Toets Functies Methode
Radio: opgeslagen radiostation oproepen (van
1 tot 6) CD/CD MP3: volgende nummer
selecterenToets indrukken
Radio: opgeslagen radiostation oproepen (van
6 tot 1) CD/CD MP3: vorig nummer selecterenToets indrukken
283
AUTORADIO
INLEIDING
De autoradio biedt de volgende functies:
Radio
❒PLL-tuner met FM/AM/MW golfbanden;
❒RDS (Radio Data System) met TA-functie
(verkeersinformatie) - TP
(verkeersprogramma's) - EON (Enhanced Other
Network) - REG (regionale programma's);
❒AF: zoeken naar alternatieve frequenties in
RDS;
❒voorbereiding voor noodberichten;
❒automatisch/handmatig afstellen op stations;
❒FM Multipath detector;
❒handmatige opslag van 30 stations: 18 op FM-
golfband (6 op FM1, 6 op FM2, 6 op FMT), 12
op MW-golfband (6 op MW1, 6 op MW2);
❒automatische programmering (Autostore-
functie) van 6 stations op betreffende FM-
golfband;
❒SPEED VOLUME functie (behalve uitvoeringen
met 360° HI-FI MUSIC-systeem): automatische
snelheidsafhankelijke volume-aanpassing;
❒automatische Stereo/Mono selectie.CD-speler
❒Directe keuze van de CD;
❒Keuze van nummer (vooruit/achteruit);
❒Nummers snel vooruit-/terugspoelen;
❒Functie CD-display: weergave van CD-naam en
verstreken tijd vanaf begin van het nummer;
❒Afspelen van audio CD, CD-R en CD-RW.
Multimedia CD's bevatten naast
audiotracks ook tracks met gegevens.
Het afspelen van dit type CD kan ruis
met een zodanig volume veroorzaken, dat niet
alleen de verkeersveiligheid in gevaar komt,
maar ook de eindversterker en de speakers
beschadigd kunnen raken.
MP3 CD-speler
❒Functie MP3-Info (ID3-TAG);
❒Keuze van map (vorige/volgende);
❒Keuze van nummer (vooruit/achteruit);
❒Nummers snel vooruit-/terugspoelen;
❒Functie MP3-Display: weergave van mapnaam,
ID3-TAG informatie, verstreken tijd vanaf het
begin van het nummer, bestandsnaam;
❒Afspelen van audio- of gegevens-CD, CD-R en
CD-RW.
284
AUTORADIO
Audiogedeelte
❒Mute/Pause functie:
❒Soft-Mute functie;
❒Loudness functie (behalve uitvoeringen met
360° HI-FI MUSIC-systeem);
❒grafische 7-bands equalizer (behalve
uitvoeringen met 360° HI-FI MUSIC-systeem);
❒Gescheiden regeling hoge/lage tonen;
❒Balansregeling linker/rechter kanalen.
Media Player (alleen met Blue&Me™)
Zie voor de functies van de Media Player het
Blue&Me™ supplement.
AUX (alleen met Blue&Me™)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten, waar
aanwezig)
❒Selectie AUX-bron;
❒AUX Offset functie: afstelling volume van
draagbaar apparaat op dat van een van de
andere bronnen;
❒Draagbare speler afspelen.FUNCTIES EN AFSTELLINGEN
INSCHAKELING AUTORADIO
De autoradio wordt ingeschakeld als er kort op de
toets/knop
(ON/OFF) wordt gedrukt.
Bij inschakeling van de autoradio, wordt het
volume beperkt tot de waarde 20 als eerder een
hogere waarde was ingesteld of tot de waarde 5 als
eerder de waarde 0 of Mute/Pause was ingesteld.
In alle andere gevallen wordt de eerder ingestelde
waarde behouden.
Wanneer de radio wordt ingeschakeld terwijl de
sleutel uit het contactslot is gehaald, dan schakelt
hij automatisch na circa 20 minuten uit. Nadat de
radio zichzelf automatisch heeft uitgeschakeld,
kan hij weer 20 minuten extra worden
ingeschakeld door op de
(ON/OFF) toets/knop
te drukken.
UITSCHAKELING AUTORADIO
Druk kortstondig op de
(ON/OFF) toets/knop.
285
AUTORADIO
RADIOFUNCTIES KIEZEN
Door kortstondig en herhaaldelijk op de FM AS
toets te drukken, kunnen achter elkaar de
volgende audiobronnen geselecteerd worden:
❒TUNER (“FM1”, “FM2”, “FMA”).
Door kortstondig en herhaaldelijk op de AM toets
te drukken, kunnen achter elkaar de volgende
audiobronnen geselecteerd worden:
❒TUNER ("MW1", "MW2").
CD-FUNCTIE KIEZEN
Door kortstondig op de MEDIA toets te drukken,
kan de CD-functie gekozen worden.
GEHEUGENFUNCTIE AUDIOBRON
Als een andere functie (bijv. de radio) wordt
gekozen, terwijl naar een CD wordt geluisterd, dan
wordt de weergave onderbroken en weer vanuit
hetzelfde punt hervat als naar de CD-bron wordt
teruggekeerd.
Als een andere functie wordt gekozen terwijl naar
de radio wordt geluisterd, dan wordt afgestemd op
het laatst gekozen station als weer naar de radio
wordt teruggekeerd.VOLUMEREGELING
Draai de
(ON/OFF) toets/knop om het volume
te regelen.
Als het volumeniveau wordt gewijzigd tijdens het
uitzenden van verkeersinformatie, dan blijft deze
nieuwe instelling slechts gehandhaafd tot het einde
van deze verkeersinformatie.
MUTE/PAUSE FUNCTIE
(reset van volume)
Druk opnieuw op de
toets om de Mute-functie
uit te schakelen. Het volume wordt geleidelijk
verhoogd tot het eerder ingestelde niveau.
Wanneer het volumeniveau wordt gewijzigd met de
hiervoor bestemde toetsen, dan wordt de Mute-
functie uitgeschakeld en het volume ingesteld op
het nieuwe gekozen niveau.
Bij geactiveerde Mute-functie, wordt deze
genegeerd wanneer verkeersinformatie
binnenkomt (als de TA-functie is geactiveerd) of
als een noodbericht wordt ontvangen. De functie
wordt weer ingeschakeld wanneer het bericht
beëindigd is.
286
AUTORADIO
GELUIDSINSTELLINGEN
De functies van het audiomenu zijn afhankelijk
van de geactiveerde bron: AM/FM/CD/Media
Player (alleen metBlue&Me™) /AUX (alleen met
Blue&Me™, voor bepaalde uitvoeringen/markten,
indien aanwezig).
Druk kortstondig op de
toets om de
audiofuncties te veranderen.
Na de eerste druk op de
toets, toont het display
de waarde van het bass-niveau voor de op dat
moment ingeschakelde bron (bijv. bij gebruik van
FM, toont het display het opschrift "FM Bass
+2").
Gebruik de
oftoets om door de menufuncties
te lopen. Gebruik voor het wijzigen van de
instelling van de gekozen functie de
oftoets.
De huidige status van de gekozen functie
verschijnt op het display.
De functies waarin het menu voorziet zijn:
❒BASS (regeling van lage tonen);
❒TREBLE (regeling hoge tonen);
❒BALANCE (regeling balans rechts/links);
❒FADER (regeling balans voor/achter);
❒LOUDNESS (behalve uitvoeringen met 360°
HI-FI MUSIC-systeem)
(inschakelen/uitschakelen functie LOUDNESS);
❒EQUALIZER (behalve uitvoeringen met 360°
HI-FI MUSIC-systeem) (inschakelen en selectie
fabrieksinstelling equalizer);❒USER EQUALISER (behalve uitvoeringen met
360° HI-FI MUSIC-systeem) (gepersonaliseerde
equaliser-instellingen).
TOONREGELING (lage/hoge tonen)
Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
oftoets om “Bass” of “Treble”
in het AUDIO-menu in te stellen;
❒druk op de
oftoets om de lage of hoge
tonen te verhogen/verlagen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen
de niveaus in stappen veranderen. Door ze langer
ingedrukt te houden, zullen de niveaus sneller
veranderen.
BALANSREGELING
Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
oftoets om de "Balance" in het
AUDIO-menu in te stellen;
❒druk op de
toets om het volume van de
rechter speakers te verhogen of op de
toets om
het volume van de linker speakers te verhogen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen
de niveaus in stappen veranderen. Door ze langer
ingedrukt te houden, zullen de niveaus sneller
veranderen.
Kies de waarde "
0" om de audio-uitgangen
rechts en links op dezelfde waarde in te stellen.
287
AUTORADIO
FADERREGELING
Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
oftoets om de "Fader" in het
AUDIO-menu in te stellen;
❒druk op de
toets om het volume van de
achterste speakers te verhogen of op de
toets
om het volume van de voorste speakers te
verhogen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen
de niveaus in stappen veranderen. Door ze langer
ingedrukt te houden, zullen de niveaus sneller
veranderen.
Kies de waarde "
0" om de audio-uitgangen
achter en voor op dezelfde waarde in te stellen.
LOUDNESSFUNCTIE
(behalve uitvoeringen met 360° HI-FI MUSIC-
systeem)
De loudnessfunctie verbetert het geluidsvolume
wanneer naar een laag volume wordt geluisterd,
door de bassen en de hoge tonen te versterken.
Kies voor het inschakelen/uitschakelen van de
functie, de instelling Loudness in het AUDIO-
menu m.b.v. de
oftoets.
De toestand van de functie (in- of uitgeschakeld)
wordt enige seconden op de display getoond door
het opschrift “Loudness On” of "Loudness Off”.EQ-FUNCTIE
(equaliser inschakelen/uitschakelen)
(behalve uitvoeringen met 360° HI-FI MUSIC-
systeem)
De ingebouwde equaliser kan in- of uitgeschakeld
worden. Wanneer de equaliserfunctie is
uitgeschakeld, kunnen uitsluitend de audio-
instellingen “Bass” (lage tonen) en “Treble” (hoge
tonen) geregeld worden, terwijl als de functie is
ingeschakeld tevens de geluidscurven geregeld
kunnen worden. Kies voor het uitschakelen van de
equaliser, de "EQ OFF" functie met de
of
toets.
Gebruik voor het inschakelen van de equaliser de
oftoets om een van de instellingen te kiezen:
❒"FM/AM/CD...EQ User" (instelling van 7
equaliserbanden die door de gebruiker
veranderd kunnen worden);
❒"Classic" (vooraf ingestelde equaliserinstelling
voor optimaal geluid van klassieke muziek);
❒"Rock" (vooraf ingestelde equaliserinstelling
voor optimaal geluid van rock- en popmuziek);
❒"Jazz" (vooraf ingestelde equaliserinstelling voor
optimaal geluid van jazzmuziek);
Wanneer een van de equaliserinstellingen
ingeschakeld is, licht het opschrift “EQ” op.
288
AUTORADIO
FUNCTIE USER EQ SETTINGS
(equaliserinstellingen alleen als de USER-
instelling gekozen is)
(behalve uitvoering met 360° HI-FI MUSIC-
systeem)
Selecteer voor een persoonlijke equaliserinstelling
met de
oftoets "User" en druk op de MENU-
toets.
Op het display verschijnt een grafiek met 7
staafjes, waarbij elk staafje een frequentie
voorstelt.
Kies het te veranderen staafje met de
oftoets;
het gekozen staafje begint te knipperen en kan
geregeld worden met de
oftoets.
Druk opnieuw op de
toets om de instelling op te
slaan.
Op het display wordt de op dat moment
ingeschakelde bron weergegeven, gevolgd door de
tekst "User". Als bijvoorbeeld “FM” wordt
gebruikt, wordt op het display de tekst "FM EQ
User" weergegeven.MENU
Functies menutoetsen
Druk kortstondig op de MENU-toets voor het
inschakelen van de MENU-functie. Het display
toont het eerste instelbare menu-item (AF) ("AF
Switching On" op het display).
Gebruik de
oftoets om door de menufuncties
te lopen. Gebruik voor het wijzigen van de
instelling van de gekozen functie de
oftoets.
De huidige status van de gekozen functie
verschijnt op het display.
De functies waarin het menu voorziet zijn:
❒AF SWITCHING (ON/OFF);
❒TRAFFIC INFORMATION (ON/OFF);
❒REGIONAL MODE regionale programma's
(ON/OFF);
❒MP3 DISPLAY (CD MP3 display-instellingen);
❒SPEED VOLUME (automatische
snelheidsafhankelijke volume-aanpassing)
(behalve uitvoeringen met 360° HI-FI MUSIC-
systeem);
❒RADIO ON VOLUME (in/-uitschakeling limiet
radiovolume);
❒SPEECH VOLUME (behalve uitvoeringen met
360° HI-FI MUSIC-systeem) (instelling
telefoonvolume) (voor bepaalde
versies/markten).
289
AUTORADIO
❒AUX OFFSET (afstelling volume van draagbaar
apparaat op dat van een van de andere
bronnen)(voor bepaalde versies/markten);
❒RADIO OFF (uitschakelwijze);
❒SYSTEM RESET
Druk opnieuw op de MENU-toets om de
Menufunctie uit te schakelen.
BELANGRIJK De instellingen AF SWITCHING,
TRAFFIC INFORMATION en REGIONAL MODE
zijn alleen bij FM mogelijk.
AF SWITCHING functie
(zoeken alternatieve frequenties)
De autoradio kan op twee verschillende manieren
werken in het RDS-systeem:
❒"AF Switching On": zoeken naar alternatieve
frequenties ingeschakeld (de letters "AF"
verschijnen op het display);
❒"AF Switching Off": zoeken naar alternatieve
frequenties niet ingeschakeld.
Ga als volgt te werk om de functie in- en uit te
schakelen:
❒druk op de MENU-toets en kies “AF Switching
On”;
❒druk op de
oftoets om de functie in/uit te
schakelen.Bij ingeschakelde functie, stemt de radio
automatisch af op het station met het sterkste
signaal dat hetzelfde programma uitzendt. Tijdens
het rijden kan men naar hetzelfde station blijven
luisteren zonder dat op een andere frequentie
afgestemd hoeft te worden als men in een ander
gebied komt.
Vanzelfsprekend moet het beluisterde station
ontvangen kunnen worden in het gebied waardoor
men rijdt.
Als de AF-functie is ingeschakeld, verschijnt op
het display het opschrift "AF".
Als de AF-functie is ingeschakeld en de radio kan
het afgestemde station niet meer ontvangen, dan
activeert de radio het automatische zoeken en
verschijnt het bericht "FM Search" op het display
(alleen bij autoradio's van hoog niveau).
Als de AF-functie is uitgeschakeld, blijven de
resterende RDS-functies, zoals de weergave van de
naam van het station, altijd actief.
De AF-functie kan alleen op FM-golfbanden
geactiveerd worden.
290
AUTORADIO