
 68
boxer_nl_Chap03_Ergo-et-confort_ed01-2015
direct inschakelen van de 
standkachel
Controleer voor het inschakelen van de 
standkachel of:
-
 
de knop van de temperatuurregeling in
  
de stand "Warme lucht" (rood) staat,
-
 
de knop van de luchtopbrengstregeling
  
in de stand "2" staat. Het symbool "- -:- -" of de 
eerder ingestelde tijd en het 
voorkeuzenummer (1, 2
  of 3) 
worden gedurende 10   seconden 
weergegeven.
Opmerking: druk om de overige voorkeuze-
instellingen weer te geven binnen 
10
  seconden herhaaldelijk op de toets "set".
Druk op deze toets.
Het display wordt verlicht en het 
pictogram van de verwarmingscyclus 
verschijnt en wordt weergegeven 
zolang de standkachel in werking is.
Uitgestelde inschakeling van de 
standkachel
Het inschakelen van de standkachel kan 
tussen 1
  minuut en 24   uur van tevoren 
geprogrammeerd worden.
U kunt drie verschillende tijdschakelingen 
opslaan en een uitgestelde inschakeling 
programmeren.
Opmerking: wanneer u de standkachel 
dagelijks op dezelfde tijd wilt inschakelen, 
hoeft u alleen de opgeslagen tijdschakeling 
elke dag opnieuw te programmeren.
Druk op de toets "set" om het 
display te verlichten. Druk binnen 10
  seconden op de 
toets voor het instellen van de tijd 
"<" of ">" om de inschakeltijd in 
te stellen.
De programmering wordt opgeslagen als de 
inschakeltijd en het voorkeuzenummer   
(1, 2   of 3) verdwijnen en de verlichting van 
het display wordt uitgeschakeld.
Standaard zijn er vooraf geselecteerde 
tijden in het systeem opgeslagen 
(1
  = 6   uur; 2   = 16   uur, 3   = 22   uur). Bij een 
wijziging in de geprogrammeerde tijd wordt 
de eerder geselecteerde tijd gewist.
Als de accu wordt losgekoppeld, worden 
de standaard geselecteerde tijden weer 
teruggezet.
Annuleren van de programmering
Druk kort op de toets "set"  
om een geprogrammeerde 
inschakeltijd te wissen.
De verlichting van het 
display wordt uitgeschakeld en het 
voorkeuzenummer (1, 2
  of 3) verdwijnt.
Oproepen van een programmering
Druk herhaaldelijk op de toets "set" tot het voorkeuzenummer (1, 2   of 3) 
van de gewenste inschakeltijd 
verschijnt.
Na 10
  seconden verdwijnt 
de tijd, die opgeslagen blijft, van het 
display, dat echter blijft branden en 
het voorkeuzenummer (1, 2
  of 3) blijft 
weergeven. 
Ventilatie  

 69
boxer_nl_Chap03_Ergo-et-confort_ed01-2015
Laat de standkachel ten minste 1 keer 
per jaar aan het einde van de herfst  
controleren. Onderhoud en reparaties 
aan het systeem mogen alleen worden 
uitgevoerd door het PEUGEOT-netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruik uitsluitend originele 
vervangingsonderdelen.
Uitschakelen van de standkachel
Bij een uitgestelde inschakeling van 
de standkachel wordt de verwarming 
automatisch uitgeschakeld na afloop van de 
gebruiksvoorschrift
Gebruik om koolmonoxidevergiftiging 
te voorkomen de standkachel nooit in 
afgesloten ruimten zoals een garage of 
werkplaats zonder afzuiginstallatie.
De standkachel wordt uitgeschakeld als de 
accuspanning laag is, zodat het starten van 
de motor niet in gevaar komt.
De standkachel wordt gevoed door brandstof 
uit de brandstoftank van de auto. Controleer, 
voordat u de standkachel programmeert of 
inschakelt, of er nog voldoende brandstof in 
de tank aanwezig is.
Schakel de standkachel bij het tanken 
altijd uit om brand- en explosiegevaar te 
voorkomen. De temperatuur rondom de standkachel 
mag niet hoger zijn dan 120°C. Een hogere 
temperatuur (bijv. in een oven van een 
spuiterij) kan het elektrische circuit van de 
auto beschadigen.
De standkachel is voorzien van een 
thermische beveiliging die in het geval 
van oververhitting van de motor als 
gevolg van een gebrek aan koelvloeistof 
de verbranding onderbreekt. Controleer 
het koelvloeistofniveau en vul het indien 
nodig bij; houd u zich daarbij aan de 
voorschriften die zijn vermeld in de rubriek 
"Onderhoud - Niveaus". Druk vervolgens 
op de programmaselectietoets alvorens de 
verwarming in te schakelen.
Instellen van de duur van de 
verwarming
De duur van de verwarming kan worden 
ingesteld tussen 10
  en 60   minuten.
Druk op de toets "set" en houd 
de toets ingedrukt.
Druk tegelijkertijd op de toets  "<" 
of ">".
De tijd en het pictogram van het instellen 
van de tijd worden weergegeven.
Druk nogmaals op de toets "set" en houd 
de toets ingedrukt.
Druk nogmaals tegelijkertijd op de toets "<"  
of  ">".
De geprogrammeerde duur van de 
verwarming wordt weergegeven en het 
pictogram van de verwarmingscyclus of van 
de ventilatie knippert.
Stel de duur van de verwarming in met de 
toets  "<" of ">".
De duur van de verwarming is opgeslagen 
als deze niet meer op het display wordt 
weergegeven of als u nogmaals op de toets 
"set" drukt. geprogrammeerde duur.
Als de standkachel direct wordt 
ingeschakeld, druk dan nogmaals 
op deze toets om de verwarming 
handmatig uit te schakelen.
Het pictogram van de verwarmingscyclus 
verdwijnt en de verlichting van het display 
gaat uit. 
Ventilatie 
3
eRgOnOMIe en COMFORT  

 87
boxer_nl_Chap04_Technologie-a-bord_ed01-2015
PeRSOOnlIJke InSTellIngen - COnFIgURATIe
V ia het bedieningspaneel MO de
Via dit bedieningspaneel naast het stuurwiel 
hebt u toegang tot de menu's waarin u de 
persoonlijke instellingen van de uitrusting 
van de auto kunt wijzigen.
De desbetreffende informatie wordt 
weergegeven op het display van het 
instrumentenpaneel.
U kunt kiezen uit 11  talen: Braziliaans-
Portugees, Duits, Engels, Frans, Italiaans, 
Nederlands, Pools, Portugees, Russisch, 
Spaans, Turks. Als uw auto is uitgerust met het 
audiosysteem, hebt u toegang tot alle 
menu's.
Als uw auto is uitgerust met het audio-/
telematicasysteem met touchscreen, zijn 
bepaalde menu's uitsluitend te openen via 
het bedieningspaneel van de autoradio.
-  
omlaag te scrollen in een menu,
-
 
een waarde te verlagen.
d
 ruk op de toets MO de  om:
-  
menu's en submenu's weer te
  
geven,
-  
een geselecteerde optie in een
  
menu te bevestigen,
-  
menu's te verlaten.
Houd de toets ingedrukt om terug te
  
keren naar het beginscherm.
d
 ruk op deze toets om:
d
ruk op deze toets om:
-
 
omhoog te scrollen in een menu,
-
 
een waarde te verhogen.
Om veiligheidsredenen kunnen sommige 
menu's uitsluitend worden weergegeven 
bij afgezet contact. 
Configuratie van de auto 
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD  

 94
boxer_nl_Chap04_Technologie-a-bord_ed01-2015
PARkee RHU l P ACHT e R   M e T  gel UI d SSI gn A len
Dit systeem (volgens uitvoering) bestaat uit 
vier parkeersensoren die zijn aangebracht in 
de achterbumper.
Het systeem waarschuwt de bestuurder voor 
elk obstakel (persoon, auto, boom, hek, …) 
dat zich achter de auto bevindt.
Het waarschuwt u echter niet voor objecten 
die zich direct onder de bumper bevinden. 
Paaltjes, pionnen bij wegwerkzaamheden 
of gelijksoortige voorwerpen worden 
waargenomen bij aanvang van de 
manoeuvre, maar niet meer wanneer de 
auto te dicht genaderd is.
De parkeerhulp achter kan worden 
gecombineerd met de achteruitrijcamera.Inschakelen
Schakel de achteruitversnelling in.
Een geluidssignaal geeft de afstand tot het 
obstakel aan. Hoe dichter de auto bij het 
obstakel komt, hoe korter de tijd tussen de 
geluidssignalen is.
Als de auto minder dan ongeveer 
30
  centimeter van het obstakel verwijderd is, 
is het geluidssignaal continu hoorbaar.
Uitschakelen
Zet de versnellingsbak in de neutraalstand.
Storing
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk 
of een gekwalificeerde werkplaats 
als dit verklikkerlampje op het 
instrumentenpaneel gaat branden in 
combinatie met een melding op het display.
gebruiksvoorschrift
De parkeerhulp is een hulpmiddel voor de 
bestuurder die desondanks waakzaam moet 
blijven.
Let vooral goed op wanneer u achteruitrijdt 
terwijl de achterdeuren zijn geopend.
Zorg ervoor dat de sensoren in de winter of 
bij slecht weer niet bedekt zijn met modder, 
ijs of sneeuw. 
Parkeerhulp  

 96
boxer_nl_Chap04_Technologie-a-bord_ed01-2015
lUCHTVeRIng
Als uw auto is voorzien van luchtvering, 
kunt u de hoogte van de wagenhoogte 
achter wijzigen om het in- en uitladen te 
vergemakkelijken.
De schakelaars bevinden zich naast het 
stuurwiel, op het bedieningspaneel MOde .
Naast de standaard wagenhoogte beschikt u 
over 6
  standen, omhoog (van +1   tot +3) en 
omlaag (van -1
  tot -3). De ingestelde stand 
wordt aangegeven op het display van het 
instrumentenpaneel.
Handmatig wijzigen van de 
wagenhoogte achter
Wagenhoogte achter omhoog Wagenhoogte achter omlaag
Druk snel op de schakelaar om 
een hogere stand te selecteren. 
Elke keer dat op de schakelaar 
wordt gedrukt (lampje brandt), 
wordt de wagenhoogte achter 
één stand verhoogd: +1
  tot +3.
Door lang op de schakelaar te drukken 
wordt de hoogste stand geselecteerd (+3). Druk snel op de schakelaar om 
een lagere stand te selecteren.
Elke keer dat op de schakelaar 
wordt gedrukt (lampje brandt), 
wordt de wagenhoogte achter 
één stand verlaagd: -1
  tot -3.
Door lang op de schakelaar te drukken 
wordt de laagste stand geselecteerd (-3). 
Laadhulp  

 100
boxer_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
gebruiksvoorschrift
Het antiblokkeersysteem garandeert geen  
kortere remweg. Op een erg glad wegdek 
(ijzel, olie enz.) kan de remweg door de 
werking van het ABS juist langer zijn. Trap 
het rempedaal bij een noodstop krachtig en 
volledig in en laat het niet los, ook niet op 
een glad wegdek. Het ABS zorgt er dan voor 
dat u om het obstakel heen kunt sturen.
Zorg er bij vervanging van de wielen 
(banden en velgen) voor dat er wielen 
worden gemonteerd die aan de voorschriften 
van de constructeur voldoen.Brake Assist System (BAS)
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen 
de optimale remdruk sneller wordt bereikt, 
zodat de remafstand kleiner wordt.
Inschakelen
Het systeem wordt ingeschakeld als het 
rempedaal sneller wordt ingetrapt dan een 
bepaalde grenswaarde.
Het systeem zorgt er dan voor dat de benodigde 
bedieningskracht minder wordt en dat de 
effectiviteit van het remmen wordt vergroot.
Uitschakelen
De bestuurder kan dit systeem niet 
uitschakelen.
Storing
Als dit waarschuwingslampje gaat 
branden in combinatie met een 
melding op het display van het 
instrumentenpaneel, duidt dit op 
een storing in het antiblokkeersysteem. Door 
deze storing zou u tijdens het remmen de 
controle over uw auto kunnen verliezen.
Voor een optimale werking van het 
remsysteem is het raadzaam een 
inremperiode van 500
 
km aan te houden. 
Vermijd gedurende deze periode situaties 
waarbij u hard, veelvuldig en aanhoudend 
moet remmen. Als dit waarschuwingslampje gaat 
branden in combinatie met het 
waarschuwingslampje 
ABS en 
een melding op het display van 
het instrumentenpaneel, duidt dit op een 
storing in de elektronische remdrukregelaar. 
Door deze storing zou u tijdens het remmen 
de controle over uw auto kunnen verliezen. Trap het rempedaal bij een noodstop zeer 
krachtig in en laat het pedaal niet los.
Stop op een veilige plaats.
Raadpleeg in beide gevallen het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. 
Veiligheid tijdens het rijden  

 101
boxer_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
STABIlITeITSCOnTROleSySTeMen
Uitschakelen
De bestuurder kan dit systeem niet 
uitschakelen.
dynamische stabiliteitscontrole 
(C d S)
De dynamische stabiliteitscontrole grijpt in 
via de remmen van één of meer wielen en 
via het motorkoppel om de auto (binnen de 
natuurkundige grenzen) weer in de juiste 
koers te brengen.
Als uw auto is voorzien van het CDS-
systeem, stuur dan niet tegen om de auto in 
de juiste koers te houden.
Inschakelen
Het CDS-systeem wordt automatisch 
ingeschakeld zodra de motor wordt gestart. Storing
Als dit verklikkerlampje 
brandt, in combinatie met een 
geluidssignaal en een melding ter 
bevestiging op het display van het 
instrumentenpaneel, wijst dit op een storing 
in het CDS-systeem.
Laat het systeem controleren door het 
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde 
werkplaats. Inschakelen
Als de motor wordt gestart, wordt dit 
systemen automatisch ingeschakeld.
Dit systeem treedt in werking als de auto 
grip verliest of uit de koers dreigt te raken.
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de auto 
vastzit in de modder, sneeuw, in mulle 
grond, ...) kan het nuttig zijn het ASR-
systeem uit te schakelen, zodat de wielen 
kunnen spinnen en weer grip kunnen 
krijgen.
-
 
Druk op deze knop in het midden van
  
het dashboard om dit systeem uit te 
schakelen.
Antislipregeling (ASR)
De antislipregeling zorgt voor een optimale 
tractie. Het systeem voorkomt het spinnen 
van de wielen door in te grijpen op de 
remmen van de aangedreven wielen en op 
het motormanagement.
Als het verklikkerlampje van de knop brandt 
en er een melding op het display van het 
instrumentenpaneel verschijnt, is het ASR-
systeem uitgeschakeld.
Het systeem wordt geactiveerd zodra 
de wielen te weinig grip hebben of de 
koers van de auto afwijkt van de door 
de bestuurder gewenste richting.
In dat geval gaat dit verklikkerlampje op het 
instrumentenpaneel knipperen. 
5
Veiligheid tijdens het rijden
VEILIGHEID  

 102
boxer_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
Opnieuw inschakelen
Het ASR-systeem wordt automatisch weer 
ingeschakeld als het contact opnieuw wordt 
aangezet.
- 
Druk nogmaals op deze knop om
  
het systeem handmatig weer in te 
schakelen.
Storing Als dit verklikkerlampje gaat 
branden in combinatie met een 
geluidssignaal en een melding ter 
bevestiging op het display van het 
instrumentenpaneel, duidt dit op 
een storing in het ASR-systeem.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.g ebruiksvoorschrift
Het ASR- en het CDS-systeem zorgen 
voor meer veiligheid tijdens het rijden. De 
bestuurder mag zich echter nooit laten 
verleiden tot het nemen van meer risico's of 
tot het te snel rijden.
De goede werking van de systemen 
wordt verzekerd door de naleving van 
de voorschriften van de constructeur 
op het gebied van wielen (banden en 
velgen), onderdelen van het remsysteem, 
elektronische onderdelen alsmede de 
montageprocedure en het uitvoeren van 
werkzaamheden door het netwerk.
Laat deze systemen na een aanrijding 
controleren door het PEUGEOT-netwerk of 
door een gekwalificeerde werkplaats.load Adaptive Control
Het werkelijke totaalgewicht van een 
bedrijfsauto is sterk afhankelijk van de mate 
van belading. De plaats van het zwaartepunt 
kan dus veranderen in lengterichting, maar 
ook in verticale richting.
Elke verandering heeft invloed op het 
remmen, de tractie, het bochtgedrag en de 
neiging tot omslaan.
De Load Adaptive Control berekent het 
werkelijke totaalgewicht door het gedrag van 
de auto tijdens het accelereren en remmen 
te analyseren.
Dit systeem past vervolgens de werking 
van het CDS- en het ASR-systeem aan 
de gewichtsverdeling van de auto aan. 
In noodsituaties blijft de auto zo beter de 
opgelegde koers volgen. 
Veiligheid tijdens het rijden