194Rijden en bedieningwerkplaats raadplegen om de po‐
sitie van de adaptieve cruise con‐
trol sensor te controleren en corri‐ geren.
Instellingen
Instellingen kunt u veranderen in het
menu Voorbereiding aanrijding in de
persoonlijke instellingen 3 133.
Storing
Als de adaptieve cruise control door
tijdelijke omstandigheden (bijv. door
ijsafzetting) niet werkt, of als er een permanente systeemfout is, dan ver‐
schijnt er een melding in het Driver
Information Center.
Boordinformatie 3 126.
Frontaanrijdingswaar‐
schuwing
De frontaanrijdingswaarschuwing
kan helpen schade bij frontale aanrij‐
dingen te vermijden of beperken. Als
een voorligger te snel nadert, klinkt er een geluidssignaal en verschijnt er
een waarschuwing in het Driver Infor‐
mation Centre.Het groene symbool voorligger gede‐ tecteerd A verschijnt in de snelheids‐
meter als het systeem een voorligger heeft geconstateerd. De frontaanrij‐
dingswaarschuwing moet echter wel
in het menu Persoonlijke instellingen
3 133 geactiveerd zijn, en niet met de
knop V gedeactiveerd zijn (afhanke‐
lijk van het systeem; zie hieronder).
Afhankelijk van de uitrusting van de
auto, zijn er twee varianten van de
frontaanrijdingswaarschuwing:
■ Frontaanrijdingswaarschuwing op
radarbasis
Rijden en bediening195
op auto's met een adaptieve cruise
control 3 187.
■ Frontaanrijdingswaarschuwing met
voorcamerasysteem
op auto's met traditionele cruise
control of geen 3 184.
Frontaanrijdingswaarschuwing op radarbasis Het systeem gebruikt de radarsensor
achter de radiateurgrille om voertui‐
gen te vinden die zich op een afstand
van max. 150 m direct voor u bevin‐
den.
Inschakelen
Frontaanrijdingswaarschuwing werkt
automatisch bij snelheden boven
wandelsnelheid, als de instelling
Voorbereiding aanrijding niet uitge‐
schakeld is in het menu Persoonlijke
instellingen 3 133.
De gevoeligheid van het systeem instellen
De gevoeligheid van het systeem kan
op kort, gemiddeld of ver worden in‐ gesteld.
Druk op de knop E: de huidige in‐
stelling verschijnt op het Driver Infor‐ mation Center. Druk opnieuw op E
om de gevoeligheid van het systeem te wijzigen. De instelling wordt ook
getoond in de bovenste regel van het
Driver Information Centre.Let op: de instelling voor de gevoelig‐ heid van het alarm wordt gedeeld met
de afstand tot voorligger van de adap‐ tieve cruise control. Door de gevoe‐
ligheid van de waarschuwing te wijzi‐
gen, wordt dus ook de afstand tot
voorligger van de adaptieve cruise
control gewijzigd.
Verzorging van de auto249
Nr.Stroomkring16Startmotor17Transmissieregelmodule18Verwarmbare achterruit19Elektrische ruitbediening voorin20Elektrische ruitbediening
achterin21Relais- en zekeringhouder
achter22Grootlicht links (halogeen)23Koplampsproeiers24Rechter dimlicht (xenon)25Linker dimlicht (xenon)26Mistlampen27Verwarming dieselbrandstof28Stop-startsysteem29Elektrische handrem30ABS31Adaptieve cruise control32AirbagNr.Stroomkring33Adaptief rijlicht (AFL), automati‐
sche verlichting34Uitlaatgasrecirculatie35Buitenspiegel, regensensor36Verwarming en ventilatie37Magneetklep koolstofreservoir38Vacuümpomp39Centrale regelmodule40Voorruitsproeier, achterruits‐
proeier41Grootlicht rechts (halogeen)42Koelventilator43Voorruitwissers44Voorruitwissers45Koelventilator46–47Claxon48Koelventilator49BrandstofpompNr.Stroomkring50Koplamphoogteregeling, adap‐
tief rijlicht (AFL)51Ventilatieklep52Hulpverwarming, dieselmotor53Transmissieregelmodule,
motorregelmodule54Vacuümpomp, instrumenten‐
groep, verwarming, ventilatie en
airco
Klik na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen het deksel van het
zekeringenkastje weer vast.
Wanneer u het deksel van het zeke‐
ringenkastje niet goed sluit, kan een
storing optreden.
250Verzorging van de autoZekeringenkast
instrumentenpaneel
Bij auto's met het stuurwiel links zit
het zekeringenkastje achter het op‐
bergvak in het instrumentenbord.
Open het opbergvak en druk het naar links om het te ontgrendelen. Klap het
opbergvak omlaag en verwijder het.
Bij rechtsgestuurde auto's zit de ze‐
keringenkast achter een deksel in het
handschoenenkastje. Open het
handschoenenkastje, open daarna
de afdekking en klap die omlaag.
Nr.Stroomkring1Cruise control, snelheidsbe‐
grenzer, adaptieve cruise
control, stuurbedienings‐
knoppen2Rijverlichting, carrosserieregel‐
module3Rijverlichting, carrosserieregel‐
module4Infotainmentsysteem5Infotainmentsysteem, instru‐
ment612 V-aansluiting, aansteker
298TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............276, 280
Aanduidingen op banden ..........253
Aanhangerstabilisatie ................229
Aanhanger trekken ....................226
Aansteker .................................. 106
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 230
Accu ........................................... 235
Achterlichten .............................. 242
Achterruitverwarming ................... 35
Achteruitkijkcamera ...................209
Achteruitrijlichten .......................150
Actieve hoofdsteunen ...................39
Actieve noodrem......................... 198 Adaptief rijlicht (AFL) .........144, 240
Adaptieve cruise control .....118, 187
Adaptive Forward Lighting .........118
AdBlue ........................ 116, 170, 276
Afmetingen auto ........................289
Afslagverlichting ......................... 144
Airbag deactiveren ....................... 60
Airbag-deactivering .................... 113
Airbag en gordelspanners .........113
Airbagsysteem ............................. 57
Airconditioning ........................... 155
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 162Alarmknipperlichten ...................148
Algemene informatie .................. 225
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 163
Andere auto slepen ...................270
Antiblokkeersysteem .................178
Antiblokkeersysteem (ABS) .......115
Armsteun ...................................... 45
Armsteun met opbergruimte ........71
Asbakken ................................... 106
Autogegevens ............................ 280
Autokrik....................................... 253
Automatische dimfunctie .............32
Automatische verlichting ............ 142
Automatische versnellingsbak ...174
Automatisch vergrendelen ...........25
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 269
Auto stallen ................................. 230
B Bagageruimte ........................ 26, 81
Bagageruimte-afdekking .............84
Bandenreparatieset ...................258
Bandenspanning .......................254
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 117, 255
Bandenspanningswaarden ........292
Batterijspanning .........................129
Bedieningsorganen ......................99
299
Bekerhouders .............................. 68
Bekleding .................................... 274
Beladingsinformatie .....................97
Beslagen lampglazen ................150
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 184
Beveiliging van de auto ................27
Binnenspiegels ............................. 31
Binnenverlichting ...............151, 246
Blindehoeksysteem ....................207
BlueInjection ............................... 170
Bolle vorm .................................... 30
Boordgereedschap .....................253
Boordinformatie .........................126
Brandstof .................................... 216
Brandstofkeuzeschakelaar ........108
Brandstofmeter .......................... 108
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot 224
Brandstof voor benzinemotoren 216
Brandstof voor dieselmotoren ...216
Brandstof voor het rijden op aardgas .................................. 216
Brandstof voor rijden op LPG .....217
Buitenspiegels .............................. 30
Buitentemperatuur .....................103
Buitenverlichting .........................141
C Car Pass ...................................... 21
Centrale vergrendeling ................23Claxon ................................. 14, 100
Code ........................................... 126
Conformiteitsverklaring ...............295
Contactslotstanden ....................164
Controlelampen ..................107, 110
Controle over de auto ................163
Controles .................................... 231
Cruise control ....................118, 184
D
Dagrijlicht ................................... 144
Dagteller .................................... 107
Dak ............................................... 36
Dakbelasting ................................. 97
Dakconsole .................................. 70
Dakdrager .................................... 96
DEF ............................................ 170
Diefstalalarmsysteem ..................28
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 237
Dieseluitlaatvloeistof ...................170
Dimlicht of grootlicht ...................141
Draagsysteem achterzijde ............72
Driepuntsgordel ........................... 54
Driver Information Center ...........119
E
Elektrisch bediende ruiten ...........33
Elektrische aansluitingen ...........105
Elektrische handrem ...................114Elektrische stoelverstelling ..........43
Elektrische verstelling ..................30
Elektrisch systeem...................... 246
Elektronische rijprogramma's ....175
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ...116
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 181
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............116
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............156
Event Data Recorders (EDR) .....295
F
Fietsendrager ............................... 72
Flex-Fix-systeem .......................... 72
FlexOrganizer .............................. 91
Frontaal airbagsysteem ...............58
Frontaanrijdingswaarschuwing ...194
G
Geavanceerde parkeerhulp ........203
Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignalen .........................129
Gereedschap ............................. 253
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................95
Gloeilamp vervangen ................238