Ga als volgt te werk om de weergave van de informatie over de
autoradio op de display in ("On") of uit ("Off") te schakelen:
❒druk kort op de SET/
knop om "On" of "Off", op het display
knippert "On" of "Off" afhankelijk van wat eerder is ingesteld;
❒druk op de knop "+" of "−" om te kiezen;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Autoclose (automatische centrale
portiervergrendeling bij rijdend
voertuig)
Bij inschakeling van deze functie (On), worden de portieren
automatisch vergrendeld wanneer sneller dan 20 km/h wordt
gereden.
Ga als volgt te werk om de functie in- en uit te schakelen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop om een submenu weer te
geven;
❒druk kortstondig op de SET/
knop om "On" of "Off" op het
display te doen knipperen in functie van wat eerder is ingesteld;
❒druk op de knop "+" of "−" om te kiezen;
❒druk kortstondig op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het hoofdmenu zonder op te slaan.
❒houd de SET/
knop nogmaals ingedrukt om terug te keren
naar het standaardscherm of het hoofdmenu in functie van waar
men zich bevindt.
Meeteenheid (Meeteenheid instellen)
Met deze functie kunnen de meeteenheden via drie submenu’s
ingesteld worden: “Afstand”, “Verbruik” en “Temperatuur“.
Ga als volgt te werk om de meeteenheid in te stellen:
❒druk kort op de SET/
knop om de drie submenu's weer te
geven;
❒druk op de knop "+" or "–" om een van de drie submenu's te
selecteren;
❒nadat het te wijzigen submenu is gekozen, kort op de SET/
knop drukken;
❒wanneer het submenu “Afstand” wordt gekozen: kortstondig drukken
op SET/
toont "km" of "mi" , afhankelijk van de vorige
instelling;
❒druk op de knop "+" of "−" om te kiezen;
❒wanneer het submenu “Verbruik” wordt gekozen: kortstondig
drukken op SET/
toont km/l, l/100 km of mpg, afhankelijk van
de vorige instelling;
Wanneer “km” is ingesteld, wordt het brandstofverbruik in km/l of
l/100km op de display weergegeven.
Wanneer “mi” is ingesteld, wordt het brandstofverbruik in “mpg" op
de display weergegeven.
❒druk op de knop "+" of "−" om te kiezen;
❒wanneer het submenu “Temperatuur” wordt gekozen: drukken op
SET/
toont “°C” of “°F”, afhankelijk van de vorige instelling;
❒druk op de knop "+" of "−" om te kiezen;
27
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Volg onderstaande aanwijzingen om de auto correct te wassen:
❒verwijder de antenne van het dak als de auto in een wastunnel
wordt gewassen;
❒als voor het wassen van de auto hogedrukreinigers worden
gebruikt, houd dan een afstand van minimaal 40 cm t.o.v.
de carrosserie aan om beschadiging of aantasting te voorkomen.
Onthoud dat stagnerend water op lange termijn de auto kan
beschadigen.
❒maak de carrosserie eerst nat met een waterstraal onder lage druk;
❒was de carrosserie met een zachte spons met een lichte
zeepoplossing en spoel de spons regelmatig uit;
❒spoel goed af met schoon water en droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap.
Droog de minder zichtbare delen (bijv. randen van portieren,
motorkap, koplampranden) zorgvuldig, aangezien in deze zones
water makkelijker kan stagneren. Was de auto nooit als hij in de zon
heeft gestaan of als de motorkap nog warm is: de glans van de lak
kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen moeten op dezelfde wijze als de rest van
de auto gewassen worden.
Schoonmaakmiddelen verontreinigen het milieu. Was
daarom de auto op een plaats waar het afvalwater direct
wordt opgevangen en gezuiverd.
Om de esthetische eigenschappen van de lak te behouden,
mogen er geen schuur- en/of poetsproducten voor het
reinigen van de auto worden gebruikt.
BELANGRIJK
Parkeer de auto zo min mogelijk onder bomen: de hars die uit de
bomen druppelt, maakt de lak mat en vergroot de kans op
roestvorming.
Vogelpoep moet zo snel en zo goed mogelijk verwijderd worden,
omdat hierin bijzonder agressieve zuren aanwezig zijn.
Ruiten
Gebruik specifieke schoonmaakmiddelen en schone, zachte doeken
om krassen en beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Veeg het binnenoppervlak van de achterruit voorzichtig
met een doek af, en volg hierbij de richting van de elektrische
weerstandsdraden om de achterruitverwarming niet te beschadigen.
Koplampen
Gebruik een zachte, vochtige doek die in water met een specifiek
autowasmiddel is gedrenkt.
BELANGRIJK Gebruik nooit aromatische stoffen (bijv. benzine) of
ketonen (bijv. aceton) om de plastic lampglazen van de koplampen te
reinigen.
BELANGRIJK Als de auto met een hogedrukreiniger wordt gewassen,
moet de straal op minstens 20 cm van de koplampen worden
gehouden.
196
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER