Telefoon171TelefoonAlgemene aanwijzingen.............171
Bluetooth-verbinding ..................172
Noodoproep ............................... 174
Bediening ................................... 175
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ..................178Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk‐ heid om via een microfoon en de luid‐
sprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het info‐
tainmentsysteem van de auto de be‐
langrijkste functies van de mobiele te‐
lefoon te bedienen. Om het telefoon‐
portaal te kunnen gebruiken, moet de mobiele telefoon via Bluetooth met
het Infotainmentsysteem verbonden
zijn.
Niet alle functies van de telefoonpor‐
tal worden door elke mobiele telefoon ondersteund. Welke telefoonfuncties
mogelijk zijn, hangt af van de desbe‐ treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover vindt u in de bedienings‐ handleiding van uw mobiele telefoon.
U kunt hierover ook informatie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het rij‐
den kan gevaarlijk zijn doordat uw concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer uw auto
Telefoon173
Zodra het telefoonportaal van het In‐
fotainmentsysteem wordt gedetec‐
teerd, verschijnt het in de apparaten‐
lijst van uw Bluetooth-toestel. Selec‐
teer het telefoonportaal.
Voer op verzoek de pincode op uw
Bluetooth-toetsel in. De apparaten
worden gekoppeld en verbonden.
Let op
Het telefoonboek van uw mobiele te‐
lefoon wordt automatisch gedown‐
load. De presentatie en volgorde
van de telefoonboekvermeldingen
kunnen op het display van het Info‐
tainmentsysteem en op het display
van de mobiele telefoon verschillend zijn.
Na het tot stand komen van de Blue‐
tooth-verbinding: als er een ander
Bluetooth-apparaat was verbonden
met het Infotainmentsysteem, wordt
dat apparaat nu losgekoppeld van het
systeem.
Als de Bluetooth-verbinding niet tot stand komt: herhaal de bovenstaande procedure of raadpleeg de gebruiks‐
aanwijzing van het Bluetooth-appa‐
raat.
Let op
Aan het Infotainmentsysteem kun‐
nen maximaal 5 toestellen worden
gekoppeld.
De Bluetooth-code wijzigen Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth-code wijzigen .
Voer de gewenste viercijferige pin‐
code in en bevestig de door u inge‐
voerde gegevens met OK.Een ander gekoppeld apparaat
verbinden
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het Info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.
Kies het gewenste apparaat. Er ver‐
schijnt een submenu.
Selecteer Selecteren om de verbin‐
ding te maken.
Telefoon175worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐ fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw
mobiele telefoon ook via het Infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het Infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
er gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enkele minuten duren.
Tijdens deze periode is het bedienenvan de mobiele telefoon via het Info‐
tainmentsysteem slechts beperkt mo‐
gelijk.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Zodoende is het mogelijk dat
de functionaliteit die bij deze speci‐ fieke mobiele telefoons staat be‐
schreven, afwijkt.
Voorwaarden Voor de handsfreemodus van het In‐
fotainmentsysteem moet aan de vol‐
gende voorwaarden zijn voldaan:
■ De Bluetooth-functie van het Info‐ tainmentsysteem moet geactiveerd
zijn 3 172.
■ De Bluetooth-functie van de mo‐ biele telefoon moet geactiveerd zijn
(zie gebruiksaanwijzing van het ap‐ paraat).
■ De mobiele telefoon moet op "zicht‐
baar" staan (zie gebruiksaanwij‐
zing van het apparaat).
■ De mobiele telefoon moet aan het Infotainmentsysteem gekoppeld
zijn 3 172.
176Telefoon
Handsfreemodus activeren
Druk op 7 / i op het bedieningspa‐
neel van het Infotainmentsysteem.
Het hoofdmenu van de telefoon ver‐
schijnt.
Let op
Als er geen mobiele telefoon met het Infotainmentsysteem verbonden is,
verschijnt Geen telefoon
beschikbaar . Voor een gedetail‐
leerde beschrijving van het tot stand brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding 3 172.
Veel functies van de mobiele telefoon
kunnen nu worden bediend via het
hoofdmenu van de telefoon (en bijbe‐
horende submenu's) en via de tele‐
foonspecifieke knoppen op het stuur‐ wiel.
Telefoongesprek initiërenHandmatig een nummer invoeren
Druk in het actieve telefoonhoofd‐
menu op de multifunctionele knop om
Menu telefoon te openen.
Selecteer Nummer invoeren . Het vol‐
gende scherm verschijnt.
Voer het gewenste nummer in en se‐
lecteer y op het display om het kie‐
zen te starten.
Let op
Voor het openen van het scherm Zoeken van het telefoonboek selec‐
teert u 4.
Het telefoonboek gebruiken Let op
Het telefoonboek kan alleen worden gedownload als deze functie wordt
ondersteund door uw mobiele tele‐
foon. Voor nadere informatie verwij‐
zen wij u naar de gebruiksaanwijzing
van uw mobiele telefoon.
Het telefoonboek bevat namen en
nummers van contactpersonen.
Druk in het telefoonhoofdmenu op de
multifunctionele knop om Menu
telefoon te openen.
Selecteer Telefoonboek . Selecteer
Zoeken en vervolgens Voornaam of
Achternaam . Het volgende scherm
verschijnt.
Telefoon177
Net als op een telefoon of mobiele zijn
de letters alfabetisch op het display
gegroepeerd: abc, def , ghi , jkl , mno ,
pqrs , tuv en wxyz .
Selecteer de gewenste groep letters.
Het telefoonboek verschijnt met de
vermeldingen die met één van de let‐
ters in de lettergroep beginnen.
Blader door de lijst en selecteer de
naam van de gewenste vermeldin‐
gen.
Blader door de lijst met telefoonnum‐
mers en selecteer het gewenste num‐
mer. Het systeem kiest het betref‐
fende telefoonnummer.
Het telefoonboek wissen
Als u alle vermeldingen in het tele‐
foonboek van het Infotainmentsys‐
teem wilt wissen, drukt u op 7 / i .
Selecteer Telefoonboek en dan Alles
wissen .
Bellijsten gebruiken
Alle inkomende, uitgaande of gemiste
oproepen worden geregistreerd in bij‐
behorende bellijsten.
Druk in het actieve telefoonhoofd‐
menu op de multifunctionele knop om Menu telefoon te openen. Selecteer
Gesprekslijsten .
Het volgende scherm verschijnt.Selecteer de gewenste bellijst, bijv.
Gemiste oproepen . Er verschijnt een
menu met de bijbehorende bellijst.
Telefoongesprek initiëren: selecteer
de gewenste lijstvermelding. Het sys‐ teem kiest het betreffende telefoon‐
nummer.
Telefoonnummer opnieuw kiezen
Het systeem kan het laatst gekozen
telefoonnummer opnieuw kiezen.
Druk op 7 op het stuurwiel om naar
het menu Opnieuw kiezen te gaan.
Druk op 7 om een telefoonnummer te
gaan kiezen.
Druk op xn op het stuurwiel om het
menu Opnieuw kiezen te verlaten.
Gebruik eventueel de multifunctio‐ nele knop om op het display Nee te
selecteren.
Inkomend telefoongesprek
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, bijv. de radio- of cd-mo‐
dus, actief is, wordt het geluid van de
betreffende audiomodus onderdrukt
en blijft dit zo totdat het gesprek wordt beëindigd.
178Telefoon
Oproep beantwoorden: selecteer
Aannemen op het display.
Oproep weigeren: selecteer
Weigeren op het display.
Tweede inkomende oproep
Als er tijdens een gesprek nog een
oproep binnenkomt, verschijnt er een bericht.
Tweede oproep beantwoorden en
huidig gesprek beëindigen: selecteer
Aannemen op het display.
Tweede oproep weigeren en huidig
gesprek voortzetten: selecteer
Weigeren op het display.
Beltoon wijzigen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Telefooninstellingen ,
Geluid & Signalen en vervolgens
Beltoon . Er verschijnt een lijst met alle
beschikbare beltonen.
Selecteer de gewenste beltoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het beltoonvolume 3 152.Functies tijdens een
telefoongesprek
Tijdens een telefoongesprek ver‐
schijnt het hoofdmenu op het display.
Selecteer Menu op het display om
naar het menu Verbonden te gaan.
Selecteer Ophangen op het display
om het gesprek te beëindigen.
Privémodus activeren
Selecteer Gesprek via handset in het
menu Verbonden om het gesprek
door te schakelen naar de mobiele te‐
lefoon.
Selecteer Menu op het display en
daarna Gesprek doorschakelen om
het gesprek terug te schakelen naar
het Infotainmentsysteem.
Microfoon deactiveren/activeren
Stel Mic dempen in op Aan in het
menu Verbonden . De beller kan u niet
meer horen.
Stel Mic dempen weer op Uit in om de
microfoon weer in te schakelen.Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Installatie-instructies en
bedieningsrichtlijnen
De installatie-instructies die eigen zijn aan de auto en de bedieningsrichtlij‐nen van de mobiele telefoon- enhandsfreefabrikant moeten in acht
worden genomen wanneer u een mo‐
biele telefoon installeert en bedient.
Anders kunt u de voertuigtypegoed‐
keuring ongeldig maken (EU-richtlijn
95/54/EC).
Aanbevelingen voor probleemloze
werking:
■ De buitenantenne moet professio‐ neel worden geïnstalleerd om het
maximaal mogelijke bereik te krij‐
gen.
■ Maximaal zendvermogen: 10 watt
■ De mobiele telefoon moet op een geschikte plek worden geïnstal‐
leerd. Zie de betreffende opmer‐
king in het instructieboekje, het
hoofdstuk Airbagsysteem .
180TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen ............
................ 142, 162, 165, 166, 171
Algemene informatie................... 169 AUX-ingang ............................. 165
Bluetooth-muziek ....................169
CD-speler ................................ 162
Infotainment-systeem ..............142
Telefoon .................................. 171
USB-poort ............................... 166
Antidiefstalfunctie ......................143
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................. 144
Automatische volumeregeling ....152
Autostore-lijsten .......................... 154
Zenders oproepen ...................154
Zenders opslaan .....................154
AUX-functie activeren .................165
AUX-ingang Algemene informatie ...............165
Bediening ................................ 165
Inschakelen ............................. 165
Volume aanpassen .................165
B Basisbediening ........................... 148
Bediening ........................... 169, 175
AUX-ingang ............................. 165
Bluetooth-muziek ....................169CD-speler................................ 163
Menu ....................................... 148
Radio ....................................... 153
Telefoon .................................. 175
USB-poort ............................... 167
Bedieningselementen Infotainment-systeem ..............144
Stuurwiel ................................. 144
Telefoon .................................. 171
Bedieningspaneel Infotainment ..144
Bel Beltoon .................................... 175
Functies tijdens het gesprek ...175
Inkomend gesprek ..................175
Telefoongesprek initiëren ........175
Beltoon Beltoon selecteren ..................175
Beltoonvolume ........................ 152
Blokkeren van verkeersberichten 158
Bluetooth Bluetooth-muziek ....................169
Bluetooth-verbinding ...............172
Telefoon .................................. 175
Bluetooth-muziek Algemene informatie ...............169
Bediening ................................ 169
Inschakelen ............................. 169
Voorwaarden ........................... 169
181
Bluetooth-verbinding..................172
Bijwerken zenderlijst ...................155
C
Categorielijst ............................... 155
Cd afspelen starten ....................163
Cd-menu ..................................... 163
CD-speler Algemene informatie ...............162
Cd afspelen starten .................163
Cd plaatsen ............................. 163
Cd-menu ................................. 163
Een cd verwijderen .................163
Gebruik.................................... 163
Inschakelen ............................. 163
CD-speler activeren ....................163
D DAB ............................................ 160
Datuminstellingen .......................147
De radio inschakelen ..................153
Digital Audio Broadcasting .........160
Dynamisch audioaanpassing .....160
F Favoriete lijsten .......................... 155
Zenders oproepen ...................154
Zenders opslaan .....................154
Favorietenlijst ............................. 154
Frequentiebereikmenu's .............155Frequentiebereik selecteren .......153
Functie Opnieuw kiezen .............175
G
Gebruik ............... 147, 153, 163, 165
AUX-ingang ............................. 165
Bluetooth-muziek ....................169
CD-speler ................................ 163
Menu ....................................... 148
Radio ....................................... 153
Telefoon .................................. 175
USB-poort ............................... 167
Geluidsinstellingen .....................151
Gesprekkenlijsten .......................175
H Handsfree telefoonmodus activeren.................................. 175
I
Infotainmentsysteem inschakelen ............................. 147
M
Maximaal opstartvolume............. 152
Menubediening ........................... 148
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................178
Multifunctionele toets ..................148
Mute............................................ 147N
Noodoproep ................................ 174
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 167
Overzicht bedieningselementen. 144
R Radio Afstemmen op zender .............153
Autostorelijsten........................ 154
Bereik selecteren ....................160
Bijwerken zenderlijst ...............155
Categorielijst ........................... 155
Configureren DAB ...................160
Configureren van RDS ............158
DAB-berichten ......................... 155
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 160
Dynamisch audioaanpassing ..160
Favoriete lijsten ...............154, 155
Frequentiebereik selecteren ...153
Frequentiebereikmenu's.......... 155
Gebruik.................................... 153
Inschakelen ............................. 153
Radio Data System (RDS) ......158
Radioverkeerinformatieservice 158 Regio-instelling........................ 158
Verkeersberichten ...................158