt. Controleer de
ingestelde rijsnelheid door te kijken
naar de weergave van de ingestelde
rijsnelheid in de display in de
instrumentengroep.
lBij het intrappen van het gaspedaal
verandert de weergave van de
afstand-tussen-voertuigen display in
de instrumentengroep naar de witte-
streep weergave.
OPMERKING
lDe minimum instelbare snelheid is
30 km/h. Als de ingestelde
rijsnelheid 30 km/h bereikt met
behulp van de schakelaarbediening,
wordt het rijden met constante
snelheid aangehouden op ongeveer
30 km/h, ook als de SET
schakelaar wordt ingedrukt. Het
Mazda Radar Cruise Control
(MRCC) systeem wordt niet
geannuleerd.
Deactiveren
Met afstelbare snelheidsbegrenzer
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem wordt geannuleerd wanneer de
ON/OFF schakelaar wordt ingedrukt.
Zonder afstelbare snelheidsbegrenzer
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem wordt geannuleerd wanneer de
OFF schakelaar wordt ingedrukt.
Wanneer het systeem tijdelijk wordt
uitgeschakeld
In de volgende gevallen wordt het Mazda
Radar Cruise Control (MRCC) systeem
tijdelijk uitgeschakeld en wordt de
“MRCC niet actief”indikatie
weergegeven in de display van de
instrumentengroep. Het indikatielampje
(groen) van het Mazda Radar Cruise
Control (MRCC) systeem gaat
tegelijkertijd uit.
lDe CANCEL schakelaar wordt
ingedrukt.
lHet rempedaal is ingedrukt.
lDe handrem is aangetrokken.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-185
qWeergave van verzoek
opschakelen/terugschakelen
(handgeschakelde versnellingsbak)
Het is mogelijk dat de weergave van het
verzoek opschakelen/terugschakelen in de
multi-informatiedisplay of Active Driving
Display (voertuigen met Active Driving
Display) getoond wordt terwijl het Mazda
Radar Cruise Control (MRCC) systeem in
werking is. Wanneer dit gebeurt dient u de
versnelling over te schakelen omdat de
schakelstand niet juist is.
Verzoek Indikatie op display
Opschakelen
Terugschakelen
OPMERKING
lAls de versnelling niet opgeschakeld
wordt hoewel de verzoekindikatie
voor het opschakelen wordt getoond,
wordt de motor overbelast en bestaat
de kans dat het Mazda Radar Cruise
Control (MRCC) systeem
automatisch geannuleerd wordt
omdat anders motorschade zou
kunnen ontstaan.
lAls versnelling niet teruggeschakeld
wordt hoewel de verzoekindikatie
voor het terugschakelen wordt
getoond, bestaat de kans dat het
Mazda Radar Cruise Control
(MRCC) systeem automatisch
geannuleerd wordt omdat anders de
motor zou kunnen afslaan.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-187
Rijstrookassistentí
Het systeem van de rijstrookassistent waarschuwt de bestuurder dat de kans bestaat dat de
auto van zijn rijstrook afwijkt en biedt assistentie bij de besturing om de bestuurder te
helpen binnen de rijstroken te blijven.
De vooruitrijcamera (FSC) bespeurt de witte strepen (gele strepen) van de rijstrook waarin
de auto zich op dat moment bevindt en als het systeem bepaalt dat de auto mogelijk van
zijn rijstrook afwijkt wordt de elektrische stuurbekrachtiging geactiveerd om de bestuurder
bij de besturing te assisteren. Het systeem waarschuwt de bestuurder ook door middel van
de activering van een rijstrookafwijkingwaarschuwingsgeluid, het trillen van het stuurwiel
en het tonen van een waarschuwing in de display.
Zie Vooruitrijcamera (FSC) op pagina 4-219.
De stuurwielbediening van de rijstrookassistent heeft“Laat”en“Vroeg”functies voor
instelling van het tijdstip van de besturingsassistentie.
Bij de“Laat”functie assisteert het systeem de bestuurder bij de besturing als de
mogelijkheid bestaat dat de auto van zijn rijstrook afwijkt.
Bij de“Vroeg”functie assisteert het systeem de bestuurder constant bij de besturing zodat
de auto in de buurt van het midden van de rijstrook blijft.
De“Laat”en“Vroeg”functies kunnen worden gewijzigd (tijdstip waarop
besturingsassistentie wordt verleend) door de instelling te wijzigen.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina 9-15.
“Laat” functie “Vroeg” functie
4-188
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
i-ACTIVSENSE
qGebruik van het systeem
Druk op de rijstrookassistentschakelaar.
De display van de rijstrookassistent
(standby status) wordt aangegeven in de
multi-informatiedisplay en het systeem
gaat over op standby.
OPMERKING
Wanneer de instelling voor
besturingsassistentie op niet-
bedrijfsklaar is ingesteld, wordt de
rijstrookassistentdisplay niet
aangegeven.
Rijd met het systeem op standby naar het
midden van de rijstrook. Wanneer aan alle
onderstaande voorwaarden is voldaan,
wordt de rijstrookassistentdisplay
aangegeven in de multi-informatiedisplay
en wordt het systeem bedrijfsklaar.
lWanneer de motor draait.
lDe rijsnelheid is ongeveer 60 km/h.
lWitte (gele) rijstrookstrepen worden
bespeurd.
lDe bestuurder bedient het stuurwiel.
lDe rijstrook is niet smal of breed.
De rijstrookassistent gaat in de volgende
gevallen over naar de standby toestand:
lHet systeem kan de witte (gele)
rijstrookstrepen niet bespeuren.
lDe rijsnelheid is minder dan ongeveer
60 km/h.
lHet ABS/TCS/DSC is in bedrijf.
lHet DSC is uitgeschakeld.
lDe auto maakt een scherpe bocht.
lDe auto maakt een bocht met een niet
aangepaste snelheid.
lDe bestuurder neemt zijn of haar
handen van het stuurwiel af (houdt het
stuurwiel niet vast).
lPlotseling accelereren/afremmen.
lRijden op bochtige wegen.
4-192
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
l(Wanneer het tijdstip van de
besturingsassistentie is ingesteld op
“Laat”)
lDe rijstrookassistent functioneert
niet totdat het systeem witte (gele)
rijstrookstrepen aan de linker of
rechterzijde bespeurt.
lWanneer het systeem een witte
(gele) rijstrookstreep enkel aan
één zijde bespeurt, zal het systeem
geen waarschuwingen activeren
voor de rijstrookstreep aan de
zijde die niet bespeurd wordt. De
waarschuwing is enkel voor de
rijstrookafwijking aan de zijde die
bespeurd wordt.
l(Wanneer het tijdstip van de
besturingsassistentie is ingesteld op
“Vroeg”)
lWanneer het tijdstip van de
besturingsassistentie is ingesteld
op“Vroeg”, functioneert de
rijstrookassistent niet totdat het
systeem links en rechts witte
(gele) rijstrookstrepen bespeurt.
Wanneer het systeem witte (gele)
rijstrookstrepen enkel aan de
linker of rechterzijde bespeurt,
functioneert het systeem enkel bij
een rijstrookafwijking aan de
zijde die bespeurd wordt.
lDe besturingsassistentie wordt
uitgevoerd zodat de auto om en
nabij het midden van de rijstrook
blijft rijden, echter, afhankelijk
van omstandigheden zoals
bochten in de weg, hellingsgraad,
golvingen en rijsnelheid, bestaat
de kans dat het systeem de auto
niet bij het midden van de
rijstrook kan houden.
OPMERKING
lAls de bestuurder zijn of haar handen
van het stuurwiel afneemt (het
stuurwiel niet vasthoudt), wordt het
waarschuwingsgeluid geactiveerd en
wordt een alarmmelding aangegeven
in de multi-informatiedisplay.
lHet tijdstip waarbij de waarschuwing
voor rijstrookafwijking wordt
geactiveerd en de
besturingsassistentie wordt
uitgevoerd varieert.
lDe volgende instellingen voor de
rijstrookassistent kunnen worden
gewijzigd. Zie
Gebruikersinstellingen op pagina
9-15.
lBesturingsassistentie in werking/
buiten werking
lUitschakelgevoeligheid
(waarschijnlijkheid van
besturingsassistentie)
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-193