135
NOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTENVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
STOP (rood)
Dit lampje gaat branden gelijk-
tijdig met een willekeurig ander
waarschuwingslampjeSTORING ABS (geel)
Als u de contactsleutel in stand
Mdraait, gaat het lampje bran-
den. Na enkele seconden moet het
lampje doven.
Het lampje gaat branden als het systeem
defect of niet beschikbaar is. In dat geval
blijft het remsysteem normaal werken,
maar zonder de mogelijkheden van het
ABS. Rijd voorzichtig verder en wendt u
zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenet-
werk.
>
“
AIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
UITGESCHAKELD
(geel)
Het lampje “
brandt als de frontairbag
aan passagierszijde is uitgeschakeld.
Als u bij ingeschakelde frontairbag aan pas-
sagierszijde de contactsleutel in stand M
draait, gaat het lampje
“
ongeveer 4 se-
conden branden en vervolgens 4 secon-
den knipperen. Hierna moet het lampje
doven.
Het lampje
“
geeft boven-
dien eventuele storingen van
het lampje
¬
aan. Dit wordt weer-
gegeven met een knipperend lampje
“
, ook als de 4 seconden al zijn ver-
streken. In dit geval kan het lampje
¬
geen storingen in de airbag-/gordel-
spannersystemen aangeven. Voordat
u verder rijdt , dient u contact op te
nemen met het Fiat Servicenetwerk
om het systeem direct te laten con-
troleren.
ATTENTIE!
STOP
Als dit lampje brandt : stop de
auto op een veilige plaats,
verwijder de sleutel uit het contactslot
en wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
ATTENTIE!
K
BRANDSTOFRESERVE
(geel)
Als u de contactsleutel in stand
Mdraait, gaat het lampje branden. Na en-
kele seconden moet het lampje doven.
Als het lampje brandt, tank dan zo snel
mogelijk.
BELANGRIJK Als het lampje knippert, dan
is er een storing in het systeem. Wendt u
in dit geval tot het Fiat Servicenetwerk om
het systeem te laten controleren.
129-138 SCUDO LUM NL 27/03/14 12:12 Pagina 135
141
LAMPJES EN
BERICHTENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTENVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENNOODGEVALLEN
WIEL VERWISSELENALGEMENE AANWIJZINGEN
Voor het verwisselen van het wiel en voor
het juiste gebruik van de krik en het re-
servewiel moeten de onderstaande voor-
zorgsmaatregelen in acht worden geno-
men.
Attendeer het overige weg-
verkeer op de stilstaande au-
to m.b.v.: de waarschuwingsknipper-
lichten, de gevarendriehoek enz. Tij-
dens het verwisselen van een wiel moe-
ten alle inzittenden de auto hebben
verlaten, vooral als de auto zwaar be-
laden is, en op een veilige afstand van
het verkeer wachten, totdat het wiel
verwisseld is. Trek de handrem aan.
ATTENTIE!
Voordat u een wiel verwis-
selt, moet u de wielophan-
ging met luchtvering (indien aanwe-
zig) uitschakelen. Raadpleeg de pa-
ragraaf “Wielophanging met luchtve-
ring” in dit hoofdstuk.
ATTENTIE!
Het reservewiel behoort bij
de auto waarbij het geleverd
is. Gebruik het reservewiel niet bij an-
dere auto’s en monteer geen reserve-
wielen van andere auto’s. De wiel-
bouten zijn speciaal voor deze auto:
gebruik de wielbouten niet bij ande-
re auto’s en gebruik geen wielbouten
van andere auto’s.
ATTENTIE!
Laat het verwisselde wiel zo
snel mogelijk repareren en
monteren. Smeer voor montage de
schroefdraad van de wielbouten niet
met vet: de bouten kunnen loslopen.
ATTENTIE!
De krik dient uitsluitend voor
het verwisselen van een wiel
van de auto waarbij de krik geleverd
is of voor auto’s van hetzelfde model.
Gebruik de krik niet voor het opkrik-
ken van andere auto’s. Gebruik de
krik beslist nooit voor het uitvoeren
van werkzaamheden onder de auto.
Als de krik niet juist geplaatst wordt,
kan de opgekrikte auto van de krik
vallen. Op een sticker op de krik is het
maximum hefvermogen aangegeven;
de krik mag nooit voor een zwaarde-
re last worden gebruikt.
ATTENTIE!
Door een verkeerde monta-
ge kan het wieldeksel tijdens
het rijden loslaten. Maak het ventiel
absoluut niet open. Plaats geen enkel
stuk gereedschap tussen velg en band.
Controleer regelmatig de spanning
van de banden en van het reservewiel
en houdt u daarbij aan de waarden
die beschreven staan in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.
ATTENTIE!
Het is nodig te weten dat:❒
de krik 1,76 kg weegt;
❒
de krik geen afstelwerkzaamheden ver-
eist;
❒
de krik niet kan worden gerepareerd:
bij een defect moet de krik door een
krik van hetzelfde type worden ver-
vangen;
❒
behalve de slinger geen enkel ander ge-
reedschap op de krik gemonteerd mag
worden.
139-158 SCUDO LUM NL 07/03/14 08.57 Pagina 141
167
LAMPJES EN
BERICHTENTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTENVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
Wees bij het uitvoeren van
werkzaamheden in de mo-
torruimte extra voorzichtig als de mo-
tor nog warm is: gevaar voor verbran-
ding. Onthoud dat bij een warme mo-
tor de elektroventilateur onverwacht
kan inschakelen: kans op verwonding.
Pas op als u sjaals, dassen of loszit-
tende kledingstukken draagt : deze
kunnen door de bewegende onderde-
len worden gegrepen.
ATTENTIE!
KOELVLOEISTOF fig. 9
Het niveau van de koelvloeistof moet ge-
controleerd worden bij een koude motor
en moet tussen het MIN- en MAX-merk-
teken op het expansiereservoir staan.
Een te laag niveau bijvullen door een
mengsel van gedemineraliseerd water en
50% PARAFLU
UP
van PETRONAS LU-
BRICANTS langzaam via de vulopening A
van het expansiereservoir te gieten tot aan
het MAX-merkteken.
Een mengsel van PARAFLU
UP
en gede-
mineraliseerd water in een mengverhou-
ding van 50% beveiligt tot een tempera-
tuur van –35°C.
fig. 9
F0P0152m
Het motorkoelsysteem is ge-
vuld met PARAFLU
UP-koel-
vloeistof. Gebruik voor het
eventueel bijvullen vloeistof
met dezelfde specificaties als waarmee
het motorkoelsysteem is gevuld.
PARAFLU
UP-koelvloeistof kan niet wor-
den gemengd met welke andere koel-
vloeistof dan ook. Als dit toch gebeur t ,
mag de motor absoluut niet worden ge-
start en moet u zich tot het Fiat Servi-
cenetwerk wenden.Het koelsysteem staat onder
druk. Vervang de dop zo no-
dig alleen door een exemplaar van
hetzelfde type, anders kan de werking
van het systeem in gevaar worden ge-
bracht . Draai bij een warme motor de
dop van het expansiereservoir nooit
los: gevaar voor verbranding.
ATTENTIE!
Afgewerkte motorolie en het
vervangen motoroliefilter be-
vatten stoffen die schadelijk
zijn voor het milieu. Het is
raadzaam om het verversen van de olie
en het vervangen van het oliefilter door
het Fiat Servicenetwerk te laten uit-
voeren. Het Fiat Servicenetwerk be-
schikt over de uitrusting voor het op mi-
lieuvriendelijke wijze en conform de
wettelijke bepalingen verwerken van af-
gewerkte olie en oliefilters.Vul nooit olie bij met andere
specificaties dan de olie waar-
mee de motor is gevuld.
159-178 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.22 Pagina 167
169
LAMPJES EN
BERICHTENTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTENVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
Voorkom, als u de dop los-
draait , contact tussen de zeer
corrosieve vloeistof en de lak.
Als remvloeistof wordt ge-
morst , moet de lak onmiddellijk met
water worden afgespoeld.De remvloeistof is giftig en
zeer corrosief. Als per onge-
luk remvloeistof wordt gemorst , moe-
ten de betreffende delen onmiddellijk
worden gewassen met water en neu-
trale zeep en daarna met veel water
worden afgespoeld. Bij inslikken dient
onmiddellijk een arts te worden ge-
raadpleegd.
ATTENTIE!
Het symbool
π
op het reser-
voir geeft aan dat syntheti-
sche remvloeistof en geen minerale
vloeistof moet worden gebruikt . Het
gebruik van minerale vloeistoffen moet
absoluut worden vermeden, omdat de
rubbers in het remsysteem door deze
vloeistoffen worden beschadigd.
ATTENTIE!
OLIE VAN DE
STUURBEKRACHTIGING
Controleer de olie van de stuurbekrachti-
ging bij een koude motor en als de auto op
een vlakke ondergrond staat. De olie moet
tussen het MIN- en MAX-merkteken op
het reservoir staan fig 12 enfig. 13.
Bij zeer warme olie kan het olieniveau bo-
ven het MAX-merkteken staan.
Indien nodig kan het niveau worden bij-
gevuld met olie, die dezelfde specificaties
moet hebben als de reeds in het systeem
aanwezige olie.fig. 12 - Uitvoering 90 Multijet
F0P0150m
fig. 13 - Uitvoeringen 120-130
en 165 Multijet
F0P0151m
Het olieverbruik van de stuur-
bekrachtiging is zeer laag; als
na het bijvullen de olie binnen
korte tijd weer moet worden
bijgevuld, moet het systeem door het
Fiat Servicenetwerk op eventuele lek-
kage worden gecontroleerd.Voorkom dat de olie voor de
stuurbekrachtiging in contact
komt met de warme delen van de mo-
tor: de olie is ontvlambaar.
ATTENTIE!
Voor de besteluitvoering wordt
aangeraden de remvloeistof
om de twee jaar te vervangen.
ATTENTIE!
159-178 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.22 Pagina 169
178LAMPJES EN
BERICHTENTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENNOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
De stoffen bekleding van uw
auto is langdurig bestand te-
gen slijtage die ontstaat bij
een normaal gebruik van de
auto. Hevig en/of langdurig wrijven met
kledingaccessoires zoals metalen ges-
pen, sierknopen en klittenbandsluitin-
gen, moet echter absoluut worden ver-
meden omdat hierdoor grote druk ont-
staat op een bepaalde plek op de be-
kleding, waardoor deze plek kan slijten
en de bekleding beschadigd wordt . STOELEN EN STOFFEN
BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of
een stofzuiger. Voor een nog betere rei-
niging van de stoffen bekleding raden wij
u aan de borstel vochtig te maken.
Reinig de zittingen met een vochtige spons
en een oplossing van neutrale zeep.
Gebruik nooit ontvlambare
producten zoals petroleum of
wasbenzine voor het reinigen van de
interieurdelen van de auto. De elek-
trostatische lading die tijdens het rei-
nigen door het wrijven ontstaat , kan
brand veroorzaken.
ATTENTIE!
Bewaar nooit spuitbussen in
de auto: ontploffingsgevaar.
Spuitbussen mogen niet worden bloot-
gesteld aan temperaturen boven
50°C. In de zomer kan de tempera-
tuur in het interieur ver boven deze
waarde oplopen.
ATTENTIE!
INTERIEURControleer af en toe of er onder de vloer-
bedekking geen water is blijven staan
(dooiwater van sneeuwresten aan schoe-
nen, lekkende paraplu’s enz.), waardoor
roestvorming op de bodem veroorzaakt
zou kunnen worden.BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol, ben-
zine en afgeleide producten om het glas
van het instrumentenpaneel te reinigen.
LEREN STUURWIEL /
POOKKNOP
Reinig deze componenten uitsluitend met
water en neutrale zeep.
Gebruik nooit alcohol of producten op ba-
sis van alcohol.
Voordat u speciale producten gebruikt
voor het reinigen van de interieurdelen,
moet u eerst de aanwijzingen op het eti-
ket van het product lezen en controleren
of het geen alcohol en/of substanties op
basis van alcohol bevat.
Als tijdens het reinigen van de voorruit
met speciaal daarvoor bestemde produc-
ten, per ongeluk druppels op het leer van
het stuurwiel of de pookknop terechtko-
men, moeten deze onmiddellijk worden
verwijderd en het betreffende gebied met
water en neutrale zeep worden afgeno-
men.
BELANGRIJK Wees zeer voorzichtig bij het
gebruik van mechanische diefstalbeveiligin-
gen op het stuurwiel om beschadiging van
de leren bekleding te voorkomen. KUNSTSTOF INTERIEURDELEN
Wij raden u aan om de kunststof interieur-
delen op de normale manier te reinigen met
een doek bevochtigd met water en een neu-
trale zeep zonder schuurmiddel. Voor het
verwijderen van vet- of hardnekkige vlekken
moeten speciale schoonmaakmiddelen zon-
der oplosmiddelen worden gebruikt, die ge-
schikt zijn voor het reinigen van kunststof
en die het visuele effect en de kleur van de
componenten niet wijzigen.
159-178 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.22 Pagina 178
208LAMPJES EN
BERICHTENALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
120
Multijet
80
8
9
5,25
1,9
0,519
7,5165
Multijet
80
8
9
5,25
1,9
0,519
7,5 90
Multijet ()
80
8
8
6,2
1,7
0,519
7,5Voorgeschreven
brandstoffen en originele
smeermiddelen
Diesel voor motorvoertuigen
(specificatie EN590)
Mengsel van water en 50%
PARAFLU
UP
SELENIA WR
TUTELA CAR MATRYX
TUTELA TOP 4 (*)
Mengsel van water en
TUTELA PROFESSIONAL
SC 35 130
Multijet
80
8
9
5,25
1,9
0,519
7,5
VULLINGSTABELBrandstoftank: litersinclusief een reserve van: liter
Koelsysteemmotor: literCarter en filter: liter
Versnellingsbak/differentieel: kg
Hydraulisch remcircuit met:ABS (met ESC) kg
Vloeistofreservoir
ruitensproeiers, achterruitsproeier, koplampsproeiers: liter
() Euro 4 - Euro 5
(*) De remvloeistof moet ten minste iedere 2 jaar worden vervangen (bestel-uitvoering)
179-214 SCUDO LUM NL 12/12/13 11.16 Pagina 208
215
LAMPJES EN
BERICHTENDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTENVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENINOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
Brandstofnoodschakelaar................... 66
Brandstofverbruik................................ 211
Buitenverlichting
– bediening ........................................ 49
– gloeilamp achter vervangen ........ 149
– gloeilamp voor vervangen ............ 147Carrosserie
– onderhoud...................................... 176
– uitvoeringen.................................... 183
Centrale portiervergrendeling ......... 74
CO2-emissie via de uitlaat.................. 214
Cruise-control...................................... 56
Dashboard .......................................... 5
Dashboardkastje.................................. 67
Derde remlicht ..................................... 150
Dieselfilter
(aanwezigheid van water).................. 138
Dimlicht
– bediening......................................... 49
– gloeilamp vervangen...................... 147EOBD (systeem)................................. 89
ESC (systeem)...................................... 86
Extra accessoires ................................. 94
Etiket kinderzitje.................................. 113
Fiat CODE........................................... 6
Frontairbags.......................................... 112
Fix&Go................................................... 144Gewichten en trekgewichten ........... 197
Gear shift indicator............................. 17
Gloeilamp (vervangen van een lamp).. 145
Gordelspanners.................................... 100
Grip control.......................................... 88
Grootlicht
– bediening ........................................ 49
– gloeilamp vervangen...................... 147H
andrem.............................................. 122
Hendels aan het stuur......................... 49
Hoofdsteun........................................... 25
Identificatiegegevens .......................... 180
Imperiaal/skidrager
(montagevoorbereiding).................. 79
Instrumenten........................................ 14
Instrumentenpaneel ........................... 13
Interieur................................................. 178
Interieuruitrusting................................ 67
Interieurverlichting ............................. 62
Aansteker............................................. 69
Aanwijzingen voor het laden ............. 81
ABS ........................................................ 84
Accu
– economische modus..................... 157
– opladen............................................ 157
– starten met een hulpaccu ............ 140
– technische specificaties ............... 187
– vloeistofniveau................................ 170
Achterruitverwarming .............32-37-45
Achteruitrijlichten................................ 149
Afmetingen............................................ 192
Afstandsbediening centrale
portierver-/ontgrendeling................ 7
Airbags .................................................. 112
Airconditioning, handbediend........... 33
Asbak...................................................... 69
Autoradio (Systeem) ........................... 93Banden.................................................. 191
– een lekke band ............................... 141
Bandenspanning (plaatje).................... 191
Brandstof
– brandstofmeter .............................. 15
– dop van de brandstoftank............ 95
Brandstofmeter ................................... 15
A A
L L
F F
A A
B B
E E
T T
I I
S S
C C
H H
R R
E E
G G
I I
S S
T T
E E
R R
215-222 SCUDO LUM NL 08/04/14 14:28 Pagina 215