Page 87 of 129
Inleiding....................................... 88
Radio ........................................... 99
Cd-speler ................................... 108
AUX-ingang ............................... 111
USB-poort .................................. 112
Streaming audio via Bluetooth ...115
Telefoon ..................................... 117
Trefwoordenlijst ......................... 126CD 450 / 400
Page 88 of 129

88InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............88
Antidiefstalfunctie ......................... 89
Overzicht bedieningselementen ..90
Gebruik ........................................ 93
Basisbediening ............................ 94
Geluidsinstellingen ......................97
Volume-instellingen .....................97Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de FM-, AM- of DAB-radiofunc‐
ties kunt u maximaal 36 zenders op
zes favorietenpagina's opslaan.
De geïntegreerde cd-speler onder‐
houdt u met audio- en MP3/
wma-cd's.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op hetInfotainmentsysteem aansluiten,
bijv. iPod, mp3-speler, USB-stick of
een draagbare cd-speler; via een ka‐
bel of via Bluetooth.
Ook is het Infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een telefoonportal waar‐
mee u uw mobiele telefoon comforta‐ bel en veilig in de auto kunt gebrui‐
ken.
Eventueel kunt u het Infotainmentsys‐
teem met de knoppen op het stuur‐
wiel bedienen.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en de hel‐
dere displays kunt u het systeem ge‐
makkelijk en intuïtief bedienen.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
Page 89 of 129
Inleiding89
Radio-ontvangstTijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
■ wijzigingen in de afstand tot de zen‐
der
■ ontvangst van meerdere signalen tegelijk door reflecties
■ obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 91 of 129

Inleiding91
1Radiozendertoetsen 1 - 6
Lang indrukken: zender
opslaan ............................... 101
Kort indrukken: zender
selecteren ........................... 101
2 m VOL
Indrukken: infotainment‐
systeem in-/uitschakelen ....... 93
Draaien: volume
aanpassen ............................ 93
3 RADIO BAND
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen .....99
4 CD
CD-geluidsbron activeren ...108
5 AUX
Media activeren of naar
andere audiobron gaan .........9367 / i
Telefoonhoofdmenu
openen ................................ 117
of mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 93
7 Cd-sleuf
8 TONE
Geluidsinstellingen ................97
9 P BACK
Menu: een niveau terug ........94
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 94
10 Multifunctionele knop
Centraal
bedieningselement voor
selectie en navigatie in
menu's .................................. 94
11 CONFIG
Systeeminstellingen ..............9312 INFO
Radio: Informatie over de
huidige zender
Cd/mp3/wma: informatie
over de huidige track
13 d
Disc uitwerpen ....................109
14 TP
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ...............104
15 AS 1-2
Autostorelijsten ...................101
16 FAV 1-2-3
Radiofavorieten ...................101
17 s en u
Radio: achteruit en vooruit zoeken .................................. 99
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit of vooruit
overslaan ............................ 109
Page 92 of 129

92Inleiding
Audioknoppen op stuurwiel
1xn
Indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........121
of gesprekslijst sluiten .........121
of mutefunctie activeren/
deactiveren ........................... 93
2 q
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 117
of functie Opnieuw kiezen
activeren ............................. 121
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................. 121
Lang indrukken:
gesprekslijst openen ...........121
of handsfreemodus in-/
uitschakelen ........................ 121
3 SRC (bron)............................ 93
Indrukken: audiobron
selecteren ............................. 93
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ............................. 99
Bij actieve cd-speler:
omhoog/omlaag zetten
om volgende/vorige cd/
mp3/wma-track te
selecteren ........................... 109Bij een actief
telefoonportal en open
bellijst (zie optie 1):
omhoog/omlaag draaien
om volgende/vorige
vermelding in bellijst te
selecteren ........................... 121
Bij actieve telefoonportal
en gesprekken in de
wacht: omhoog/omlaag
draaien om tussen
gesprekken te schakelen ....121
4 + en -
Volume verhogen of verlagen
Page 93 of 129

Inleiding93Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een multifunctionele knop en menu's
op het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
■ het bedieningspaneel op het Info‐ tainmentsysteem 3 90
■ audioknoppen op het stuurwiel 3 90
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X VOL . Na het
inschakelen wordt de laatst geselec‐
teerde Infotainmentbron actief.
Druk opnieuw op X VOL om het sys‐
teem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact uitgeschakeld is,
met behulp van X VOL inschakelt,dan wordt het 10 minuten na de laat‐
ste invoer automatisch weer uitge‐
schakeld.
Volume instellen
Draai m VOL . De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits deze instelling het maxi‐
male volume bij het starten niet over‐
schrijdt (zie onderstaand).
U kunt het volgende afzonderlijk in‐
voeren:
■ het maximale inschakelvolume 3 97
■ het volume van verkeersberichten 3 97
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakelen van het voor snelheid gecompenseerd volume 3 97 wordt
het volume automatisch zodanig aan‐
gepast dat u geen geluid van het weg‐
dek of van de rijwind hoort.Stiltefunctie
Druk op 7/i (als de telefoonportal
beschikbaar is: enkele seconden in‐
drukken) om het geluid van audio‐
bronnen te onderdrukken.
Mutefunctie annuleren: draai m VOL
of druk opnieuw op 7/i (indien tele‐
foonportaal beschikbaar: enkele se‐
conden indrukken).
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden Radio
Druk op RADIO BAND om het radio‐
hoofdmenu te openen of te wisselen
tussen de verschillende frequentiebe‐
reiken.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de frequentiebereikmenu's met
opties voor zenderselectie te gaan.
Page 94 of 129

94Inleiding
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 99.
Audiospelers
Druk één of meerdere keren op AUX
om naar het hoofdmenu USB, iPod of AUX (indien beschikbaar) te gaan of
om tussen deze menu's te schakelen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de betreffende menu's met op‐ ties voor trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
■ CD-spelerfuncties 3 108
■ AUX-functies 3 111
■ USB-poortfuncties 3 112
■ Bluetooth-muziekfuncties 3 115
Telefoon
Druk kort op 7 / i om naar het tele‐
foonmenu te gaan.
Druk op de multifunctionele knop om
naar het telefoonmenu met opties
voor het invoeren en selecteren van
nummers te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 117.Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐ baar in diverse talen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Talen (Languages) in het
menu Instellingen om het betreffende
menu weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐ teksten.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de menubediening 3 94.
Tijd- en datuminstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
in de Gebruikershandleiding.
Basisbediening
Multifunctionele knop
De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.Draai aan de multifunctionele knop:
■ een menuoptie markeren
■ een numerieke waarde instellen
Druk op de multifunctionele knop: ■ de gemarkeerde optie selecteren of
inschakelen
■ een ingestelde waarde bevestigen
■ een systeemfunctie in- of uitscha‐ kelen
Knop P BACK
Druk kortstondig op P BACK om:
■ een menu te verlaten
■ van een submenu naar het vol‐ gende, hogere menuniveau te gaan
■ het laatste teken van een teken‐ reeks te wissen
Houd P BACK enkele seconden in‐
gedrukt om de hele invoer te wissen.
Page 97 of 129

Inleiding97
Wijzig de positie van de cursor in de
al ingevoerde tekenreeks door ◀ of ▶
op het display te selecteren.
Geluidsinstellingen In het geluidsinstellingenmenu kunt u
voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audiospeler afzonderlijk de
geluidskarakteristieken instellen.
Druk op TONE om het geluidsinstel‐
lingenmenu te openen.
Lage, middelhoge en hoge
tonen instellen
Blader door de lijst en selecteer Bas,
Midrange of Treble .
Stel voor de geselecteerde optie de
gewenste waarde in.
Volumeverdeling voor en achter instellen
Blader door de lijst en selecteer
Fader .
Stel de gewenste waarde in.Volumeverdeling rechts en links instellen
Blader door de lijst en selecteer
Balans .
Stel de gewenste waarde in.
Een geluidsstijl selecteren
Blader door de lijst en selecteer EQ
(equalizer). Het EQ-instellingen -
menu verschijnt.
De getoonde opties bieden voor de
desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde voorkeursinstellingen voor
de lage, middelhoge en hoge tonen.
Selecteer de gewenste optie.
Eén instelling op "0" zetten Selecteer de gewenste optie en druk
enkele seconden op de multifunctio‐ nele knop.
De waarde wordt teruggezet op "0".
Alle instellingen op "0" of "UIT"
zetten
Druk enkele seconden op TONE.
Alle waarden worden op "0" terugge‐
zet, de EQ-voorkeuzeinstelling wordt
op " UIT" gezet.
Volume-instellingen
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens Autom. volumeregeling .
De functie Autom. volumeregeling
kan worden gedeactiveerd of de mate van volumeaanpassing kan worden
geselecteerd in het getoonde menu.
Selecteer de gewenste optie.