62KENNISMAKING MET DE AUTO
INSCHAKELING VAN de KLIMAATREGELING
Het systeem kan inges chakeld worden door op een wille-
keurige knop te drukken; het wordt echter aanbevolen
de gewens te temperaturen in te s tellen op het display en
vervolgens de knop AUTO in te drukken.
De klimaatregeling biedt de mogelijkheid om ver schillen-
de temperaturen in te s tellen (bestuurders- en passa-
giers zijde) met een maximaal ver schil van 7 ℃
.
De compressor van de klimaatregeling werkt alleen wan-
neer de motor draait en de buitentemperatuur meer dan
4 ℃bedraagt.
Het wordt afgeraden de interne luchtcircu-
latie in te schakelen bij lage buitentempera-
turen, aangezien de ruiten sneller kunnen be-
slaan.
We r k i n g automatische klimaatre geling
(AUTO-functie) A-fig. 31
Druk op de AUTO-knop; het systeem regelt automatisch
het volgende:
❍ de hoeveelheid lucht die in het interieur wordt gevoerd;
❍ de verdeling van de lucht in het interieur;
alle vorige handmatige in stellingen worden gewi st.
Tijden s de automatis che werking van de klimaatregeling,
vers chijnt het ops chrift FULL AUTO op het di splay .
Tijdens de automatis che werking blijft het mogelijk om
de inges telde temperaturen te veranderen en een De vol-
gende functies handmatig uit te voeren:
❍ ventilators nelheid regelen;
❍ luchtverdeling selecteren;
❍ interne luchtrecirculatie en AQ S-functie in-/uit scha-
kelen (voor ver sies /markten waar voorzien);
❍ compressor van de klimaatregeling in schakelen.
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:27 Pagina 62
KENNISMAKING MET DE AUTO67
1
In-/uitschakeling van de compressor
van de klimaatregeling fig. 31
Druk op de knop
❄om de compressor van de klimaatre-
geling in te s chakelen.
Inschakeling compressor
❍ de LED op knop
❄gaat branden;
❍ symbool
❄vers chijnt op het dis play.
Compressor uit
❍ de LED op knop
❄is uit;
❍ symbool
❄verdwijnt van het di splay .
❍ interne luchtcirculatie is uitgeschakeld;
❍ de AQS -functie is uitgeschakeld (voor vers ies/mark-
ten waar voorzien).
Als de compressor van de klimaatregeling uitge schakeld
i s , kan er geen lucht in het interieur worden gevoerd met
een lagere temperatuur dan de buitenlucht; in dat geval
knippert het symbool
❄op het dis play.
De uit schakeling van de aircocompre ssor blijft in het ge-
heugen opges lagen, ook na het afzetten van de motor.
Druk, om de compressor van de klimaatregeling weer
in te s chakelen, nogmaal s op knop
❄of AUTO: als op
AUTO wordt gedrukt, worden de overige handmatige in-
s tellingen gewis t.
BUITENVERLICHTING
Met de linkerhendel fig 32 worden de mee ste buitenlich-
ten bediend. de buitenverlichting werkt uit sluitend als
de contacts leutel in de s tand MAR staat. Bij inschakeling
van de buitenverlichting, worden het ins trumentenpaneel
en verschillende bedieningselementen op het dashboard
verlicht.
DAGVERLIC HTING (DRL)
(voor bepaalde ver sies /markten)
Met de contacts leutel op MAR gedraaid en de draai scha-
kelaar in s tand Ogedraaid, gaat de dagverlichting auto-
matis ch aan; de andere lichten en de binnenverlichting blij-
ven uit.. het automatis ch inschakelen van de dagverlichting
kan via het displaymenu in-/uitgeschakeld worden (zie
de paragraaf “Dis play” in dit hoofds tuk). Als de dagver-
lichting wordt uitges chakeld, gaat er bij de draais chakelaar
in stand Ogedraaid, geen enkel licht branden.
fig. 32L0E0019m
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:27 Pagina 67
78KENNISMAKING MET DE AUTO
Wanneer deze functie is inges chakeld (zie “ SPORT-func-
tie”), vers chijnt het woord S PORT op het display. Druk
nogmaals op de knop om de functie uit te schakelen en
de normale rij-ins telling te herstellen.
fig. 41L0E0028m
ALARMKNIPPERLI CHTEN fig. 41
Druk op knop A om de alarmknipperlichten in te scha-
kelen, ongeacht de stand van de s leutel in het contact-
s lot. Wanneer deze lichten branden, gaan de lampje s
Îen ¥branden op het in strumentenpaneel. Om de lichten
uit te s chakelen, nogmaal s op knop A drukken.
Het gebruik van de alarmknipperlichten wordt geregeld
door de wegenverkeer swetgeving van het land waar u rijdt:
neem de wettelijke voor schriften in acht.
Noodremmen
Tijdens het remmen in een noodgeval gaan de alarm-
knipperlichten automatis ch branden en tegelijkertijd gaan
de lampjes
Îen¥op het paneel branden. Deze functie
wordt automatis ch uitgeschakeld wanneer de remwerking
weer normaal is . Deze functie voldoet aan de geldende
wettelijke voors chriften.
Bij sommige versie is de SPORT-functie, als
de CITY-functie is ingeschakeld, niet be-
schikbaar. Om de SPORT-functie in te schakelen,
de CITY-functie uitschakelen en andersom, want ze
kunnen niet gecombineerd worden.
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:27 Pagina 78
96KENNISMAKING MET DE AUTO
BAGAGERUIMTE
OPENEN
Wanneer de bagageruimte ontgrendeld is kan hij van
buitenaf geopend worden met behulp van
de handgreep fig. 60.
Als de portieren ontgrendeld zijn kan de achterklep op elk
moment worden geopend.
De sleutel met afs tandsbediening moet gebruikt worden
om de achterklep te openen.
fig. 60L0E0046m
Als de bagageruimte niet goed i s ges loten, dan wordt dit
aangegeven door het aangaan van het lampje
´op het in-
s trumentenpaneel of het ver schijnen van het symbool
R
op het display s amen met een s peciaal bericht (zie para-
graaf “Lampjes op het instrumentenpaneel” in dit hoofd-
s tuk).
Als de achterklep geopend wordt gaat de verlichting in
de bagageruimte branden: deze gaat automati sch uit als
de achterklep ges loten wordt.
De verlichting blijft ongeveer 15 minuten branden nadat
de sleutel op S TOP is gedraaid: al s er gedurende die tijd
een portier of de achterklep geopend wordt, wordt de ver-
lichting weer voor 15 minuten inge schakeld.
Achterklep openen met de sleutel met
afstandsbediening
Om het s lot van de achterklep te ontgrendelen op R
drukken. het openen van de achterklep wordt aangegeven
door het twee keer knipperen van de richtingaanwijzer s;
het sluiten van de achterklep wordt aangegeven door
het één keer knipperen (alleen al s het alarm is ingescha-
keld, indien aanwezig).
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:27 Pagina 96
KENNISMAKING MET DE AUTO113
1
SYSTEEMSTORING
In het geval van een storing, informeert het systeem
de bestuurder hierover via bericht 3-fig. 74 op
het display en een geluidssignaal.
BELANGRIJK
De Driving Advis or werkt niet als er een s toring is in de vol-
gende veiligheidssystemen: ABS , ESP, ASR, DS T en TTC.
De Driving Advisor is geen automatisch rij-
systeem en vervangt de bestuurder niet bij
het onder controle houden van het traject van
het voertuig. de bestuurder is persoonlijk verant-
woordelijk voor het handhaven van een geschikt ni-
veau van aandacht voor het verkeer en wegomstan-
digheden en voor het veilig onder controle houden
van het traject van het voertuig.
Auto (automatische bedienin g)
Het systeem kan automati sch worden uitge schakeld (al s
de werking van het systeem gewenst is, moet het weer in-
ges chakeld worden). de be stuurder wordt in de volgende
gevallen geïnformeerd dat het systeem automatisch is uit-
ges chakeld door drie achtereenvolgende geluid ssignalen
en bericht 1-fig. 74:
❍ de handen van de be stuurder liggen niet op het stuur-
wiel (indicatie 2-fig. 74 vers chijnt op het instrumen-
tenpaneel en er klinkt een geluidssignaal tot de be-
s tuurder zijn handen weer op het s tuurwiel legt. Dit
wordt bes chouwd als een gevaarlijke s ituatie en het sys-
teem wordt automati sch uitges chakeld);
❍ in werking treden van de veiligheidssystemen van
het voertuig (AB S, ES P, ASR, DS T en TTC);
❍ de bes tuurder schakelt de sportins telling in door het in-
drukken van de knop SPORT (voor bepaalde ver sies /
markten).
BELANGRIJK het systeem kan niet inge schakeld wor
den
als de bes tuurder eerder de sportmodus heeft geselecteerd.
de bes tuurder wordt op de hoogte gebracht van het feit dat
het systeem niet gebruikt kan worden door drie achter-
eenvolgende piepjes en bericht 1-fig. 74 op het di splay .
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:27 Pagina 113
116KENNISMAKING MET DE AUTO
–
Driving Advis or in-
ges chakeld
–
–
Driving Advis or
inges chakeld
Driving Advis or
uitges chakeld
Driving Advis or
uitges chakeld
Houd uw handen op het stuurwiel
Driving Advis or niet
bes chikbaar zie
handleiding
Driving Advis or
uitges chakeldSysteem niet actief
Het systeem is ingeschakeld
en is niet actief
Het systeem zoekt naar
de bedrijfs omstandigheden
Het systeem is actief en
de bedrijfs omstandigheden
werden herkend
Het systeem is ingeschakeld
en is onmiddellijk actief
Het systeem is handmatig
uitges chakeld
Het systeem is automatisch
uitges chakeld
Het systeem waar schuwt
de bes tuurder om zijn
handen op het stuurwiel
te leggen
Het systeem is defect: ga
naar een Lancia Servicepunt
Het systeem is niet
geactiveerd vanwege De ins chakeling van
De sportieve rijmodu s
TABEL SAMENVATTING VAN SIGNALEN TIJDENS HET GEBRUIK VAN DE DRIVING ADVI SOR
–
–
–
–
–
–
3 waars chuwings
Enkele herhaalde waars chuwing
Enkele
waars chuwing
3 waars chuwings–
eAan knipperend
eAan knipperend
–
–
–
–
eContinu aan
eContinu aan
–
Status led Bericht op het Status symbool Sig naal Betekenis op de knop display (fig. 73 en 74) op display geluid
Uit
Aan knipperend
Aan knipperend
Aan continu
On continu
Uit
Uit
Aan continu
Uit
Uit
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:27 Pagina 116
KENNISMAKING MET DE AUTO129
1Als het voertuig is uitgerust met het TPMS,
wordt geadviseerd, wanneer een band ver-
vangen wordt, de rubber pakking van het ven-
tiel te vervangen. Neem contact op met het Lancia
Servicenetwerk.
Als het voertuig is uitgerust met TPMS ver-
eisen montage-/demontagewerkzaamheden
aan banden en/of velgen specifieke voor-
zorgsmaatregelen. Om beschadiging of verkeerde
montage van de sensoren te voorkomen, dienen mon-
tage-/demontagewerkzaamheden uitsluitend uitge-
voerd te worden door specialisten. Neem contact op
met het Lancia Servicenetwerk.
Buitengewoon sterke radiofrequentie-inter-
ferentie kan ertoe leiden dat het TPMS niet
goed werkt. Dit wordt aangegeven aan de be-
stuurder door het aangaan van het lampje
nof van
het symbool op het display samen met het verschij-
nen van een speciaal bericht. het bericht verdwijnt
automatisch zodra de storing is verdwenen.
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 129
VEILIGHEID157
2
BELANGRIJK Als de achterbankleuning weer in de rij-
stand is gezet, de veiligheidsgordels zodanig plaatsen dat
ze klaar zijn voor gebruik.
BELANGRIJK Als bij verplaatsing van de achterbank
de middelste gordel tijdelijk vergrendelt, herstel dan
de normale omstandigheden door de achterbank naar
de achterzijde van de auto te verplaatsen.
fig. 2L0E0062m
SBR-SYSTEEM
Het voertuig is voorzien van het SBR-systeem (Seat Belt Re-
minder) dat de bestuurder en de passagier voorin als volgt
waarschuwt als hun veiligheidsgordel niet is omgelegd:
❍waarschuwingslampje
ste 6 seconden;
❍ waarschuwingslampje
seconden.
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk om
het SBR-systeem permanent te laten uitschakelen.
Het SBR-systeem kan te allen tijde via het Setup menu
van het display opnieuw worden ingeschakeld (zie hoofd-
stuk “1").
155-182 Delta NL 1ed 26/09/13 11.03 Pagina 157