112VerlichtingAchteruitrijlichtenHet achteruitrijlicht gaat branden
wanneer de ontsteking is ingescha‐
keld en de auto in de achteruitver‐
snelling staat.
Beslagen lampglazen
De binnenkant van de lampenglazen
kan bij koud en vochtig weer, bij he‐
vige regen of na een wasbeurt korte
tijd beslaan. De condens verdwijnt na
korte tijd vanzelf, om dit te versnellen
de verlichting inschakelen.Binnenverlichting
Regelbare
instrumentenverlichting
Wanneer de rijverlichting aanstaat,
kunt u de lichtsterkte van de volgende lampen regelen:
■ instrumentenverlichting
■ sfeerverlichting
■ plafondverlichting
■ Info-Display
■ verlichte schakelaars en bedie‐ ningselementen
Draai aan het kartelwiel A en houd dit
vast totdat de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Binnenverlichting Voorste interieurverlichting
De interieurverlichting wordt bij het in-
en uitstappen vanzelf ingeschakeld
en dooft met enige vertraging.
Bedien de wipschakelaar:
w=automatisch in- en uit‐
schakelendruk op u=aandruk op v=uit
234TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............216, 220
Aanduidingen op banden ..........188
Aansteker .................................... 82
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 164
Accu ........................................... 169
Achterlichten .............................. 176
Achterruitverwarming ................... 32
Achteruitrijlichten .......................112
Afmetingen auto ........................227
Airbag deactiveren ....................... 48 Airbag-deactivering ...................... 89
Airbag en gordelspanners ...........89
Airbaglabel.................................... 43
Airbagsysteem ............................. 43
Airconditioning ........................... 117
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 125
Alarmknipperlichten ...................110
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 126
Andere auto slepen ...................210
Antiblokkeersysteem .................137
Antiblokkeersysteem (ABS) .........90
Asbakken ..................................... 82
Autogegevens ............................ 220
Autokrik....................................... 186Automatische dimfunctie .............30
Automatische verlichting ............ 109
Automatisch vergrendelen ...........25
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 208
Auto stallen ................................. 164
B Bagageruimte ........................ 26, 67
Bagageruimte-afdekking .............68
Bandenreparatieset ...................195
Bandenspanning .......................188
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 91, 189
Bandenspanningswaarden ........229
Batterijspanning .........................103
Bedieningsorganen ......................75
Bekerhouders .............................. 55
Bekleding .................................... 214
Beladingsinformatie .....................73
Beslagen lampglazen ................112
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 143
Beveiliging van de auto ................27
Binnenspiegels ............................. 30
Binnenverlichting ...............112, 181
Blindehoeksysteem ....................155
Bolle vorm .................................... 29
Boordgereedschap .....................186
Boordinformatie .........................100