Noodprocedure voor
starten / afzetten
Noodprocedure voor het starten
met het keyless entry and start-
systeem
Als de elektronische sleutel zich in het
detectiegebied bevindt en het Hybrid4-systeem
niet wordt ingeschakeld als u op de knop
" START/STOP
" drukt:
)
Steek de elektronische sleutel in de lezer.
)
Zet de selectiehendel in de stand N
.
)
Trap het rempedaal volledig in.
)
Druk op de knop " START/STOP
".
Het Hybrid4-systeem wordt ingeschakeld; het
verklikkerlampje READY
brandt.
Als de elektronische sleutel niet
wordt herkend door het keyless
entry and start-systeem
Als de elektronische sleutel zich niet meer in
het detectiebereik bevindt tijdens het rijden
of wanneer u (op een later moment) het
hybridesysteem wilt uitschakelen, wordt een
melding weergegeven op het display van het
instrumentenpaneel.
)
Houd de knop " START/STOP
" ongeveer
drie seconden ingedrukt als u het
hybridesysteem geforceerd wilt uitschakelen.
In noodgevallen kan de motor geforceerd
worden afgezet.
)
Houd de knop " START/STOP
" ongeveer
drie seconden ingedrukt.
In dat geval wordt het stuurslot vergrendeld
zodra de auto stilstaat.
Tijdens het gebruik van de auto moet
de elektronische sleutel in de auto
blijven.
Noodprocedure voor het afzetten
van de motor
Let op: zonder de elektronische sleutel
in het detectiebereik kan het systeem
niet meer ingeschakeld worden.
Stand ZEV
(100% elektrisch)
De werking als "Zero Emission Vehicle" wordt
voor 100% verzorgd door de elektrische
aandrijving van de achter wielen.
Wanneer u deze stand kiest, kunt u geruisloos
en schoon rijden
met een lage snelheid.
Deze stand is beschikbaar
als de omstandigheden het
toelaten. Het is vooral van
belang dat de laadtoestand van
de tractiebatterij voldoende is
(minimaal 4 segmenten).
In de stand AUTO
geldt voor de elektromotor
het volgende:
- de elektromotor kan, afhankelijk van de
laadtoestand van de tractiebatterij, de
auto volledig elektrisch aandrijven (zero
emission) als aan de desbetreffende
voor waarden wordt voldaan en het
gaspedaal niet te diep wordt ingetrapt,
- de elektromotor assisteert de HDi-
dieselmotor
bij het wegrijden, bij het
schakelen, tijdens het accelereren of
wanneer de voor wielen onvoldoende grip
hebben (de elektromotor zorgt zo tijdelijk
voor vier wielaandrijving).
Tot een snelheid van 85 km/h kan de
elektromotor alleen functioneren. Boven
snelheden van 120 km/h wordt de elektromotor
uitgeschakeld.
Zie de bijzondere werkingsvoor waarden van de
stand ZEV
.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de bijzondere
werkingsvoor waarden van de stand
ZEV
.
Als niet aan de voor waarden voor het activeren
of het geactiveerd houden van de stand ZEV
wordt voldaan, wordt de melding " Elektrische
stand momenteel niet beschikbaar
" op het
display weergegeven. Het verklikkerlampje
ZEV
zal enkele seconden knipperen en
ver volgens uitgaan en het verklikkerlampje
AUTO
van de keuzeschakelaar gaat branden.
In de stand ZEV
:
- zijn de actieradius en de prestaties
beperkt; de maximumsnelheid in deze
stand is ongeveer 60 km/h,
- wanneer veel vermogen wordt gevraagd
of de omstandigheden het starten van de
HDi-dieselmotor vereisen, schakelt het
systeem automatisch over op de stand
AUTO
.
41Tr e f w o o r d e n r e g i s t e r
AAanhangergewichten ...................................... 37
Afzetten van het Hybrid4-systeem .......... 15, 18
Airconditioning .......................................... 22, 25
Autowasstraat ................................................. 32
Bagageruimte, indeling ................................... 31
Banden ............................................................ 33
Bandreparatieset ............................................ 33
Bergingsauto of trailer (slepen) ...................... 34
Boordcomputer .......................................... 12-14
Brandstof ......................................................... 24
Brandstofverbruik ................................. 9, 12, 24
Contact ............................................................ 17
Contact aangezet ............................................ 17
B
C
Gereedschap .................................................. 33
Gevarendriehoek ............................................ 31
Gewichten ....................................................... 37
Gewichten, overzicht ...................................... 37G
H
I
K
L
Keuzeschakelaar .................................. 5, 19, 24
Keyless entry and start ........................15, 17, 18
Koeling tractiebatterij ...................................... 29
Koffer vloer (ver wijderbaar) ............................. 31
Laadtoestand van de tractiebatterij 5, 10, 25, 27
Lekke band ...................................................... 33 ECO OFF (schakelaar) ................................... 22
Elektrisch rijden (ZEV) ............ 11, 19, 22, 24, 25
Elektromotor .......................................... 5, 19, 35
Elektronische sleutel ............................15, 17, 18
Elektronisch gestuurde
versnellingsbak ..............................5, 15, 23-25
Energiestromen......................................... 10, 11D
EDieselmotor ...................5, 19, 22, 25, 32, 36, 37
Display instrumentenpaneel ................. 8, 10, 13
MMilieu ............................................................... 24
Milieubewust rijden ......................................... 24
Motoren ..................................................... 35, 36
Motorenoverzicht ...................................... 35, 36
Motorkap, openen ........................................... 30
Motorruimte ..................................................... 30
Noodprocedure afzetten van de motor ........... 18
Noodprocedure starten ................................... 18
N
O
R
READY (verklikkerlampje) ................ 8, 9, 28, 30
Regeneratie roetfilter .................................. 5, 25
Resetten van het overzicht van het verbruik .. 14
Resetten van het traject ............................ 13, 14
Riem ................................................................ 31
Rijadviezen ..................................................... 23
Roetfilter ...................................................... 5, 25 Instrumentenpaneel .......................................... 8 Handrem, elektrisch bediend ............. 15, 23, 32
Head-up display .............................................. 15
Hoedenplank ................................................... 31
Hoogspanning ........................................... 27, 28
Hoogspanningskabel ...................................... 28
Ontdooien........................................................ 25
Ontwasemen ................................................... 25
Opbergvakken ................................................. 31
Overzicht van het verbruik .............................. 12