PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-37
6
3. Draai de contactsleutel naar “ON” enschakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU23935
Koplamp gloeilamp vervan genDe koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is
doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zor g d at de vol gen de on der-
d elen niet wor den bescha digd:
Koplampg loeilamp
Raak het glas van de koplamp gloei-
lamp niet aan zo dat dit vetvrij blijft,
an ders kan de doorzichti ghei d van
het glas, de lichtintensiteit en d e le-
vens duur na deli g wor den beïn-
vloe d. Wrijf eventuele
verontreini gin gen en vin geraf druk-
ken op het g loeilampglas we g met
een doekje ged renkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
d e kopl
amplens.
Ge bruik geen koplamp gloeilamp
met een ho ger watta ge dan is voor-
g eschreven.
1. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
2. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp.
Voo r
geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering achterlichtcircuit: 10.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A × 2
Zekering ABS-motor:
FZ8-SA 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
FZ8-SA 20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: FZ8-SA 7.5 A
Backup-zekering:
10.0 A1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
2
1
U42PD4D0.book Page 37 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-41
6
DAU44792
Voorwiel (voor modellen zon der
ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-mod ellen moeten door
een Yamaha- dealer verwij der d en g e-
monteer d wor den.
DAU56330
Om het voorwiel te verwij deren
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt on der-
steun d, zo dat deze niet kan omvallen.1. Draai de klembout van de voorwielas
los en draai dan de wielas en de rem-
klauwbouten los. 2. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze in de vorige para-
graaf “Ondersteunen van de
motorfiets”.
3. Verwijder aan beide zijden de rem- slanghouders door de bout en de
moer los te halen. 4. Verwijder aan beide zijden de rem-
klauwen door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachti g d e rem niet na-
d at de remklauwen zijn verwij der d,
hier door wor den de rem blokken te-
g en elkaar g eknepen.
[DCA11052]
1. Klembout voorwielas
2. Wielas
3. Remklauwbout
3
2
1
1. Remslanghouder
2. Bout en moer
1. Remklauwbout
2. Remklauw
1
2
1
2
U42PD4D0.book Page 41 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-42
6
5. Trek de wielas uit en verwijder dan hetwiel.
Aan bren gen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Laat het voorwiel tot op de grond zak- ken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
4. Monteer de remklauwen door de bou- ten aan te brengen.OPMERKINGKijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd.5. Monteer de remslanghouders door de
bout en moer aan te brengen.
6. Zet de remklauwbouten en de rem- slanghouderbouten vast met de voor-
geschreven aanhaalmomenten. 7. Zet de wielas en vervolgens de wielas-
klembout vast met de voorgeschreven
aanhaalmomenten.
8. Duw het stuur enkele malen stevig op en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
DAU44802
Achterwiel (voor mo dellen zon-
d er ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-mod ellen moeten door
een Yamaha- dealer verwij der d en g e-
monteer d wor den.
DAU56701
Verwij deren van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt on der-
steun d, zod at deze niet kan omvallen.1. Draai de wielasmoer los.
Aanhaalmomenten: Remklauwbout:
40 Nm (4.0 m·kgf, 29 ft·lbf)
Remslanghouderbout: 6 Nm (0.6 m·kgf, 4.3 ft·lbf)
Aanhaalmomenten:Wielas:
65 Nm (6.5 m·kgf, 47 ft·lbf)
Klembout voorwielas: 23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
1. Wielasmoer
1
U42PD4D0.book Page 42 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-3
7
Na reinigin g
1. Droog de motorfiets met een zeemle- ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen
en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik oliespray als universeel schoonmaakmiddel om nog achter-
gebleven vuil te verwijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen door steenslag e.d. bij.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
8. Laat de motorfiets volledig drogen al- vorens deze te stallen of af te dekken.
WAARSCHUWING
DWA11132
Verontreini gin g van d e remmen of ban-
d en kan lei den tot verlies van de controle
over de machine.
Controleer of er geen olie of was op
d e remmen of ban den zit.
Reini g d e remschijven en remvoe-
rin gen in dien no dig met een norma-
le remschijfreini ger of aceton en
spoel de ban den schoon met lauw
water en een mil d reini gin gsmi ddel.
Test de remwerkin g en het wegge-
d ra g van d e machine in b ochten
voor dat u met ho ge snelhe den gaat
rij den.LET OP
DCA10801
Bren g een g eringe hoeveelhei d
oliespray en was aan en verwij der
overtolli ge hoeveelhe den.
Bren g oliespray of was nooit aan op
ru bber of kunststof d elen, behan del
d eze met een daartoe bestem d ver-
zor gin gsmi ddel.
Vermij d het geb ruik van schuren de
poetsmi ddelen, deze tasten d e lak
aan.
OPMERKING Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
U42PD4D0.book Page 3 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
SPECIFICATIES
8-3
8
Laadsysteem:Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:YTZ10S
Voltage, capaciteit:
12 V, 8.6 AhKoplamp:Type gloeilamp:HalogeenlampGloeilampen volta ge, watta ge × aantal:Koplamp:
12 V, 60.0 W/55.0 W × 1
Koplamp: 12 V, 55.0 W × 1
Achterlicht/remlicht unit:
12 V, 5.0 W/21.0 W × 1
Voorste richtingaanwijzer: 12 V, 10.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer: 12 V, 10.0 W × 2
Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W × 2
Kentekenverlichting: 12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting: LED
Controlelampje vrijstand:
LED
Controlelampje grootlicht: LED
Waarschuwingslampje olieniveau: LED Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur: LED
Waarschuwingslampje motorstoring: LED
ABS-waarschuwingslampje:
FZ8-SA LED
Controlelampje startblokkering: LED
Zekerin gen:Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering achterlichtcircuit: 10.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A × 2
Zekering brandstofinjectiesysteem:
15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: FZ8-SA 7.5 A
Zekering ABS-motor: FZ8-SA 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
FZ8-SA 20.0 A
Backup-zekering: 10.0 A
U42PD4D0.book Page 3 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
10-1
10
INDEXAAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-29
ABS (voor modellen met ABS) .............. 3-13
ABS-waarschuwingslampje (voor modellen met ABS)............................... 3-6
Accu ...................................................... 6-33
Achteruitkijkspiegels ............................. 3-18BBagageriembevestiging ........................ 3-22
Banden ................................................. 6-20
Bougies, controleren............................. 6-11
Brandstof .............................................. 3-14
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................. 3-11
Contactslot/stuurslot .............................. 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ..... 3-3
Controlelampje grootlicht ....................... 3-4
Controlelampje richting aanwijzers .......... 3-3
Controlelampje startblokkering............... 3-6DDe motor starten ..................................... 5-1
Dimlichtschakelaar................................ 3-11GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren................................................ 6-30
Gereedschapsset.................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting, vervangen ........................................... 6-40
Gloeilamp remlicht/achterlicht, vervangen ........................................... 6-39
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ........................................... 6-39
IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode.............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren ............ 6-30
Klepspeling ........................................... 6-20
Koelvloeistof ......................................... 6-15
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-37
Koppelingshendel................................. 3-11
Koppelingshendel, vrije slag afstellen .............................................. 6-23LLichtsignaalschakelaar ......................... 3-11
Luchtfilterelement, vervangen .............. 6-16MMatkleur, let op ...................................... 7-1
Modelinformatiesticker ........................... 9-2
Motorolie en oliefilterpatroon ............... 6-12
Multifunctionele meter ............................ 3-7NNoodstopschakelaar ............................ 3-11OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem..... 6-3
Ondersteunen van de motorfiets .......... 6-40
Opbergcompartiment ........................... 3-18PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-38
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................ 6-44RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren ....................... 6-31 Rem- en schakelpedalen controleren
en smeren ...........................................6-30
Remhendel ............................................3-12
Remlichtschakelaars .............................6-24
Rempedaal ............................................3-12
Remvloeistofniveau, controleren ..........6-26
Remvloeistof, verversen........................6-27
Richtingaanwijzerschakelaar.................3-11
SSchakelaar alarmverlichting ..................3-11
Schakelen ...............................................5-2
Schakelpedaal ......................................3-12
Schokdemperunit, afstellen ..................3-20
Serienummer motorblok .........................9-1
Smering en onderhoud, periodiek ..........6-5
Spanning aandrijfketting .......................6-27
Specificaties............................................8-1
Stalling ....................................................7-4
Startblokkeersysteem .............................3-1
Startknop ..............................................3-11
Startspersysteem ..................................3-23
Stationair toerental................................6-19
Storingzoekschema’s ...........................6-45
Stroomlijnpanelen en framepaneel, verwijderen en aanbrengen ..................6-9
Stuurschakelaars ..................................3-10
Stuursysteem, controleren ....................6-33TTankbeluchtingsslang en overloopslang .....................................3-16
Tankdop ................................................3-14UUitlaatkatalysator ..................................3-16
U42PD4D0.book Page 1 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM
INDEX
10-2
10
VVeiligheidsinformatie .............................. 1-1
Verzorging .............................................. 7-1
Voertuigidentificatienummer................... 9-1
Voor- en achterremblokken controleren ......................................... 6-25
Voorvork, afstellen ................................ 3-19
Voorvork, controleren ........................... 6-32
Vrije slag van gasgreep, controleren .... 6-20
Vrije slag van remhendel,
controleren ......................................... 6-24
Vrijstandcontrolelampje .......................... 3-4WWaarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur...................... 3-4
Waarschuwingslampje motorstoring ...... 3-6
Waarschuwingslampje olieniveau .......... 3-4
Wiel, achter (voor modellen zonder ABS) ................................................... 6-42
Wielen ................................................... 6-23
Wiellagers controleren .......................... 6-33
Wiel, voor (voor modellen zonder ABS) ................................................... 6-41ZZadels ................................................... 3-17
Zekeringen, vervangen ......................... 6-35
Zijstandaard.......................................... 3-22
Zijstandaard, controleren en smeren.... 6-32
U42PD4D0.book Page 2 Tuesday, August 5, 2014 8:51 AM