Page 115 of 646

114
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
1-6. Antidiefstalsysteem
Startblokkering
De sleutels van de auto zijn uitgerust met ingebouwde transponder-
chips die voorkomen dat de motor gestart kan worden met een sleu-
tel die niet in een eerder st adium geregistreerd is in de
boordcomputer van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om autodiefstal te voorkomen, maar abso-
lute beveiliging tegen elke vorm van diefstal kan niet worden gega-
randeerd.
Auto's met handmatig bediende airconditioning
Auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop: het
controlelampje gaat knippe-
ren als de sleutel uit het con-
tactslot is verwijderd, om aan
te geven dat het systeem is
ingeschakeld.
Het controlelampje stopt met
knipperen als de geregis-
treerde sleutel in het contact-
slot is gestoken om aan te
geven dat het systeem is uit-
geschakeld.
Auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop: het contro-
lelampje gaat knipperen nadat
het contact UIT is gezet om
aan te geven dat het systeem
in werking is.
Het controlelampje houdt op
met knipperen als het contact
in stand ACC of AAN is gezet
om aan te geven dat het sys-
teem is uitgeschakeld.
Page 270 of 646

269
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
●
Hoeksensoren en middelste sensoren achter:
• de selectiehendel in stand R staat.
■ Detectie-informatie sensoren
● De staat van de auto en de omgeving kunnen van invloed zijn op de
capaciteit van de sensor om een obstakel correct te registreren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet u hieronder.
• De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs.
• De sensor is bevroren.
• De sensor wordt ergens door afgedekt.
• De auto helt sterk over naar één zijde.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind
of op gras.
• Er is veel omgevingslawaai rond de auto van claxons, motorfietsmoto- ren, luchtremmen van vrachtwagens of andere geluidsbronnen die
ultrasone geluidsgolven produceren.
• Er is een andere auto uitgerust met Parking Assist-sensoren in de nabije omgeving.
• Een sensor is bedekt met een waterfilm of er is sprake van zware regenval.
• De auto is uitgerust met een staafantenne of een radioantenne.
• Er is een sleepoog gemonteerd.
• Een bumper of sensor krijgt een harde klap.
• De auto nadert een hoge of rechthoekige stoeprand.
• In fel zonlicht of zeer koud weer.
• Als een niet-originele Toyota-wielophanging (bijvoorbeeld verlaagde wielophanging) is gemonteerd.
Naast bovenstaande voorbeelden zijn er situaties waarin verkeersborden en
andere objecten vanwege hun vorm door de sensor dichterbij worden
gezien dan ze in werkelijkheid zijn.
● De vorm van een obstakel kan ervoor zorgen dat een sensor het obsta-
kel niet signaleert. Let goed op bij de volgende obstakels:
• Kabels, hekken, touwen, enz.
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Objecten met scherpe hoeken
• Lage obstakels
• Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van
uw auto
Page 280 of 646

279
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd er echter
rekening mee dat dit aanvullende syst emen zijn en vertrouw niet in
al te sterke mate op deze systemen.
■ ABS (antiblokkeersysteem)
Dit systeem helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen tijdens
hard remmen en bij remmen op een glad wegdek.
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt als
het systeem oordeelt dat er sprake is een noodstop.
■VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van AB S-, TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit behouden blijft bij uitwijkmanoeu-
vres op een glad wegdek door de stuurcommando's aan te passen.
■ TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de
voorwielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op een glad wegdek.
■EPS (Electric Power Steering)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor het
ronddraaien van het stuurwiel te verminderen.
■Hill Start Assist Control
→Blz. 285
Page 283 of 646

282
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
■
Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt worden door ABS, BA, TRC en
VSC+
● Tijdens het starten of kort nadat de auto begint te rijden kan in de motor-
ruimte een geluid worden gehoord. Dit duidt niet op een storing in een
van deze systemen.
● De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande
systemen in werking zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een
storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurin-
richting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektro- motor hoorbaar zijn.
• Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblok- keersysteem geactiveerd is.
• Het rempedaal kan iets verder naar beneden bewegen als het antiblok- keersysteem geactiveerd is.
■ Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor
(zoemend geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
■ Beperkte bekrachtiging door EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceerd om
het systeem tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere
tijd veel stuurbewegingen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing
zwaar aanvoelen. Probeer als dat het geval is minder frequent te sturen of
breng de auto tot stilstand en zet de motor UIT. Het EPS-systeem moet na
ongeveer 10 minuten weer normaal werken.
Page 284 of 646

283
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
WAARSCHUWING
De volgende omstandigheden kunnen leiden tot een ongeval waarbij ernstig
letsel kan ontstaan.
■
Het antiblokkeersysteem werkt niet effectief als
● De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld ver-
sleten banden op een weg die bedekt is met sneeuw).
● Er sprake is van aquaplaning bij het rijden met een hoge snelheid op een
nat of glad wegdek.
■ De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd
altijd voldoende afstand tot uw voorligger, met name in de volgende geval-
len:
● Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen
● Als wordt gereden met sneeuwkettingen
● Als wordt gereden op slechte wegen
● Als wordt gereden over wegen met diepe gaten of andere grote oneffen-
heden
■ De Traction Control werkt niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht
op de weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd kunnen worden,
zelfs niet als de TRC in werking is.
Rijd niet met de auto onder omsta ndigheden waarbij de stabiliteit en de aan-
drijfkracht verloren kunnen gaan.
■ Wanneer de VSC+ geactiveerd is
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roeke-
loos rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als het
controlelampje knippert.
■ Wanneer de TRC en VSC+ uitgeschakeld zijn
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek
aan. Schakel de TRC en de VSC+ alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorgen voor de voertuigstabiliteit en het aandrijfvermogen.
Page 285 of 646
284
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
WAARSCHUWING
■
Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en
hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer ook of alle banden
de voorgeschreven spanning hebben.
De ABS- en VSC+-systemen werken ni et goed als er verschillende banden
onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een Toyota-dealer of erkende reparateur voor meer
informatie over het vervangen van de wielen of banden.
■ Omgaan met banden en wielophanging
Probleem met de banden of wijzigingen aan de wielophanging hebben een
negatief effect op de ondersteunende systemen en kunnen een storing ver-
oorzaken.
Page 466 of 646
465
4-3. Zelf uit te voeren onderhoud
4
Onderhoud en verzorging
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
Plaats en stroomsterkte van zekeringen
■ Motorruimte
ZekeringAmpèreCircuit
1TO IP J/B*1120 A ECU-IG NR. 2, HTR-IG, WIPER,
RR WIPER, WASHER, ECU-IG
NR. 1, ECU-IG NR. 3, SEAT HTR,
AM1*4, DOOR, STOP, FR DOOR,
POWER, RR DOOR, RL DOOR,
OBD, ACC-B, RR FOG, FR FOG,
DEF, TAIL, SUNROOF, DRL
2H-LP CLN30 A Koplampsproeiers
3RDI FAN40 A Elektrische koelventilator(en)
4CDS FAN*1,*230 A Elektrische koelventilator(en)
5 ABS NR. 1 50 A Antiblokkeersysteem, VSC+
6HTR
*2,*350 A Airconditioning
Page 467 of 646

466
4-3. Zelf uit te voeren onderhoud
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
7ALT
120 A
*3
Laadsysteem, RDI FAN, CDS FAN,
H-LP CLN, ABS NR. 1, ABS NR. 2,
HTR, STV HTR
*2, PWR OUTLET,
HTR SUB NR. 1, HTR SUB NR. 2,
HTR SUB NR. 3, ECU-IG NR. 2,
HTR-IG, WIPER, RR WIPER,
WASHER, ECU-IG NR. 1, ECU-IG
NR. 3, SEAT HTR, AM1
*4, DOOR,
STOP, FR DOOR, POWER, RR
DOOR, RL DOOR, OBD, ACC-B,
RR FOG, FR FOG, DEF, TAIL,
SUNROOF, DRL
140 A
*2
8
EPS*2,*380 A Elektrische stuurbekrachtiging
GLOW
*180 A Voorgloeisysteem
9 GLOW
*280 A Voorgloeisysteem
EPS
*180 A Elektrische stuurbekrachtiging
10 P-SYSTEM
*330 A VALVEMATIC-systeem
11 EFI MAIN
*250 A
EFI NR. 1, EFI NR. 2, EFI NR. 3*7,
EFI NR. 4
FUEL HTR
*150 A Brandstofverwarming
12 P/I
*2,*350 A
EDU*2, EFI MAIN*3, IGT/INJ*3,
HORN, IG2
H-LP MAIN
*150 A H-LP LH LO, H-LP RH LO, H-LP LH
HI, H-LP RH HI
13 H-LP
MAIN
*2,*350 A
H-LP LH LO, H-LP RH LO, H-LP
LH HI, H-LP RH HI
P/I
*150 A HORN, IG2, ELEC FUEL PMP
14 BBC
*140 A Stop & Start-systeem
15 EFI MAIN
*150 A EFI NR. 1, EFI NR. 2, EFI NR. 4
16 SPARE 10 A Reservezekering
17 SPARE 30 A Reservezekering
ZekeringAmpèreCircuit