Page 94 of 512

942. Instrumentenpaneel
YARIS_F_WE_52D53E
Het bereik van de temperatuurweergave ligt tussen -40°C en 50°C.
■Display
In de volgende situaties wordt de juiste buitentemperatuur mogelijk
niet weergegeven of duurt het langer voordat het display wijzigt:
●Wanneer de auto stilstaat of met lage snelheid rijdt (lager dan 25
km/h)
●Wanneer de buitentemperatuur plotseling verandert (bijvoor-
beeld bij het in- of uitrijden van een garage of tunnel)
■Als of E wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
■Bij het losnemen en aansluiten van de accukabels
De volgende gegevens worden gereset:
●Actieradius
●Gemiddeld brandstofverbruik
●Totale werkingsduur Stop & Start-systeem (indien aanwezig)
●Gemiddelde rijsnelheid
●Gegevens klok
■LCD-scherm
Op het display kunnen kleine vlekjes of lichte puntjes verschijnen. Dit ver-
schijnsel is kenmerkend voor LCD-schermen en u kunt het scherm zonder
problemen blijven gebruiken.
Weergave buitentemperatuur
Page 127 of 512
127
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Bediening van elk onderdeel
YARIS_F_WE_52D53E
Smart entr y-systeem met startknop
●Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren (Blz. 114)
●Vergrendelen en ontgrendelen van de achterklep (Blz. 121)
●Starten en stoppen van de motor (Blz. 185)
■Plaats van antenne
: Indien aanwezig
De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd als u de
elektronische sleutel bij u hebt, bijvoorbeeld in uw zak. (De
bestuurder moet de elektronische sleutel altijd bij zich hebben.)
Antennes buiten het interieur
Antennes in het interieur
Antenne buiten de bagageruimte1
2
3
Page 156 of 512

1563-5. Openen en sluiten van de ruiten
YARIS_F_WE_52D53E
■De elektrisch bedienbare ruiten kunnen bediend worden als
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
■Bedienen van de elektrisch bedienbare ruiten nadat het contact UIT is
gezet
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen, zelfs nadat het contact in stand ACC
of UIT is gezet, nog ongeveer 45 seconden worden bediend. Ze kunnen ech-
ter niet meer worden bediend als een van de voorportieren wordt geopend.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen, zelfs nadat het contact in stand ACC
of UIT is gezet, nog ongeveer 45 seconden worden bediend. Ze kunnen ech-
ter niet meer worden bediend als een van de voorportieren wordt geopend.
■Klembeveiliging (alleen ruit bestuurdersportier)
Als tijdens het sluiten een object bekneld raakt tussen de ruit en het ruitframe,
stopt de beweging van de ruit en wordt de ruit weer iets geopend.
Page 159 of 512

159
4Rijden
YARIS_F_WE_52D53E4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............ 160
Lading en bagage .............. 171
Rijden met een
aanhangwagen ................ 173
4-2. Rijprocedures
Contactslot
(auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop) ..... 182
Startknop
(auto's met Smart entry-
systeem en startknop) ..... 185
Multidrive CVT ................... 191
Handgeschakelde
transmissie ...................... 196
Richtingaanwijzer-
schakelaar ....................... 200
Parkeerrem ........................ 201
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar.................. 202
Schakelaar mistlampen ..... 208
Ruitenwissers en
-sproeier .......................... 210
Achterruitenwisser en
-sproeier .......................... 2144-4. Tanken
Openen van de tankdop .... 216
4-5. Gebruik van de onder-
steunende systemen
Cruise control..................... 220
Snelheidsbegrenzer ........... 224
Stop & Start-systeem ......... 228
Ondersteunende
systemen ......................... 235
Roetfilter ............................ 240
4-6. Rijtips
Rijden in de winter ............. 242
Page 161 of 512

1614-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
Auto's met Multidrive CVT
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempedaal in.
Auto's met Stop & Start-systeem: Als het Stop & Start-systeem is ingescha-
keld, wordt de motor uitgeschakeld bij het intrappen van het rempedaal.
(Blz. 228)
Activeer indien nodig de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P als er gedurende langere tijd wordt
gestopt. (Blz. 191)
Auto's met handgeschakelde transmissie
Trap met ingetrapt koppelingspedaal het rempedaal in.
Activeer indien nodig de parkeerrem.
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat, zet dan de selectiehendel in
stand N. (Blz. 196)
Auto's met Stop & Start-systeem: Als het Stop & Start-systeem is ingescha-
keld, wordt de motor uitgeschakeld als de selectiehendel in stand N wordt
gezet en het koppelingspedaal wordt losgelaten. (Blz. 228)
Auto's met Multidrive CVT
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempedaal in.
Activeer de parkeerrem. (Blz. 201)
Zet de selectiehendel in stand P. (Blz. 191)
Plaats bij het parkeren op een helling indien nodig wielblokken.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact
UIT om de motor uit te schakelen.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Druk op de startknop
om de motor uit te schakelen.
Vergrendel de portieren nadat u hebt gecontroleerd of u de elektro-
nische sleutel bij u hebt.
Tot stilstand brengen van de auto
Parkeren van de auto
1
2
1
2
1
2
3
4
5
Page 214 of 512
2144-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
YARIS_F_WE_52D53E
Achterruitenwisser en -sproeier
Draai aan het uiteinde van de schakelaar om de achterruitenwisser en
-sproeier in te schakelen
Uit
Intervalstand
Normale stand ruitenwis-
sers
Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwis-
sers
Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwis-
sers
De ruitenwisser maakt auto-
matisch een aantal wisbewe-
gingen nadat de sproeier in
werking is getreden.
■De achterruitenwisser en -sproeier kunnen worden bediend als
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
■Als er geen ruitensproeiervloeistof op de ruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwezig is en contro-
leer, als dat het geval is, of de sproeierkop niet verstopt is.
: Indien aanwezig
Bedieningsinstructies
1
2
3
4
5
Page 228 of 512

2284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
YARIS_F_WE_52D53E
Stop & Start-systeem
Auto's met Multidrive CVT
Trap terwijl u in de stand D of M rijdt het rempedaal volledig in en
breng de auto tot stilstand.
De motor wordt uitgezet en het
controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat branden.
Wanneer de selectiehendel in
stand N of P staat, blijft de motor
uitgeschakeld terwijl het rempe-
daal niet wordt ingetrapt.
Auto's met handgeschakelde transmissie
Breng de auto tot stilstand terwijl het koppelingspedaal geheel inge-
trapt is.
Zet vervolgens de selectiehendel in stand N.
Laat het koppelingspedaal los.
De motor wordt uitgezet en het
controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat branden.
: Indien aanwezig
Het Stop & Start-systeem schakelt de motor uit en start deze
weer overeenkomstig de bediening van het rempedaal en de
selectiehendel (Multidrive CVT) of het koppelingspedaal (hand-
geschakelde transmissie) om de auto tot stilstand te brengen en
weer te starten.
Uitzetten van de motor
1
2
1
2
Page 229 of 512

2294-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
Auto's met Multidrive CVT
Laat het rempedaal los. Trap wanneer de selectiehendel in stand N of
P staat het rempedaal in en zet de selectiehendel in stand D of M.
De motor wordt weer gestart. Het controlelampje van het Stop & Start-sys-
teem dooft.
Auto's met handgeschakelde transmissie
Controleer of de selectiehendel in stand N staat en trap het koppe-
lingspedaal in.
De motor wordt weer gestart. Het controlelampje van het Stop & Start-sys-
teem dooft. (In dit geval wordt de motor niet uitgezet als het koppelingspe-
daal wordt losgelaten.)
Druk op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem om het
Stop & Start-systeem uit te scha-
kelen.
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem zal gaan branden.
De motor zal niet elke keer worden
uitgeschakeld bij het tot stilstand
komen en intrappen van het rem-
pedaal (Multidrive CVT) of koppe-
lingspedaal (handgeschakelde
transmissie) (Blz. 228).
Druk nogmaals op de toets om het
Stop & Start-systeem weer in te
schakelen.
Opnieuw starten van de motor
Uitschakelen van het Stop & Start-systeem