148Inleiding
16 TONE.................................. 153
Geluidsinstellingen ..............153
17 PHONE ............................... 173
Telefoonhoofdmenu
openen ................................ 177
Mute activeren ....................149
18 AUX ..................................... 167
Van audiobron veranderen . 167Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 qw
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 173
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................. 177
Lang indrukken:
gesprekslijst tonen ..............177
2 SRC (bron).......................... 149
Indrukken: audiobron
selecteren ........................... 149
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ........................... 155
Bij actieve cd-speler:
omhoog/omlaag zetten
om volgende/vorige cd/
mp3/wma-track te
selecteren ........................... 165
Bij actief telefoonportaal:
omhoog/omlaag draaien
om volgende/vorige optie
in oproepenlijst te
selecteren ........................... 177
Bij actieve telefoonportal
en gesprekken in de
wacht: omhoog/omlaag
draaien om tussen
gesprekken te schakelen ....177
3 w
Volume verhogen ................149
4 ─
Volume verlagen .................149
150Inleiding
Stiltefunctie
Druk op PHONE (als het telefoonpor‐
taal beschikbaar is: enkele seconden
indrukken) om het geluid van audio‐
bronnen te onderdrukken.
Mutefunctie annuleren: draai aan m of
druk op PHONE (indien telefoonpor‐
taal beschikbaar: enkele seconden indrukken).
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen
de verschillende frequentiebereiken.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de frequentiebereikmenu's met
opties voor zenderselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 155.Audiospelers
Druk één of meerdere keren op CD of
AUX om naar het hoofdmenu USB,
iPod of AUX (indien beschikbaar) te
gaan of om tussen deze menu's te
wisselen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de betreffende menu's met op‐ ties voor trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van CD-spelerfuncties 3 164, AUX-
functies 3 167, USB-poortfuncties
3 168 en functies voor streaming au‐
dio via Bluetooth 3 171.
Telefoon
Druk kort op PHONE om het telefoon‐
menu te openen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar het telefoonmenu met opties
voor het invoeren en selecteren van
nummers te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 173.Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐ baar in diverse talen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Talen (Languages) in het
menu Instellingen om het betreffende
menu weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐ teksten.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de menubediening 3 150.
Tijd- en datuminstellingen
Raadpleeg het Instructieboekje voor
een gedetailleerde beschrijving.
Basisbediening
Multifunctionele toets
De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.
AUX-ingang167AUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............167
Gebruik ...................................... 167Algemene aanwijzingen
Op het bedieningspaneel van het In‐ fotainmentsysteem 3 146 zit een
AUX-ingang voor het aansluiten van externe audiobronnen.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om een
draagbare cd-speler op de AUX-in‐
gang aan te sluiten met een 3,5 mm
stekkeringang.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en drooghouden.
Gebruik Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus AUX te activeren.
Stel het volume bij door m van het In‐
fotainmentsysteem te draaien.
Alle andere functies werken alleen via
de bedieningsorganen van de audio‐
bron.
USB-poort169
■ De volgende beperkingen zijn vantoepassing op de bestanden die op
het externe apparaat zijn opgesla‐
gen:
Bit rate: 8 kbit/s - 320 kbit/s.
Samplingfrequentie: 48 kHz,
44,1 kHz, 32 kHz (voor mpeg-1) en
24 kHz, 22,05 kHz, 16kHz (voor
mpeg-2).
■ Voor de gegevens op externe ap‐ paraten die zijn aangesloten op de
USB-poort gelden de volgende be‐
perkingen:
Aantal tracks: max. 999.
Aantal tracks per mapniveau:
max. 512.
Diepte mappenstructuur: max.
10 niveaus.
Wma-bestanden met Digital Rights Management (DRM) van online-
muziekwinkels kunnen niet worden
afgespeeld.
Wma-bestanden kunnen alleen
veilig worden afgespeeld als deze
met Windows Media Player, mini‐
maal versie 9, zijn aangemaakt.Toepasbare afspeellijstexten‐
sies: .m3u, .pls, .wpl.
De afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
Het systeemkenmerk voor map‐
pen/bestanden dat audiogegevens
bevat, mag niet ingesteld zijn.
Opgeslagen
audiobestanden afspelen Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus MP3 of iPod te
activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het toestel zijn opgeslagen, wordt
automatisch gestart.
Toestelspecifiek menu
gebruiken Druk op de multifunctionele knop omnaar het menu van het momenteelverbonden toestel te gaan.
Streaming audio via Bluetooth171Streaming audio via
BluetoothAlgemene informatie ..................171
Bediening ................................... 171Algemene informatie
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(bijv. mobiele telefoons voor muziek,
mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
het Bluetooth-muziekprotocol A2DP
ondersteunen, werken draadloos op
het Infotainmentsysteem.
Opmerkingen ■ Het Infotainmentsysteem werkt al‐ leen met Bluetooth-apparaten die
A2DP (Advanced Audio Distribu‐
tion Profile), versie 1.2 of hoger, on‐ dersteunen.
■ Het Bluetooth-apparaat moet AVRCP (Audio Video Remote Con‐trol Profile), versie 1.0 of hoger on‐
dersteunen. Als het apparaat
AVRCP niet ondersteunt, werkt al‐
leen de volumeregeling via het in‐ fotainmentsysteem.
■ Maak uzelf voorafgaand aan het aansluiten van het Bluetooth-appa‐
raat op het infotainmentsysteem vertrouwd met de gebruiksaanwij‐
zing voor Bluetooth-functies.Bediening
Voorwaarden
Voor de Bluetooth-muziekmodus van
het infotainmentsysteem moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
■ De Bluetooth-functie van het info‐ tainmentsysteem moet geactiveerd
zijn 3 174.
■ De Bluetooth-functie van de ex‐ terne Bluetooth-audiobron moet
geactiveerd zijn (zie gebruiksaan‐
wijzing van het apparaat).
■ Afhankelijk van de externe Blue‐ tooth-audiobron moet het apparaat
wellicht op "zichtbaar" staan (zie
gebruiksaanwijzing van het appa‐
raat).
■ De externe Bluetooth-audiobron moet met het infotainmentsysteem
gekoppeld en verbonden zijn
3 174.
Bluetooth-muziekmodus
activeren Druk één of meerdere malen op
AUX om de Bluetooth-muziekmodus
te activeren.
182TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen..... 164, 167, 168, 173
AUX-ingang ............................. 167
Bluetooth-muziek ....................171
CD-speler ................................ 164
Infotainment-systeem ..............144
Telefoon .................................. 173
USB-poort ............................... 168
Algemene informatie................... 171
Antidiefstalfunctie ......................145
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................. 146
Automatische volumeregeling ....154
Autostore-lijsten .......................... 156
Zenders ophalen .....................156
Zenders opslaan .....................156
AUX-functie activeren .................167
AUX-ingang Algemene aanwijzingen ..........167
Bediening ................................ 167
Inschakelen ............................. 167
Volume aanpassen .................167
B Basisbediening ........................... 150
Bediening ........................... 171, 177
AUX-ingang ............................. 167
Bluetooth-muziek ....................171CD-speler................................ 165
Menu ....................................... 150
Radio ....................................... 155
Telefoon .................................. 177
USB-poort ............................... 169
Bedieningselementen Infotainment-systeem ..............146
Stuurwiel ................................. 146
Telefoon .................................. 173
Bedieningspaneel Infotainment ..146
Bel Beltoon .................................... 177
Functies tijdens het gesprek ...177
Inkomend gesprek ..................177
Telefoongesprek initiëren ........177
Beltoon Beltoon selecteren ..................177
Beltoonvolume ........................ 154
Blokkeren van verkeersberichten 160
Bluetooth Bluetooth-muziek ....................171
Bluetooth-verbinding ...............174
Telefoon .................................. 177
Bluetooth-muziek Algemene aanwijzingen ..........171
Bediening ................................ 171
Inschakelen ............................. 171
Voorwaarden ........................... 171
Bluetooth-verbinding ..................174
183
CCategorielijst ............................... 157
Cd afspelen starten ....................165
Cd-menu ..................................... 165
CD-speler Algemene aanwijzingen ..........164
Cd afspelen starten .................165
Cd plaatsen ............................. 165
Cd-menu ................................. 165
Een cd verwijderen .................165
Gebruik.................................... 165
Inschakelen ............................. 165
CD-speler activeren ....................165
D DAB ............................................ 162
Datuminstellingen .......................149
De radio inschakelen ..................155
Digital Audio Broadcasting .........162
Dynamisch audioaanpassing .....162
F
Favoriete lijsten .......................... 157
Zenders ophalen .....................156
Zenders opslaan .....................156
Favorietenlijst ............................. 156
Frequentiebereikmenu's .............157
Frequentiebereik selecteren .......155
Functie Opnieuw kiezen .............177G
Gebruik ............... 149, 155, 165, 167
AUX-ingang ............................. 167
Bluetooth-muziek ....................171
CD-speler ................................ 165
Menu ....................................... 150
Radio ....................................... 155
Telefoon .................................. 177
USB-poort ............................... 169
Geluidsinstellingen .....................153
Gesprekkenlijsten .......................177
H
Handsfree telefoonmodus activeren.................................. 177
I
Infotainmentsysteem inschakelen ............................. 149
M
Maximaal opstartvolume............. 154
Menubediening ........................... 150
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................180
Multifunctionele toets ..................150
Mute............................................ 149
N Noodoproep ................................ 176O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 169
Overzicht bedieningselementen. 146
R Radio Afstemmen op zender .............155
Autostorelijsten........................ 156
Bereik selecteren ....................162
Categorielijst ........................... 157
Configureren van RDS ............160
DAB configureren ....................162
DAB-berichten ......................... 157
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 162
Dynamisch audioaanpassing ..162
Favoriete lijsten ...............156, 157
Frequentiebereik selecteren ...155
Frequentiebereikmenu's.......... 157
Gebruik.................................... 155
Inschakelen ............................. 155
Radio Data System (RDS) ......160
Radioverkeerinformatieservice 160 Regio-instelling........................ 160
Verkeersberichten ...................160
Zender zoeken ........................ 155
Zenderlijsten............................ 157
Zenderlijsten bijwerken ...........157