Telefoon119
Zodra het telefoonportal van het Info‐
tainmentsysteem wordt gedetec‐
teerd, verschijnt het in de apparaten‐ lijst van uw Bluetooth-toestel. Selec‐
teer het telefoonportal.
Voer op verzoek de pincode op uw
Bluetooth-toetsel in. De apparaten
worden gekoppeld en verbonden.
Let op
Het telefoonboek van uw mobiele te‐
lefoon wordt automatisch gedown‐
load. De presentatie en volgorde
van de telefoonboekvermeldingen
kunnen op het display van het Info‐
tainmentsysteem en op het display
van de mobiele telefoon verschillend zijn.
Na het tot stand komen van de Blue‐
tooth-verbinding: als er een ander
Bluetooth-apparaat was verbonden
met het Infotainmentsysteem, wordt
dat apparaat nu losgekoppeld van het
systeem.
Als de Bluetooth-verbinding niet tot stand komt: herhaal de bovenstaande procedure of raadpleeg de gebruiks‐
aanwijzing van het Bluetooth-appa‐
raat.
Let op
Aan het Infotainmentsysteem kun‐
nen maximaal 5 toestellen worden
gekoppeld.
De Bluetooth-code wijzigen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Instellingen Bluetooth en
vervolgens Bluetooth-code wijzigen .
Voer de gewenste viercijferige pin‐
code in en bevestig de door u inge‐
voerde gegevens met OK.Een ander gekoppeld apparaat
verbinden
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Instellingen Bluetooth en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.
Kies het gewenste apparaat. Er ver‐
schijnt een submenu.
Selecteer Selecteren om de verbin‐
ding tot stand te brengen.
120Telefoon
Een apparaat loskoppelen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Instellingen Bluetooth en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.
Selecteer het gekoppelde apparaat.
Er verschijnt een submenu.
Selecteer Verbreken om het apparaat
los te koppelen.
Een gekoppeld apparaat
verwijderen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Instellingen Bluetooth en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.
Kies het gewenste apparaat. Er ver‐
schijnt een submenu.
Als het apparaat verbonden is, moet
het eerst worden losgekoppeld (zie
bovenstaand).Selecteer Wissen om het apparaat te
verwijderen.
Fabriekswaarden terugzetten
De telefooninstellingen, bijv. de ap‐
paratenlijst, de Bluetooth-code en de
beltoon, kunnen op de fabriekswaar‐
den worden teruggezet.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen. Selecteer
Instellingen Bluetooth en vervolgens
Fabrieksinstellingen herstellen .
In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
Telefoon121worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐ fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw
mobiele telefoon ook via het Infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
er gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enkele minuten duren.
Tijdens deze periode is het bedienenvan de mobiele telefoon via het Info‐
tainmentsysteem slechts beperkt mo‐
gelijk.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Daarom kan het bereik aan
hieronder beschreven functies afwij‐
ken.
Voorwaarden Voor de handsfreemodus van het in‐
fotainmentsysteem moet aan de vol‐
gende voorwaarden zijn voldaan:
■ De Bluetooth-functie van het info‐ tainmentsysteem moet geactiveerdzijn 3 118.
■ De Bluetooth-functie van de mo‐ biele telefoon moet geactiveerd zijn
(zie gebruiksaanwijzing van het ap‐ paraat).
■ De mobiele telefoon moet op "zicht‐
baar" staan (zie gebruiksaanwij‐
zing van het apparaat).
■ De mobiele telefoon moet aan het infotainmentsysteem gekoppeld
zijn 3 118.
122Telefoon
Handsfreemodus activeren
Druk op y / @ op het bedieningspa‐
neel van het Infotainmentsysteem. Het hoofdmenu van de telefoon ver‐
schijnt.
Let op
Als er geen mobiele telefoon met het Infotainmentsysteem verbonden is,
verschijnt Geen telefoon
beschikbaar . Voor een gedetail‐
leerde beschrijving van het tot stand brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding 3 118.
Veel functies van de mobiele telefoon
kunnen nu worden bediend via het
hoofdmenu van de telefoon (en bijbe‐
horende submenu's) en via de tele‐
foonspecifieke knoppen op het stuur‐ wiel.
Telefoongesprek initiërenHandmatig een nummer invoeren
Druk in het telefoonhoofdmenu op de
multifunctionele knop om Menu
telefoon te openen.
Selecteer Nummer invoeren . Het vol‐
gende scherm verschijnt.
Voer het gewenste nummer in en se‐
lecteer y op het display om het kie‐
zen te starten.
Let op
Voor het openen van het scherm Zoeken van het telefoonboek selec‐
teert u 4.
Het telefoonboek gebruiken Let op
Het telefoonboek kan alleen worden gedownload als deze functie wordt
ondersteund door uw mobiele tele‐
foon. Voor nadere informatie verwij‐
zen wij u naar de gebruiksaanwijzing
van uw mobiele telefoon.
Het telefoonboek bevat namen en
nummers van contactpersonen.
Druk in het telefoonhoofdmenu op de
multifunctionele knop om Menu
telefoon te openen.
Selecteer Telefoonboek . Selecteer
Zoeken en vervolgens Voornaam of
Achternaam . Het volgende scherm
verschijnt.
126TrefwoordenlijstAAfspelen van een cd starten .......109
Algemene aanwijzingen..... 108, 111, 112, 117
AUX-ingang ............................. 111
Bluetooth-muziek ....................115
CD-speler ................................ 108
Infotainmentsysteem .................88
Telefoon .................................. 117
USB-poort ............................... 112
Algemene informatie................... 115
Antidiefstalfunctie ........................89
Audioknoppen op stuurwiel ..........90
Automatische volumeregeling ......97
Autostore-lijsten .......................... 100
Zenders ophalen .....................100
Zenders opslaan .....................100
AUX-functie activeren .................111
AUX-ingang Algemene aanwijzingen ..........111
Bediening ................................ 111
Inschakelen ............................. 111
Volume aanpassen .................111
B Basisbediening ............................. 94
Bediening ........................... 115, 121
AUX-ingang ............................. 111
Bluetooth-muziek ....................115CD-speler................................ 109
Menu ......................................... 94
Radio ......................................... 99
Telefoon .................................. 121
USB-poort ............................... 113
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................90
Stuurwiel ................................... 90
Telefoon .................................. 117
Bedieningspaneel Infotainment ....90
Bel Beltoon .................................... 121
Functies tijdens het gesprek ...121
Inkomend gesprek ..................121
Telefoongesprek initiëren ........121
Beltoon Beltoon selecteren ..................121
Beltoonvolume .......................... 97
Bluetooth Bluetooth-muziek ....................115
Bluetooth-verbinding ...............118
Telefoon .................................. 121
Bluetooth-muziek Algemene aanwijzingen ..........115
Bediening ................................ 115
Inschakelen ............................. 115
Voorwaarden ........................... 115
Bluetooth-verbinding ..................118
127
CCategorielijst ............................... 101
Cd-menu ..................................... 109
CD-speler Afspelen van een cd starten ...109
Algemene aanwijzingen ..........108
Cd plaatsen ............................. 109
Cd-menu ................................. 109
Een cd verwijderen .................109
Gebruik.................................... 109
Inschakelen ............................. 109
CD-speler activeren ....................109
D DAB ............................................ 106
Datuminstellingen .........................93
De radio inschakelen ....................99
Digital Audio Broadcasting .........106
Dynamisch audioaanpassing .....106
F
Favoriete lijsten .......................... 101
Zenders ophalen .....................101
Zenders opslaan .....................101
Favorietenlijst ............................. 101
Frequentiebereikmenu's .............101
Frequentiebereik selecteren .........99
Functie Opnieuw kiezen .............121G
Gebruik ................... 93, 99, 109, 111
AUX-ingang ............................. 111
Bluetooth-muziek ....................115
CD-speler ................................ 109
Menu ......................................... 94
Radio ......................................... 99
Telefoon .................................. 121
USB-poort ............................... 113
Geluidsinstellingen .......................97
Gesprekslijsten ........................... 121
H Handsfree telefoonmodus activeren.................................. 121
I
Infotainmentsysteem inschakelen 93
M Maximaal inschakelvolume........... 97
Menubediening ............................. 94
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................124
Multifunctionele knop ....................94
Mute.............................................. 93
N Noodoproep ................................ 120O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 113
Overzicht bedieningselementen ...90
R Radio Afstemmen op zender ...............99
Autostorelijsten........................ 100
Bereik selecteren ....................106
Categorielijst ........................... 101
DAB configureren ....................106
DAB-berichten ......................... 101
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 106
Dynamisch audioaanpassing ..106
Favoriete lijsten .......................101
Frequentiebereik selecteren .....99
Frequentiebereikmenu's.......... 101
Gebruik...................................... 99
Inschakelen ............................... 99
Radio Data System (RDS) ......104
RDS configureren.................... 104
Regio-instelling........................ 104
Verkeersberichten ...................104
Verkeersinformatie ..................104
Zender zoeken .......................... 99
Zenderlijsten............................ 101
Zenderlijsten bijwerken ...........101
128
Zenders ophalen.............100, 101
Zenders opslaan .............100, 101
Radio activeren............................. 99
Radio Data System (RDS) ......... 104
RDS ............................................ 104
Regio-instelling ........................... 104
S Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 115
Systeeminstellingen Fabrieksinstellingen terugzetten 93
Taal ........................................... 93
Tijd- en datuminstellingen .........93
Voertuiginstellingen ...................93
T
Taalinstellingen............................. 93
TA-volume .................................... 97
Telefoon Algemene aanwijzingen ..........117
Bedieningselementen .............117
Beltoon selecteren ..................121
Bluetooth ................................. 117
Bluetooth-verbinding ...............118
Een telefoonnummer kiezen ...121
Functies tijdens het gesprek ...121
Gesprekslijsten........................ 121
Inkomend gesprek ..................121
Inschakelen ............................. 121Noodoproepen........................ 120
Opmerkingen........................... 117
Telefoonboek .......................... 121
Telefoonnummer opnieuw
kiezen ...................................... 121
Voorwaarden ........................... 121
Telefoonboek .............................. 121
Tijdinstellingen .............................. 93
U
USB-functie activeren .................113
USB-menu .................................. 113
USB-poort Activering ................................ 113
Algemene aanwijzingen ..........112
Bediening ................................ 113
Opmerkingen........................... 112
USB-apparaat aansluiten ........112
USB-apparaat verwijderen ......113
USB-menu............................... 113
V Verkeersberichten ......................104
Verkeersberichten blokkeren ......104
Verkeersinformatie .....................104
Volume Automatische volumeregeling ...97
Beltoonvolume .......................... 97
Maximaal inschakelvolume .......97
Stiltefunctie................................ 93TA-volume ................................. 97
Volume instellen ........................93
Volumebeperking bij hoge temperaturen ............................. 93
Voor snelheid
gecompenseerd volume ............97
Volume-instellingen ......................97
Z
Zenderlijsten ............................... 101
Zenderlijsten bijwerken ...............101
Zenders ophalen ................100, 101
Zenders opslaan .................100, 101
Zender zoeken.............................. 99