Algemene informatieSentry Key® werkt op een draaggolffrequentie
van 433,92 MHz. De Sentry Key® startonder-
breker wordt gebruikt in de volgende Europese
landen waarvoor richtlijn 1999/5/EG geldt: Bel-
gië, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk,
Griekenland, Groot-Brittannië, Hongarije, Ier-
land, Italië, Kroatië, Luxemburg, Nederland,
Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roe-
menië, Rusland, Spanje, Tsjechië, Zweden en
Zwitserland.
De werking moet voldoen aan de volgende
voorwaarden:
De apparatuur mag geen schadelijke interfe-
rentie veroorzaken.
De apparatuur moet eventuele ontvangen
interferentie tolereren, ook interferentie die
mogelijk een ongewenste werking
veroorzaakt.
PREMIUM ALARMSYSTEEM —
INDIEN AANWEZIGHet premium alarmsysteem bewaakt de portie-
ren, de motorkapvergrendeling en de achter-
klep tegen onbevoegde toegang en de contact-
schakelaar op onbevoegde bediening. Het
systeem maakt tevens gebruik van een inbraak-
sensor met dubbele functie en een voertuigkan-
telsensor. De inbraaksensor bewaakt tegen be-
weging in het interieur van de auto. De
voertuigkantelsensor bewaakt de auto tegen
kantelbewegingen (wegslepen, wielen verwij-
deren, veerbootvervoer, enz.). Een sirene met
noodstroomvoorziening, die onderbrekingen
van de voeding en communicatie detecteert, is
tevens inbegrepen.
Als een perimeter wordt overschreden, wordt
het beveiligingssysteem geactiveerd, waarna
de sirene 29 seconden klinkt en de buitenver-
lichting gaat knipperen, gevolgd door vijf secon-
den waarin er geen activiteit is. Indien het alarm
niet wordt uitgeschakeld, gaat dit 8 cycli zo
door.
Alarm inschakelenVolg deze stappen om het alarmsysteem in te
schakelen:
1. Verwijder de sleutel uit de contactschakelaar
(raadpleeg de paragraaf "Startprocedures"
in het hoofdstuk "Starten en rijden" voor
meer informatie hierover).
Als uw auto is uitgerust met Keyless Enter-N-
Go™, controleer dan of de contactschakelaar in
de stand OFF staat.
Indien uw auto niet is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go™, controleer dan of de contact-
schakelaar in de stand OFF staat en de sleutel
is verwijderd uit de contactschakelaar.
2. Sluit de auto op een van de volgende ma-
nieren af:
Druk op LOCK op de schakelaar voor de
centrale portiervergrendeling in het interieur ter-
wijl de bestuurders- en/of passagiersportier is
geopend.
Druk op de vergrendelknop op de Passive
Entry-portiergreep aan de buitenzijde, terwijl
een geldige sleutelhouder zich ook aan buiten-
15
zijde bevindt (raadpleeg de paragraaf"Keyless
Enter-N-Go™" in het hoofdstuk "Uw auto"voor
meer informatie hierover).
Druk op vergrendelknop op de afstandsbedie-
ning.
3. Sluit eventuele geopende portieren.
OPMERKING:
Nadat het alarmsysteem is ingeschakeld,
blijft het ingeschakeld totdat u het uitscha-
kelt door een van de beschreven uitscha-
kelmethoden te volgen. Als de elektrische
voeding wegvalt nadat het alarmsysteem is
ingeschakeld, moet u het systeem uitscha-
kelen nadat de voeding is hersteld om te
voorkomen dat het alarm afgaat. De ultrasone inbraaksensor (bewegings-
detector) bewaakt uw auto actief elke keer
wanneer u het alarmsysteem inschakelt.
Als u dat wenst, kunt u de ultrasone
inbraaksensor uitschakelen wanneer het
alarmsysteem wordt ingeschakeld. Om
dit te doen, drukt u drie keer op de ver-
grendelknop van de afstandsbediening
binnen 15 seconden nadat het systeem is ingeschakeld (terwijl het controlelampje
van alarmsysteem snel knippert).
Alarm uitschakelenHet alarmsysteem kan op de volgende manie-
ren worden uitgeschakeld:
Druk op de ontgrendelknop op de afstands-
bediening.
Pak de Passive Entry Unlock-portiergreep
vast (indien aanwezig, raadpleeg de para-
graaf "Keyless Enter-N-Go" in het hoofdstuk
"Uw auto" voor meer informatie hierover).
Draai de contactschakelaar uit de stand OFF.
Als uw auto is uitgerust met Keyless Enter-
N-Go, druk dan op Start/Stop-knop van
Keyless Enter-N-Go (hiertoe dient mini-
maal één geldige sleutelhouder aanwezig
te zijn in de auto).
Wanneer uw auto niet is uitgerust met
Keyless Enter-N-Go, steek dan een gel-
dige sleutel in de contactschakelaar en
draai de sleutel naar de stand ON. OPMERKING:
Het alarmsysteem kan niet worden in- of
uitgeschakeld via de slotcilinder van het
bestuurdersportier of de achterklepknop
op de afstandsbediening.
Het alarmsysteem blijft actief wanneer de
elektrisch bediende achterklep wordt ge-
opend. Als u op de achterklepknop drukt,
wordt het alarmsysteem niet uitgescha-
keld. Als iemand de auto binnendringt via
de achterklep en een portier opent, gaat
het alarm af.
Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt
u de portieren niet ontgrendelen met de
schakelaars voor de centrale portierver-
grendeling in het interieur.
De ultrasone inbraaksensor (bewegings-
detector) bewaakt uw auto actief elke keer
wanneer u het alarmsysteem inschakelt.
Als u dat wenst, kunt u de ultrasone
inbraaksensor uitschakelen wanneer het
alarmsysteem wordt ingeschakeld. Om
dit te doen, drukt u drie keer op de ver-
grendelknop van de afstandsbediening
binnen 15 seconden nadat het systeem is
16
Portieren en achterklep
ontgrendelenDruk eenmaal kort op de knop UNLOCK op de
afstandsbediening om het portier aan de be-
stuurderszijde te ontgrendelen of druk twee-
maal binnen vijf seconden hierop om alle por-
tieren en de achterklep te ontgrendelen. De
richtingaanwijzers knipperen om aan te geven
dat het ontgrendelsignaal is ontvangen. Ook de
instapverlichting wordt ingeschakeld.
Als de auto is uitgerust met Passive Entry,
raadpleeg dan de paragraaf"Keyless Enter-N-
Go™" in het hoofdstuk "Uw auto"voor meer
informatie hierover.
1st Press Of Key Fob Unlocks
(ontgrendelen met één druk op de
ontgrendelknop)
U kunt het afstandsbedieningssysteem zodanig
programmeren dat na één keer drukken op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening uit-
sluitend het bestuurdersportier of alle portieren
worden ontgrendeld. Als u de huidige instelling
wilt wijzigen, raadpleegt u voor meer informatie
de paragraaf "Uconnect® instellingen" in het
hoofdstuk "Het instrumentenpaneel". Flash Lamps With Lock (verlichting
knippert bij vergrendelen)
Met deze functie knipperen de richtingaanwijzers
wanneer u de portieren vergrendelt of ontgrendelt
met de afstandsbediening. U kunt deze functie in-
en uitschakelen. Als u de huidige instelling wilt
wijzigen, raadpleegt u voor meer informatie de
paragraaf
"Uconnect® instellingen" in het hoofd-
stuk "Het instrumentenpaneel".Headlight Illumination on Approach
(koplampen inschakelen bij nadering)Met deze functie worden de koplampen ingescha-
keld zodra u de portieren ontgrendelt met de
afstandsbediening. De koplampen blijven vervol-
gens maximaal 90 seconden branden. De tijd van
deze functie kan worden geprogrammeerd bij
auto’s met Uconnect®. Als u de huidige instelling
wilt wijzigen, raadpleegt u voor meer informatie
de paragraaf "Uconnect® instellingen" in het
hoofdstuk "Het instrumentenpaneel".Portieren en achterklep vergrendelenDruk kort op de afstandsbediening op de ver-
grendelknop om alle portieren en de achterklep
te vergrendelen. De richtingaanwijzers knippe-
ren om aan te geven dat het vergrendelsignaal
is ontvangen. Als de auto is uitgerust met Passive Entry,
raadpleeg dan de paragraaf
"Keyless Enter-N-
Go™" in het hoofdstuk "Uw auto"voor meer
informatie hierover.
Extra zenders programmerenSleutelhouders of afstandsbedieningen kunnen
worden geprogrammeerd door een erkende
dealer.Batterij van afstandsbediening
vervangenAls vervangende batterij wordt een CR2032-
batterij aanbevolen.
OPMERKING:
Perchloraatmateriaal — vereist mogelijk
een speciale behandeling.
Raak de batterijklemmen op de achter-
zijde of de printplaat niet aan.
1. Verwijder de noodsleutel door de mechani- sche vergrendeling aan de achterzijde van
de afstandsbediening met uw duim opzij te
schuiven en vervolgens met uw andere hand
de sleutel eruit te trekken.
18
Als de auto wordt ontgrendeld met Pas-
sive Entry en er binnen 60 seconden geen
portier wordt geopend, worden de portie-
ren weer vergrendeld en het alarmsys-
teem, indien aanwezig, ingeschakeld.
Als u handschoenen draagt of als de
portiergreep met Passive Entry is natge-
regend, is het mogelijk dat de vergrende-
ling minder gevoelig wordt en daardoor
langzamer reageert.
Ontgrendelen vanaf de bestuurderszijde:
Houd een geldige afstandsbediening met Pas-
sive Entry binnen 1,5 m (5 ft) van de handgreep
van het bestuurdersportier en pak deze hand-
greep vast om het bestuurdersportier automa-
tisch te ontgrendelen. De vergrendelknop aan
de binnenzijde van het portier komt omhoog
wanneer het portier wordt ontgrendeld. OPMERKING:
Als
Unlock All Doors On 1st Press (alle
portieren ontgrendelen met één druk op de
ontgrendelknop) is geprogrammeerd, wor-
den alle portieren ontgrendeld wanneer u de
handgreep van het bestuurdersportier vast-
pakt. Raadpleeg de paragraaf Uconnect®
instellingen in het hoofdstuk Het instru-
mentenpaneel voor meer informatie over de
keuze tussen bestuurdersportier ontgren-
delen met eerste druk op de ontgrendel-
knop en alle portieren ontgrendelen met
eerste druk op de ontgrendelknop . Ontgrendelen vanaf de passagierszijde:
Houd een bijbehorende afstandsbediening met
Passive Entry op minder dan 1,5 m van de
handgreep van het voorste passagiersportier
en pak deze handgreep vast om alle vier de
portieren en de achterklep automatisch te ont-
grendelen. De vergrendelknop aan de binnen-
zijde van het portier komt omhoog wanneer het
portier wordt ontgrendeld.
OPMERKING:
Alle portieren worden ontgrendeld wanneer
de handgreep van het voorste passagiers-
portier wordt vastgepakt, ongeacht de voor-
keursinstelling van de portierontgrendeling
( Unlock Driver Door 1st press
(bestuur-
dersportier ontgrendelen met één druk op
de ontgrendelknop) of Unlock All Doors On
1st Press (alle portieren ontgrendelen met
één druk op de ontgrendelknop)).
Voorkomen dat de afstandsbediening met
Passive Entry per ongeluk in de auto wordt
ingesloten
Om te voorkomen dat een afstandsbediening
met Passive Entry per ongeluk wordt ingesloten
in de auto, is het Passive Entry-systeem uitge-
Pak de portiergreep vast om te ontgrendelen
23