Page 225 of 352
9
223
Onderhoud
Dit overzicht is een hulpmiddel bij het controleren van de verschillende vloeistofniveaus, het vervangen van bepaalde onderdelen en het ontluchten van het brandstofcircuit.
* Volgens motoruitvoering.
Dieselmotoren
1. Reservoir stuurbekrachtiging. 2. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers.
3. Reservoir koelvloeistof. 4. Reservoir remvloeistof. 5. Accu/zekeringen. 6. Zekeringkast. 7. Luchtfilter. 8. Oliepeilstok. 9. Motorolie (bij)vullen. 10. Handopvoerpomp * . 11. Ontluchtnippel * .
2,0 l HDi 160 pk
2,2 l HDi 200 pk
Page 226 of 352
224
Onderhoud
BlueHDi-dieselmotoren
Dit overzicht is een hulpmiddel bij het controleren van de verschillende vloeistofniveaus, het vervangen van bepaalde onderdelen en het ontluchten van het brandstofcircuit.
1. Reservoir stuurbekrachtiging. 2. Reservoir ruiten- en koplampsproeiers. 3. Reservoir koelvloeistof. 4. Reservoir remvloeistof. 5. Accu/zekeringen. 6. Zekeringkast. 7. Luchtfilter. 8. Oliepeilstok. 9. Motorolie (bij)vullen.
2,0 l BlueHDi 150 pk2,0 l BlueHDi 180 pk
Page 227 of 352

9
225
Onderhoud
Niveaus controleren
Let bij werkzaamheden onder de motorkap goed op, want bepaalde delen van de motor kunnen zeer heet zijn (kans op brandwonden).
Motorolieniveau
Het motorolieniveau kan bij aangezet contact worden gecontroleerd via de motorolieniveaumeter op het instrumentenpaneel (volgens uitvoering) of met de oliepeilstok.
De controle van het motorolieniveau is alleen betrouwbaar als de auto op een horizontale ondergrond staat en de motor ten minste 30 minuten niet heeft gedraaid.
Het is normaal dat u tussen twee onderhoudsbeurten door olie moet bijvullen. PEUGEOT adviseert u om elke 5000 km het olieniveau te controleren en, indien nodig, olie bij te vullen.
Laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. Controleer deze niveaus regelmatig en respecteer de voor waarden zoals vermeld in het garantie- en onderhoudsboekje. Vul deze niveaus indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.
Controle met de oliepeilstok
Raadpleeg de rubriek "Benzinemotor" of "Dieselmotor" om te zien waar de oliepeilstok zich bevindt in de motorruimte van uw auto. Trek aan het gekleurde uiteinde om de oliepeilstok volledig uit de schacht te trekken. Veeg de peilstok af met een schone, niet pluizende doek. Steek de oliepeilstok weer volledig in de schacht en trek hem er weer uit om het oliepeil te controleren: het oliepeil is correct als het tussen de merktekens A en B ligt.
A = MA XI
B = MINI
Als u ziet dat het oliepeil boven het merkteken A of onder het merkteken B ligt, star t de motor dan niet . - Als het oliepeil boven het merkteken MAXIligt (kans op motorschade), neem dan contact op met het PEUGEOT-netwerk of met een gekwalificeerde werkplaats. - Als het oliepeil lager is dan het merkteken MINI , vul dan altijd motorolie bij.
Eigenschappen van de olie
Controleer voordat u olie bijvult of ververst of de motorolie die u wilt gebruiken overeenkomt met de door de fabrikant aanbevolen motorolie voor uw auto en motoruitvoering.
Page 228 of 352

226
Onderhoud
Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau
Het stuurbekrachtigingsvloeistofniveau dient zich zo dicht mogelijk bij het merkteken "MA XI" te bevinden. Draai bij koude motor de dop open om het niveau te controleren.
Het remvloeistofniveau dient zich zo dicht mogelijk bij het merkteken "MAXI" te bevinden. Controleer indien dit niet het geval is of de remblokken van uw auto zijn versleten.
Remvloeistofniveau
Remvloeistof verversen
Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje voor het voorgeschreven verversingsinterval.
Type remvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven remvloeistof die voldoet aan de DOT4-norm (lage viscositeit)/ISO 4924 Class 6.
Motorolie bijvullen
Raadpleeg de rubriek "Benzinemotor" of "Dieselmotor" om te zien waar de olievuldop zich bevindt in de motorruimte van uw auto. Draai de dop van de vulopening. Giet de olie voorzichtig in de opening om morsen op motoronderdelen te voorkomen (dit kan brand veroorzaken). Wacht enkele minuten en controleer vervolgens nogmaals het oliepeil met de peilstok. Vul indien nodig nog olie bij. Draai nadat u het oliepeil nogmaals hebt gecontroleerd de dop zorgvuldig op de vulopening en steek de peilstok weer in de schacht.
Na het bijvullen zal de olieniveaumeter op het dashboard bij het aanzetten van het contact na 30 minuten de juiste waarde aangeven.
Olie ver versen
Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje voor het verversingsinterval voor uw auto. Om een verminderde betrouwbaarheid van de motor en de emissieregeling te voorkomen, is het gebruik van additieven in de motorolie niet toegestaan.
Page 229 of 352

9
227
Onderhoud
Koelvloeistofniveau
Het koelvloeistofniveau dient zich zo dicht mogelijk bij het merkteken "MA XI" te bevinden, maar mag beslist niet hoger zijn.
Wacht bovendien alvorens werkzaamheden aan het koelsysteem uit te voeren ten minste 1 uur nadat de motor gedraaid heeft, omdat het koelsysteem onder druk staat. Draai om brandwonden te voorkomen de dop eerst 2 omwentelingen los om de druk te laten dalen. Ver wijder, als de druk eenmaal gedaald is, de dop en vul koelvloeistof bij.
Koelvloeistof verversen De koelvloeistof behoeft niet te worden ver verst.
Type koelvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven koelvloeistof.
Type ruiten- en koplampsproeiervloeistof
Voor een optimale reiniging en om het bevriezen van de sproeiers te voorkomen is het (bij)vullen van het reservoir met water niet
toegestaan.
Niveau ruiten- en koplampsproeiervloeistof
Wanneer uw auto is voorzien van koplampsproeiers, wordt een te laag vloeistofniveau van de ruiten- en koplampsproeiers aangegeven door een geluidssignaal en een melding op het display van het instrumentenpaneel. De koelventilator kan ook nog gaan draaien nadat de motor is afgezet: houd daarom voor werpen en kleding uit de buur t van de ventilator.
Vermijd langdurig huidcontact met afgewerkte olie en andere vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere vloeistoffen niet in het riool, in het water of op de grond. Deponeer afgewerkte olie in de daarvoor bestemde containers bij het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt aangegeven door het verklikkerlampje Service in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display van het instrumentenpaneel. Als de motor warm is, wordt de temperatuur van de koelvloeistof geregeld door de koelventilator.
Vul bij de eerstvolgende gelegenheid het reservoir bij.
Page 230 of 352

228
Onderhoud
Controles
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij. Niettemin is het raadzaam om regelmatig te controleren of de accupolen en -klemmen schoon
Laat de filters periodiek vervangen volgens de in het onderhoudsboekje aangegeven intervallen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat bij het olie verversen tevens het oliefilter vervangen. Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het vervangingsinterval.
Oliefilter Deze sticker, die hoort bij het Stop & Start-systeem, geeft aan dat er een speciale 12V-loodaccu is gebruikt die alleen losgekoppeld en/of vervangen mag worden door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter vervuild is, wordt u hierop geattendeerd door het tijdelijk branden van dit lampje in combinatie met een melding op het multifunctionele display.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de omstandigheden het toelaten, met een snelheid van minimaal 60 km/h rijden tot het lampje dooft. Als het lampje blijft branden is het minimum brandstofadditiefniveau bereikt: raadpleeg de paragraaf "Niveau brandstofadditief".
Bij een nieuwe auto kunt u de eerste paar keer dat het roetfilter geregenereerd wordt een brandlucht ruiken; dit is volkomen normaal. Als langdurig met zeer lage snelheid wordt gereden of de motor langdurig stationair draait, kan bij gasgeven soms rook uit de uitlaat waargenomen worden. Dit heeft geen invloed op de prestaties en heeft geen gevolgen voor het milieu.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzijden in het onderhoudsboekje die betrekking hebben op de motoruitvoering van uw auto voor het laten controleren van bepaalde onderdelen volgens het onderhoudsschema van de constructeur. Laat de controles eventueel uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
zijn, vooral bij warm weer en in de winter. Raadpleeg voordat u de accukabels losneemt de rubriek "12V-accu" voor meer informatie over de te nemen voorzorgsmaatregelen.
Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik (veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding geven, moeten de filters twee keer zo vaak worden vervangen . Een verstopt interieur filter kan de prestaties van de airconditioning verstoren en onaangename geuren veroorzaken.
Page 231 of 352

9
229
Onderhoud
Handgeschakelde versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij (olie verversen niet noodzakelijk). Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het interval van de niveaucontrole.
EGS-versnellingsbak met
6 versnellingen
De versnellingsbak is onderhoudsvrij (olie verversen niet noodzakelijk). Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het interval van de niveaucontrole.
Automatische
versnellingsbak
De automatische versnellingsbak is onderhoudsvrij (olie verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het interval van de niveaucontrole.
De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral bij stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor kan het noodzakelijk blijken om de remblokken vaker, tussen twee onderhoudscontroles door, te laten controleren. Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt een te laag remvloeistofniveau erop dat de remblokken versleten zijn.
Remblokken
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats voor informatie over het controleren van de slijtage van de remschijven.
Staat van remschijven
Elektrische parkeerrem
Dit systeem hoeft niet apart gecontroleerd te worden. Als er zich toch een probleem voordoet, laat het systeem dan controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruik uitsluitend door PEUGEOT aanbevolen producten of gelijkwaardige kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke organen als het remsysteem te optimaliseren, selecteert en biedt PEUGEOT specifieke producten aan. Vanwege de kans op beschadiging van het elektrisch systeem is het reinigen van de motorruimte met een hogedrukreiniger niet toegestaan .
Handrem
Als de handrem een te grote slag heeft of als het systeem minder goed werkt, moet de handrem, zelfs
tussen twee onderhoudsbeurten door, worden afgesteld. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Elektrische parkeerrem - § Storingen".
Page 232 of 352

230
Onderhoud
Additief AdBlue ®
voor Blue HDi dieselmotoren
Om het milieu zo min mogelijk te belasten heeft PEUGEOT ervoor gekozen zijn auto's met dieselmotor te voorzien van een bijzonder effectief uitlaatgasreinigingssysteem waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd met een SCR-katalysator voor de behandeling van stikstofoxides NOx met het additief AdBlue®. Dit systeem gaat niet ten koste van de prestaties of het brandstofverbruik van de dieselmotor. Dankzij dit systeem voldoen de motoren van PEUGEOT aan de EURO 6 -norm die een aanzienlijk lagere uitstoot van stikstofoxides voorschrijft.
Presentatie van het
SCR-systeem
Uw auto is voorzien van de SCR-technologie (Selective Catalytic Reduction = selectieve katalytische reductie). Dit systeem zet vervuilende stoffen (stikstofoxides (NOx)) om in voor de gezondheid onschadelijke waterdamp en stikstof.
Om ervoor te zorgen dat het SCR-systeem goed blijft werken, wordt tijdens het onderhoud aan uw auto in het netwerk of bij een gekwalificeerde werkplaats het reservoir van het additief AdBlue ® volledig bijgevuld. ® volledig bijgevuld. ®
Het bijvullen van AdBlue® is noodzakelijk vanaf ® is noodzakelijk vanaf ®
een kilometerstand van ongeveer 20.000 km.
Het additief AdBlue ® is opgeslagen ® is opgeslagen ®
in een specifiek reservoir (aan de onderzijde van de auto onder de bagageruimte) dat een inhoud heeft van ongeveer 17 liter.