Page 107 of 345
Instrumenten en bedieningsorganen105Instrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ....................105
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .....................112
Informatiedisplays ......................124
Boordinformatie ......................... 131
Tripcomputer .............................. 135
Persoonlijke instellingen ............137Bedieningsorganen
Stuurwielverstelling
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Stuurbedieningsknoppen
U kunt het infotainment-systeem, de
cruise control en een gekoppelde mo‐ biele telefoon bedienen met de knop‐
pen op het stuurwiel.
Meer informatie staat in de handlei‐
ding van het infotainment-systeem.
Bestuurdersondersteuningssyste‐
men 3 188.
Page 129 of 345

Instrumenten en bedieningsorganen127
Informatiemenu dagteller/brandst. Druk op MENU om de
Informatiemenu dagteller/brandst. te
selecteren of selecteer W op het
Uplevel-Combi-display.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te kiezen. Druk ter bevestiging
op de toets SET/CLR.
■ dagteller 1
■ dagteller 2
■ digitale snelheid
Dagteller 2 en digitale snelheid zijn
alleen beschikbaar op auto's met Uplevel-Combi-display.
Zet de dagteller terug door gedu‐
rende enkele seconden op de knop
SET/CLR op de richtingaanwijzer‐
hendel te drukken of door met het
contact aan op de resetknop tussen de snelheidsmeter en het DIC te druk‐ ken.
Bij auto’s met een boordcomputer zijn
meer submenu’s beschikbaar.
Selectie en aanduiding kunnen afwij‐
ken in Midlevel- en Uplevel-Combi-
display.
Informatiemenu dagteller/brandstof,
tripcomputer 3 135.
Informatiemenu ECO Druk op MENU om s op de bo‐
venste regel van het Uplevel-Combi-
display te selecteren.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te kiezen. Druk ter bevestiging op de toets SET/CLR.Submenu's zijn:
■Schakelindicatie : De huidige ver‐
snelling wordt aangegeven binnen
een pijl. Het cijfer erboven geeft
aan dat de bestuurder omwille van
het brandstofverbruik moet op‐
schakelen.
Eco-indexdisplay : Het actuele
brandstofverbruik wordt aangege‐
ven op een segmentdisplay. Voor
Page 137 of 345

Instrumenten en bedieningsorganen135BatterijspanningWanneer de accuspanning laag is,
verschijnt er een waarschuwingsbe‐
richt of waarschuwings code 174 op
het Driver Information Center.
1. Schakel onmiddellijk alle elektri‐ sche verbruikers uit die niet nodig
zijn voor een veilige rit, bijv. de
stoelverwarming, achterruitver‐
warming of andere hoofdverbrui‐
kers.
2. Laad de accu op door een tijdje te
rijden of door een oplaadapparaat te gebruiken.
Het waarschuwingsbericht of de
waarschuwingscode verdwijnen na‐
dat de motor twee keer na elkaar is
gestart zonder een spanningsval.
Als de accu niet kan worden opgela‐
den, moet u de oorzaak van de sto‐
ring in een werkplaats laten verhel‐
pen.Tripcomputer
U selecteert de menu's en functiesmet de toetsen op de richtingaanwij‐
zerhendel 3 124.
Druk op MENU om Informatiemenu
dagteller/brandst. te selecteren of se‐
lecteer W op het Uplevel-Combi-
display.
Informatiemenu dagteller/brandst. op
Uplevel-Combi-display
Draai aan het stelwiel om de subme‐
nu's te kiezen:
Page 344 of 345

342
Top-Tether-bevestigingsogen......62
Traction Control .........................183
Traction Control-systeem UIT .... 122
Trekhaak............................. 228, 229
Trekstang.................................... 228
Tripcomputer ............................. 135
Typeplaatje ................................ 299
U Uitlaatgassen ............................. 173
Uitrol-brandstofafsluiter .............169
Uitstapverlichting .......................155
Ultrasoonparkeerhulp ................121
Uw autogegevens ..........................3
V Vaste luchtroosters ....................165
Veiligheidsgordel .........................10
Veiligheidsgordels .......................50
Veiligheidsnet .............................. 98
Velgen en banden .....................270
Ventilatie ..................................... 157
Verbanddoos ............................. 100
Vergrendelingssysteem ...............30
Verkeersbordherkenning ............216
Verlichting middenconsole ........154
Verlichtingsfuncties..................... 154
Verlichting zonneklep ................154
Versnellingsbak ........................... 18
Versnellingsbakdisplay ..............175Verstelbare luchtroosters ........... 165
Vertraagde uitschakeling stroom 168
Verwarmde spiegels ....................33
Verwarmd stuurwiel ...................106
Verwarming ................................. 49
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 157
Verwerking van sloopauto .........234
Verzorging .................................. 292
Verzorging exterieur ..................292
Verzorging interieur ...................294
Vloerafdekking bagageruimte ......93
Voertuiggewicht .........................311
Voertuigidentificatienummer ......299
Voertuigkrik................................. 268
Voordat u wegrijdt ........................ 19
Voorligger gedetecteerd .............124
Voorruit ......................................... 34
Voorstoelen .................................. 42
Voorverwarming ........................122
W Waarschuwingslampen ..............112
Werkzaamheden uitvoeren .......234
Wieldoppen ................................ 276
Wiel verwisselen ........................280
Winterbanden ............................ 270
Wis-/wasinstallatie .......................17
Wis-/wasinstallatie achterruit .....108Wis-/wasinstallatie voorruit ........107
Wisserblad vervangen ...............240
Z
Zekeringen ................................. 261
Zekeringenkast in bagageruimte 265
Zekeringenkast in motorruimte ..262
Zekeringenkast instrumentenpaneel ...............264
Zitplaatsen achterin ......................49
Zonnedak ..................................... 37 Zonnekleppen .............................. 37
Zijdelings airbagsysteem .............54
Zijmarkeringslichten.................... 143 Zijrichtingaanwijzers ..................259