Page 169 of 646
168
1-7. Veiligheidsinformatie
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
Handmatig in-/uitschakelsysteem airbag
Met dit systeem kan de voorpassagiersairbag worden uitgeschakeld.
Schakel deze airbag alleen uit als er een baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel gebruikt wordt.
Auto's met handmatig bediende airconditioning
Controlelampje
PASSENGER AIRBAG
Auto's zonder Smart entry-sys-
teem en startknop: Het contro-
lelampje gaat branden als het
airbagsysteem is ingescha-
keld (alleen als het contact
AAN staat).
Auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop: Het contro-
lelampje gaat branden als het
airbagsysteem is ingescha-
keld (alleen als het contact
AAN staat).
Aan/uit-schakelaar airbag
Page 170 of 646
169
1-7. Veiligheidsinformatie
1
Voordat u gaat rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
Auto's met automat
ische airconditioning
Controlelampje
PASSENGER AIRBAG
Auto's zonder Smart entry-sys-
teem en startknop: Het contro-
lelampje gaat branden als het
airbagsysteem is ingescha-
keld (alleen als het contact
AAN staat).
Auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop: Het contro-
lelampje gaat branden als het
airbagsysteem is ingescha-
keld (alleen als het contact
AAN staat).
Aan/uit-schakelaar airbag
Page 226 of 646
225
2-2. Instrumentenpaneel
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
Middenpaneel (auto's met handmatig bediende airconditioning)
Middenpaneel (auto's met aut
omatische airconditioning)
Uitvoeringen voor 7 personen
Uitvoeringen voor 5 personen
Uitvoeringen voor 7 personen
Uitvoeringen voor 5 personen
Page 275 of 646

274
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
■
Voorwaarden voor inschakelen van systeem
● Het Stop & Start-systeem werkt als aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De laadtoestand van de accu is voldoende.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
• De motorkap is gesloten.
• Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.
• De selectiehendel staat in stand N.
• Het stuurwiel wordt niet gebruikt.
● Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk niet uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op een storing van
het Stop & Start-systeem.
• De temperatuur van de koelvloeistof is te laag of te hoog.
• De buitentemperatuur is te laag.
• Auto's met automatische airconditioning: De airconditioning wordt
gebruikt om het interieur af te koelen als de temperatuur in het interie\
ur
extreem hoog is, bijvoorbeeld nadat de auto in de brandende zon
stond geparkeerd.
• Auto's met automatische airconditioning: De voorruitverwarming wordt gebruikt.
• Auto's met extra verwarming: De extra verwarming wordt gebruikt.
• De accu is niet voldoende opgeladen of wordt opgeladen.
• Door verkeersdrukte of andere omstandigheden komt de auto veelvul- dig tot stilstand, waardoor de hoeveelheid tijd dat de motor is uitgezet
door het Stop & Start-systeem extreem oploopt.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
• Er wordt een grote hoeveelheid elektriciteit verbruikt.
• Op grote hoogte.
Als de bovenstaande omstandigheden zich niet meer voordoen, zal het Stop
& Start-systeem de volgende keer dat de auto tot stilstand komt de motor
weer uitzetten en starten.
● In de volgende gevallen kan het langer duren voordat het Stop & Start-
systeem wordt ingeschakeld:
• De accu is ontladen.
• De accupolen zijn losgenomen en weer aangesloten nadat de accu is
vervangen, enz.
• De koelvloeistoftemperatuur is laag.
Page 276 of 646

275
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
■
Automatische startfunctie
In de volgende situaties kan de motor ook worden gestart zonder dat het
koppelingspedaal wordt ingetrapt.
• Het rempedaal wordt pompend of diep ingetrapt.
• Auto's met automatische airconditioning: De airconditioning wordt inge-
schakeld.
• Auto's met automatische airconditioning: De voorruitverwarming is inge- schakeld.
• De laadtoestand van de accu is onvoldoende.
• De auto begint te rollen op een helling.
• Er wordt een grote hoeveelheid elektriciteit verbruikt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het stuurwiel wordt gedraaid.
■ Automatisch opnieuw inschakelen van het Stop & Start-systeem
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitschakeltoets
van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch weer worden
ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat het contact UIT is gezet. Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitschakeltoets
van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch weer worden
ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat het contact UIT is gezet.
■ Beveiliging van het Stop & Start-systeem
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Als het volume van het audiosysteem hoog staat, kan het audiosysteem
automatisch worden uitgeschakeld zodat er voldoende vermogen behouden
blijft voor de werking van het Stop en Start-systeem.
Zet als dit gebeurt het contact UIT en vervolgens in stand ACC of AAN om
het audiosysteem weer in te schakelen.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Als het volume van het audiosysteem hoog staat, kan het audiosysteem
automatisch worden uitgeschakeld zodat er voldoende vermogen behouden
blijft voor de werking van het Stop en Start-systeem.
Zet als dit gebeurt het contact UIT en vervolgens in stand ACC of AAN om
het audiosysteem weer in te schakelen.
Page 277 of 646

276
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
■
Bediening stuurwiel
Als de motor wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem, kan de besturing
van de auto zwaarder worden.
■ Motorkap
Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem en de motorkap wordt
geopend, kan de motor niet worden gestart door het Stop & Start-systeem of
de automatische startfunctie van de motor. Start de motor door het contact-
slot of de startknop te bedienen. ( →Blz. 188, 192)
■ Gebruik van het Stop & Start-systeem
Gebruik het Stop & Start-systeem wanneer de auto tijdelijk wordt stilgezet,
bijvoorbeeld bij verkeerslichten of kruispunten. Zet de motor volledig uit wan-
neer de auto voor langere tijd wordt stilgezet.
■ Waarschuwingszoemer Stop & Start-systeem
Als de motor wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem en de onder-
staande handeling wordt uitgevoerd, klinkt er een zoemer en gaat het con-
trolelampje Stop & Start knipperen. Dit geeft aan dat de motor alleen is
uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem en niet helemaal is uitgezet.
De selectiehendel wordt als het koppelingspedaal niet is ingetrapt in een
andere stand dan stand N gezet.
■ Als het controlelampje voor het ui tschakelen van het Stop & Start-sys-
teem blijft knipperen
Er is mogelijk een storing in het Stop & Start-systeem aanwezig. Neem con-
tact op met een Toyota-dealer of erkende reparateur.
■ Als de voorruit is beslagen terwijl de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem
● Auto's met handmatig bediende airconditioning: Herstart de motor door
het koppelingspedaal in te trappen ( →Blz. 272) of door op de uitschakel-
toets van het Stop & Start-systeem te drukken en de draaiknop voor de
keuze van de uitstroomopening in de stand te zetten. ( →Blz. 307)
● Auto's met automatische airconditioning: Schakel de voorruitverwarming
in. (De motor wordt gestart door de automatische startfunctie van de
motor.) ( →Blz. 315)
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem om het systeem uit te schakelen.
Page 291 of 646

290
2-5. Rijinformatie
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
Tips voor rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de winter de noodzakelijke voorberei-
dingen en voer de benodigde controles uit. Pas uw rijgedrag altijd
aan de actuele weersomstandigheden aan.
■Voorbereidingen voor de winter
●Gebruik vloeistoffen die geschik t zijn voor winterse omstan-
digheden.
• Motorolie
• Koelvloeistof
• Ruitensproeiervloeistof
● Laat de toestand van de accu controleren door een monteur.
● Laat winterbanden onder uw auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben en van hetzelfde
merk zijn en controleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn voor de
bandenmaat van uw auto.
■Voordat u met de auto gaat rijden
Voer, afhankelijk van de omst andigheden, de volgende hande-
lingen uit:
● Probeer een vastgevroren ruit niet met kracht te openen en
zet de ruitenwissers niet aa n als deze vastgevroren zijn.
● Verwijder de eventueel aanwezige sneeuw van de luchtinla-
ten voor de voorruit om zeke r te kunnen zijn van een juiste
werking van de aanjager van he t airconditioningsysteem.
● Controleer of er sprake is van ijs- of sneeuwophopingen op de
verlichting aan de buitenzijde, op het dak, op het chassis,
rond de banden of op de remmen, en verwijder deze indien
dat het geval is.
● Verwijder sneeuw en modder van de onderzijde van uw
schoenen voordat u in de auto stapt.
Page 304 of 646
303
2-5. Rijinformatie
2
Tijdens het rijden
VERSO(BMW)_WE_OM64558E
■
Controleer bij het trekken van een aanhangwagen het (rode)
waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur
Het trekken van een aanhangwagen op een lange helling bij bui-
tentemperaturen hoger dan 30 °C kan ertoe leiden dat de motor
oververhit raakt.
Schakel als het (rode) waarschuwi ngslampje koelvloeistoftempera-
tuurmeter knippert of gaat branden direct de airconditioning uit en
breng de auto op een veilige plaats tot stilstand. ( →Blz. 577)
■ Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wielen van de auto en de aan-
hangwagen. Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in
stand P bij auto's met Multidrive CVT of automatische transmissie
en in de 1e versnelling of de acht eruit bij auto's met een handge-
schakelde transmissie.