126KENNISMAKING MET DE AUTO
STORINGSMELDINGEN
Elke storing van de elektris che stuurbekrachtiging
wordt aangegeven door het aangaan van het lampje g
op het ins trumentenpaneel en het ver schijnen van
een bericht op het herconfigureerbare multifunctionele
dis play . In geval van een storing van de elektris che
s tuurbekrachtiging blijft de mechani sch sturing van
de auto wel beschikbaar.
BELANGRIJK Onder bepaalde om standigheden kan
het branden van het lampje gop het ins trumentenpaneel
te wijten zijn aan andere factoren dan de elektri sche stuur-
bekrachtiging. Breng in dat geval de auto tot s tilstand, zet
de motor af en wacht ongeveer 20 seconden alvorens
de motor opnieuw te s tarten. Als het lampje g blijft bran-
den, samen met verschijnen van het bericht op het her-
configureerbare multifunctionele di splay , neem dan zo
s poedig mogelijk contact op met Lancia Servicenetwerk.
Het is ten strengste verboden om after-mar-
ket-werkzaamheden uit te voeren waarbij
wijzigingen aan de stuurinrichting of
de stuurkolom betrokken zijn (bijv.: installatie van
een diefstalbeveiliging). Zulke werkzaamheden kun-
nen de prestaties van het systeem, de garantie en
de veiligheid in gevaar brengen waardoor het voer-
tuig niet meer aan de typegoedkeuring voldoet.
Bij sommige versie is de SPORT-functie, als
de CITY-functie is ingeschakeld, niet be-
schikbaar. Om de SPORT-functie in te schakelen,
de CITY-functie uitschakelen en andersom, want ze
kunnen niet gecombineerd worden.
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 126
128KENNISMAKING MET DE AUTO
Het TPMS kan plotseling spanningsverlies
niet aangegeven (bijvoorbeeld bij een klap-
band). Breng de auto in dit geval tot stilstand,
rem voorzichtig en vermijd bruuske stuurbewegin-
gen.
Wanneer de normale banden vervangen wor-
den door winterbanden en andersom, moet
het TPMS gecontroleerd worden, dit mag uit-
sluitend uitgevoerd worden door het Lancia Servi-
cenetwerk.
Het TPMS vereist het gebruik van speciale
apparatuur. Neem contact op met het Lan-
cia Servicenetwerk om te weten te komen
welk accessoires gecombineerd kunnen worden met
het systeem (wielen, wielnaafdoppen, enz.). het ge-
bruik van andere accessoires kan van invloed zijn
op de normale werking van het systeem.
Bandenspanning kan variëren afhankelijk
van de buitentemperatuur. het TPMS-sys-
teem kan tijdelijk onvoldoende spanning aan-
geven. Controleer in dat geval de bandenspanning
bij koude banden en herstel, indien nodig, de span-
ningswaarde.
De bij de auto geleverde bandenreparatiekit
(Fix&Go Automatic) is compatibel met
de TPMS-sensoren; het gebruik van afdicht-
middelen die niet gelijkwaardig zijn aan het middel
uit de oorspronkelijke kit kunnen de werking nega-
tief beïnvloeden. Als andere dan de oorspronkelijke
afdichtmiddelen worden gebruikt, wordt geadviseerd
de TPMS-sensoren te laten controleren door een ge-
kwalificeerd reparatiecentrum.
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 128
KENNISMAKING MET DE AUTO129
1Als het voertuig is uitgerust met het TPMS,
wordt geadviseerd, wanneer een band ver-
vangen wordt, de rubber pakking van het ven-
tiel te vervangen. Neem contact op met het Lancia
Servicenetwerk.
Als het voertuig is uitgerust met TPMS ver-
eisen montage-/demontagewerkzaamheden
aan banden en/of velgen specifieke voor-
zorgsmaatregelen. Om beschadiging of verkeerde
montage van de sensoren te voorkomen, dienen mon-
tage-/demontagewerkzaamheden uitsluitend uitge-
voerd te worden door specialisten. Neem contact op
met het Lancia Servicenetwerk.
Buitengewoon sterke radiofrequentie-inter-
ferentie kan ertoe leiden dat het TPMS niet
goed werkt. Dit wordt aangegeven aan de be-
stuurder door het aangaan van het lampje
nof van
het symbool op het display samen met het verschij-
nen van een speciaal bericht. het bericht verdwijnt
automatisch zodra de storing is verdwenen.
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 129
130KENNISMAKING MET DE AUTO
Neem contact op met het LanciaServicenetwerk.
Repareer het bes chadigde wiel
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk.
–
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk.
––
NEE
NEE JA
JA
JAJA
JA
JA
NEE
NEE
NEE
(*) Als alternatief aangegeven in het In structieboek en verkrijgbaar bij Lineacce ssori Lancia.
(**) Niet krui selings (banden moeten aan dezelfde kant gemonteerd blijven).
Zie, voor een juis t gebruik van het systeem, onders taande tabel wanneer de wielen/banden moeten worden vervangen:
WerkingS ensorSig naal Onderhoudswerkzaamheden
storing Geautoriseerd Lancia
personeel
–
Een wiel vervangen door
het reservewiel
De banden vervangen
door winterbanden
De banden vervangen
door winterbanden
De wielen vervangen door
andere met een andere afmeting (*)
Wielen verwisselen
(voor/achter) (**)
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 130
146KENNISMAKING MET DE AUTO
GELUIDSSIGNAAL
De informatie over de aanwezigheid en afstand van een ob-
s takel ten opzichte van de auto wordt gegeven door mid-
del van geluid ssignalen uit 2 zoemer s die in het interieur
zijn gemonteerd:
❍ de zoemer voorin waar schuwt voor de aanwezigheid van
obs takels vóór het voertuig en de zoemer achterin voor
de aanwezigheid van ob stakels achter het voertuig. Dit
informeert de be stuurder over de plaat s (voor/achter)
van de ob stakels .
De werking i s automatis ch zodra de achteruitver snelling
wordt inge schakeld.
Het geluidssignaal:
❍ neemt toe naarmate de afs tand tussen de auto en
het obs takel afneemt;
❍ wordt ononderbroken wanneer de af stand tussen
de auto en het obs takel minder dan 30 cm bedraagt en
s topt onmiddellijk al s de afs tand toeneemt;
❍ blijft cons tant als de afstand ongewijzigd blijft; als de-
ze situatie de zijs ensoren betreft, zal de zoemer na on-
geveer 3 s econden stoppen om bijvoorbeeld signalen
te voorkomen tijden s manoeuvres langs mur
en.
Voor een correcte werking van het systeem
mogen de sensoren nooit bevuild zijn met
modder, vuil, sneeuw of ijs. Zorg ervoor dat
ze tijdens het reinigen niet gekrast of beschadigd
worden. Vermijd het gebruik van droge, ruwe of har-
de doeken. de sensoren moeten met schoon water
worden gewassen, waaraan eventueel autoshampoo
is toegevoegd. Wanneer speciale reinigingsappara-
ten worden gebruikt, zoals stoomreinigers of ho-
gedrukreinigers, reinig dan de sensoren zeer snel en
houd de straal op minstens 10 cm afstand.
Voor het overspuiten van de bumpers of even-
tueel bijwerken van de laklaag in de zone van
de sensoren, dient men zich uitsluitend tot
het Lancia Servicenetwerk te richten. Als de lak on-
juist is aangebracht kan dit de werking van de par-
keersensoren negatief beïnvloeden.
WERKINGSGEBIED VAN de SENSOREN
Dankzij de sens oren kan het systeem de voorkant (ver-
s ie met 8 s ensoren) en de achterkant van het voertuig con-
troleren.
Hun plaats dekt het midden en de zijkanten van de voor-
en achterkant van de auto. Als een obstakel zich in het mid-
dels te gebied bevindt, wordt dit gedetecteerd wanneer de af-
s tand ongeveer 0,9 m (voor) en 1,30 m (achter) bedraagt.
Als het obs takel zich aan de zijkant bevindt, wordt het ge-
detecteerd op een afs tand van minder dan 0,6 m.
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 146
KENNISMAKING MET DE AUTO147
1
WERKING MET AANHANGER
De werking van de sens oren wordt automatis ch uitge-
s chakeld zodra de elektri sche stekker van de aanhanger
in het s topcontact van de trekhaak van de auto wordt ge-
s token. de s ensoren worden automati sch inges chakeld zod-
ra de stekker van de aanhangerkabel verwijderd wordt.
BELANGRIJK Als de trekhaak gemonteerd moet blijven,
ook als er geen aanhanger is , wordt geadviseerd zich tot
het Lancia Servicenetwerk te wenden om het systeem te
laten bijwerken, aangezien de trekhaak door de middel-
s te sens oren als een obs takel gedetecteerd kan worden.
S TORINGS MELDINGEN
Ofwel symbool
S(als het Magic Parkingsysteem geïn-
s talleerd is ), of symbool
t(als Magic Parking niet aan-
wezig is ) gaat op het di splay branden in combinatie met
een bericht of het waars chuwingslampje
èop het ins
-
trumentenpaneel als er storingen in de parkeer sens oren
gedetecteerd worden terwijl de achteruitvers nelling wordt
inges chakeld.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Let tijdens parkeermanoeuvre s in bijzondere mate op ob-
s takels die zich boven of onder de sens oren kunnen be-
vinden. Onder bepaalde oms
tandigheden kunnen voorwerpen voor
of achter de auto niet gedetecteerd worden en kunnen zo
s chade aan de auto veroorzaken of zelf bes chadigd raken.
De volgende om standigheden kunnen de werking van
het parkeerhulpsysteem beïnvloeden:
❍ Verminderde gevoeligheid van de sens or en afname van
de pres taties van het parkeerhulp systeem kunnen te
wijten zijn aan de aanwezigheid op het oppervlak van
de sens or van: ijs , sneeuw, modder, dikke laklaag.
❍ De sens oren detecteren een niet-bes taand voorwerp
(echogeluid) wegen s mechanis che interferentie, bij-
voorbeeld tijden s het wass en van het voertuig, in ge-
val van r
egen ( sterke wind), hagel.
❍ De door de s ensoren verzonden aanwijzingen kunnen
ook gewijzigd worden door de aanwezigheid van ul-
tras oon systemen (bijv. pneumati sche remsystemen
of pneumatis che hamers) in de buurt van de auto.
❍ De pres taties van het parkeerhulp systeem kunnen ook
beïnvloed worden door de po sitie van de s ensoren. Als
bijvoorbeeld de geometrie gewijzigd wordt (door slij-
tage van de s chokdempers , wielophanging) of de ban-
den verwisseld worden, de auto te zwaar beladen i s, of
s peciale afs tellingen worden uitgevoerd die het voer-
tuig lager zetten.
❍ De detectie van obs takels in het bovens te deel van
het voertuig kan niet gegarandeerd worden aangezien
het systeem ontworpen is om obstakels te detecteren
die het onders te deel van het voertuig kunnen raken.
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 147
148KENNISMAKING MET DE AUTO
INBOUWVOORBEREIDING VOOR
AUTORADIO
(voor bepaalde versies/markten)
Als er op het moment van aan schaf geen autoradio i s be-
s teld, is het voertuig voorzien van een vak in het da sh-
board fig. 85.
De inbouwvoorbereiding voor een autoradio be staat uit:
❍ voeding skabels autoradio, speakers voor en achter en
een antenne;
❍ behuizing voor autoradio;
❍ antenne op dak.
fig. 85L0E0286m
De autoradio moet in het hiervoor be stemde vak A-fig. 85,
gemonteerd worden; toegang tot dit vak wordt verkre-
gen door te drukken op de twee borglipjes B in het vak
zelf; de voedings kabels kunnen hier gevonden worden.
Neem voor aansluiting op de inbouwvoorbe-
reiding contact op met het Lancia Service-
netwerk om elk probleem te voorkomen dat
de veiligheid van de auto in gevaar brengt.
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 148
KENNISMAKING MET DE AUTO149
1
MONTAGE VAN ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE SYSTEMEN
Elektrische/elektroni sche systemen die na aan schaf van
de auto door de afters ales-service worden gemonteerd,
moeten van het volgende merkteken zijn voorzien:
Fiat Group Automobiles S . p. A. autori seert de montage
van zend-/ontvangs tapparatuur op voorwaarde dat deze
door een ges pecialiseerd bedrijf op vakkundige wijze en
overeenkom stig de aanwijzingen van de fabrikant wordt
uitgevoerd.
BELANGRIJK In geval van montage van systemen waar-
bij de kenmerken van het voertuig worden gewijzigd, kan
het kentekenbewij s door de bevoegde ins tanties ingeno-
men worden. Dit kan ook de ongeldigheid van de garan-
tie met zich meebrengen voor storingen veroorzaakt door
de wijziging of die direct of indirect hierop terug te voe-
ren zijn. Fiat Group Automobile s S . p. A. wijs t elke aan-
s prakelijkheid af voor schade die het gevolg i s van mon-
tage van acce ssoires die niet door Fiat Group Automobi-
les S . p. A. zijn geleverd of aanbevolen en die niet conform
de vers chafte aanwijzingen zijn gemonteerd.
OPTIONELE ACCESSORIES
Als men na aans chaf van het voertuig acce ssoires wil mon-
teren die cons tante elektrische voeding nodig hebben (ra-
dio, diefs talalarm, satellietbewaking via GPS enz.) of veel
s troom verbruiken, dient men contact op te nemen met
het ges pecialis eerde pers oneel van het Lancia Servicenet-
werk. Zij kunnen de mee st ges chikte apparatuur uit het a s-
s ortiment Lineaccessori Lancia aanbevelen, het totale
stroomverbruik beoordelen en controleren of de elektri-
s che ins tallatie hierop berekend i s en of het noodzakelijk
i s een accu met een grotere capaciteit te monteren.
Let op bij het monteren van aanvullende
spoilers, lichtmetalen velgen of niet origine-
le wieldeksels: daardoor kan de ventilatie
van de remmen namelijk beperkt worden, wat in-
vloed heeft op de efficiëntie van de remmen bij
noodsituaties waarin geremd moet worden, in om-
standigheden die herhaaldelijk remmen nodig ma-
ken en tijdens lange afdalingen. Let erop dat de slag
van de pedalen nergens door wordt belemmerd
(matten, enz.).
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 149