132Telefoon
U kunt maximaal 5 mobiele telefoons
in de apparatenlijst opslaan.
Mobiele telefoon voor het eerst
aansluiten
Er zijn twee opties voor het verbinden van een mobiele telefoon met de te‐
lefoonportal: door het als een hands‐
free-apparaat toe te voegen of door
het SIM Access Profile (SAP) te ge‐
bruiken.
Handsfree-modus
Wanneer de mobiele telefoon wordt
toegevoegd als een handsfree-appa‐
raat kan de gebruiker gesprekken
voeren en ontvangen en andere func‐
ties gebruiken via de telefoonportal.
Het aantal beschikbare functies is af‐ hankelijk van de mobiele telefoon.
Terwijl deze met de telefoonportal is
verbonden, kan de mobiele telefoon
normaal worden bediend. Let op dat
de accu van de mobiele telefoon met
een hogere snelheid dan gebruikelijk
kan ontladen als gevolg van de ac‐
tieve Bluetooth-verbinding in combi‐
natie met het normale gebruik van de mobiele telefoon.
SAP-modus
Wanneer de SAP-optie wordt ge‐
bruikt, zijn er meer functies beschik‐
baar via de telefoonportal, zoals ver‐
schillende beveiligings - berichtver‐
zendingsopties. Het werkelijke aantal
beschikbare functies is afhankelijk
van de netwerkprovider. Daarnaast
bevindt de mobiele telefoon zich in de SAP-modus in de stand-bystand. Al‐
leen de Bluetooth-verbinding en de
simkaart zijn actief, wat resulteert in een lager energieverbruik van de
aangesloten mobiele telefoon.Een mobiele telefoon als een
handsfree-apparaat aansluiten
Selecteer Apparaat (handsfree)
toevoegen . De Bluetooth-code die in
de mobiele telefoon moet worden in‐
gevoerd, verschijnt.
De telefoonportal kan nu door andere
Bluetooth-apparaten worden gede‐
tecteerd.
Zodra de mobiele telefoon de tele‐
foonportal heeft gedetecteerd, kan de Bluetooth-code in de mobiele tele‐
foon worden ingevoerd.
Telefoon135
Mobiele telefoon van
apparatenlijst verwijderen Selecteer de gewenste mobiele tele‐
foon in de apparatenlijst. Selecteer
Wissen in het getoonde menu en be‐
vestig de boodschap die verschijnt.
Een verbonden telefoon
instellen Verschillende instellingen van de mo‐
biele telefoon kunnen in het Telefoon‐
instellingen -menu worden geconfigu‐
reerd, wanneer de telefoon via SAP is aangesloten.
Beltoon aanpassen
Ga als volgt te werk om het type bel‐ toon aan te passen:
Druk op CONFIG .
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Beltoon.
Selecteer de gewenste optie.
Ga als volgt te werk om het volume
van de beltoon aan te passen:
Als de telefoon overgaat, draait u aan m van het Infotainmentsysteem of
drukt u op + of - op het stuurwiel.Beveiligingsinstellingen wijzigen
Druk op CONFIG .
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Beveiliging.
Het beveiligingsdialoogvenster wordt
weergegeven.
Pinverzoek in-/uitschakelen
Selecteer Pinbeveiliging Aan of Uit.
Voer de pincode in van de simkaart
van de mobiele telefoon en bevestig
deze.
Let op
Deze optie hangt af van de indivi‐
duele netwerkprovider.
De pincode wijzigenSelecteer Pin wijzigen .
Voer de huidige pincode in. Voer de
nieuwe pincode in. Herhaal de
nieuwe pincode en bevestig deze. Pin
is gewijzigd.Netwerkdiensten configureren
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Netwerkdiensten . Het dia‐
loogvenster voor netwerkdiensten
wordt weergegeven.Afhankelijk van de netwerkprovider
en de mobiele telefoon zijn er ver‐
schillende opties beschikbaar.
■ Netwerkselectie : kies tussen auto‐
matische of handmatige netwerk‐
selectie.
■ Wisselgesprek : gesprek in de
wacht in- of uitschakelen.
■ Gespreksdoorschakeling : door‐
schakelopties selecteren op basis van de situatie.
■ Gespreksblokkering : gespreks‐
blokkeringsopties configureren op
basis van de situatie.
Voor details over de configuratie van de netwerkdiensten raadpleegt u de
handleiding van de mobiele telefoon
of u neemt contact op met de mobie‐
lenetwerkprovider.
Nummer sms-centrale configureren
Het nummer van de sms-centrale is
een telefoonnummer dat fungeert als
een poort voor het verzenden van
sms-berichten tussen mobiele tele‐
foons. Dit nummer wordt gewoonlijk
vooraf vastgesteld door de netwerk‐
provider.
136Telefoon
Om het nummer van de sms-centralete configureren, selecteert u Tele‐
fooninstellingen en dan Nummer
sms-centrale . Indien noodzakelijk
past u het nummer van de sms-cen‐
trale aan.
De fabrieksinstellingen van de
mobiele telefoon herstellen
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Fabrieksinstellingen
herstellen .
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Inleiding Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Telefoon137
Let op
In de handsfree-modus blijft bedie‐
ning van de mobiele telefoon moge‐ lijk, bv. een gesprek beantwoorden
of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon
naar het Infotainmentsysteem ver‐ stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van de telefoonportal. Zo‐
doende is het mogelijk dat de functi‐
onaliteit die bij deze specifieke tele‐
foons staat beschreven, afwijkt.
Volume van de handsfree-
installatie instellen
Draai aan m op het Infotainmentsys‐
teem of druk op w of ─ op het stuur‐
wiel.Een telefoonnummer bellen
Druk terwijl het telefoonhoofdmenu
actief is op de multifunctionele knop
om het gewenste telefoonbedienings‐ menu te openen.
Er zijn verschillende opties beschik‐ baar voor het kiezen van telefoon‐
nummers, voor het gebruik van het
telefoonboek en gesprekslijsten en
voor het bekijken en bewerken van
berichten.
Met behulp van het commando
Telefoon uit kan de verbonden tele‐
foon worden losgekoppeld van de te‐
lefoonportal.
Handmatig een nummer invoeren
Selecteer Nummer invoeren en voer
vervolgens de gewenste nummer‐
reeks in.
Selecteer Bellen om het bellen te
starten.
U kunt op het telefoonboekmenu
overschakelen door PB te selecteren.
Telefoonboek
Na het tot stand brengen van de ver‐
binding wordt het telefoonboek ver‐
geleken met het telefoonboek in het
tijdelijke geheugen, mits dezelfde
138Telefoon
simkaart of dezelfde telefoon verbon‐den is. Tijdens het vergelijken kan
eventueel ingevoerde nieuwe infor‐
matie niet worden getoond.
Als simkaart of telefoon anders zijn,
wordt het telefoonboek opnieuw ge‐
laden. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit proces enkele minuten
duren.Een telefoonnummer selecteren uit
het telefoonboekSelecteer Telefoonboek . Selecteer in
het menu de gewenste reeks van be‐
ginletters om een voorselectie te ma‐ ken van de items in het telefoonboek
die u wilt laten weergeven.
Let op
Telefoonboekvermeldingen worden
bij de overdracht vanuit de mobiele
telefoon overgezet. De presentatie en volgorde van de telefoonboekver‐
meldingen kunnen op het display
van het Infotainmentsysteem en op
het display van de mobiele telefoon
verschillend zijn.
Na het maken van de voorselectie:
selecteer het gewenste item in het te‐ lefoonboek om de nummers te tonen
die hieronder zijn opgeslagen.
Selecteer het gewenste nummer om
het bellen te starten.
Gesprekslijsten
Via het menu Gesprekslijsten kan de
gebruiker binnenkomende, uitgaande
en gemiste gesprekken bekijken en
de relevante nummers kiezen. Om
het bellen te starten: selecteer de ge‐ wenste gesprekslijst, een item in de
desbetreffende gesprekslijst en ten
slotte het gewenste telefoonnummer.
Telefoon139
Berichtfuncties
Wanneer de mobiele telefoon is ge‐
koppeld met behulp van de SAP-
methode, kan de gebruiker berichten
bekijken, opstellen en verzenden via
de telefoonportal. In dit menu kunnen de berichten ook worden verwijderd.
De ontvangen berichten bekijken: se‐
lecteer Inbox.
De verzonden berichten bekijken: se‐
lecteer Outbox.
Een bericht opstellen: selecteer
Nieuw bericht schrijven .
Let op
Berichten mogen maximaal
70 tekens bevatten.
Inkomend gesprek Als u wordt gebeld, verschijnt er een
menu waarin u kunt aangeven of u het gesprek wilt aannemen of weigeren.
Selecteer de gewenste optie.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Druk tijdens het bellen op de multi‐
functionele knop om een submenu te openen.
Afhankelijk van de situatie en het
functiebereik van de mobiele telefoon zijn er diverse opties beschikbaar:
■ Ophangen : verbreek de telefoon‐
verbinding.
■ Nummer bellen : voer een telefoon‐
nummer in om nog een telefoonge‐ sprek te maken of voor DTMF
(toondruktoetskiezen) bijv. voor
voicemail of telefonisch bankieren.
■ Gesprek vrijgeven : de verbinding
met een deelnemer in een telefoon‐
conferentie verbreken.■ Gesprekken samenvoegen : bij
meerdere actieve gesprekken twee gesprekken samenvoegen.
■ Van gesprek wisselen : bij meer‐
dere gesprekken tussen gesprek‐ ken wisselen.
■ Ruggespraakstand : het geluid van
een gesprek onderdrukken.
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Montage- en
gebruiksvoorschriften
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de mo‐
delspecifieke montagehandleiding en de gebruiksvoorschriften van de fa‐
brikant van de telefoon en de hands‐
free-carkit in acht genomen worden.
Anders kan de typegoedkeuring van
de auto vervallen (EU-richtlijn
95/54/EG).
143
M
Menubediening ............................. 99
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................139
Multifunctionele knop ....................99
Mute.............................................. 98
N
Noodoproep ................................ 136
O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 122
Overzicht bedieningselementen ...92
R Radio Radio Data System (RDS) ......112
activeren.................................. 107
autostorelijsten ........................ 108
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 114
favorietenlijst ........................... 108
frequentiebereik selecteren .....107
frequentiebereikmenu's ...........109
gebruik .................................... 107
zender zoeken ........................ 107
zenderlijsten ............................ 109
Radio activeren........................... 107 Radio Data System (RDS) ......... 112RDS ............................................ 112
RDS configureren .......................112
Regionalisatie ............................. 112
S
SAP-modus ................................ 131
SIM Access Profile (SAP) ...........131
Spraakherkenning ..............124, 125
activeren.................................. 125
gebruik .................................... 125
telefoonregeling ......................125
volume voor stemoutput ..........125
Spraakherkenning activeren .......125
Stemherkenning ......................... 124
T
Telefoon bedieningselementen ..............130
belangrijke informatie ..............130
belsignalen instellen ................131
berichtfuncties ......................... 136
Bluetooth ................................. 130
Bluetooth-verbinding ...............131
een telefoonnummer vormen ..136
functies tijdens een gesprek ...136
gesprekkenlijsten ....................136
handsfree-modus ....................131
het volume instellen ................136
noodoproepen ......................... 136
SIM Access Profile (SAP) .......131telefoonbatterij opladen ...........130
telefoonboek ........................... 136
Telefoonbatterij opladen .............130
Telefoonregeling .........................125
V Verkeersberichten ......................105
Volume instellen ........................... 98
Volume-instellingen ....................105
Volume voor stemuitvoer ............125
Voor snelheid gecompenseerd volume....................................... 98
Z Zenderlijsten bijwerken ...............109
Zenders ophalen ........................108
Zenders opslaan .........................108
Zender zoeken............................ 107