15
C4-cactus_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2014
Automatische
ruitenwisserspermanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.
be
weeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet
de hendel in een andere stand.
Stop & Star t permanent.
Het stop & st art-systeem heeft de motor
in de stoP -stand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping, enz.).Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De
sto
P
-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
stAr
t
-
stand gezet.
ra
adpleeg voor meer informatie over de
bijzonderheden van de
sto
P
- en st
Ar
t
-
stand de
rubriek "
s
top & s
t
art".
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Airbag
voorpassagie rpermanent.
De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "ON".
De passagiersairbag is ingeschakeld.
Plaats in dit geval geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting". Zet de schakelaar in de stand "
OFF" om de
passagiersairbag uit te schakelen.
u
kunt nu een kinderzitje plaatsen met de "rug in de
rijrichting", behalve in het geval van een storing in de
airbags (als het waarschuwingslampje Airbags brandt).
1
Controle tijdens het rijden
36
Boordcomputer, enkele definities
Actieradius
(km of miles)
Aantal kilometers dat u nog met de
resterende hoeveelheid brandstof
kunt rijden (berekend op basis van
het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
n
a h
et
tanken van minimaal 5
liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100
km bedraagt.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als
tijdens het rijden de streepjes continu
worden weergegeven. Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30
km/h.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)berekend over de laatste verstreken
seconden.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)be rekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of miles)be rekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)be rekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met het s
t
op & s
t
art-
systeem, registreert een teller hoelang de
s
to
P
-stand tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Controle tijdens het rijden
58
C4-cactus_nl_Chap03_confort_ed02-2014
neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters
en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij
blijven.
F
L
et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan
om het systeem in per fecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek
vervangen.
W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
L
aat om de per fecte werking van de airconditioning te garanderen het systeem
regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat de
lucht in het interieur goed ververst wordt.
Het airconditioningssysteem is chloorvrij
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein
plasje water onder de auto vormt. Dit is
een normaal verschijnsel.
bi
j een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor.
Stop & Start-systeem
De ver warming en de airconditioning
werken uitsluitend bij draaiende motor.
Als u het thermische comfort in de
auto op het door u gewenste niveau
wilt houden, kunt u tijdelijk de functie
st
op & s
t
art uitschakelen (zie de
desbetreffende rubriek).
Comfort
79
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
starten - afzetten van de motor
Het contactslot heeft 3 standen:
- stand 1
(Stop): sleutel in het contactslot
steken en uit het contactslot verwijderen,
stuurslot vergrendeld,
-
stand 2
(Contact): stuurslot ontgrendeld,
aanzetten van het contact, voorgloeien
dieselmotor, draaien van de motor,
-
stand 3
(Star ten).
Contactslot
bij het afzetten van de motor is de
rembekrachtiging niet meer actief.
Stand Contact (2)
In deze stand werkt de elektrische uitrusting
van de auto en kan externe apparatuur worden
opgeladen.
Als het laadniveau van de accu een bepaalde
minimale grenswaarde heeft bereikt,
schakelt het systeem over op de eco-mode:
de elektrische voeding wordt automatisch
uitgeschakeld zodat de accu voldoende
opgeladen blijft. Hang geen zware voor werpen aan de
sleutel: dit kan namelijk storingen aan
het contactslot veroorzaken.
5
rijden
90
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
stop & start
Werking
Overgang naar de STOP-stand
Het verklikkerlampje "ECO" op het
instrumentenpaneel gaat branden
en de motor wordt automatisch in de
st
o
P
-stand gezet:
-
a
ls u, bij een handgeschakelde
versnellingsbak, bij stilstaande auto de
versnellingshendel in de neutraalstand zet
en het koppelingspedaal loslaat.
-
a
ls u, bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak , bij stilstaande auto of
een snelheid lager dan 8
km/h (volgens
uitvoering) de versnellingsbak in de
neutraalstand zet (selectiehendel in de
stand N ) of het rempedaal intrapt.
ta
nk nooit als de motor door het
st
op & s
t
art-systeem in de sto
P
-
stand is gezet. Zet in dat geval altijd het
contact af. Het systeem werkt de eerste
10
seconden na het inschakelen van de
achteruitversnelling niet.
Als de motor door het systeem in de
s
to
P
-stand wordt gezet, blijven alle
andere componenten zoals de remmen
en de stuurbekrachtiging normaal
functioneren.
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
De belangrijkste redenen waarom de stoP -
stand niet wordt geactiveerd zijn:
-
d
e auto bevindt zich op een steile helling
(bergopwaarts of -afwaarts),
-
he
t bestuurderportier is geopend,
-
d
e veiligheidsgordel van de bestuurder is
losgemaakt,
-
d
e auto heeft sinds de laatste start door
de bestuurder niet sneller dan 10
km/h
gereden,
-
d
e klimaatregeling in het interieur laat het
niet toe,
-
d
e voorruitontwaseming is ingeschakeld,
-
e
r zijn bepaalde bijzondere
omstandigheden (laadtoestand accu,
motortemperatuur, rembekrachtiging,
buitentemperatuur...).
In dit geval knippert het
verklikkerlampje "ECO" een paar
seconden, waarna het uitgaat.
Deze werking van het systeem is volkomen
normaal.
Het
s
t
op &
s
t
art-systeem zet de motor tijdelijk af (
s
to
P
-stand) als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestart
(
s
t
Ar
t
-
stand) als u weer weg wilt rijden. Het starten gebeurt direct, snel en stil.
Het
s
t
op &
s
t
art-systeem is per fect afgestemd op stadsgebruik en zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en
een aangename rust in het interieur tijdens het wachten.
Stop & Start-teller
een teller registreert hoelang de s toP -stand in totaal tijdens een
traject is geactiveerd.
De teller kan worden weergegeven door de
boordcomputer (via het menu
" Rijhulpsysteem " van het touchscreen tablet).
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
rijden
91
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Overgang naar de START-stand
Het verklikkerlampje "ECO" gaat
uit en de motor wordt automatisch
gestart:
-
A
ls u bij een auto met handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal
volledig intrapt.
-
b
ij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak:
● als
u, met de selectiehendel in de stand D,
het rempedaal loslaat,
● als
u, met de selectiehendel in de stand N
en het rempedaal losgelaten,
de schakelaar D indrukt,
● als
u de achteruitversnelling inschakelt.De
stAr t- stand wordt automatisch
geactiveerd als:
-
he
t bestuurderportier wordt geopend,
-
de
bestuurder zijn veiligheidsgordel
losmaakt,
-
d
e snelheid van de auto hoger is
dan 11
km/h (elektronisch gestuurde
versnellingsbak),
-
e
r bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling
airconditioning...).
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Het verklikkerlampje "ECO" knippert
een paar seconden en gaat dan uit.
Dat onder deze omstandigheden de START-
stand wordt geactiveerd, is volkomen
normaal.
sc
hakel omwille van de veiligheid het
st
op & s
t
art-systeem altijd uit als u
handelingen onder de motorkap wilt
uitvoeren.
Dit systeem heeft specifieke kenmerken en maakt
gebruik van een speciale 12V-accu (raadpleeg
voor meer informatie het CI
t
ro
Ën-
netwerk).
Het gebruik van een andere dan de door
CI
t
ro
Ën
voorgeschreven accu's kan leiden
tot storingen in het systeem.
Maak voor het opladen van de 12V-accu
gebruik van een 12V-acculader. De polariteiten
mogen hierbij niet worden omgekeerd.
Onderhoud
Het stop & st art-systeem maakt gebruik
van geavanceerde technologie. Laat
eventuele werkzaamheden uitvoeren
bij een gekwalificeerde werkplaats,
bijvoorbeeld een servicepunt van
het CI
t
ro
Ën-
netwerk, die over
alle deskundigheid en speciale
gereedschappen beschikt.
5
rijden
92
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
een storing in het systeem wordt
gesignaleerd in het menu
" Rijhulpsysteem " (hoofdpagina)
van het touchscreen tablet.
Storing
In het geval van een storing gaat
het pictogram van de toets over
in de waarschuwingsmodus en
knippert het lampje even, waarna het
permanent blijft branden.
Als u op deze toets drukt om het systeem
weer in te schakelen, knippert het lampje
nogmaals even waarna het weer permanent
blijft branden.
Het uitschakelen van het st op & st art-systeem kan
worden geconfigureerd via het touchscreen tablet.
Uitschakelen
Als het systeem in de stoP -stand wordt
uitgeschakeld, dan wordt de motor direct weer
gestart.
bi
j het rijden op een overstroomde weg
is het raadzaam de
s
t
op & s
t
art-functie
uit te schakelen en stapvoets te rijden. Het opnieuw inschakelen kan worden
geconfigureerd via het touchscreen tablet.
Inschakelen
Het systeem wordt automatisch
ingeschakeld zodra u de motor opnieuw
start.
F
D
ruk op " Stop & Star t ".
F
s
e
lecteer het menu
" Rijhulpsysteem ".
Het lampje van deze toets blijft branden. Als u nogmaals op deze toets drukt,
wordt het
s
t
op & s
t
art-systeem weer
ingeschakeld. Het lampje van deze
toets gaat uit.
Laat het systeem controleren door het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als er in de
sto
P
-stand een storing zou
optreden, kan het zijn dat de motor niet meer
wil aanslaan of direct afslaat.
Alle verklikkerlampjes gaan branden.
Afhankelijk van de uitvoering kan er
daarnaast een waarschuwingsmelding
verschijnen, waarbij verzocht wordt om
de neutraalstand (toets N ) te selecteren
en opnieuw het rempedaal in te trappen.
u
moet het contact uitzetten en de
motor opnieuw starten.
rijden
257
Niveau 1
Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen
Navigatie
Instellingen
Navigatie Bestemming innvoeren
Weergeven van de meest recente bestemmingen.
Berekenings criteria
s
nelste
De navigatiecriteria kiezen.
o
p de kaart wordt het aan de hand van de criteria gekozen
traject weergegeven.
kortste
tijd/afstand
e
cologisch
t
o l
Veerboot
e
xact - Dichtb.
Zie route op de kaart
De kaart weergeven en de routegeleiding starten.
bevestigenDe opties opslaan.
OpslaanHet actuele adres opslaan.
De navigatie stoppenDe navigatie-informatie uitschakelen.
SpraakHet stemvolume en het opnoemen van straatnamen instellen.
Route omleidenAfwijken van de oorspronkelijke route met een bepaalde
afstand.
Navigatie
Weergeven als tekst.
Inzoomen.
u
itzoomen.
Weergeven op volledig scherm.
De kaart verplaatsen met de pijlen.
k
aart tweedimensionaal weergeven.