127
boxer_nl_Chap07_Verifications_ed01-2015
Binnenzijde
Deze handeling mag alleen worden uitgevoerd
als de auto stilstaat en het bestuurdersportier
geopend is.
Trek aan de hendel aan de zijkant van het
dashboard.
Buitenzijde
Duw de veiligheidshaak aan de bovenzijde
van de grille omhoog en til de motorkap op.Plaats de motorkapsteun in de houder
alvorens de motorkap te sluiten.
Laat de motorkap voorzichtig zakken en laat
deze aan het einde van de slag in het slot
vallen.
MOTORkAP
OP enen
Open de motorkap niet als het hard
waait.
Wees bij warme motor voorzichtig met het
bedienen van de veiligheidshaak en de
motorkapsteun (kans op brandwonden).
Zet het contact altijd met de sleutel af
als u handelingen onder de motorkap
wilt uitvoeren om letsel door het automatisch
activeren van de START-stand van het Stop
& Start-systeem te voorkomen.
MOTORkAP S l UIT en
Motorkapsteun
Maak de motorkapsteun los en steek deze
in de eerste en vervolgens de tweede
uitsparing van de motorkap.
In verband met de aanwezigheid
van elektrische uitrustingen in
de motorruimte wordt geadviseerd om
blootstelling aan water (regen, wassen, ...)
te beperken.
7
Motorruimte
ONDERHOUD
131
boxer_nl_Chap07_Verifications_ed01-2015
Deze sticker, die hoort bij het Stop & Start-
systeem, geeft aan dat er een speciale
12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.Voer de onderstaande controles
regelmatig uit om uw auto in goede
staat te houden. Raadpleeg de voorschriften
in het PEUGEOT-netwerk of in het
garantie- en onderhoudsboekje dat bij dit
instructieboekje zit.
COnTROleS
Accu
Laat uw accu voor de winter controleren
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Aftappen van water in het
brandstoffilter
Als dit lampje gaat branden,
moet het brandstoffilter worden
afgetapt. Om te voorkomen dat het
lampje gaat branden kan het filter
ook op regelmatige basis worden afgetapt,
bijvoorbeeld bij een onderhoudsbeurt.
Draai de aftapplug of de sensor water in
brandstoffilter aan de onderzijde van het filter
los. Ga door met aftappen tot al het water uit
het filter is weggelopen. Draai vervolgens de
aftapplug of de sensor weer vast.
luchtfilter en interieurfilter
Een verstopt interieurfilter vermindert
de prestaties van de airconditioning
en kan stankoverlast in het interieur
veroorzaken. Raadpleeg het garantie- en
onderhoudsboekje voor informatie over het
vervangingsinterval van de filterelementen.
Als de omgeving (veel stof) en de
gebruiksomstandigheden van de auto (veel
stadsverkeer) daartoe aanleiding geven,
moeten de filters twee keer zo vaak worden
vervangen.
Raadpleeg de rubriek "Onderhoud -
Motorruimte"
De HDi-motoren zijn technologisch
geavanceerde motoren. Laat
werkzaamheden aan deze motoren altijd
uitvoeren door gekwalificeerde technici
van het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Niveaus en controles
7
ONDERHOUD
134
boxer_nl_Chap07_Verifications_ed01-2015
Te laag brandstofniveau
B
RA
nd
STOF
TA
nken
Bij lage temperaturen
In bergachtige en/of koude gebieden wordt
aanbevolen zogenaamde "winter" brandstof
te tanken die speciaal geschikt is voor (zeer)
lage temperaturen.
Tank nooit als de motor door het Stop &
Start-systeem is afgezet; zet in dat geval
altijd het contact af met de sleutel.
Als het brandstofniveau e
(Empty) is bereikt, gaat dit
verklikkerlampje branden.
Afhankelijk van de inhoud van
de brandstoftank, de motoruitvoering, de
rijomstandigheden en het profiel van de weg
bevat de tank nog ongeveer 10
of 12 liter
brandstof.
Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om
een lege brandstoftank te voorkomen.
De inhoud van de brandstoftank bedraagt
ongeveer 90
liter
.
Er zijn ook brandstoftanks leverbaar met een
inhoud van 60
en 120 liter. Het tanken dient met afgezette motor te
geschieden.
-
Open de brandstofvulklep.
-
Houd de zwarte dop met één hand vast.
-
Steek met de andere hand de sleutel in
het slot en draai deze linksom.
-
V
erwijder de zwarte dop uit de
vulopening en bevestig deze aan de
haak aan de binnenzijde van de vulklep.
Op een label aan de binnenzijde van de
brandstofvulklep staat de voorgeschreven
soort brandstof aangegeven.
Laat het vulpistool bij het aftanken van de
auto nooit meer dan 3
keer automatisch
uitspringen. Indien dit wel gebeurt kunnen er
storingen optreden.
-
V
ergrendel na het tanken de zwarte dop
en sluit de vulklep.
BlueH
d i en additief AdBlue
De blauwe dop is uitsluitend aanwezig bij de
BlueHDi-dieseluitvoeringen.
Raadpleeg voor meer informatie de rubriek
"Additief AdBlue". Raadpleeg voor de betekenis van de
waarschuwingen op de stickers de
rubriek "Snel weer op weg - Verklaring van
de stickers".
Brandstof
144
boxer_nl_Chap08_Aide-Rapide_ed01-2015
Deze sticker hoort bij het Stop &
Start-systeem en geeft aan dat er een
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door een dealer van het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Na het monteren van de accu door
het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats duurt het even
voordat het Stop & Start-systeem weer zal
werken, hoe lang dit duurt is afhankelijk
van klimatologische omstandigheden en de
laadtoestand van de accu (kan tot ongeveer
8
uur duren).
Het is raadzaam de minpool (-) van de
accu los te koppelen als uw auto langer
dan een maand buiten gebruik is.
De beschrijving van de laadprocedure van
de accu dient slechts ter informatie.
Nadat de accu langdurig losgekoppeld is
geweest, moeten de volgende functies
geïnitialiseerd worden:
-
instellingen van het display (datum, tijd,
taal, afstandseenheid en temperatuur),
-
voorkeuzezenders autoradio,
-
centrale vergrendeling.
Raadpleeg, als bepaalde instellingen van de
auto zijn gewist, het PEUGEOT-netwerk om
deze opnieuw in te stellen.
Als uw auto van een tachograaf of een alarm
is voorzien en de auto meer dan 5
dagen
niet gebruikt wordt, is het raadzaam de
minpool (-) van de accu (aan de linkerzijde
onder de vloer, in de cabine) los te
koppelen.
Lege accu
146
boxer_nl_Chap08_Aide-Rapide_ed01-2015
ZekeringA (Ampère) Functie
12 7,5Dimlicht rechts
13 7,5Dimlicht links
31 5Relais elektronische eenheid motorruimte - Relais elektronische eenheid \
dashboard (+ sleutel)
32 7,5Interieurverlichting (+ accu)
33 7,5Sensor accucontrole Stop & Start-uitvoering (+ accu)
34 7,5Interieurverlichting Minibus - Alarmknipperlichten
36 10Autoradio - Bediening airconditioning - Inbraakalarm - Tachograaf - Elektronische eenheid
stroomonderbreker - Programmeereenheid standkachel (+ accu)
37 7,5Remlichtschakelaar - Derde remlicht - Instrumentenpaneel (+ sleutel)
38 20Centrale portiervergrendeling (+ accu)
42 5Elektronische eenheid en sensor ABS - Sensor ASR - Sensor CDS - Remlichtschakelaar
43 20Motor ruitenwissers vóór (+ sleutel)
47 20Motor ruitbediening bestuurderszijde
48 20Motor ruitbediening passagierszijde
49 5Elektronische eenheid parkeerhulp - Autoradio - Bediening aan de stuurkolom - Schakelaarpanelen (centraal
en aan de zijkant) - Extra schakelaarpaneel - Elektronische eenheid str\
oomonderbreker (+ sleutel)
50 7,5Elektronische eenheid airbags en gordelspanners
51 5Tachograaf - Elektronische eenheid stuurbekrachtiging - Airconditioning - Achteruitrijlichten - Sensor water in
brandstoffilter - Luchthoeveelheidsmeter (+ sleutel)
53 7,5Instrumentenpaneel (+ accu)
89 -Niet gebruikt
90 7,5Grootlicht links
91 7,5Grootlicht rechts
92 7,5Mistlamp links
93 7,5Mistlamp rechts
Defecte zekering
205
boxer_nl_Chap10a_Autoradio_Fiat-tactile-1_ed01-2015
niveau 1niveau 2n iveau 3Aanwijzingen
nAV S
nelheidslimiet (indien bekend).
Om het verschil te zien tussen de gewenste aankomsttijd
en de geschatte aankomsttijd.
Raak dit gedeelte van de statusbalk aan om over te
schakelen van de 3D- naar de 2D-weergave van de kaart.
nAV
ga
naar... Als het navigatiesysteem voor de eerste keer opstart,
worden de "Rijmodus" en uitgebreide informatie over
de huidige locatie weergegeven.
Raak het midden van het scherm aan om het
hoofdmenu te openen.
ka
art weergeven
een
route plannen
di
ensten
Parameters
Hulp
Afsluiten
nAV M
eer informatie De aanwijzingen weergeven
Het overzicht van de route geeft een globaal beeld van
de route, informatie over de resterende afstand tot de
bestemming en een schatting van de resterende reistijd.
Met RDS/ TMC-gegevens kan het overzicht van de route
ook informatie geven over vertragingen op de route.
De kaart met de route weergeven
De demo van de route weergeven
Overzicht van de route
De bestemming weergeven
De verkeerssituatie op de route weergeven
Route wijzigen Bestemming wijzigen
Het navigatiesysteem helpt de gebruiker zo snel
mogelijk op de plaats van bestemming te komen door
een alternatieve, snellere route te tonen (als er een
snellere route is).
Verkeersopstoppingen vermijden
Alternatieve route berekenen...
Gaan via...
Gedeelte van de route vermijden
Vertragingen zo veel mogelijk beperken
Afsluiten
nAVNavigatie-aanwijzingen voor het vervolg van de route
en afstand tot de volgende aanwijzing. Als de volgende
aanwijzing op minder dan 150
meter van de eerste aanwijzing
wordt gegeven, wordt deze aanwijzing direct weergegeven in
de plaats van de afstand. Raak dit gedeelte van de statusbalk
aan om de laatste gesproken aanwijzing nogmaals te horen.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
AUDIO EN TELEMATICA
10