Page 322 of 368

320
04
Druk op één van de zes toetsen die genummerd zijn
van 1 tot en met 6, totdat een geluidssignaal klinkt.
Tijdens het opslaan wordt de geluidsweergave van
de radio kort onderbroken.
Het nummer van de toets en de opgeslagen
frequentie verschijnen op het scherm.
Handmatig opslaan van voorkeuzezenders
Druk kort (minder dan 2 seconden) op een van de zes toetsen om
een eerder ingestelde voorkeuzezender te selecteren.
RADIO
U kunt op elke band zes voorkeuzezenders opslaan.
Als u een nieuwe voorkeuzezender opslaat, vervangt deze de
vorige zender onder die toets.
Automatisch opslaan van voorkeuzezenders
Wanneer de accukabels worden losgenomen, worden de
voorkeuzezenders gewist uit het geheugen.
Het automatisch opslaan van voorkeuzezenders kan uitsluitend op
de FM1-, FM2- en FM3-band.
Als u een nieuwe voorkeuzezender opslaat, vervangt deze de
vorige zender onder die toets.
Automatisch opslaan kan worden gestart vanuit elke geselecteerde band.
Druk minimaal twee seconden op de
toets RADIO
.
De zes sterkste zenders worden
opgeslagen onder de zes
genummerde toetsen, in oplopende
sterkte.
Voorkeuzezenders selecteren
Druk op één van de zes toetsen "1" tot en met "6".
Op het scherm verschijnt de zender die op de
huidige band onder die toets is opgeslagen.
Page 323 of 368

321
04 RADIO
De RDS-functie (Radio Data System) op de FM-band biedt de
volgende mogelijkheden:
- weergave van informatie, zoals de naam van een radiozender, ...
- dezelfde zender ontvangen in verschillende regio's,
- tijdelijk overschakelen naar verkeersinformatie.
De meeste FM-radiozenders maken gebruik van RDS en zenden
naast programma's ook niet-hoorbare tekstinformatie uit.
Dankzij deze informatie kunt u de naam van de radiozender afl ezen
op het scherm, een radiozender automatisch blijven volgen of
tijdelijk overschakelen naar verkeersinformatie.
De RDS-functie biedt de mogelijkheid om naar een zender te
blijven luisteren, ongeacht de verschillende frequenties die voor
deze zender gebruikt worden in de diverse regio's.Er kunnen echter
storingen optreden in de ontvangst door een onvolledige dekking
van een zender.
Alternatieve frequenties (AF)
Als een radiozender via meerdere frequenties uitzendt, schakelt de
autoradio automatisch naar de frequentie met de beste ontvangst.
De frequentie van een radiozender heeft een dekking van ongeveer
50 kilometer. Wanneer de radio overschakelt naar een andere
frequentie kan de ontvangst van een zender tijdelijk wegvallen.
Als de zender geen dekking heeft in de regio waar u zich bevindt,
kunt u de "AF"-functie uitschakelen.
Sommige gekoppelde zenders zenden op bepaalde tijdstippen op
dezelfde frequentie verschillende, regionale programma's uit.
Met deze functie kan een regionaal programma worden beluisterd.
U kunt hiermee:
- een specifi eke regionale zender blijven volgen,
- naar het gekoppelde netwerk luisteren, waarbij het mogelijk is
dat de radio overschakelt naar een ander programma.
Regionale functie (REG)
Wanneer de ontvangst van een zender verslechtert, zoekt de radio
naar een alternatieve frequentie (AF). Als deze niet beschikbaar
is, schakelt de radio over naar een andere, gekoppelde, regionale
zender (REG). Als deze ook niet beschikbaar is, schakelt de radio
terug naar de voorkeuzezender in het geheugen.
RDS
Druk op de toets MENU
.
Druk meerdere keren op de knop SEL
om de RDS
-functie te selecteren:
draai vervolgens aan de knop om de
gewenste optie, "AF", "REG" of "TP",
te selecteren.
Page 324 of 368

322
04 RADIO
Verkeersinformatie (TP)
Met de functie " Traffic Program
" (TP) is het mogelijk automatisch
over te schakelen naar een FM-zender die verkeersinformatie
uitzendt.
De huidige radiozender of audiobron wordt dan tijdelijk
onderbroken.
Zodra de verkeersinformatie afgelopen is, schakelt de radio terug
naar de oorspronkelijke radiozender of audiobron.
Druk op de toets TP
.
Op het display verschijnt "TP". Als
de zender gebruik maakt van RDS,
verschijnt dit eveneens op het scherm.
Zodra de radio verkeersinformatie ontvangt, verschijnt "TRAF INF"
op het scherm, gevolgd door de naam en frequentie van de zender.
Het volumeniveau van de verkeersinformatie kan afwijken van het
oorspronkelijke volume.
Zodra de verkeersinformatie afgelopen is, wordt het oorspronkelijke
volume hersteld.
Wanneer "TP" wordt weergegeven op het scherm, schakelt de radio
alleen over naar verkeersinformatie op zenders met RDS.
Waarschuwingsberichten "ALERT"
Wanneer een waarschuwingsbericht wordt uitgezonden, wordt de
huidige weergave van een radiozender of andere audiobron tijdelijk
onderbroken.
Op het scherm verschijnt de tekst "ALERT" en het volume wordt
aangepast.
Na het waarschuwingsbericht verdwijnt deze tekst en het
oorspronkelijke volume wordt hersteld.
Programmatype (PTY)
Sommige radiozenders bieden de mogelijkheid om
programmavoorkeuren vast te leggen aan de hand van één van de
volgende thema's:
NEWS, AFFAIRS, INFO, SPORT, EDUCATE, DRAMA, CULTURE,
SCIENCE, VARIED, POP M, ROCK M, EASY M, LIGHT M,
CLASSICS, OTHER M, WEATHER, FINANCE, CHILDREN,
SOCIAL, RELIGION, PHONE IN, TRAVEL, LEISURE, JAZZ,
COUNTRY, NATION M, OLDIES, FOLK M, DOCUMENT
Page 325 of 368
323
04 RADIO
Zoeken naar een zender met "PTY"
Druk op de toets PTY/SCAN
.
Tien seconden na de ontvangst wordt de PTY
-zoekfunctie
uitgeschakeld.
Druk minimaal twee seconden op een van de
cijfertoetsen "1" tot en met "6".
Tijdens het opslaan wordt de geluidsweergave kort
onderbroken.
Het nummer van de toets en het PTY-programma
worden weergegeven op het scherm.
Opslaan van een "PTY"-programma
U kunt maximaal 6 PTY-programma's in het geheugen opslaan.
Als u een nieuw programma opslaat, wordt het vorige gewist.
Draai aan de knop SEL
om de PTY
-
functie te selecteren; de indicator gaat
knipperen en het automatisch zoeken
wordt geactiveerd.
Wanneer de zender gevonden is,
verschijnt de naam van de zender op
het scherm.
Druk op de toets "
" of "
" om een
andere zender te zoeken.
Druk op de toets PTY/SCAN
.
Draai aan de knop SEL
om de
PTY
-functie te selecteren en druk
vervolgens op een van de zes toetsen
"1" tot en met "6" om het geheugen te
programmeren.
Page 326 of 368
324
04 RADIO
Wijzigen taalweergave PTY-programma
Functie-instellingen
Hiermee kunnen verschillende functies
worden in- of uitgeschakeld.
Druk meerdere keren op de knop SEL
;
de in te stellen functies worden in deze
volgorde weergegeven: GRACENOTE
DB / AF / REG / TP-S / PI-S / PTY
(talen) / PH setting / CT / OFF.
De functie-instellingen worden na tien seconden uitgeschakeld
wanneer geen enkele toets meer wordt ingedrukt.
Druk op de toets MENU
.
Druk meerdere keren op de knop SEL
om de PTY lang
-functie te selecteren.
Draai de knop SEL
om de gewenste
taal te selecteren (ENGLISH,
FRANCAIS, DEUTSCH, SVENSK,
ESPAGNOL, ITALIANO).
Druk op de toets MENU
.
Draai de knop SEL
naar links om een
functie uit te schakelen (OFF), of naar
rechts om een functie in te schakelen
(ON).
Page 327 of 368
325
05 MULTIMEDIASPELERS
Hiermee kan een audio-CD (CD-DA, CD-Text, CD-R/RW) of een
MP3-CD worden afgespeeld.
Uitwerpen van een CD
CD-speler
Selecteren van CD-speler
Druk op de toets MEDIA
als de CD
zich al in de CD-speler bevindt.
Op het scherm verschijnt "MEDIA",
gevolgd door het nummer van de
huidige muziekstuk en de speelduur.
Gebruik alleen CD's met een ronde vorm.
CD's met een diameter van 8 cm dienen in het midden van de
CD-sleuf te worden geplaatst.
Het afspelen begint automatisch zodra een CD met de bedrukte
zijde naar boven in de CD-speler wordt geplaatst.
Druk op deze toets om de CD uit
te werpen. Het systeem schakelt
automatisch over naar de radio.
Wanneer de CD niet binnen 15 seconden na het uitwerpen wordt
uitgenomen, wordt deze weer ingevoerd in de CD-speler.
Page 332 of 368

330
06 USB-APPARAAT
Gebruik van de USB-aansluiting
Zet de auto stil met het contact in
de stand LOCK
en sluit het externe
apparaat aan met een geschikte kabel.
Op de USB-aansluiting kan een extern apparaat worden
aangesloten (MP3-speler, Apple
®-spelers,...). De audiobestanden
worden overgezet naar de speler van uw autoradio zodat de
bestanden via de luidsprekers in de auto beluisterd kunnen worden.
Sluit vervolgens de kabel aan op de
USB-aansluiting in de auto.
Geschikte apparatuur:
- iPod touch ® : F/W versie 1.1.1 of hoger.
- iPod classic ® : F/W versie 1.0 of hoger.
- iPod 5 e generatie ®
: F/W versie 1.2.2 of hoger.
- iPod nano 5 e generatie ®
: F/W versie 1.2 of hoger.
- iPod nano 2 e generatie ®
: F/W versie 1.1.2 of hoger.
- Opslagcapaciteit USB : 256 Mb of meer.
Bestandsformaten : MP3, WMA, AAC, WAV.
Maximum aantal niveaus (inclusief oorspronkelijk niveau) : 8.
Aantal mappen : 700.
Aantal bestanden : 65 535.
Sluit het externe apparaat niet rechtstreeks aan op de USB-
aansluiting, gebruik hiervoor de kabel.
Zet het contact in de stand LOCK
om de kabel los te koppelen.
Navigatie in de bestanden is mogelijk via het externe apparaat /
iPod
® .
Zorg ervoor dat de kabel niet klem komt te zitten als de armsteun
wordt gesloten.
Page 333 of 368

331
06
Druk meerdere malen op de toets
MEDIA
zodra het externe apparaat/
de iPod
® is aangesloten en selecteer
USB. De geselecteerde bron wordt
weergegeven.
Zodra de speler is geselecteerd, begint
het afspelen.
Afspelen
Muziekbeheer (of mappenbeheer)
Stoppen
Druk op MEDIA
om van functie te
veranderen of op RADIO
.
Draai aan de knop om een vorige of
volgende map te selecteren.
Een map (of een nummer) selecteren
Een nummer selecteren Druk op de knop om de map te
selecteren en naar een hoger of lager
niveau te gaan.
De knop kan ook worden gebruikt voor het selecteren van de
nummers.
USB-APPARAAT
Druk op de toets "
" of"
" om
het vorige of volgende nummer te
selecteren.
Dit gaat sneller door de toets ingedrukt
te houden.
Begin van elk nummer afspelen
Druk op de toets PTY/SCAN
om de
eerste 10 seconden van elk nummer
van alle mappen af te spelen. Op het
display wordt "SCAN" weergegeven
en het nummer van het desbetreffende
muziekstuk knippert.
Druk nogmaals op deze toets om deze
functie af te sluiten.