176Telefoon
Een apparaat loskoppelen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.
Selecteer het gekoppelde apparaat.
Er verschijnt een submenu.
Selecteer Verbreken om het apparaat
los te koppelen.
Een gekoppeld apparaat
verwijderen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Apparatenlijst . Er ver‐
schijnt een lijst met alle Bluetooth-ap‐
paraten die momenteel aan het info‐
tainmentsysteem gekoppeld zijn.
Kies het gewenste apparaat. Er ver‐
schijnt een submenu.
Als het apparaat verbonden is, moet
het eerst worden losgekoppeld (zie
bovenstaand).Selecteer Wissen om het apparaat te
verwijderen.
Fabriekswaarden terugzetten
De telefooninstellingen, bijv. de ap‐
paratenlijst, de Bluetooth-code en de
beltoon, kunnen op de fabriekswaar‐
den worden teruggezet.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen. Selecteer Te‐
lefooninstellingen en vervolgens Fa‐
brieksinstellingen herstellen .
In het submenu wordt u een vraag
gesteld. Selecteer Ja om alle waar‐
den op de fabriekswaarden terug te
zetten.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
Telefoon177worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep maken
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonaansluiting met het nood‐ oproepcentrum wordt ingesteld.
Beantwoord de vragen van het per‐
soneel over de noodoproep.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐ fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw
mobiele telefoon ook via het Infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
er gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enkele minuten duren.
Tijdens deze periode is het bedienen van de mobiele telefoon via het Info‐
tainmentsysteem slechts beperkt mo‐
gelijk.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Zodoende is het mogelijk datde functionaliteit die bij deze speci‐ fieke mobiele telefoons staat be‐
schreven, afwijkt.
Voorwaarden Voor de handsfreemodus van het in‐
fotainmentsysteem moet aan de vol‐
gende voorwaarden zijn voldaan:
■ De Bluetooth-functie van het info‐ tainmentsysteem moet geactiveerd
zijn 3 174.
■ De Bluetooth-functie van de mo‐ biele telefoon moet geactiveerd zijn
(zie gebruiksaanwijzing van het ap‐ paraat).
■ De mobiele telefoon moet op "zicht‐
baar" staan (zie gebruiksaanwij‐
zing van het apparaat).
■ De mobiele telefoon moet aan het infotainmentsysteem gekoppeld
zijn 3 174.
Handsfreemodus activeren
Druk op PHONE op het bedienings‐
paneel van het Infotainmentsysteem. Het hoofdmenu van de telefoon ver‐
schijnt.
178Telefoon
Let op
Als er geen mobiele telefoon met het Infotainmentsysteem verbonden is,
verschijnt Geen telefoon
beschikbaar . Voor een gedetail‐
leerde beschrijving van het tot stand brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding 3 174.
Veel functies van de mobiele telefoon
kunnen nu worden bediend via het
hoofdmenu van de telefoon (en bijbe‐
horende submenu's) en via de tele‐
foonspecifieke knoppen op het stuur‐ wiel.
Telefoongesprek initiërenHandmatig een nummer invoeren
Druk in het telefoonhoofdmenu op de
multifunctionele knop om Menu
telefoon te openen.
Selecteer Nummer invoeren . Het vol‐
gende scherm verschijnt.
Voer het gewenste nummer in en se‐ lecteer y op het display om het kie‐
zen te starten.
Let op
Voor het openen van het scherm
Zoeken van het telefoonboek selec‐
teert u 4.
Het telefoonboek gebruiken Let op
Het telefoonboek kan alleen worden
gedownload als deze functie wordt
ondersteund door uw mobiele tele‐
foon. Voor nadere informatie verwij‐
zen wij u naar de gebruiksaanwijzing
van uw mobiele telefoon.
Het telefoonboek bevat namen en
nummers van contactpersonen.
Druk in het actieve telefoonhoofd‐
menu op de multifunctionele knop om
Menu telefoon te openen.
Selecteer Telefoonboek . Selecteer
Zoeken en vervolgens Voornaam of
Achternaam . Het volgende scherm
verschijnt.
182TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen..... 164, 167, 168, 173
AUX-ingang ............................. 167
Bluetooth-muziek ....................171
CD-speler ................................ 164
Infotainment-systeem ..............144
Telefoon .................................. 173
USB-poort ............................... 168
Algemene informatie................... 171
Antidiefstalfunctie ......................145
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................. 146
Automatische volumeregeling ....154
Autostore-lijsten .......................... 156
Zenders ophalen .....................156
Zenders opslaan .....................156
AUX-functie activeren .................167
AUX-ingang Algemene aanwijzingen ..........167
Bediening ................................ 167
Inschakelen ............................. 167
Volume aanpassen .................167
B Basisbediening ........................... 150
Bediening ........................... 171, 177
AUX-ingang ............................. 167
Bluetooth-muziek ....................171CD-speler................................ 165
Menu ....................................... 150
Radio ....................................... 155
Telefoon .................................. 177
USB-poort ............................... 169
Bedieningselementen Infotainment-systeem ..............146
Stuurwiel ................................. 146
Telefoon .................................. 173
Bedieningspaneel Infotainment ..146
Bel Beltoon .................................... 177
Functies tijdens het gesprek ...177
Inkomend gesprek ..................177
Telefoongesprek initiëren ........177
Beltoon Beltoon selecteren ..................177
Beltoonvolume ........................ 154
Blokkeren van verkeersberichten 160
Bluetooth Bluetooth-muziek ....................171
Bluetooth-verbinding ...............174
Telefoon .................................. 177
Bluetooth-muziek Algemene aanwijzingen ..........171
Bediening ................................ 171
Inschakelen ............................. 171
Voorwaarden ........................... 171
Bluetooth-verbinding ..................174
183
CCategorielijst ............................... 157
Cd afspelen starten ....................165
Cd-menu ..................................... 165
CD-speler Algemene aanwijzingen ..........164
Cd afspelen starten .................165
Cd plaatsen ............................. 165
Cd-menu ................................. 165
Een cd verwijderen .................165
Gebruik.................................... 165
Inschakelen ............................. 165
CD-speler activeren ....................165
D DAB ............................................ 162
Datuminstellingen .......................149
De radio inschakelen ..................155
Digital Audio Broadcasting .........162
Dynamisch audioaanpassing .....162
F
Favoriete lijsten .......................... 157
Zenders ophalen .....................156
Zenders opslaan .....................156
Favorietenlijst ............................. 156
Frequentiebereikmenu's .............157
Frequentiebereik selecteren .......155
Functie Opnieuw kiezen .............177G
Gebruik ............... 149, 155, 165, 167
AUX-ingang ............................. 167
Bluetooth-muziek ....................171
CD-speler ................................ 165
Menu ....................................... 150
Radio ....................................... 155
Telefoon .................................. 177
USB-poort ............................... 169
Geluidsinstellingen .....................153
Gesprekkenlijsten .......................177
H
Handsfree telefoonmodus activeren.................................. 177
I
Infotainmentsysteem inschakelen ............................. 149
M
Maximaal opstartvolume............. 154
Menubediening ........................... 150
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................180
Multifunctionele toets ..................150
Mute............................................ 149
N Noodoproep ................................ 176O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 169
Overzicht bedieningselementen. 146
R Radio Afstemmen op zender .............155
Autostorelijsten........................ 156
Bereik selecteren ....................162
Categorielijst ........................... 157
Configureren van RDS ............160
DAB configureren ....................162
DAB-berichten ......................... 157
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 162
Dynamisch audioaanpassing ..162
Favoriete lijsten ...............156, 157
Frequentiebereik selecteren ...155
Frequentiebereikmenu's.......... 157
Gebruik.................................... 155
Inschakelen ............................. 155
Radio Data System (RDS) ......160
Radioverkeerinformatieservice 160 Regio-instelling........................ 160
Verkeersberichten ...................160
Zender zoeken ........................ 155
Zenderlijsten............................ 157
Zenderlijsten bijwerken ...........157
184
Zenders ophalen.....................156
Zenders opslaan .....................156
Radio activeren........................... 155
Radio Data System (RDS) ......... 160
Radioverkeerinformatieservice ...160
RDS ............................................ 160
Regio-instelling ........................... 160
S Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 171
Systeeminstellingen Fabrieksinstellingen
terugzetten .............................. 149
Taal ......................................... 149
Tijd- en datuminstellingen .......149
Voertuiginstellingen .................149
T
Taalinstellingen........................... 149
TA-volume .................................. 154
Telefoon Algemene aanwijzingen ..........173
Bedieningselementen .............173
Beltoon selecteren ..................177
Bluetooth ................................. 173
Bluetooth-verbinding ...............174
Een telefoonnummer kiezen ...177
Functies tijdens het gesprek ...177
Gesprekkenlijsten.................... 177Inkomend gesprek ..................177
Inschakelen ............................. 177
Noodoproepen ........................ 176
Opmerkingen........................... 173
Telefoonboek .......................... 177
Telefoonnummer opnieuw
kiezen ...................................... 177
Voorwaarden ........................... 177
Telefoonboek .............................. 177
Tijdinstellingen ............................ 149
U
USB-functie activeren .................169
USB-menu .................................. 169
USB-poort Activering ................................ 169
Algemene aanwijzingen ..........168
Bediening ................................ 169
Opmerkingen........................... 168
USB-apparaat aansluiten ........168
USB-apparaat verwijderen ......169
USB-menu............................... 169
V Verkeersberichten ......................160
Volume Automatische volumeregeling. 154
Beltoonvolume ........................ 154
Maximaal opstartvolume .........154
Stiltefunctie.............................. 149TA-volume ............................... 154
Volume instellen ......................149
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen ........................... 149
Voor snelheid
gecompenseerd volume ..........154
Volume-instellingen ....................154
Z Zenderlijsten ............................... 157
Zenderlijsten bijwerken ...............157
Zenders ophalen ........................156
Zenders opslaan .........................156
Zender zoeken............................ 155
FlexDock187Gebruik
Cradle op de basisplaat
bevestigen
1. Haal de kap van de basisplaat.
2. Druk de cradle in de basisplaat en
klap deze neer.
Smartphone met het
Infotainmentsysteem verbinden
Universele smartphone
Verbind de smartphone via de aan‐
sluitkabel met de cradle.
iPhone
De iPhone wordt bij het plaatsen in de
cradle automatisch verbonden.
Afhankelijk van de aanwezige soft‐
ware en hardware kan de functionali‐ teit van de iPhone beperkt zijn.
De smartphone bedienen Bij het verbinden van de smartphonevia FlexDock heeft deze dezelfde
functionaliteit als wanneer deze via
de USB-aansluiting wordt aangeslo‐
ten. Zie de betreffende instructies in
deze handleiding voor gedetailleerde
informatie.
Voor het gebruik van de telefoonfunc‐ tie of de functie Streaming audio via
Bluetooth moet er een Bluetooth-ver‐
binding tot stand worden gebracht.
Zie de betreffende instructies in deze handleiding en de gebruiksaanwijzing
bij de smartphone voor gedetailleerde informatie.
Cradle van de basisplaat
verwijderen
1. Druk op de ontgrendelingsknop en verwijder de cradle.
2. Bevestig de cradle op de basis‐plaat.