Page 114 of 141

114CD-spelerCD-spelerAlgemene aanwijzingen.............114
Gebruik ...................................... 115Algemene aanwijzingen
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.
Belangrijke informatie over
audio- en mp3/wma-cd'sVoorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw toe‐ stel is dan noodzakelijk.
■ De volgende CD-formaten kunnen worden gebruikt:
CD-ROM Mode 1 en Mode 2
CD-ROM XA CD-ROM XA Mode 2 ,
Form 1 en Form 2
■ De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 niveau 1, niveau 2 (Ro‐meo, Joliet).
Het is mogelijk dat MP3- en WMA- bestanden die in een ander formaat
zijn geschreven dan hierboven ver‐
meld niet correct worden afge‐
speeld en dat hun bestands- en
mapnamen niet correct worden
weergegeven.
Let op
ISO 13346 wordt niet ondersteund.
Wellicht moet u handmatig
ISO 9660 selecteren bij het branden van een audio-cd, bijv. met Windows
7.
■ Audio-cd's met kopieerbeveiliging die niet voldoen aan de audio-cd-
standaard, worden mogelijk niet
correct of zelfs helemaal niet afge‐
speeld.
■ Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbespeelde
cd's. Ga op een correcte manier
met de cd's om. Dit geldt vooral
voor zelfgebrande cd-r's en cd-rw's.
Zie hieronder.
Page 115 of 141

CD-speler115
■Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's wor‐
den mogelijk niet correct of zelfs
helemaal niet afgespeeld. In derge‐
lijke gevallen is er dus niets mis met de apparatuur.
■ Bij Mixed-Mode-CD’s (waarop au‐ diotracks en gecomprimeerde be‐
standen, bijv. MP3 zijn opgeslagen)
kunnen audiotrackgedeelte en de
gecomprimeerde bestanden sepa‐
raat worden afgespeeld.
■ Zorg dat er bij het wisselen van cd's
geen vingerafdrukken op de cd's
komen.
■ Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler om zetegen beschadiging en vuil te be‐
schermen.
■ Vuil en vloeistof op de cd's kunnen de lens van de cd-speler binnen in
het apparaat vies maken en storin‐
gen veroorzaken.
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.
■ De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens die op een
mp3/wma-cd zijn opgeslagen:Aantal tracks: max. 999
Aantal mappen: max. 255
Mapstructuurdiepte: max.
64 niveaus (aanbevolen: max. 8 niveaus)
Aantal afspeellijsten: max. 15
Aantal songs per afspeellijst:
max. 255
Toepasbare afspeellijstexten‐
sies: .m3u, .pls, .asx, .wpl
■ In dit hoofdstuk wordt alleen het af‐
spelen van mp3-bestanden behan‐ deld, omdat de werking voor mp3-
en wma-bestanden hetzelfde is.
Wanneer een cd met wma-bestan‐
den wordt geplaatst, worden mp3-
gerelateerde menu's weergege‐
ven.Gebruik
Cd afspelen starten
Druk op CD om het CD- of MP3-menu
te openen.
Als er zich een cd in de cd-speler be‐ vindt, wordt deze automatisch afge‐
speeld.
Afhankelijk van de data die op de au‐
dio- of mp3-cd is opgeslagen, ver‐
schijnt er op het display dienovereen‐
komstig informatie over de cd en de
actuele track.
Page 116 of 141

116CD-speler
Cd plaatsen
Plaats de CD met de bedrukte kant
naar boven in de CD-sleuf totdat de CD naar binnen wordt getrokken.
Let op
Bij het aanbrengen van een cd ver‐
schijnt er een cd-symbool op de bo‐
venste regel van het display.
Wijzigen van de standaard
paginaweergave
(alleen bij CD 300)
Tijdens het afspelen van een audio-
of mp3-cd: druk op de multifunctio‐
nele knop en selecteer Standaard‐
weergave cd-pagina of Standaard‐
weergave pagina mp3 .
Selecteer de gewenste optie.
Mapniveau wijzigen
Druk op g of e om naar een hoger
of lager mapniveau te gaan.
Naar de volgende of vorige track
gaan Druk kort op s of u .Snel vooruit of achteruit
Houd s of u ingedrukt voor snel
vooruit of achteruit van de huidige
track.
Selecteren van tracks via het
audio-CD of MP3-menu
Tijdens het afspelen van een audio-
cd
Druk op de multifunctionele knop om
het audio-cd-gerelateerde menu te
openen.
Voor het afspelen van alle track in wil‐ lekeurige volgorde: Tracks shuffelen
op Aan zetten.
Om een track op de audio-CD te se‐
lecteren: selecteer Trackslijst en se‐
lecteer daarna de gewenste track.
Tijdens het afspelen van mp3
Druk op de multifunctionele knop om
het mp3-gerelateerde menu te ope‐ nen.
Voor het afspelen van alle track in wil‐ lekeurige volgorde: Tracks shuffelen
op Aan zetten.
Een track uit een map of afspeellijst
selecteren: selecteer Playlists/
Mappen .
Page 117 of 141
CD-speler117
Selecteer een map of afspeellijst en
selecteer daarna de gewenste track.
Let op
Als een cd zowel audio- als
mp3-data bevat, kan de audiodata
worden geselecteerd via Playlists/
Mappen .
Voor het openen van een menu met
de extra opties voor het zoeken en
selecteren van tracks: selecteer
Zoeken . Welke opties beschikbaar
zijn, is afhankelijk van de op de
mp3-cd opgeslagen gegevens.
Het doorzoeken van de mp3-cd kan
enkele minuten duren. Tijdens dit pro‐
ces wordt de laatst ontvangen zender afgespeeld.
Een cd verwijderen Druk op d.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen. Als de cd na het uitwerpen niet wordt verwijderd, wordt hij na enkele secon‐
den automatisch weer naar binnen
getrokken.
Page 118 of 141
118AUX-ingangAUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............118
Gebruik ...................................... 118Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een AUX-poort voor het aansluiten van
externe audiobronnen.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om een
draagbare cd-speler op de AUX-in‐
gang aan te sluiten met een 3,5 mm
stekkeringang.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en drooghouden.
Gebruik
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus AUX te activeren.Een op de AUX-ingang aangesloten
audiobron kan alleen via de bedie‐
ningselementen van de betreffende
audiobron worden bediend.
Page 119 of 141

USB-poort119USB-poortAlgemene aanwijzingen.............119
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 119Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een USB-poort voor het aansluiten van
externe audiodatabronnen.
Apparaten die zijn aangesloten op de USB-poort worden bediend via de be‐
dieningselementen en menu’s van
het infotainmentsysteem.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Opmerkingen De volgende apparaten kunnen wor‐
den aangesloten op de USB-poort:
■ iPod
■ Zune
■ PlaysForSure apparaten (PFD)
■ USB-opslagstation
Let op
Niet alle modellen iPod, Zune, PFD
of USB-drive worden door het info‐
tainment-systeem ondersteund.Opgeslagen
audiobestanden afspelen
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus USB te activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-apparaat zijn opgesla‐
gen, wordt gestart.
De bediening van de via USB aange‐
sloten gegevensbronnen is in het al‐
gemeen hetzelfde als bij een audio
MP3 CD 3 115.
Op de volgende pagina's worden al‐
leen de afwijkende/aanvullende be‐
dieningsaspecten beschreven.
Page 122 of 141

122SpraakherkenningTelefoonregeling
Spraakherkenning activeren Druk op w op het stuurwiel om de
spraakherkenning van het telefoon‐
portaal in te schakelen. Voor de duur
van de dialoog wordt het geluid van
alle actieve audiobronnen onderdrukt
en worden er geen verkeersmeldin‐
gen weergegeven.
Het volume van de stemoutput instellen Draai de volumeknop op het Infotain‐
mentsysteem of druk op + of ― op het
stuurwiel.
Een dialoog annuleren
Er zijn diverse manieren om de
spraakherkenning uit te schakelen en
de dialoog te annuleren:
■ Druk op x op het stuurwiel.
■ Zeg " Annuleren ".
■ Gedurende een bepaalde tijd geen commando's invoeren (zeggen).
■ Na het derde niet herkende com‐ mando.Bediening
Met behulp van de spraakherkenning kunt u de mobiele telefoon handig
met uw stem bedienen. Het is vol‐
doende om de spraakherkenning te
activeren en het gewenste com‐
mando in te voeren (te zeggen). Na
het geven van het commando leidt het Infotainmentsysteem u door de
dialoog door de voor het uitvoeren
van de gewenste handeling beno‐
digde vragen te stellen en feedback
te geven.
Hoofdcommando'sNa het inschakelen van de spraak‐
herkenning geeft een korte toon aan
dat de spraakherkenning een com‐
mando verwacht.
Beschikbare hoofdcommando's: ■ " Kiezen "
■ " Bellen "
■ " Opnieuw kiezen "
■ " Opslaan "
■ " Verwijderen "
■ " Lijst "
■ " Koppelen "■ "Selecteer apparaat "
■ " Gesproken feedback "
Veelal beschikbare commando's ■ " Help ": de dialoog wordt afgesloten
en alle in de actuele functie be‐
schikbare commando's worden op‐
gesomd.
■ " Annuleren ": de spraakherkenning
is uitgeschakeld.
■ " Ja": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onderno‐ men.
■ " Nee ": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onderno‐
men.
Een telefoonnummer invoeren
Na het commando " Kiezen" vraagt de
spraakherkenning om het invoeren
van een nummer.
Het telefoonnummer moet met nor‐
male stem worden gesproken, zonder
kunstmatige pauzes tussen de afzon‐ derlijke cijfers.
De spraakherkenning werkt het best als er tussen elke drie tot vijf cijfers
een pauze van minimaal een halve
Page 138 of 141

138TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen....... 88, 114, 118, 119, 127
Algemene informatie................... 121
Antidiefstalfunctie ........................89
Automatische detectie van verkeersinformatie................... 109
Autostore-lijsten .......................... 105
B
BACK-knop ................................... 97
Basisbediening ............................. 97
Bediening.................................... 133
Bluetooth .................................... 127
Bluetooth-verbinding ..................128
Bijwerken zenderlijst ...................106
C Cd afspelen starten ....................115
CD-speler activeren.................................. 115
belangrijke informatie ..............114
gebruik .................................... 115
CD-speler activeren ....................115
CD-speler gebruiken................... 115
Configureren DAB ......................111
Configureren van RDS ...............109D
DAB ............................................ 111
De AUX-ingang gebruiken ..........118
De radio gebruiken .....................104
De radio inschakelen ..................104
De USB-poort gebruiken ............119
Digital Audio Broadcasting .........111
E EON ............................................ 109
F
Favorietenlijst ............................. 105
Frequentiebereikmenu's .............106
Frequentiebereik selecteren .......104
G
Gebruik ................. 96, 104, 115, 118
Geluidsinstellingen .....................101
H Handsfree-modus .......................128
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 96
I
Infotainment-systeem automatische aanpassing van
het volume............................... 103
maximaal opstartvolume .........103
tooninstellingen .......................101