Navigatie41
Na de invoer van het bestemmings‐
adres of een nuttige plaats (dichtstbij‐ zijnde tankstation, hotel, enz.) wordt
de route berekend vanaf de huidige
locatie tot de geselecteerde bestem‐
ming.
Routebegeleiding gebeurt via ge‐
sproken opdrachten en een richtings‐
pijl en met behulp van een meerkleu‐ rig kaartdisplay.
Gebruik
Informatie op de kaartweergave Voor het weergeven van de kaart
rondom de huidige locatie hebt u de
keuze:
■ Druk op NAVI.
■ Druk op ; en selecteer dan
Navigatie .Routebegeleiding niet actief
Als routebegeleiding niet actief is,
verschijnt de volgende informatie:
■ Op de bovenste regel: informatie over de momenteel actieve audio‐
bron en de tijd.
■ Onder de bovenste regel: symbool GPS .
■ In de linkerbovenhoek: een kompas
dat het noorden aangeeft.
■ Kaartdisplay van het gebied rond de huidige positie.
■ Huidige positie: aangegeven door een rode driehoek in een grijze cir‐
kel.
■ Markante punten (POI), bijv. tank‐ stations, parkeerterreinen of res‐
taurants: aangegeven met bijbeho‐
rende symbolen (indien geacti‐
veerd).
■ Op de onderste regel: straatnaam van de huidige positie.
Routebegeleiding actief
42Navigatie
Als routebegeleiding actief is, ver‐
schijnt de volgende informatie:
■ Op de bovenste regel: informatie over de momenteel actieve audio‐
bron en de tijd.
■ Onder de bovenste regel: symbool GPS .
■ Onder de bovenste regel: naam van de straat die na de volgende
kruising moet worden gevolgd.
■ In de linkerbovenhoek: een kom‐ passymbool dat het noorden aan‐
geeft.
■ Kaartdisplay van het gebied rond de huidige positie.
■ Huidige positie: aangegeven door een rode driehoek in een grijze cir‐
kel.
■ Route: aangegeven met een blauwe lijn.
■ Eindbestemming: aangegeven met
een zwarte geblokte vlag.
■ Viapunt (tussenbestemming): aan‐ gegeven met een rode diamant.■ Markante punten (POI), bijv. tank‐stations, parkeerterreinen of res‐
taurants: aangegeven met bijbeho‐
rende symbolen (indien geacti‐
veerd).
■ Verkeersincidenten, bijv. file: aan‐ gegeven met bijbehorende symbo‐
len (indien geactiveerd).
■ Links: richtingspijl en afstand tot de
volgende manoeuvre.
■ Links: resterende afstand tot de eindbestemming of tot het vol‐
gende viapunt.
■ Links: geschatte aankomsttijd of resterende reistijd.
■ Op de onderste regel: straatnaam van de huidige positie.
Kaart manipuleren
Zichtbaar kaartgedeelte verschuiven
U kunt het zichtbare kaartgedeelte op het kaartscherm met de toets met
acht richtingen willekeurig in alle rich‐
tingen verschuiven.
U kunt de toets met acht richtingen in het midden van de multifunctionele
knop in alle richtingen kantelen.Kantel de toets naar één kant. Het
zichtbare gedeelte beweegt in de be‐
treffende richting.
Druk voor het opnieuw weergeven van de kaart rondom de huidige loca‐
tie op BACK.
Schaal van kaart wijzigen Draai wanneer de kaart wordt weer‐
gegeven aan de multifunctionele
knop om een schaalverdeling onder‐
aan het scherm weer te geven.
Draai nogmaals aan de multifunctio‐
nele knop om de schaal naar wens
aan te passen.
Kaartweergave wijzigen
De kaart kan op drie (routebegelei‐
ding niet actief) of vijf (routebegelei‐
ding actief) verschillende manieren
worden weergegeven, zie "Kaart in‐
stellen" hieronder.
Druk steeds op NAVI om tussen de
verschillende kaartmodi te wisselen.
Navigatie57
Verkeersincidentlijsten
Druk bij actieve routebegeleiding op
NAVI en druk op de multifunctionele
knop om Navigatiemenu weer te ge‐
ven. Blader door de lijst en selecteer
Verkeer .
Selecteer Alle verkeersgebeurtenis‐
sen voor het weergeven van alle be‐
kende verkeersvoorvallen voor het
gebied rondom de huidige positie van
de auto.
Selecteer Verkeersgebeurtenis op
route voor het weergeven van de ver‐
keersvoorvallen voor de huidige
route.
De verkeersincidentlijsten kunnen op
verschillende manieren gesorteerd
zijn.
Selecteer Verkeersinstellingen in het
menu Verkeer en dan
Sorteermethode: . Het betreffende
submenu verschijnt.
Activeer de gewenste optie.
Route terugvinden
Met de broodkruimelsfunctie kunt u
reeds genomen wegen in een route
terugvinden.Druk op CONFIG en selecteer dan
Navigatie-instellingen . Selecteer Tra‐
jectmarkering om het betreffende
menu weer te geven.
Activeer Opnemen om een terug‐
vindsessie te starten. De genomen
route wordt geregistreerd en als stip‐
pellijn op de kaart weergegeven.
Selecteer Verw. voor het wissen van
de broodkruimels die al in een actieve terugvindsessie gestrooid zijn. Er ver‐schijnt een bericht dat u moet beant‐
woorden. Bevestig het bericht om alle
broodkruimels te wissen.
Deactiveer Opnemen om de terug‐
vindsessie te beëindigen. Er ver‐
schijnt een toetsenbord.
Voer een naam voor de betreffende
terugvindsessie in en selecteer
Klaar . De sessie wordt opgeslagen in
de lijst Opgeslagen .
Selecteer Opgeslagen voor het weer‐
geven van een lijst met alle terug‐
vindsessies. Selecteer de gewenste
terugvindsessie om het menu Details
trajectmarkering weer te geven.
Selecteer Naam bew. voor het wijzi‐
gen van de naam van de betreffende
terugvindsessie. Er verschijnt een
toetsenbord. Voer de gewenste naam in en selecteer Klaar.
Selecteer Laden om het broodkrui‐
melhoofdmenu weer te geven. Als u
de betreffende terugvindsessie voort‐ durend op de kaart wilt blijven zien,
activeer dan Display.
Selecteer Op kaart tonen voor het di‐
rect weergeven van de gehele terug‐
vindsessie in het betreffende kaart‐
gedeelte.
Spraakherkenning61
Ondersteunde talen■ Niet alle talen die voor het display van het Infotainmentsysteem be‐
schikbaar zijn, zijn ook beschikbaar
voor de spraakherkenning.
■ Als de momenteel geselecteerde displaytaal niet door de spraakher‐
kenning wordt ondersteund, is de
spraakherkenning niet beschik‐
baar.
In dat geval moet u een andere taal selecteren voor het display als u het
infotainmentsysteem via spraak‐
commando's wilt bedienen. Taal
van display wijzigen, zie "Taal" in
het hoofdstuk "Systeeminstellin‐
gen" 3 22.
Adresinvoer voor bestemmingen in
het buitenland
Als u het adres van een bestemming in het buitenland via spraakcomman‐
do's wilt invoeren, moet u de taal van het infotainmentdisplay in de taal van
het betreffende land wijzigen.Als het display bijv. momenteel op
Engels is ingesteld en u de naam van
een stad in Frankrijk wilt invoeren,
moet u de displaytaal in Frans wijzi‐ gen.
Uitzonderingen: Voor het invoeren
van adressen in België kunt u de dis‐
playtaal naar keuze in Frans of Ne‐
derlands wijzigen. Voor het invoeren
van adressen in Zwitserland kunt u de displaytaal naar keuze in Frans, Duitsof Italiaans wijzigen.
Zie voor het wijzigen van de display‐
taal "Taal" in het hoofdstuk "Systeem‐ instellingen" 3 22.
Invoervolgorde voor
bestemmingsadressen
De volgorde waarin de delen van een adres met het spraakherkennings‐
systeem moeten worden ingevoerd is
afhankelijk van het land waarin de be‐
stemming ligt.
Het systeem geeft een voorbeeld van de betreffende invoervolgorde.Spraakdoorschakel-toepassing
Via de spraakdoorschakel-toepas‐
sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone. Raadpleeg de gebruiksaan‐
wijzing van uw smartphone om na te
gaan of uw smartphone deze functie
ondersteunt.
Gebruik
Geïntegreerde
spraakherkenning
Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.
Druk op w rechts op het stuurwiel.
Het geluid van het audiosysteem
wordt onderdrukt, w op het display
wordt gemarkeerd en een gesproken
bericht vraagt u om een commando uit te spreken.
88InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............88
Antidiefstalfunctie ......................... 89
Overzicht bedieningselementen ..90
Gebruik ........................................ 96
Basisbediening ............................ 97
Geluidsinstellingen ....................101
Volume-instellingen ...................103Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
De radio is voor de frequentieberei‐
ken AM, FM en DAB voorzien van
twaalf automatisch in te stellen voor‐ keurzenders. Bovendien kunnen er
nog diverse voorkeurzenders hand‐
matig worden ingesteld (ongeacht
frequentiebereik).
Met de ingebouwde audiospeler kunt
u genieten van audio- en mp3/
wma-cd's.
U kunt ook externe gegevensopslag‐
apparaten, zoals een iPod, MP3-spe‐
ler of USB-stick of een draagbare cd-
speler als externe audiobron op het
Infotainmentsysteem aansluiten.
De digitale soundprocessor biedt u di‐ verse vooraf ingestelde klankinstellin‐gen, waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
Als optie kan het Infotainmentsys‐
teem worden gebruikt met de bedie‐
ningselementen op het stuurwiel of
via het spraakherkenningssysteem.Het Infotainmentsysteem kan ook
worden uitgerust met een mobielete‐
lefoonportal.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen, de heldere
displays en de grote multifunctionele
knop kunt u het systeem gemakkelijk
en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden
96Inleiding
3w
Volume verhogen ..................96
4 ─
Volume verlagen ...................96
5 xn
Kort drukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........133
of oproeplijst sluiten ............133
of geluidsonderdrukking
activeren/deactiveren ............96
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 121Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
multifunctieknoppen en op het display
weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
■ de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 90
■ bedieningsknoppen op het stuur 3 90
■ het spraakherkenningssysteem 3 121
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen is de laatst geselecteerde Info‐
tainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem is inge‐
schakeld met X terwijl het contact is
uitgeschakeld, schakelt het na
30 minuten automatisch weer uit.Volume instellen
Draai X. De actuele instelling ver‐
schijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐ mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit het maximale inschakel‐
volume niet overschrijdt.
Het volgende kan afzonderlijk worden ingesteld:
■ het maximale inschakelvolume 3 103
■ het volume voor verkeersberichten 3 103
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Is de automatische volumeregeling geactiveerd 3 103 wordt het volume
tijdens het rijden automatisch aange‐
past voor het compenseren van weg- en windgeluiden.
Mute
Druk op PHONE (wanneer de tele‐
foonportal beschikbaar is: enkele se‐
conden indrukken) om het geluid van
audiobronnen te onderdrukken.
104RadioRadioGebruik...................................... 104
Zender zoeken ........................... 104
Autostore-lijsten .........................105
Favorietenlijst ............................. 105
Frequentiebereikmenu's ............106
Radio Data System (RDS) .........109
Digital Audio Broadcasting ........111Gebruik
Radio activeren
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der wordt weergegeven.
Frequentiebereik selecteren
Druk één of meerdere malen op
RADIO om het gewenste frequentie‐
bereik te selecteren.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der van dat frequentiebereik wordt
weergegeven.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken Druk kort op s of u om de vol‐
gende zender in het zendergeheugen
weer te geven.
Handmatig zender zoeken
Druk enkele seconden op s of
u om het zoeken naar de volgende
te ontvangen zender in het actuele
frequentiebereik te starten.Is de gewenste frequentie bereikt, wordt de zender automatisch afge‐
speeld.
Let op
Handmatig zender zoeken: Als de
radio geen station vindt, schakelt hij
automatisch naar een gevoeliger
zoekniveau. Als er dan nog geen
station wordt gevonden, zal de laatst actieve frequentie weer worden ge‐
kozen.
Let op
Frequentiebereik FM: Als de RDS-
functie is ingeschakeld, wordt er al‐
leen naar RDS-zenders 3 109 ge‐
zocht en als verkeersinformatie TP is ingeschakeld, wordt er alleen naar zenders met verkeersinformatie3 109 gezocht.
Handmatig zenders afstemmen
AM-frequentiebereik
Draai aan de multifunctionele knop en stel de optimale ontvangstfrequentie
in op het pop-up-frequentiedisplay.
Radio105
DAB-frequentiebereik
Druk op de multifunctionele knop om het DAB-menu te openen en selec‐
teer Handmatig afstemmen DAB .
Draai aan de multifunctionele knop en stel de gewenste ontvangstfrequentiein op het pop-upfrequentiedisplay.
Autostore-lijsten
De zenders met de beste ontvangst in
een bepaald frequentiebereik kunnen
met de autostorefunctie automatisch
worden opgezocht en opgeslagen.Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
Elk frequentiebereik heeft 2 Autostore-lijsten ( AS 1, AS 2 ),
waarin elk 6 zenders kunnen worden opgeslagen.
Zenders automatisch opslaan Houd AS ingedrukt totdat een bericht
over automatisch opslaan verschijnt.
De 12 sterkste zenders in het actuele
frequentiebereik worden in de
2 autostore lijsten opgeslagen.
Druk op de multifunctionele knop om de autostore-functie te verlaten.
Zenders met de hand opslaan Zenders kunnen ook handmatig in de
autostorelijsten worden opgeslagen.
Selecteer de zenders die u op wilt
slaan.
Druk kort op AS om een autostorelijst
te openen of om naar een andere au‐ tostorelijst te wisselen.De zender opslaan in een lijstpositie:
druk op de desbetreffende zender‐ knop 1...6 tot een bevestigingsbericht
wordt weergegeven.
Let op
Handmatig opgeslagen zenders
worden bij het automatisch zenders
opslaan overschreven.
Een zender oproepen Druk kort op AS om een autostorelijst
te openen of om naar een andere au‐ tostorelijst te wisselen.
Druk kort op één van de voorkeur‐
toetsen 1...6 om de zender in de bij‐
behorende lijstpositie op te roepen.
Favorietenlijst
Zenders van alle frequentiebereiken
kunnen handmatig in de favorieten‐
lijsten worden opgeslagen.