Page 58 of 308

56
Berlingo-2-VP_nl_Chap04_ergonomie_ed01-2015
LED-DAGRIJVERLICHTING
Mistachterlichten
(amberkleurig, draai de ring
2 standen naar voren).
Mistlampen vóór (groen, draai
de ring 1
stand naar voren).
Deze worden ingeschakeld
door deze ring naar
voren te draaien en
uitgeschakeld door de ring
naar achteren te draaien.
Het branden van de mistlampen
wordt aangegeven door een
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel.
Vergeet niet de mistlampen uit te
zetten zodra ze niet meer nodig
zijn.
De automatische verlichting schakelt
het mistachterlicht uit, maar de
mistlampen vóór blijven branden.
Draai de ring twee
standen naar achteren
om achtereenvolgens
het mistachterlicht en de
mistlampen vóór te doven.
Automatisch inschakelen van de verlichting
Bij mist of sneeuwval kan de
lichtsensor voldoende licht
waarnemen, waardoor de lichten
niet automatisch zullen worden
ingeschakeld.
s chakel indien nodig het
dimlicht handmatig in.
Dek de lichtsensor, die zich
achter de binnenspiegel op de voorruit
bevindt, niet af. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische
verlichting en ruitenwissers.
Inschakelen
Draai de ring in de stand AUTO. Bij het
inschakelen van de functie verschijnt
een melding op het display.
Uitschakelen
Draai de ring naar voren of naar
achteren. Bij het uitschakelen van de
functie verschijnt een melding op het
display.
De functie wordt tijdelijk uitgeschakeld
als de verlichting met de
lichtschakelaar wordt bediend.
Het parkeerlicht en
het dimlicht worden
automatisch ingeschakeld
als de lichtsterkte van de
omgeving onvoldoende
is en als de ruitenwissers wissen. De
verlichting wordt uitgeschakeld als
de lichtsterkte van de omgeving weer
voldoende is of het wissen is gestopt.
Deze functie is niet mogelijk in
combinatie met verlichting overdag.
Als de motor wordt gestart, wordt de
dagrijverlichting automatisch ingeschakeld.
Zodra de parkeerlichten of het dim- of
grootlicht handmatig of automatisch
wordt ingeschakeld, gaat de
dagrijverlichting uit.
Programmeren
Voor landen waar het voeren van
verlichting overdag niet wettelijk
verplicht is, kunt u de functie in- of
uitschakelen via het configuratiemenu.
Als in de daarop volgende 30
minuten
niet wordt ingegrepen, treedt de eco-
mode in werking. om te voorkomen
dat de accu leeg raakt. De functies
komen dan in een standby-stand en
het acculampje knippert.
De eco-mode heeft geen effect op het
branden van de parkeerlichten.
Bij helder of regenachtig weer, zowel
overdag als 's nachts, is het mistachterlicht
verblindend voor medeweggebruikers en
daarom niet toegestaan.
Zie in rubriek 8 het gedeelte
"Accu".
Mistlampen vóór/mistachterlicht
Deze branden in combinatie met
parkeer- en dimlicht.
stuurkolomschakelaars
Page 209 of 308
207
Berlingo-2-VP_nl_Chap10a_sMeGplus_ed01-2015
Niveau 1Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen
Navigatie
Instellingen Navigatie Bestemming innvoeren
Weergeven van de meest recente bestemmingen.
Berekenings criteria
sne
lste
De navigatiecriteria kiezen.
op d
e kaart wordt het aan de hand van de
criteria gekozen traject weergegeven.
k
or tste
ti
jd/afstand
e
cologisch
to
l
Veer boot
Verkeer
Exact - Dichtb.
Zie route op de kaart De kaart weergeven en de routegeleiding starten.
Bevestigen De opties opslaan.
Huidie locatie opslaan Het actuele adres opslaan.
De navigatie stoppen De navigatie-informatie uitschakelen.
Spraakweergave Het stemvolume en het opnoemen van
straatnamen instellen.
Route omleiden Afwijken van de oorspronkelijke route met een
bepaalde afstand.
Navigatie Weergeven als tekst.
Inzoomen.
u
itzoomen.
Weergeven op volledig scherm.
De kaart verplaatsen met de pijlen.
ka
art tweedimensionaal weergeven.
Audio en datacommunicatie
toeGePAste teCHnoLoGIe
10
Page 216 of 308

214
Berlingo-2-VP_nl_Chap10a_sMeGplus_ed01-2015
navigatie - routebegeleiding
Een bestemming kiezen
selecteer "B estem. Invoeren ".
s
electeer "
Archiveren " om het adres
als item op te slaan.
U kunt maximaal 200 items opslaan.
s
electeer "Bevestigen ".
Druk op " Zie route op de kaar t " om
de navigatie te starten.
s
electeer " Adres".
ki
es het "Land:" in de
weergegeven lijst en
vervolgens op dezelfde manier
de " Plaats: " of de postcode,
de " Straat: ", het "N°:".
Druk elke keer op Bevestigen.s electeer "
Navigeren ".
ki
es de overige criteria: "Inclusief
tolwegen ", "Inclusief veerboten ",
" Verkeer ", "Exact ", "Dichtb. ".
ki
es de navigatiecriteria: "Snelste"
of "
ko
r tste" of "Tijd/afstand " of
" Ecologisch " . Druk om de navigatie-informatie te
wissen op "
Instellingen ".
Druk op " De navigatie stoppen ".
Druk om de navigatie te hervatten op
" Instellingen ".
Druk op " De navigatie hervatten ".
Druk op Navigatie
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Naar een nieuwe bestemming
of
Audio en datacommunicatie
Page 289 of 308

160
Brandstof
BRANDSTOFTOEVOER
UITGESCHAKELD
Bij een zware aanrijding wordt de
brandstoftoevoer automatisch door de
brandstofafsluiter onderbroken.
Als dit verklikkerlampje gaat
knipperen, verschijnt een
melding op het display.
Controleer buiten de auto of u
geen brandstof ruikt en of er geen
brandstofl ekkage is en herstel de
brandstoftoevoer als volgt:
- zet het contact af (stand STOP),
- neem de sleutel uit het contactslot,
- plaats de sleutel in het contactslot,
- zet het contact aan en start de
motor.
HANDOPVOERPOMP DIESEL
In het geval van een lege
brandstoftank is het noodzakelijk het
brandstofsysteem te ontluchten.
- Vul de brandstoftank met minimaal
vijf liter diesel.
- Bedien de handopvoerpomp
voor de ontluchting (onder de
beschermkap in de motorruimte).
- Bedien de startmotor tot de motor
aanslaat.
- Vul de brandstoftank met minimaal
vijf liter diesel.
- Zet het contact aan (zonder de
motor te starten).
- Wacht ongeveer 6 seconden en zet
het contact af.
- Herhaal de handelingen 10 keer.
- Bedien de startmotor om de motor
te starten.
BlueHDi-motor
Page 300 of 308

160
Brandstof
BRANDSTOFTOEVOER
UITGESCHAKELD
Bij een zware aanrijding wordt de
brandstoftoevoer automatisch door de
brandstofafsluiter onderbroken.
Als dit verklikkerlampje gaat
knipperen, verschijnt een
melding op het display.
Controleer buiten de auto of u
geen brandstof ruikt en of er geen
brandstofl ekkage is en herstel de
brandstoftoevoer als volgt:
- zet het contact af (stand STOP),
- neem de sleutel uit het contactslot,
- plaats de sleutel in het contactslot,
- zet het contact aan en start de
motor.
HANDOPVOERPOMP DIESEL
In het geval van een lege
brandstoftank is het noodzakelijk het
brandstofsysteem te ontluchten.
- Vul de brandstoftank met minimaal
vijf liter diesel.
- Bedien de handopvoerpomp
voor de ontluchting (onder de
beschermkap in de motorruimte).
- Bedien de startmotor tot de motor
aanslaat.
- Vul de brandstoftank met minimaal
vijf liter diesel.
- Zet het contact aan (zonder de
motor te starten).
- Wacht ongeveer 6 seconden en zet
het contact af.
- Herhaal de handelingen 10 keer.
- Bedien de startmotor om de motor
te starten.
BlueHDi-motor