272
Onderhoud
308_nl_Chap08_verifications_ed02-2013
Actieradiusindicatoren
Zodra het contact wordt aangezet en als de reservevoorraad van het AdBlue ® -reservoir is aangesproken of een storing in de SCR-emissieregeling is gesignaleerd, verschijnt een indicator die aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer kunt rijden voordat het opnieuw starten van de motor automatisch wordt geblokkeerd. Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd en het AdBlue ® -niveau laag is, wordt de laagste actieradius weergegeven.
Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart door een te laag AdBlue ®laag AdBlue ®laag AdBlue -niveau
Het wettelijk verplichte startblokkeringssysteem wordt automatisch geactiveerd zodra het AdBlue ® -reservoir leeg is.
Actieradius groter dan 2400 km
Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk weer te geven.
Selecteer vervolgens "Diagnose".
Bij een actieradius van meer dan 5000 km is de waarde minder nauwkeurig.
Als het contact wordt aangezet, wordt er niet automatisch een melding over de actieradius weergegeven op het instrumentenpaneel.
De actieradius wordt tijdelijk weergegeven.
Afhankelijk van de uitrusting van uw auto kunt u deze informatie weergeven op het touchscreen.
Selecteer het menu "Rijhulpsysteem".
273
8
Onderhoud
308_nl_Chap08_verifications_ed02-2013
Actieradius tussen 600 en 2400 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het verklikkerlampje UREA branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten verboden binnen 1500 km") die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief. Tijdens het rijden wordt de melding elke 300 km weergegeven zolang er geen additief is bijgevuld. Neem contact op met het PEUGEOT brand>-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het additief AdBlue ® te laten bijvullen. ® te laten bijvullen. ®
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren. Raadpleeg de rubriek "Niveaus controleren".
Actieradius tussen 0 en 600 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het verklikkerlampje SERVICE branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten verboden binnen 600 km") die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief. Tijdens het rijden wordt de melding elke 30 seconden weergegeven zolang er geen additief is bijgevuld. Neem contact op met het PEUGEOT/brand>-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het additief AdBlue ® te laten bijvullen. ® te laten bijvullen. ®
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren. Raadpleeg de rubriek "Niveaus controleren". Als niet op tijd additief wordt bijgevuld, loopt u het risico dat de motor niet meer kan worden gestart.
Storing in verband met een te laag AdBlue ® -niveau
Als het contact wordt aangezet, gaat het verklikkerlampje SERVICE branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en de melding " Vul brandstofadditief bij: Starten verboden". Het AdBlue ® -reservoir is leeg: het wettelijk verplichte startblokkeringssysteem voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Om de motor weer opnieuw te kunnen starten, raden wij u aan contact op te nemen met het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om de benodigde hoeveelheid additief te laten bijvullen. Als u zelf additief bijvult, moet het reservoir met minimaal 3,8 liter AdBlue ® worden gevuld. ® worden gevuld. ®
Raadpleeg de rubriek "Niveaus controleren".
275
8
Onderhoud
308_nl_Chap08_verifications_ed02-2013
Starten verboden
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose motor branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Storing emissieregeling: Starten verboden".
U hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase overschreden: het startblokkerringssysteem voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het noodzakelijk dat u contact opneemt met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bevriezing van het additief AdBlue ®AdBlue ®AdBlue
Het additief AdBlue ® bevriest bij ® bevriest bij ®
temperaturen lager dan ongeveer 11°C. Het SCR-systeem is voorzien van een voorverwarmingssysteem voor het AdBlue ® -reservoir. In uitzonderlijke gevallen (als de omgevingstemperatuur van de auto langdurig lager is dan -15°C), kan de waarschuwing voor een storing in de emissieregeling te maken hebben met bevriezing van het AdBlue ® van uw auto. ® van uw auto. ®
Laat de auto enkele uren op een warmere plaats staan tot het additief weer vloeibaar is. De waarschuwing van de emissieregeling verdwijnt niet direct,
maar na enkele kilometers rijden.
276
Onderhoud
308_nl_Chap08_verifications_ed02-2013
Bijvullen van het additief AdBlue ®Bijvullen van het additief AdBlue ®Bijvullen van het additief AdBlue
Het AdBlue ® -reservoir moet bij elke periodieke onderhoudscontrole worden gevuld door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Vanwege de inhoud van het reservoir kan het echter noodzakelijk zijn om het reservoir tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door een waarschuwing (verklikkerlampjes en melding) op wordt geattendeerd. Dit kunt u laten uitvoeren door het PEUGEOT of door een gekwalificeerde werkplaats. Als u zelf het reservoir wilt bijvullen, lees dan eerst aandachtig de volgende waarschuwingen.
Gebruiksvoorschriften
Bewaar AdBlue ® buiten het bereik van ® buiten het bereik van ®
kinderen, in de originele flacon. Als het AdBlue ® niet in de originele ® niet in de originele ®
flacon wordt bewaard, verliest het zijn zuiverheid.
Gebruik uitsluitend het AdBlue ® dat aan de ® dat aan de ®
norm ISO 22241 voldoet.
Verdun het additief nooit met water. Giet nooit additief in de brandstoftank.
De verpakking in flacons met een antidruppelsysteem vergemakkelijkt het bijvullen. De flacons met een inhoud van 1,89 liter (1/2 gallon) zijn verkrijgbaar bij het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Vul nooit AdBlue ® bij met een ® bij met een ®
vulsysteem dat is bedoeld voor vrachtwagens.
Het additief AdBlue ® is een oplossing op ® is een oplossing op ®
ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en geurloos (indien koel bewaard). Als het additief in contact komt met de huid, moet u de huid wassen met kraanwater en met zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende ten minste 15 minuten met kraanwater of met een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij een branderig gevoel of blijvende irritatie. Als additief wordt ingeslikt, spoel de mond dan met schoon water en drink vervolgens een ruime hoeveelheid water. Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het risico van het vrijkomen van ammoniakdampen niet worden uitgesloten: adem deze niet in. Deze ammoniakdampen werken irriterend op de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
277
8
Onderhoud
308_nl_Chap08_verifications_ed02-2013
Voorschriften voor opslag
Bewaar de flacons AdBlue ® niet in uw ® niet in uw ®
auto.
AdBlue ® bevriest bij temperaturen lager dan ® bevriest bij temperaturen lager dan ®
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam de flacons koel en buiten direct zonlicht te bewaren. Onder deze omstandigheden is het additief ten minste één jaar houdbaar. Additief dat bevroren is geweest kan weer worden gebruikt nadat het bij kamertemperatuur is ontdooid.
Procedure
Controleer voor het bijvullen of de auto op een vlakke en horizontale ondergrond staat. Controleer 's winters of de omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest het AdBlue ® waardoor u het niet in het reservoir ® waardoor u het niet in het reservoir ®
kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een warmere plaats staan en vul vervolgens het reservoir bij.
Zet het contact af en ver wijder de sleutel of druk, als uw auto daarmee is uitgerust, op de START/STOP-knop om de motor af te zetten.
Til voor toegang tot het AdBlue ® -reservoir de vloerbekleding van de bagageruimte op en verwijder vervolgens het reservewiel of de opbergbak.
Draai de zwarte dop een kwart omwenteling linksom zonder er druk op uit te oefenen en trek hem omhoog om hem te verwijderen.
Draai de blauwe dop een zesde omwenteling linksom. Trek de knop omhoog om hem te verwijderen.
278
Onderhoud
308_nl_Chap08_verifications_ed02-2013
Voer de lege AdBlue ® -flacons niet als huisvuil af, maar deponeer ze in de daartoe bestemde containers of breng de flacons naar uw verkooppunt. .
Belangrijk: als het AdBlue ® -reservoir van uw auto helemaal leeg
is - dit wordt aangegeven door de waarschuwingsmeldingen en u kunt in dat geval de motor niet meer opnieuw starten -, moet u het reservoir vullen met minimaal 3,8 liter additief. Daarvoor hebt u twee flacons van 1,89 liter nodig.
Veeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten met behulp van een vochtige doek eventuele vloeistofsporen van de rand van de vulopening van het reservoir.
Spoel gemorst additief onmiddellijk weg met koud water of veeg het weg met een vochtige doek. Als het additief is gekristalliseerd, ver wijder het dan met een spons en warm water.
Breng de blauwe dop aan op de vulopening van het reservoir en draai de dop een zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit. Breng de zwarte dop aan en draai hem een kwart omwenteling rechtsom zonder
er druk op uit te oefenen. Zorg ervoor dat het merkteken op de dop in lijn staat met merkteken op de steun. Laat de vloer van de bagageruimte zakken en sluit de achterklep.
Belangrijk: als u additief hebt bijgevuld nadat het reser voir leeg is geraakt , aangegeven door de melding " Vul brandstof- additief bij: Starten verboden", dient u ongeveer 5 minuten te wachten voordat u het contact weer aanzet, zonder het bestuurderspor tier te openen, de auto te ontgrendelen, de sleutel in het contactslot te steken of de sleutel van het "Keyless entr y and star t"-systeem in het interieur terecht te laten komen. Zet vervolgens het contact aan en start na 10 seconden wachten de motor.
Pak een flacon AdBlue ® . Controleer de houdbaarheidsdatum en lees vervolgens aandachtig de gebruiksaanwijzing op het etiket voordat u de inhoud van de flacon in het AdBlue ® -reservoir van uw auto giet.
293
308_nl_Chap10c_SMEGplus_ed02-2013
Dit systeem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend in uw auto functioneert.
Touchscreen
01 Algemene werking
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen die zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto.
Wanneer de eco-mode is geactiveerd, schakelt het systeem zichzelf na het afzetten van de motor automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
INHOUD
02 Basisfunctie - Bedieningspaneel
04 Media
05 Navigatie
06 Configuratie
07 Internetdiensten
08 Telefoon blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
Veelgestelde vragen blz.
GPS-NAVIGATIE
MULTIMEDIA-AUTORADIO
BLUETOOTH-TELEFOON
294
296
316
298
336
346
348
358
03 Schakelaars op het stuurwiel
blz. 297
01
308_nl_Chap10c_SMEGplus_ed02-2013
"Airconditioning"
hiermee kunnen de temperatuur en de aanjagersnelheid worden ingesteld.
"Rijhulpsysteem"
hiermee kan de boordcomputer worden weergegeven en kunnen bepaalde functies van de auto worden ingeschakeld, uitgeschakeld of geconfi gureerd.
"Media"
hiermee kunnen de radio en de andere geluidsbronnen van het audiosysteem worden geselecteerd en kunnen foto's worden weergegeven.
"Navigatie"
hiermee kan de navigatie worden ingesteld en de bestemming worden gekozen (volgens uitvoering).
" Confi guratie "
hiermee kunnen de geluidssignalen, de grafi sche thema's en de lichtsterkte van de dashboardverlichting worden ingesteld en hebt u toegang tot een interactieve hulp met betrekking tot de belangrijkste uitrusting en verklikkerlampjes van de auto.
" Internetdiensten "
hiermee kan verbinding worden gemaakt met een portail met applicaties om eenvoudig, veilig en op een persoonlijke manier te surfen via een dongel die met abonnement verkrijgbaar is bij het PEUGEOT-netwerk.
"Telefoon"
hiermee kan een telefoon via Bluetooth worden verbonden.
ALGEMENE WERKING
294