Page 30 of 256
28
Radio
De tijd kan worden ingesteld met de draaiknop
"MENU " :
-
d
ruk op de draaiknop om toegang te krijgen
tot de menu's en een gemaakte keuze te
bevestigen,
-
d
raai aan de draaiknop om een functie of
een onderdeel in de lijst te selecteren.
U kunt te allen tijde terugkeren naar de vorige
stap door op de toets " Back" te drukken. F
D ruk op de draaiknop om toegang te
krijgen tot de menu's.
F
D
raai aan de draaiknop om "CLOCK" te
selecteren.
F
D
ruk op de draaiknop om te bevestigen.
D
e cijfers van de uren knipperen.
F
D
raai aan de draaiknop om de uren in te
stellen.
F
D
ruk op de draaiknop om te bevestigen.
D
e cijfers van de minuten knipperen.
F
D
raai aan de draaiknop om de minuten in
te stellen.
F
D
ruk op de draaiknop om te bevestigen en
het menu te verlaten.
Tijd instellen
Controle tijdens het rijden
Page 73 of 256

71
B3_nl_Chap05_conduite_ed01-2014
Starten - afzetten van de motor met de sleutel
1. Stand "LOCK" .
2. S tand "ACC " .
3.
Stand "ON".
4.
S
tand "START" .
Contact
Hang geen zware voor werpen aan de
sleutel: dit kan namelijk storingen aan
het contactslot veroorzaken.
Waarschuwingssignaal sleutel
Auto's met een handgeschakelde versnellingsbak:F Steek de sleutel in het contactslot.
F
D raai de sleutel in de stand 2 en
ontgrendel het stuurslot door enigszins aan
het stuurwiel te draaien.
F
T
rap het koppelingspedaal volledig in.
F
Ze
t de versnellingshendel in de neutraalstand.
F
D
raai de sleutel in de stand 4
(S TA R T ) om
de startmotor te bedienen.
F
L
aat de sleutel los zodra de motor draait.
H
et contact wordt automatisch in de stand
3
(ON) gezet.
Starten met de sleutel
Als het bestuurdersportier wordt geopend
ter wijl de sleutel nog in het contact steekt,
klinkt er een geluidssignaal.
Auto's met een ETG-versnellingsbak:
F
S
teek de sleutel in het contactslot.
F
D
raai de sleutel in de stand 2
en
ontgrendel het stuurslot door enigszins aan
het stuurwiel te draaien.
F
T
rap het rempedaal in en houd het
ingetrapt.
F
Z
et de selectiehendel in de stand N
.
F
D
raai de sleutel in de stand 4
(S TA R T )
om
de startmotor te bedienen.
F
L
aat de sleutel los zodra de motor draait. H
et contact wordt automatisch in de
stand 3
(ON) gezet.
Als u langdurig accessoires gebruikt
(contact in de stand 2
of 3
), kan de
accu ontladen raken. Uw auto kan dan
mogelijker wijs niet meer starten. Houd
hier rekening mee . F
Z
et de auto stil.
F
Z
et de versnellingshendel in de
neutraalstand (auto's met een
handgeschakelde versnellingsbak) of de
selectiehendel in de stand N (auto's met
een ETG-versnellingsbak).
F
D
raai de sleutel in de stand 2 (
ACC ).
F
D
ruk de sleutel in en draai hem in de
stand 1 (LOCK)
.
F
V
er wijder de sleutel uit het contactslot.
F
D
raai aan het stuur wiel tot het stuurslot
wordt vergrendeld.
Afzetten
5
Rijden
Page 107 of 256

105
B3_nl_Chap07_securite_ed01-2014
Het resetten van het systeem moet gebeuren
bij aangezet contact (contact in de stand " ON"
of de modus " ON") en stilstaande auto.
F
O
pen het dashboardkastje.
F
D
ruk op de resetknop.
De nieuw opgeslagen drukwaarden
worden door het systeem beschouwd als
referentiewaarden.
Resetten
Controleer voordat u het systeem
gaat resetten of de spanning van
de vier banden overeenkomstig de
gebruiksomstandigheden van de auto
en de voorschriften op de sticker met
de bandenspanningen is.
Het bandenspanningscontrolesysteem
geeft geen meldingen als de
bandenspanning bij het resetten onjuist
is.
Elke keer nadat u een of meer banden op
spanning hebt gebracht en na het verwisselen
van een of meer wielen, moet u het systeem
resetten.
Er is een sticker op de middenstijl aan de
bestuurderszijde aangebracht om u hierop
attent te maken. F
Als dit verklikkerlampje driemaal
knippert op het instrumentenpaneel,
wordt het resetten uitgevoerd.
F Wacht enkele minuten alvorens het contact af te zetten (contact in de stand " ACC" of
" LOCK ", of de modus " OFF").
7
Veiligheid
Page 136 of 256

134
B3_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Brandstoftank
Te laag brandstofniveauBrandstof tanken
Als het brandstofniveau te laag is,
gaat dit verklikkerlampje branden en
gaat het laatste blokje knipperen in
combinatie met een geluidssignaal.
De resterende hoeveelheid brandstof
bedraagt nog ongeveer 5
liter.
U kunt, afhankelijk van de rijomstandigheden
en de motoruitvoering, minder dan 50
km met
de resterende hoeveelheid brandstof rijden.
Als het blokje sneller begint te knipperen
bedraagt de resterende hoeveelheid nog
ongeveer 3
liter .
Veilig brandstof tanken:
F
Z
et altijd de motor en het contact af
(contact in de stand "LOCK" of de
modus "OFF") .
F
T
rek aan de knop die zich aan
bestuurderszijde aan de onderzijde
van het dashboard bevindt om de
brandstoftankklep te ontgrendelen.
F
O
pen de brandstoftankklep.
Als de auto is gestrand met
een lege brandstoftank, kan
op het instrumentenpaneel het
waarschuwingslampje emissieregeling
gaan branden. Na enkele malen starten
gaat het lampje automatisch weer uit. Het tanken dient te geschieden met afgezette
motor
en afgezet contact (contact in de stand
" LOCK " of de modus " OFF").
De inhoud van de brandstoftank bedraagt ongeveer 35
liter.
Voor een juiste weergave van de
brandstofmeter moet minimaal 5 liter brandstof
worden getankt.
Op een label aan de binnenzijde van de
brandstoftankklep staat de voorgeschreven
soort brandstof aangegeven.
Bij het openen van de brandstoftankdop kan
een aanzuiggeluid van lucht hoorbaar zijn. Dit
is normaal en komt doordat de afdichting van
het brandstofcircuit een onderdruk veroorzaakt.
Praktische informatie