BESCHRIJVING
2-2
2
DAU10421
Aanzicht rechterzijde
1
2
3,4,5,6
710
9
8
11
12
13
14
15
1. Bagageriembevestiging (pagina 3-26)
2. Helmbevestiging (pagina 3-20)
3. Zekeringenkastje 1 (pagina 6-36)
4. Hoofdzekering (pagina 6-36)
5. Zekering brandstofinjectiesysteem (pagina 6-36)
6. Accu (pagina 6-35)
7. Luchtfilterelement (pagina 6-20)
8. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-17) 9. Radiatorvuldop (pagina 6-17)
10.Olievuldop (pagina 6-14)
11.Aftapplug koelvloeistof (pagina 6-18)
12.Motoroliepeilstok (pagina 6-14)
13.Rempedaal (pagina 3-16)
14.Remlichtschakelaar (pagina 6-26)
15.Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-27)U2CXD1D0.book Page 2 Monday, July 21, 2014 4:24 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-5
3
weergave koelvloeistoftemperatuur, stop
de machine dan, stop vervolgens de motor
en laat de motor afkoelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.OPMERKING Bij machines met een of meer radia-
torkoelvinnen schakelt de radiator-
koelvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in de
radiator.
Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 6-47 nadere instructies ver-
meld.
U2CXD1D0.book Page 5 Monday, July 21, 2014 4:24 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
3. Als het koelvloeistofniveau zich op ofonder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, verwijder dan paneel
B om bij het koelvloeistofreservoir te
komen. (Zie pagina 6-9.)
4. Verwijder de dop van het koelvloei- stofreservoir, vul koelvloeistof bij tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau, en breng dan de dop van het
koelvloeistofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwijd er alleen
d e dop van het koelvloeistofreser-
voir. Pro beer nooit om de ra diator-
vul dop te verwij deren als d e motor
kou d is.
[DWA15162]
LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanwezi g is, geb ruik
d an in plaats daarvan ged istilleer d
water of onthar d leid ingwater. Ge- b
ruik geen har d water of zout wa-
ter, dit is scha delijk voor de motor.
Als er in plaats van koelvloeistof
water is g eb ruikt, vervan g d it dan
zo snel mo gelijk door koelvloeistof,
an ders is het systeem niet be-
scherm d te gen vorst en corrosie.
Als er water aan d e koelvloeistof is
toe gevoe gd, laat dan een Yamaha
d ealer zo snel mo gelijk het anti-
vries gehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
d e effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
5. Monteer het paneel.
DAU39006
Om de koelvloeistof te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Verwijder de stroomlijnpanelen B en
C. (Zie pagina 6-9.)
3. Schuif een opvangbak onder de motor om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
4. Verwijder de radiatorvuldop. WAARSCHUWING! Pro beer nooit
om de rad iatorvul dop te verwij de-
ren als d e motor warm is.
[DWA10382]
5. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-
stof en de pakking om het koelsy-
steem af te tappen.
6. Verplaats de slangklem in de getoon- de richting, en ontkoppel dan de radi-
atorslang om de radiator te legen.
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1. Dop koelvloeistofreservoirInhou d koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
1. Radiatorvuldop
U2CXD1D0.book Page 18 Monday, July 21, 2014 4:24 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
7. Verwijder het koelvloeistofreservoirdoor de bouten los te halen.
8. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir en keer dan het koel-
vloeistofreservoir ondersteboven om
het leeg te maken. 9. Spoel het koelsysteem nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd grondig
door met schoon leidingwater.
10. Monteer het koelvloeistofreservoir
door de bouten aan te brengen.
11. Sluit de radiatorslang aan, en zet de slangklem daarna weer terug in de
oorspronkelijke positie.
12. Monteer de aftapplug voor koelvloei- stof met een nieuwe pakking en zet de
plug dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment. 13. Giet de aanbevolen koelvloeistof in
het reservoir tot aan de merkstreep
voor maximumniveau en breng dan de
dop van het koelvloeistofreservoir
aan.
14. Giet de aanbevolen koelvloeistof in de radiator totdat deze vol is.
15. Breng de radiatorvuldop aan, start de motor, laat deze een paar minuten
stationair draaien en zet hem dan uit.
16. Verwijder de radiatorvuldop om het
koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig koel-
vloeistof bij tot het niveau boven in de
radiator staat en breng dan de radia-
torvuldop aan.1. Aftapplug koelvloeistof
2. Pakking
3. Radiatorslang
4. Slangklem
1
2
4
3
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Koelvloeistofreservoir
3. Bout
Aanhaalmoment:Aftapplug koelvloeistof:10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
2
1
3
Men gverhou din g antivries/water:
1:1
Aan bevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol anti-
vries met corrosieremmers voor alu-
minium motoren
Hoeveelhei d koelvloeistof:
Radiator (inclusief alle leidingen): 2.30 L (2.43 US qt, 2.02 Imp.qt)
Koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
U2CXD1D0.book Page 19 Monday, July 21, 2014 4:24 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
6
4. Controleer na installatie of de accuka-bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.LET OP
DCA16531
Hou d d e accu stee ds op gelad en. Stallen
van een ontla den accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
DAU23707
Zekerin gen vervan genDe hoofdzekering, de zekering van de
brandstofinspuiting en zekeringenkastje 1
zitten onder het bestuurderszadel. (Zie pa-
gina 3-19.)OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de zekering van
het brandstofinspuitsysteem verwijdert u
de kap van het startmotorrelais door deze
omhoog te trekken.
Zekeringenkastje 2 bevindt zich onder pa-
neel A. (Zie pagina 6-9.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Geb ruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
1. Hoofdzekering
2. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
3. Kap van startmotorrelais
4. Zekering brandstofinjectiesysteem
5. Zekeringenkastje 1
6. Backup-zekering (voor klok en startblok-
keersysteem)
7. Zekering elektronische smoorklep
8. Reservezekering
2
1
5
6
3
748
1. Zekeringenkastje 2
2. Zekering linker radiatorkoelvinmotor
3. Zekering rechter radiatorkoelvinmotor
4. Zekering signaleringssysteem
5. Zekering ontstekingssysteem
6. Zekering achterlichtcircuit
7. Koplampzekering
8. Reservezekering
U2CXD1D0.book Page 36 Monday, July 21, 2014 4:24 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-37
6
schade aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU39014
Koplamp gloeilamp vervan genDe koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is
doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zor g d at de vol gen de on der-
d elen niet wor den bescha digd:
Koplampg loeilamp
Raak het glas van de koplamp gloei-
lamp niet aan zo dat dit vetvrij blijft,
an ders kan de doorzichti ghei d van
het glas, de lichtintensiteit en d e le-
vens duur na deli g wor den beïn-
vloe d. Wrijf eventuele
verontreini gin gen en vin geraf druk-
ken op het g loeilampglas we g met
een doekje ged renkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
d e kopl ampl
ens.
Ge bruik geen koplamp gloeilamp
met een ho ger watta ge dan is voor-
g eschreven.
1. Verwijder de gloeilampkap door deze
linksom te draaien.
2. Maak de koplampstekker los.
Voo r
geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A × 2
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering achterlichtcircuit: 7.5 A
Koplampzekering: 15.0 A1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Gloeilampkap
1
U2CXD1D0.book Page 37 Monday, July 21, 2014 4:24 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-47
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwij der de rad iatorvuld op niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is af gekoel d.
Bren g een d ikke doek, bijvoor beel d een handdoek, aan over de ra diatorvul dop en d raai deze dan lan gzaam linksom te gen
d e aanslag zodat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaa g zo dra het sisg eluid stopt en d raai deze links-
om en verwij der de dop.OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
U2CXD1D0.book Page 47 Monday, July 21, 2014 4:24 PM
SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2040 mm (80.3 in)
Totale breedte:
705 mm (27.8 in)
Totale hoogte: 1095 mm (43.1 in)
Zadelhoogte: 850 mm (33.5 in)
Wielbasis:
1375 mm (54.1 in)
Grondspeling: 130 mm (5.12 in)
Kleinste draaicirkel: 3600 mm (141.7 in)Gewicht:Rijklaar gewicht:189 kg (417 lb)Motor:Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling: 4-cilinder lijnmotor
Slagvolume: 599 cm3
Boring × slag:
67.0 × 42.5 mm (2.64 × 1.67 in)
Compressieverhouding: 13.1 : 1
Startsysteem: Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Wet sump
Motorolie:Aanbevolen merk:YAMALUBE
Type:
SAE 10W-40, 10W-50, 15W-40, 20W-40 of
20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie: Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterpatroon:2.40 L (2.54 US qt, 2.11 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
2.60 L (2.75 US qt, 2.29 Imp.qt)Hoeveelhei d koelvloeistof:Koelvloeistofreservoir (tot aan de merkstreep
voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen): 2.30 L (2.43 US qt, 2.02 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:Papieren element met oliecoating
Bran dstof:Aanbevolen brandstof:
Loodvrije superbenzine (Gasohol (E10)
acceptabel)
Inhoud brandstoftank: 17.3 L (4.57 US gal, 3.81 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
3.5 L (0.92 US gal, 0.77 Imp.gal)Bran dstofinjectie:Gasklephuis:
Het teken van identificatie:13S1 00Bou gie(s):Fabrikant/model:
NGK/CR10EK
Elektrodenafstand: 0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)Koppelin g:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatVersnellin gsb ak:Primaire reductieverhouding:
2.073 (85/41)
Eindoverbrenging:
Ketting
Secundaire reductieverhouding: 2.813 (45/16)
Type versnellingbak: Constant mesh, 6 versnellingen
Bediening:
Bediening met linkervoet
Overbrengingsverhoudingen: 1e:
2.583 (31/12)
–20 –10 0 1020 30 40 50 C
10 30 50 70 90 110
0 130 F
SAE 20W-50SAE 20W-40SAE 15W-40SAE 10W-40SAE 10W-50
U2CXD1D0.book Page 1 Monday, July 21, 2014 4:24 PM