2
Berlingo-2-VP_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2015
sleutel 18
Alarmsysteem 20
Portieren
21
Achterklep
23
Dakklep
26
Centrale vergrendeling
27
Instrumentenpaneel
28
Datum en tijd
29
V
erklikkerlampjes 32
Brandstofniveaumeter
40
k
oelvloeistof 40
Bandenspanningscontrolesysteem 41o
nderhoudsindicator
43
Dimmer dashboardverlichting
44
s
tuurwiel verstellen
45
Handgeschakelde versnellin
gsbak
45
s
chakelindicator
46
e
G
s
6-versnellingsbak
47s
top &
s
tart-systeem
49s
tarten en afzetten
52
W
egrijden op
een helling
53r
ijadviezen
54 Verlichting
55
r
uitenwissers 58
Boordcomputer 60
s
nelheidsregelaar 61
s
nelheidsbegrenzer 64
Verwarming / handbediende airconditioning 67
automatisch
69o
ntdooien en
ontwasemen 72
Voorstoelen 74
Achterbank 76
Achterstoelen (5
zitplaatsen)
79
Achterstoelen (7
zitplaatsen)
82
Flexibel interieur
89
Indeling
91
Modutop dak
95
Dakrails
100
Plafonniers
101
Bagagescherm (5
zitplaatsen)
102
Bagagescherm (7
zitplaatsen)
106s
piegels 108
e
lektrisch bedienbare ruiten
1
10
VOORDAT u GAAT
RIJDEN VEILIGHEID
Exterieur 5
Interieur 6
auto met linkse besturing
6
auto met rechtse besturing
7
Cockpit
8
auto met linkse besturing
8auto met rechtse besturing 10technische gegevens - o
nderhoud
12
OVERZICHT
Alarmknipperlichten 111
Claxon 1 11
Handrem
1
11
Parkeerhulp
112
Achteruitrijcamera
114
AB
s 115
n
oodremassistentie 115
A
sr en es C
1
16
Grip control
1
17
Active City Brake
1
19
Veiligheidsgordels
123
Airbags
126
Vervoer van kinderen
130u
itschakelen van de frontairbag aan
passagierszijde
133
Aanbevolen kinderzitjes
136
Plaats
138
I
so FIX-bevestigingen 140
Aanbevolen I
so FIX-zitje 141
Zitplaatsen met
I
so FIX-bevestigingen 142
k
inderbeveiliging 144
ERGONOMIE en
COMFORT
Eco-rijden
Milieu 15e co-rijden 16
Het gedeelte "Wegwijzer"
(visuele index) biedt u de
mogelijkheid om de schakelaars,
functies en desbetreffende
paginanummers terug te
vinden op de schematische
afbeeldingen van de auto.
Cockpit auto met linkse besturing 13 auto met rechtse besturing 14
4-14 18-5455-110 111-144
15-17
1.
2.
3.
4. 5.
Inhoud
9
Berlingo-2-VP_nl_Chap01_vue-ensemble_ed01-2015
Binnenspiegel 109spiegel naar achterpassagiers 1 09
Displays,menu's
28, 205, 266
Datum en tijd instellen
30-31
s
chakelaars
-
centrale vergrendeling
26
- elektrische kinderbeveiliging
1
26
-
ruitbediening
102
-
alarmknipperlichten
103 V
erwarming, ventilatie:
-
verwarming
63-64
-
airconditioning
63-64
Automatische
airconditioning
69-70, 71o
ntdooien/ontwasemen 72-73
Plafonniers
101, 182
V
oorzieningen vóór
91-93
-
opbergvakken,
-
dashboardkastje,
-
flessenhouder
,
-
tashouder
,
-
middenconsole,
-
dakconsole,
-
zonneklep,
-
opbergladen.
touchscreen
201-262
Autoradio
263-281
Achteruitrijcamera
1
14
u
itschakelen frontairbag passagierszijde
129, 133
Handgeschakelde
versnellingsbak
45
"Grip control"
1
17-118
1
oVerZICHt
Lokalisatie
11
Berlingo-2-VP_nl_Chap01_vue-ensemble_ed01-2015
Zekeringen dashboard, interieur 185-187
Motorkapontgrendeling
152
V
oorzieningen vóór
91-93
-
opbergvakken,
-
dashboardkastje,
-
flessenhouder
,
-
tashouder
,
-
middenconsole,
-
dakconsole,
-
zonneklep,
-
opbergladen.
Binnenspiegel
109
s
piegel naar achterpassagiers
1
09
Handgeschakelde versnellingsbak
45
touchscreen
201-262
Autoradio 263-281
Achteruitrijcamera
1
14s
chakelaars
-
centrale vergrendeling
26
-
elektrische
kinderbeveiliging
126
-
ruitbediening
102
-
alarmknipperlichten
103
"Grip control"
1
17-118
Verwarming, ventilatie: -
verwarming
63-64
-
airconditioning
63-64
Automatische
airconditioning
69-70, 71o
ntdooien/ontwasemen 72-73
Plafonniers
101, 182
Displays,menu's
28, 205, 266
Datum en tijd instellen
30-31
1
oVerZICHt
Lokalisatie
16
Berlingo-2-VP_nl_Chap02_eco-conduite_ed01-2015
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt\
u het brandstofverbruik en de Co2-uitstoot van
uw auto verminderen.
Eco-rijden
Maak optimaal gebruik van de versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde
versnellingsbak, rijd dan rustig weg, schakel zo snel mogelijk
de tweede versnelling in en schakel bij het accelereren bij
voorkeur relatief snel over naar een hogere versnelling.
Als uw auto is voorzien van een automatische transmissie of een
elektronisch gestuurde versnellingsbak, gebruik dan bij voorkeur de
automatische stand en trap het gaspedaal niet bruusk of diep in.
De schakelindicator adviseert u de versnelling in te schakelen die
het best geschikt is voor de rijomstandigheden: volg het op het
instrumentenpaneel weergegeven schakeladvies zo snel mogelijk op.
Bij auto's met een elektronisch gestuurde versnellingsbak of een
automatische transmissie wordt de opschakelindicator uitsluitend in
de handmatige stand weergegeven.
kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur af
op de motor in plaats van het rempedaal te gebruiken en
trap het gaspedaal geleidelijk in. Als u deze aanwijzingen
naleeft, neemt het brandstofverbruik en de C
o
2-uitstoot af
en wordt de geluidsoverlast door het verkeer beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan vanaf een
snelheid van ongeveer 40
km/h de snelheidsregelaar
(indien aanwezig).
Gebruik op slimme wijze de elektrische
voorzieningen
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog
is opgelopen, open dan alle ruiten en de ventilatieroosters
alvorens de airconditioning in te schakelen.
s
luit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten, maar laat
de ventilatieroosters geopend.
Gebruik de voorzieningen in het interieur die de
temperatuurstijging kunnen beperken (blinderingspaneel
van het panoramadak, zonneschermen, enz.).
s
chakel de airconditioning uit zodra de gewenste
temperatuur is bereikt (behalve bij auto's met een
automatische airconditioning).
s
chakel de achterruitverwarming en de ontwaseming uit
zodra deze niet meer nodig zijn als deze niet automatisch
worden aangestuurd.
s
chakel de stoelverwarming zo snel mogelijk uit.
s
chakel de verlichting en de mistlampen uit als het zicht
voldoende is.
Laat de motor vooral 's winters na het starten niet
stationair warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk weg: uw
auto warmt sneller op als u rijdt.
s
luit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparatuur
(DVD-speler, MP3-speler, spelcomputer, enz.) op
de auto aan om het elektriciteitsverbruik, en dus het
brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de auto verlaat.
Auto & Milieu
67
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
VENTILATIE
de zijventilatieroosters en
middelste ventilatieroosters,
Luchtopbrengst
de beenruimte,
de voorruit en de beenruimte,
de voorruit.
De luchtverdeling kan worden
gevarieerd door de knop in
een tussenstand te zetten,
aangegeven door "●".
Luchtverdeling
De bediening van de luchtverdeling wordt aangegeven
door middel van de volgende pictogrammen:
naar rood, toevoer van
warme lucht. van blauw, toevoer van koude
lucht,De kracht van de luchttoevoer
via de uitstroomopeningen
varieert van 1 tot 4. In de stand
0 is er geen luchttoevoer.
Zet de knop in de gewenste
stand voor een optimaal
comfort.
Verwarming
Handbediende airconditioning
Temperatuur
Zet de knop in de gewenste stand:
erGonoMIe en CoMFort
4
Ventilatie
68
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
Toevoer van buitenlucht
Luchtrecirculatie in het interieurAirconditioning A/C
Het lampje van de toets is uit.
Gebruik deze stand zo veel
mogelijk.
Druk op de toets om de
airconditioning in te schakelen;
het lampje gaat branden. Druk
nogmaals op de toets om de
airconditioning uit te schakelen;
het lampje gaat uit.
De airconditioning werkt niet als de knop
van de aanjager in de stand 0 staat.
De airconditioning werkt uitsluitend bij
draaiende motor.
Het lampje van de toets
brandt. Deze stand dient om
de toevoer van buitenlucht
bij stank en rookoverlast af te
sluiten.
Als deze stand gebruikt wordt
en de aanjager (stand 1
t/m
4) is ingeschakeld, wordt de
capaciteit van de verwarming
(knop temperatuurregeling naar
rood) of de airconditioning (knop
temperatuurregeling naar blauw)
sneller vergroot.
Gebruik de luchtrecirculatie niet
langer dan nodig is.
s
chakel zodra
de omstandigheden dit toelaten de
toevoer van buitenlucht weer in om
de lucht in het interieur te verversen
en het beslaan van de ruiten te
voorkomen. Gebruik deze stand zo
veel mogelijk.
Ventilatie
69
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
Gebruiksvoorschrift
Om het interieur maximaal te koelen
of te verwarmen kan de temperatuur
lager dan 15 worden ingesteld, door de
knop naar links te draaien tot L
o wordt
weergegeven of hoger dan 27
worden
ingesteld, door de knop naar rechts te
draaien tot HI wordt weergegeven.
Als de temperatuur in de auto bij
het instappen veel lager of hoger
is dan de ingestelde waarde, heeft
het geen zin om voor het gewenste
comfort de ingestelde waarde te
wijzigen. Het systeem compenseert
automatisch en zo snel mogelijk het
temperatuurverschil.
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
Automatische werking
Automatisch programma "comfort"
Dit is de normale gebruiksstand van de
airconditioning. Ingestelde waarde bestuurders- of
passagierszijde
De op het display weergegeven
waarde heeft betrekking op een
bepaald comfortniveau en niet op
de temperatuur in graden Celsius of
Fahrenheit.
Draai deze knop naar links of
naar rechts om de waarde te
verlagen of te verhogen. Voor
een optimaal comfort wordt
de waarde 21 aanbevolen. n iettemin
is afhankelijk van uw wensen een
afstelling tussen 18 en 24 gebruikelijk.
Zorg ervoor dat de zonnesensor
op het dashboard niet wordt
afgedekt.
Druk op deze toets. Het
symbool AUTO verschijnt.
Afhankelijk van de gekozen
instellingen regelt het
systeem de luchtverdeling, de
luchtopbrengst en de luchttoevoer om
het comfort en de luchtcirculatie in het
interieur optimaal te houden.
u hoeft het
systeem niet meer zelf bij te regelen.
o
m bij koude motor de toevoer van
koude lucht te beperken, wordt de
luchtopbrengst geleidelijk op het
optimale niveau gebracht.
Voor uw comfort worden de instellingen
tussen twee startmomenten
opgeslagen.
De automatische stand wordt
uitgeschakeld zodra u de instellingen
handmatig wijzigt (A uto verdwijnt).
GESCHEIDEN REGELING BESTUURDER EN PASSAGIER
erGonoMIe en CoMFort
4
Ventilatie
70
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
Handmatig verstellen
Al naar gelang uw wensen kunt u
de automatische bediening van het
systeem handmatig aanpassen. De
overige functies worden automatisch
geregeld. Bij het indrukken van de
toets AUTO zal het systeem weer
volledig automatisch functioneren.Regeling luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde
malen in om de luchtstroom
te verdelen naar:
-
de voorruit,
-
de voorruit en de beenruimte,
-
de beenruimte,
-
de linker
, rechter en middelste
ventilatieroosters en de beenruimte,
-
de linker
, rechter en middelste
ventilatieroosters. Regeling luchtopbrengst
De luchtopbrengst kan
vergroot of verkleind worden
door respectievelijk de toets
"kleine propeller" of "grote
propeller" in te drukken.
Het symbool van de luchtopbrengst
op het display, de propeller, wordt
afhankelijk van de ingestelde waarde
geleidelijk voller.
Airconditioning AAN/UIT
Druk op deze toets: het symbool
A/C wordt weergegeven
en de airconditioning wordt
geactiveerd.
Uitschakelen van het
systeem
Druk op de toets "kleine
propeller" van de
luchtopbrengstregeling tot het
symbool van de propeller van
het display is verdwenen.
Alle functies van de airconditioning
worden dan uitgeschakeld,
behalve de luchtrecirculatie en de
achterruitverwarming (volgens uitvoering).
Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
Bij het indrukken van deze toets
wordt de lucht in het interieur
gerecirculeerd. Het symbool van de
luchtrecirculatie wordt weergegeven.
Het is raadzaam om niet
langdurig met uitgeschakelde
airconditioning te rijden. Druk
op de toets "grote propeller"
of op de toets AUTO om het
systeem weer met de laatst
ingestelde waarden in te schakelen.
De luchtrecirculatie dient om de toevoer van
buitenlucht bij stank en stofoverlast af te sluiten.
Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt
nodig is (om te voorkomen dat de ruiten beslaan
en de luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat).
Druk de toets zodra de luchtrecirculatie niet
meer nodig is nogmaals in om de toevoer van
buitenlucht te hervatten.
Druk nogmaals op deze toets om de
aircondioning uit te schakelen.
De ventilatieopening in het
dashboardkastje verspreidt koele
lucht (als de airconditioning is
ingeschakeld), onafhankelijk van de
ingestelde temperatuur in het interieur
en de buitentemperatuur.
De ingestelde waarde wordt niet meer
geregeld en verdwijnt van het display.
Ventilatie