ZIJAIRBAGS
(ZIJAIRBAG -
HOOFDAIRBAG)
Om de bescherming van de inzittenden
in geval van flankbotsingen te
verbeteren, is de auto uitgerust met
zijairbags die borst en schouders van
bestuurder en voorpassagier
beschermen en hoofdairbags die het
hoofd van de inzittenden voor- en
achterin beschermen (gordijnairbags).
Als de zijairbags niet worden
opgeblazen bij andere soorten
aanrijdingen (frontale botsingen,
kop-staartaanrijdingen, over de kop
slaan enz.), betekent dit niet dat het
systeem slecht functioneert.
ZIJAIRBAGS VOORIN
(ZIJAIRBAGS)
Deze bestaan uit twee soorten kussens
die zich in de rugleuning van de
voorstoelen bevinden fig. 124 en die
het bekken, de borst en schouders van
de inzittenden bij middelzware
zijdelingse botsingen beschermen.HOOFDAIRBAGS
(WINDOW BAGS)
De twee gordijnairbags zitten achter de
dakbekleding aan de zijkanten en zijn
afgedekt met speciale
afwerkingselementen fig. 125.
Dit type airbag is ontworpen om het
hoofd van de inzittenden voorin en
achterin te beschermen bij
flankbotsingen, dankzij het grote
oppervlak dat in opgeblazen toestand
wordt beslagen.
Bij lichte flankbotsingen is het opblazen
van de hoofdairbags niet vereist.Bij lichte frontale botsingen (waarbij de
bescherming van de omgelegde gordel
volstaat) worden de airbags niet
opgeblazen. Om die reden moeten
veiligheidsgordels steeds worden
omgelegd.
Het systeem biedt de beste
bescherming bij een zijdelingse botsing
als de passagier correct op zijn stoel
zit, zodat de hoofdairbag zo goed
mogelijk opgeblazen kan worden.
BELANGRIJK
Reinig de stoelen niet met water of
stoom onder druk (met de hand of in
een automatisch wasapparaat).
De front- en/of zijairbags kunnen in
werking treden bij heftige botsingen
tegen de onderkant van de auto (bijv.
botsing met treden, trottoirbanden,
kuilen of verkeersdrempels, enz.).
124A0K0629
125A0K0035
156
VEILIGHEID
Als de airbag geactiveerd wordt,
ontsnapt een kleine hoeveelheid
poeder: dit poeder is niet schadelijk en
duidt niet op het begin van een brand.
Dit poeder kan echter de huid en ogen
irriteren: was ze in dit geval met
neutrale zeep en water.
De controle, reparatie en vervanging
van de airbags moeten door het Alfa
Romeo Servicenetwerk worden
uitgevoerd.
Als de auto wordt gesloopt, moet het
airbagsysteem onbruikbaar gemaakt
worden door het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Gordelspanners en airbags worden op
verschillende manieren geactiveerd,
afhankelijk van het type botsing. Als
een of meerdere van deze
voorzieningen niet in werking treden,
dan duidt dat niet op een storing in het
systeem.
90) 91) 92) 93) 94) 95) 96) 97) 98) 99)
BELANGRIJK
90) Hang geen harde voorwerpen
aan de kledinghaken of de
steunhandgrepen.
91) Steun niet met het hoofd, de
armen of de ellebogen tegen
het portier, de ruiten of in het
gebied van de hoofdairbag om
mogelijke verwondingen tijdens
het opblazen te voorkomen.
92) Steek nooit het hoofd, de armen
of ellebogen uit het raam.
93) Als de contactsleutel naar MAR
wordt gedraaid en het lampje
gaat niet branden of blijft
tijdens het rijden branden (bij
sommige versies samen met een
bericht op het display), dan is
er mogelijk een storing in de
veiligheidssystemen. In dat geval
kunnen de airbags of
gordelspanners niet geactiveerd
worden bij een ongeval of, in
een zeer beperkt aantal gevallen,
op verkeerde wijze geactiveerd
worden. Laat het systeem
onmiddellijk controleren door het
Alfa Romeo Servicenetwerk
alvorens verder te rijden.94) Reis niet met voorwerpen op
schoot of voor de borst en houd
niets in de mond (pijp, pen, etc.).
Het opblazen van een airbag
na een botsing kan ernstige
schade/letsel veroorzaken.
95) Laat bij diefstal of poging tot
diefstal, vandalisme of
overstromingen het
airbagsysteem door het Alfa
Romeo Servicenetwerk
controleren.
157
96) Als de contactsleutel in de stand
MAR staat en de motor is afgezet,
kunnen de airbags ook
geactiveerd worden als de auto
door een andere auto wordt
aangereden. Daarom mag,
wanneer de passagiersairbag is
ingeschakeld, en ook al staat
de auto stil, GEEN tegen de
rijrichting in gemonteerd
kinderzitje op de voorstoel
gemonteerd worden. Als bij een
botsing de airbag wordt
opgeblazen, kan dit leiden tot
ernstig letsel en zelfs tot de dood
van het kind. Daarom moet de
passagiersairbag altijd
uitgeschakeld worden als een
kinderzitje tegen de rijrichting in
gemonteerd wordt op de voorste
passagiersstoel. Bovendien moet
de voorste passagiersstoel zo
ver mogelijk naar achteren zijn
geschoven om te voorkomen dat
het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het
dashboard. Schakel de
passagiersairbag onmiddellijk
weer in als het kinderzitje is
verwijderd. Onthoud tevens dat
als de sleutel in de stand STOP
staat, bij een ongeval geen enkel
veiligheidssysteem (airbags of
gordelspanners) geactiveerd
wordt. n deze gevallen duidt deuitgebleven activering niet op een
storing van het systeem.
97) Wanneer de contactsleutel naar
de stand MAR wordt gedraaid,
gaat het controlelampje
(bij
ingeschakelde frontairbag aan
passagierszijde) branden en
enkele seconden knipperen, om
eraan te herinneren dat de
passagiersairbag bij een botsing
geactiveerd zal worden.
Vervolgens dooft het lampje.
98) De frontairbag heeft een hogere
activeringsdrempel dan die van de
gordelspanners. Bij botsingen
die tussen deze twee
drempelwaarden liggen, treden
alleen de gordelspanners in
werking.
99) De airbag vervangt niet de
veiligheidsgordels, maar verhoogt
hun doeltreffendheid. Omdat de
frontairbags niet worden
geactiveerd bij frontale botsingen
bij lage snelheden, zijdelingse
botsingen, botsingen achterop en
over de kop slaan, worden in
deze gevallen de inzittenden
uitsluitend door de zijairbags en
de veiligheidsgordels beschermd,
die dus altijd gedragen moeten
worden.
158
VEILIGHEID
BELANGRIJK
130) Als de zekering opnieuw doorbrandt, neem dan contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
131) Vervang een zekering nooit door een exemplaar met een hogere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR.
132) Als een hoofdzekering (MEGA-FUSE, MIDIFUSE) doorbrandt, neem dan contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
133) Alvorens een zekering te vervangen, moet men controleren of de contactsleutel uit het slot is genomen en of alle
stroomverbruikers uit staan en/of zijn uitgeschakeld.
134) Als een hoofdzekering voor veiligheidsinrichtingen (airbagsysteem, remsysteem), motorsystemen (motorsysteem,
transmissiesysteem) of stuurinrichting doorbrandt, neem dan contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
204
NOODGEVALLEN
– Sleutel zonder
afstandsbediening ..................... 11
Diefstalalarm .................................. 14
Dieselfilter ...................................... 225
Dimlicht
– lamp vervangen ......................... 191
Display ........................................... 90
DPF (roetfilter) ................................ 87
DST-systeem (Dynamic Steering
Torque)......................................... 68
Dual pinion stuurbekrachtiging ....... 79
EBD-systeem................................ 66
Een lamp vervangen....................... 188
– Algemene instructies ................. 188
Een wiel vervangen ........................ 179
“Electronic Q2”-systeem
(“E-Q2”) ....................................... 68
Elektrische ruitbediening ............... 57
– Bedieningselementen ................ 57
EOBD-systeem .............................. 78
ESC-systeem (Electronic
Stability Control) ........................... 65
Extra verwarming ........................... 36
Fix&Go Automatic kit .................... 184
"Follow me home" systeem ........... 39
Frontairbag bestuurderszijde ......... 152
Frontairbag passagierszijde ............ 152
Frontairbags ................................... 152
Gear Shift Indicator ....................... 91Gebruik van de versnellingsbak ...... 162
Geprogrammeerd onderhoud......... 210
Geprogrammeerd
onderhoudsschema ..................... 211
Gewichten...................................... 258
Gordelspanners ............................. 141
– Krachtbegrenzers ...................... 141
Grootlicht ....................................... 39
– lamp vervangen ......................... 191
Grootlichtsignaal ............................ 39
Handbediende airconditioning....... 25
Handrem ........................................ 162
HBA-systeem................................. 67
Herconfigureerbaar
multifunctioneel display ................ 90
Hill Holder-systeem ........................ 67
Hoofdairbags (window bags) .......... 156
Hoofdsteunen ................................ 19
– “Anti-Whiplash” voorziening....... 20
– Hoofdsteunen achter................. 20
– Hoofdsteunen voor.................... 19
Identificatiegegevens
– Chassisnummer ........................ 236
– identificatieplaatje
carrosserielak ............................ 236
– motorcode ................................ 237
– typeplaatje met
identificatiegegevens ................. 236
Imperiaal/skidrager......................... 63Inbouwvoorbereiding voor
autoradio ..................................... 80
Inbouwvoorbereiding voor
"Isofix" kinderzitje ......................... 148
Installatie van
elektrische/elektronische
systemen ..................................... 80
Instapverlichting ............................. 40
– lamp vervangen ......................... 195
Instrumentenpaneel........................ 101
– Herconfigureerbaar
multifunctioneel display ............. 102
– Multifunctioneel display ............. 101
Interieur (reiniging) .......................... 233
Interieuruitrusting............................ 49
iTPMS-systeem.............................. 76
Kentekenverlichting
– lamp vervangen ......................... 193
Klimaatcomfort............................... 24
– Uitstroomopeningen/roosters .... 24
Klimaatregeling............................... 23
– Luchtrooster achter ................... 23
– Luchtroosters aan zijkant........... 23
– Luchtroosters boven ................. 23
– Luchtroosters in het midden ...... 23
Koelvloeistoftemperatuurmeter ....... 103
Koplampen .................................... 64
– Hoogteregeling koplampen ....... 64
– Koplampafstelling in het
buitenland ................................. 65
– lamp vervangen ......................... 191
ALFABETISCH REGISTER
Ruitensproeiers van achterruit ........ 230
Ruitensproeiers voorruit ................. 230
Ruitensproeier/-wisser voorruit ....... 40
– Automatische
wis-/wasfunctie ......................... 41
Ruitenwissers/achterruitwisser
– wisserbladen ............................. 228
Ruitenwissers
– wisserbladen vervangen ............ 228
Safe Lock (systeem) ...................... 13
SBR-systeem (Seat Belt
Reminder) .................................... 139
Schemersensor .............................. 38
Schuifdak ....................................... 52
Setup-menu ................................... 92
Skiluik ............................................ 50
Slepen van de auto ........................ 206
– Montage van het sleepoog ........ 206
“Smart Bag” systeem
(Meertraps frontairbags) ............... 152
Sneeuwkettingen .......................... 175
Snelheidsmeter .............................. 103
Stadslichten/dagverlichting (DRL)
– lamp vervangen ......................... 191
Stadslicht en dimlicht ..................... 38
Stadslichten/remlichten .................. 192
Standaard wielen en banden .......... 253
Start&Stop systeem ....................... 73
Stoelen .......................................... 17– Voorstoelen ............................... 17
Stopcontacten ............................... 50
Stuurinrichting ................................ 250
Stuurslot ........................................ 16
Stuurwiel ........................................ 20
Symbolen....................................... 10
Tankdop ....................................... 86
Tanken ....................................... 85-86
Technische gegevens ..................... 236
Toerenteller .................................... 103
Transmissie .................................... 247
Trip Computer ................................ 103
TRIP knop ...................................... 105
"Universeel" kinderzitje
monteren ..................................... 145
Veiligheidsgordels ......................... 138
– Gebruik ..................................... 138
Veilig kinderen vervoeren ................ 143
Velgbescherming (banden) ............. 252
Velgen
– verklaring van de velgcodes ...... 252
Vloeistoffen en smeermiddelen ....... 264
Vulinhouden ................................... 261
Welcome movement .................... 91
Wielen en banden .......................... 227
– bandenspanning ....................... 254
– een wiel vervangen .................... 179
– reservewiel ................................ 251
Wielen ............................................ 251
– velgen en banden ...................... 251
Wielophanging ............................... 249
Winterbanden ................................ 174
Zekeringen vervangen................... 196
Zijairbags (zijairbag -
hoofdairbag)................................. 156
Zijairbags (zijairbags voorin) ............ 156
Zonnekleppen ................................ 51
ALFABETISCH REGISTER