Spraakherkenning125
Gebruiker:
Stemoutput: " Naam opslaan "
Wissen
Een eerder opgeslagen spraaklabel kan worden gewist met het com‐
mando " Verwijderen ".
Beschikbare commando's: ■ " Ja"
■ " Nee "
■ " Help "
■ " Annuleren "
Naar opgeslagen namen luisteren
De stemuitvoer van alle opgeslagen
namen (spraaklabels) wordt gestart
met het commando " Lijst".
Tijdens stemoutput van de spraakla‐
bels beschikbare commando's:
■ " Bellen ": het telefoonnummer van
het laatst voorgelezen spraaklabel
wordt geselecteerd.
■ " Verwijderen ": de invoer van het
laatst voorgelezen spraaklabel
wordt gewist.Een mobiele telefoon toevoegen aan
of verwijderen van de apparatenlijst
Met het commando " Koppelen" kunt
u een mobiele telefoon aan de appa‐
ratenlijst van het telefoonportaal toe‐
voegen of ervan verwijderen 3 128.
Beschikbare commando's: ■ " Toevoegen "
■ " Verwijderen "
■ " Help "
■ " Annuleren "Voorbeeld van een dialoog
Gebruiker: " Koppelen"
Stemoutput: " Wilt u een apparaat
toevoegen of verwijderen? "
Gebruiker: " Toevoegen"
Stemoutput: " Probeer te koppelen
aan <1234> in het externe apparaat "
Stemoutput: " Wilt u het apparaat
koppelen? "
Gebruiker: " Ja"
Stemuitvoer: " Het apparaat is
verbonden als nummer
apparatenlijst selecteren
Met het commando " Selecteer
apparaat " kunt u een mobiele tele‐
foon op de apparatenlijst selecteren
om een Bluetooth-verbinding op te bouwen.Voorbeeld van een dialoog
Gebruiker: " Selecteer apparaat "
Stemoutput: " Zeg het nummer van
het apparaat dat uw wilt selecteren "
Gebruiker:
Stemoutput: " Wilt u apparaatnummer
Gebruiker: " Ja"
Stemoutput: " Wilt u het apparaat
koppelen? "
Gebruiker: " Ja"
Stemoutput: " Eén moment. Het
systeem zoekt het geselecteerde
apparaat "
Stemoutput: " Apparaatnummer
Telefoon127TelefoonAlgemene aanwijzingen.............127
Bluetooth-verbinding ..................128
Noodoproep ............................... 133
Bediening ................................... 133
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ..................136Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk‐ heid om via een microfoon en de luid‐
sprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het info‐
tainmentsysteem van de auto de be‐
langrijkste functies van de mobiele te‐
lefoon te bedienen. Om het telefoon‐
portaal te kunnen gebruiken, moet de mobiele telefoon via Bluetooth aan‐
gesloten zijn.
Het telefoonportaal kan daarnaast
ook met het spraakherkenningsys‐
teem worden bediend.
Niet alle functies van de telefoonpor‐
tal worden door elke mobiele telefoon ondersteund. Welke telefoonfuncties
mogelijk zijn, hangt af van de desbe‐
treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover vindt u in de bedienings‐
handleiding van uw mobiele telefoon.
U kunt hierover ook informatie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het rij‐
den kan gevaarlijk zijn doordat uw concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer uw auto
128Telefoonvoordat u de telefoon in hands‐free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel
telefoneren verboden is, als de
mobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerddoor de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
De spraakherkenning gebruiken
Gebruik de spraakherkenning niet in
noodsituaties, omdat uw stem onder
stress zodanig kan veranderen dat hij
mogelijk niet meer herkend wordt en
de gewenste verbinding daardoor
wellicht niet snel genoeg tot stand kan worden gebracht.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur. Informatie zoals een telefoon‐
boek, gesprekkenlijsten, de naam
van de netwerkoperator en de sterkte
van de verbinding kan worden over‐
gedragen. Welke functies er beschik‐ baar zijn hangt af van het type tele‐
foon.
Om een Bluetooth-verbinding met de
telefoonportal tot stand te kunnen
brengen, moet de Bluetooth-functie
van de mobiele telefoon zijn inge‐
schakeld en moet de mobiele tele‐
foon in de stand "zichtbaar" worden gezet. U vindt nadere informatie in de gebruiksaanwijzing van de mobiele
telefoon.Bluetooth-menu
Druk op CONFIG .
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth.
Bluetooth inschakelen
Wanneer de Bluetooth-functie van
het telefoonportaal uitgeschakeld is:
Activering instellen op Aan en het
daaropvolgende bericht bevestigen.Apparatenlijst
Wordt een mobiele telefoon voor het
eerst via Bluetooth met het telefoon‐
portaal verbonden, dan wordt de te‐
lefoon in de apparatenlijst opgesla‐
gen.
Telefoon129
U kunt maximaal 5 mobiele telefoons
in de apparatenlijst opslaan.
Mobiele telefoon voor het eerst
aansluiten
Er zijn twee opties voor het verbinden van een mobiele telefoon met het te‐
lefoonportaal: door het als een
handsfree-apparaat toe te voegen of
door het SIM Access Profile (SAP) te
gebruiken.
Handsfree-modus
Wanneer de mobiele telefoon wordt
toegevoegd als een handsfree-appa‐
raat kan de gebruiker gesprekken
voeren en ontvangen en andere func‐
ties gebruiken via de telefoonportal.
Het aantal beschikbare functies is af‐ hankelijk van de mobiele telefoon.
Terwijl deze met de telefoonportal is
verbonden, kan de mobiele telefoon
normaal worden bediend. Let op dat
de accu van de mobiele telefoon met
een hogere snelheid dan gebruikelijk kan ontladen als gevolg van de ac‐
tieve Bluetooth-verbinding in combi‐
natie met het normale gebruik van de mobiele telefoon.
SAP-modus
Wanneer de SAP-optie wordt ge‐ bruikt, zijn er meer functies beschik‐
baar via de telefoonportal, bijv. ver‐
schillende beveiligings - en bericht‐
verzendingsopties. Het werkelijke
aantal beschikbare functies is afhan‐
kelijk van de netwerkprovider. Daar‐
naast staat de mobiele telefoon zich
in de SAP-modus in de stand-by‐
stand. Alleen de Bluetooth-verbinding
en de simkaart zijn actief, wat resul‐
teert in een lager energieverbruik van de aangesloten mobiele telefoon.Een mobiele telefoon als een
handsfree-apparaat aansluiten
Selecteer Apparaat (handsfree)
toevoegen . De Bluetooth-code die in
de mobiele telefoon moet worden in‐
gevoerd, verschijnt.
Het telefoonportaal kan nu door an‐
dere Bluetooth-apparaten worden ge‐ detecteerd.
Zodra de mobiele telefoon het tele‐ foonportaal heeft gedetecteerd, kan
de Bluetooth-code in de mobiele te‐
lefoon worden ingevoerd.
130Telefoon
Zodra het telefoonportaal de mobiele
telefoon heeft herkend, kan het tot
stand komen van de verbinding wor‐
den bevestigd.
De mobiele telefoon wordt in de ap‐
paratenlijst opgenomen en kan via het telefoonportaal worden bediend.
De Bluetooth-code wijzigen
(alleen relevant voor handsfree-
modus)
De eerste keer dat een Bluetooth-
verbinding met het telefoonportaal
wordt ingesteld, wordt een standaard‐
code weergegeven. Deze standaard‐ code kan op elk gewenst moment
worden gewijzigd. Om veiligheidsre‐
denen moet u voor het koppelen van
apparaten een viercijferige, willekeu‐
rig gekozen code gebruiken.
Selecteer Bluetooth-code wijzigen .
Bewerk in het weergegeven menu de
huidige Bluetooth-code en bevestig
de veranderde code met OK.
Een mobiele telefoon via SIM Access Profile (SAP) verbinden
Selecteer Apparaat simtoegang
toevoegen .
Het telefoonportaal scant of er be‐
schikbare apparaten zijn en toont een
lijst met de gevonden apparaten.
Let op
De mobiele telefoon moet geacti‐ veerd zijn voor Bluetooth en op
zichtbaar ingesteld staan.
Selecteer de gewenste mobiele tele‐
foon in de lijst. De prompt met de
SAP-wachtwoordcode wordt in het In‐ fotainmentdisplay getoond met een
16-cijferige code.
Telefoon133
Om het nummer van de sms-centralete configureren, selecteert u Tele‐
fooninstellingen en dan Nummer
sms-centrale . Indien noodzakelijk
past u het nummer van de sms-cen‐
trale aan.
De fabrieksinstellingen van de
mobiele telefoon herstellen
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Fabrieksinstellingen
herstellen .
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐ centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Inleiding Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
138TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen....... 88, 114, 118, 119, 127
Algemene informatie................... 121
Antidiefstalfunctie ........................89
Automatische detectie van verkeersinformatie................... 109
Autostore-lijsten .......................... 105
B
BACK-knop ................................... 97
Basisbediening ............................. 97
Bediening.................................... 133
Bluetooth .................................... 127
Bluetooth-verbinding ..................128
Bijwerken zenderlijst ...................106
C Cd afspelen starten ....................115
CD-speler activeren.................................. 115
belangrijke informatie ..............114
gebruik .................................... 115
CD-speler activeren ....................115
CD-speler gebruiken................... 115
Configureren DAB ......................111
Configureren van RDS ...............109D
DAB ............................................ 111
De AUX-ingang gebruiken ..........118
De radio gebruiken .....................104
De radio inschakelen ..................104
De USB-poort gebruiken ............119
Digital Audio Broadcasting .........111
E EON ............................................ 109
F
Favorietenlijst ............................. 105
Frequentiebereikmenu's .............106
Frequentiebereik selecteren .......104
G
Gebruik ................. 96, 104, 115, 118
Geluidsinstellingen .....................101
H Handsfree-modus .......................128
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 96
I
Infotainment-systeem automatische aanpassing van
het volume............................... 103
maximaal opstartvolume .........103
tooninstellingen .......................101
139
volume voor verkeersberichten103
volume: instellingen ................103
Infotainmentsysteem gebruiken ...96
M Menubediening ............................. 97
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................136
Multifunctionele toets ....................97
Mute.............................................. 96
N
Noodoproep ................................ 133
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 119
Overzicht bedieningselementen ...90
R Radio Radio Data System (RDS) ......109
activeren.................................. 104
autostorelijsten ........................ 105
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 111
favorietenlijst ........................... 105
frequentiebereik selecteren .....104
frequentiebereikmenu's ...........106
gebruik .................................... 104zender zoeken........................ 104
zenderlijsten ............................ 106
Radio activeren........................... 104
Radio Data System (RDS) ......... 109
RDS ............................................ 109
Regionalisatie ............................. 109
S
SAP-modus ................................ 128
SIM-toegangsprofiel (SAP) .........128
Spraakherkenning ..............121, 122
activeren.................................. 122
gebruik .................................... 122
telefoonregeling ......................122
volume voor stemoutput ..........122
Spraakherkenning activeren .......122
Stemherkenning ......................... 121
T
Telefoon bedieningselementen ..............127
belangrijke informatie ..............127
belsignalen instellen ................128
berichtfuncties ......................... 133
Bluetooth ................................. 127
Bluetooth-verbinding ...............128
een telefoonnummer vormen ..133
functies tijdens een gesprek ...133
gesprekkenlijsten ....................133
handsfree-modus ....................128het volume instellen ................133
noodoproepen ......................... 133
SIM-toegangsprofiel (SAP) .....128
telefoonbatterij opladen ...........127
telefoonboek ........................... 133
Telefoonbatterij opladen .............127
Telefoonregeling .........................122
V Verkeersberichten ......................103
Volume instellen ........................... 96
Volume-instellingen ....................103
Volume voor stemuitvoer ............122
Voor snelheid gecompenseerd volume....................................... 96
Z
Zenders oproepen ......................105
Zenders opslaan .........................105
Zender zoeken............................ 104