88Spraakherkenning
Het audiosysteem wordt onderdrukt,
u wordt geïnstrueerd om een com‐
mando te zeggen en op het Driver In‐
formation Center verschijnt een help‐
menu met de belangrijkste comman‐
do's die momenteel beschikbaar zijn.
Een pieptoon geeft aan dat de
spraakherkenning gereed is voor
spraakinvoer. Het spraakherken‐
ningssymbool in de rechter boven‐
hoek van het helpmenu verandert van
wit naar rood.
U kunt nu een spraakcommando ge‐
ven om een systeemfunctie direct te
starten (zoals een voorkeuzezender
afspelen) of een dialoogreeks te star‐
ten met een aantal dialoogstappen
(zoals voor het invoeren van een be‐
stemmingsadres); zie "Bediening via
spraakcommando's" verderop.
Nadat een dialoogreeks voltooid is,
wordt de spraakherkenning automa‐
tisch gedeactiveerd. Om een andere
dialoogreeks te starten moet u de
spraakherkenning weer activeren.Activeren via de schermtoets
SPRAAK op het middendisplay
Selecteer de schermtoets SPRAAK in
de interactieve selectiebalk van een
van de hoofdmenu's op het midden‐
display.
Het audiosysteem wordt onderdrukt,
u wordt gevraagd een commando te
zeggen en op het middendisplay ver‐ schijnt een helpmenu met de belang‐
rijkste commando's die momenteel
beschikbaar zijn.
Een pieptoon geeft aan dat de
spraakherkenning gereed is voor
spraakinvoer. Het spraakherken‐
ningssymbool rechts in het helpmenu
verandert van zwart naar rood.
U kunt nu een spraakcommando ge‐
ven. Zie bovenstaande beschrijving.
Regelen van het volume van de
gesproken instructies
Druk de knop ! / # rechts op het
stuur naar omhoog (hoger volume) of omlaag (lager volume).
Spraakherkenning89
Een gesproken instructie
onderbreken
Als ervaren gebruiker kunt u een ge‐
sproken instructie onderbreken door
kort op de w-knop op het stuur te
drukken.
Er klinkt een piep en het spraakher‐ kenningssymbool wordt rood. U kuntnu direct een commando inspreken.
Een dialoogreeks annuleren
Er zijn diverse mogelijkheden om een dialoog te annuleren en om de
spraakherkenning te deactiveren:
■ Zeg " Annuleren " of "Exit".
■ Druk op de n-knop links op het
stuur.
■ Als de spraakherkenningssessie via de schermtoets SPRAAK op het
middendisplay hebt gestart, dan
kunt u ook:
◆ De knop ; op het instrumenten‐
paneel indrukken.
◆ Selecteer de schermtoetsen m
of Verl. in het helpmenu.In de volgende situaties wordt een
dialoogreeks automatisch geannu‐
leerd:
■ Als u enige tijd geen commando's zegt (standaard wordt u driemaal
gevraagd een commando te zeg‐
gen).
■ Als u commando's zegt die niet door het systeem worden herkend
(standaard wordt u driemaal ge‐
vraagd een juist commando te zeg‐ gen).
Bediening via spraakcommando's
De spraakherkenning herkent com‐
mando's die op natuurlijke wijze in
een zin worden uitgesproken, of di‐
recte commando's om de toepassing
en actie te starten.
Voor een optimaal resultaat: ■ Luister naar de gesproken instruc‐ tie en wacht op de pieptoon voor u
een commando uitspreekt of ant‐
woord geeft.
■ Zeg " Help" of lees een van de voor‐
beeldcommando's in het scherm voor.■ U kunt de gesproken instructie on‐ derbreken door opnieuw op w te
drukken
■ Wacht op de pieptoon en spreek het commando op natuurlijke wijze
uit, niet te snel, niet te langzaam.
Gebruik korte en directe comman‐
do's.
Telefoon- en audiocommando's zijn
gewoonlijk enkelvoudige comman‐
do's. Bijvoorbeeld: "Bel David Smit op het werk", "Afspelen" gevolgd door de artiest of songtitel, of "Afstemmen op"
gevolgd door de frequentie en golf‐
band.
Navigatiebestemmingen zijn echter
te complex voor een enkelvoudig
commando. Begin met het uitspreken van een commando dat het type be‐
stemming weergeeft, bijvoorbeeld
"Routebegeleiding naar een adres", "Navigeer naar een kruising", "Zoek
een markant punt" of "Routebegelei‐
ding naar een contactpersoon". Het
systeem reageert door nadere details
te vragen.
90Spraakherkenning
Nadat u "Markant punt" hebt gezegd,
kunt u alleen grote ketens bij naam
noemen. Ketens zijn bedrijven met
ten minste 20 bedrijfslocaties. Voor
overige markante punten (POI's),
zegt u de naam van een categorie
zoals "Restaurants", "Winkelcentra"
of "Ziekenhuizen".
Directe commando's worden door het systeem beter herkend, bv. "Bel
01234567". Voorbeelden van derge‐
lijke directe commando's vindt u in de meeste schermen wanneer er eenspraakherkenningssessie actief is.
Zegt u "Telefoon" of "Telefooncom‐
mando's", dan begrijpt het systeem
dat er een telefoongesprek wordt
aangevraagd en reageert het met de
betreffende vragen tot er voldoende
gegevens zijn vergaard. Is het tele‐
foonnummer met een naam en een
plaatsnaam opgeslagen, dan moet
het directe commando beide gege‐
vens bevatten, bijvoorbeeld "Bel Da‐
vid Smit op het werk"Lijstopties selecteren
Als er een lijst wordt weergegeven,
wordt u gevraagd om een optie te kie‐ zen of te bevestigen. U kunt handma‐
tig een optie selecteren, of het bijbe‐
horende regelnummer uitspreken.
De lijst in een spraakherkenningssys‐
teem werkt op dezelfde wijze als lijs‐
ten in andere schermen. Door hand‐
matig door de lijst te bladeren tijdens
een spraakherkenningssessie wordt de actuele spraakherkenningssessie
tijdelijk onderbroken en verschijnt de instructie "Selecteer uit de lijst met de handmatige bedieningselementen,
druk op de console op back (terug) of
druk op de schermtoets terug om het
opnieuw te proberen".
Is er binnen 15 seconden geen hand‐
matige invoer, dan wordt de spraak‐
herkenningssessie beëindigd, ver‐ schijnt er een melding en wordt het
vorige scherm opnieuw weergege‐
ven.Het commando "Terug"
Om terug te keren naar het vorige
menu kunt u " Terug" zeggen, op het
instrumentenpaneel op k BACK
drukken of op de schermtoets m
drukken.Het commando "Help"
Nadat u " Help" heb gezegd, klinkt de
help-instructie voor het huidige
scherm. De instructie verschijnt ook
op het scherm.
Afhankelijk van de wijze waarop de
spraakherkenning werd geactiveerd,
verschijnt de help-instructie in het Dri‐ ver Information Center of op het mid‐
dendisplay.
Druk op de w-knop om de help-in‐
structie te onderbreken. U hoort een pieptoon U kunt nu een commandogeven.
Spraakdoorschakel-toepassing
Spraakherkenning activeren
Selecteer het pictogram TELEFOON
(met microfoonsymbool) in het Start‐
scherm. Het menu van de spraak‐
doorschakel-toepassing verschijnt.
Spraakherkenning91
Selecteer de schermtoets Start om
een spraakherkenningssessie te star‐
ten.
Na de pieptoon kunt u direct een com‐ mando geven. Raadpleeg de gebrui‐
kershandleiding van uw smartphone
voor een lijst met ondersteunde com‐ mando's.
Tijdens een spraakherkenningsses‐
sie verandert het display van het In‐
fotainmentsysteem niet.
Uitzondering: Als u een telefoonge‐
sprek via een spraakcommando start,
wordt het telefoonmenu van het Info‐
tainmentsysteem weergegeven en
blijft dit tijdens het gehele gesprek be‐
schikbaar voor handmatige interactie.
Een gesproken instructie
onderbreken
Als ervaren gebruiker kunt u een ge‐
sproken instructie onderbreken door
op de schermtoets Stoppen te druk‐
ken.
Spraakherkenning deactiveren
Selecteer de knop Verl. op het
scherm. Het Startscherm van het In‐
fotainmentsysteem wordt opnieuw
weergegeven.
104TrefwoordenlijstAAanraakscherm ............................ 15
Adresboek .............................. 33, 75
Afstandsbediening op stuurwiel ....15
Algemene aanwijzingen 6, 55, 66, 92
Algemene informatie ..............58, 85
AUX ........................................... 58
Bluetooth-muziek ......................58
CD ............................................. 55
Infotainment-systeem ..................6
Navigatie ................................... 66
Radio ......................................... 49
SD ............................................. 58
Telefoonportaal ......................... 92
USB ........................................... 58
Antidiefstalfunctie ..........................7
Apps gebruiken............................. 63
Audible Touch Feedback ..............43
Audio afspelen .............................. 61
Audiobestanden ........................... 58
Automatische volumeaanpassing Automatisch volume ..................43
Bose AudioPilot ......................... 43
Automatisch volume .....................43
Auto Set ........................................ 44
AUX .............................................. 58
AUX activeren............................... 61B
BACK-knop ................................... 15
Balans........................................... 42
Bas ............................................... 42
Basisbediening Aanraakscherm ......................... 15
Afstandsbediening op stuurwiel 15
Bedieningsorganen ...................15
Contacten .................................. 33
Displays..................................... 14
Favorieten ........................... 29, 38
Instrumentenpaneel ..................15
Interactieve selectiebalk ............22
Lettertekenherkenningsveld ......25
Menu's ....................................... 38
Startscherm ............................... 22
Toepassingenbalk .....................22
Toetsenblok............................... 25
Toetsenbord .............................. 25
Touchpad .................................. 15
Vijfstandenknop ........................ 15
Bediening ............................... 87, 96
AUX ........................................... 61
Bluetooth-muziek ......................61
CD ............................................. 56
Contacten .................................. 33
Displays..................................... 14
Favorieten ................................. 29
Infotainment-systeem ................12
105
Navigatiesysteem......................68
Radio ......................................... 49
SD-kaart .................................... 61
Telefoon .................................... 96
Toetsenborden .......................... 25
USB ..................................... 61, 63
Bedieningselementen ...................15
Infotainment-systeem ..................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningselementen van infotainment............................... 15
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Bediening van het menu ...............22
Begeleiding .................................. 79
Beltoon ......................................... 96
Bestandsindelingen Audiobestanden ........................58
Filmbestanden........................... 58
Bluetooth-muziek ..........................58
Bluetooth-verbinding ....................93
Bose AudioPilot ............................ 43
C Categorielijst ................................. 49
CD-speler ..................................... 55
CD-speler activeren ......................56
Contacten ..................................... 33
Aanpassen ................................ 33
Opslaan ..................................... 33
Opvragen .................................. 33D
DAB .............................................. 52
DAB-koppeling.............................. 52
Datum ........................................... 44
Diakritische tekens .......................25
Digital Audio Broadcasting ...........52
Displaymodus ............................... 44
Displays ........................................ 14
Bestuurdersinformatiecentrum ..14
Middendisplay ........................... 14
Door de pagina's bladeren .....15, 22
Door lijsten bladeren..................... 15
E
Een schermtoets activeren ...........15
Een toepassing starten .................22
EQ ................................................ 42
Equaliser....................................... 42
F
Fabrieksinstellingen terugzetten ...44
Fader ............................................ 42
Favorieten..................................... 29 Clusterdisplay............................ 29
Naam wijzigen ........................... 29
Opslaan ..................................... 29
Opvragen .................................. 29
Weergave .................................. 29
Wissen ...................................... 29
Favorieten opslaan .......................29Favorieten opvragen ....................29
Favorieten weergeven ..................29
Filmbestanden .............................. 58
Films ............................................. 63
Films afspelen .............................. 63
Frequentiebereikmenu's ...............50
Frequentielijst ............................... 49
G Gebruik ....................... 12, 49, 56, 68
AUX ........................................... 61
Bedieningselementen van
infotainment............................... 15
Bluetooth-muziek ......................61
CD ............................................. 56
Displays..................................... 14
Infotainment-systeem ................12
Navigatiesysteem ......................68
SD-kaart .................................... 61
Telefoon .................................... 96
USB ..................................... 61, 63
Geluidsinstellingen .......................42
H Het Infotainmentsysteem activeren.................................... 12
Het navigatiesysteem activeren ...68
Het telefoonportaal activeren .......96
Home-toets ............................. 15, 22
106
I
Infotainmentsysteem inschakelen 12
Intellitext ....................................... 52
Interactieve selectiebalk ...............22
Invoer van de bestemming ..........75
K Kaarten ......................................... 68
Kalibratie van het aanraakscherm 44
Klokdisplay ................................... 44
Koppelen ...................................... 93
L
L-Band .......................................... 52
Lettertekenherkenningsveld .........25
Lijst met afslagen.......................... 79
M Maximaal inschakelvolume........... 43
Meldingen ..................................... 22
Menubediening ............................. 38
MENU-knop .................................. 15
Middenbereik ................................ 42
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................100
Mute.............................................. 12
N Navigatie....................................... 79 Adresboek ........................... 33, 75Bestemmingsinvoer................... 75
Contacten .................................. 33
Favorieten ................................. 29
Gesproken instructies ...............79
Huidige locatie........................... 68 Kaartupdate .............................. 66
Kaartvenster .............................. 68
Lijst met afslagen ......................79
Persoonlijke NP's ......................68
Recente bestemmingen ............75
Routebegeleiding ......................79
Routebegeleidingsmenu's .........79
Routelijst ................................... 79
Scherm met
bestemmingsdetails ..................75
Schermtoets OVERZICHT ........68
TMC-stations (verkeersinfor‐
matiekanalen) ..................... 66, 79
Trip met routepunten .................75
Verkeersincidenten ...................79
Werken met de kaart .................68
Noodoproep .................................. 95
Nuttige plaatsen............................ 75
O Omgekeerde bladerrichting ..........44
Overzicht bediening aanraakschermen .....................38
Overzicht bedieningselementen .....8P
Persoonlijke NP's .........................68
PIN vergeten................................. 44
R Radio Categorielijst ............................. 49
DAB ........................................... 52
DAB-berichten ........................... 52
DAB-menu................................. 52
Digital Audio Broadcasting ........52
Favorieten ................................. 29
FM menu ................................... 51
Frequentielijst ............................ 49
Golfband.................................... 49
Golfbandmenu .......................... 50
Intellitext .................................... 52
L-Band....................................... 52 Radio Data System ...................51
RDS........................................... 51
Regio ......................................... 51
Regio-instelling.......................... 51
TP.............................................. 51
Traffic Program ......................... 51
Zender zoeken .......................... 49
Zenderlijst.................................. 49
Radio activeren............................. 49
Radio Data System (RDS) ........... 51
Regio ............................................ 51
110InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............110
Antidiefstalfunctie ......................111
Overzicht bedieningselementen 112
Gebruik ...................................... 115Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de FM-, AM-, of DAB-radiofunc‐
ties kunt u op diverse favorietenpagi‐
na's een groot aantal zenders op‐
slaan.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als alternatieve audiobron op
het Infotainmentsysteem aansluiten,
bv. een iPod, USB-apparaten of an‐
dere randapparatuur; via een kabel of
via Bluetooth.
Het digitale geluidssysteem heeft di‐
verse vooraf ingestelde equaliser-
modi, waarmee u het geluid kunt op‐
timaliseren.
Ook is het Infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een Telefoonportaal waarmee u uw mobiele telefoon com‐
fortabel in de auto kunt gebruiken.
Daarnaast kan het Infotainmentsys‐ teem worden bediend met behulp van het bedieningspaneel of de knoppenop het stuur.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het in‐
fotainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u het infotainment-systeem bedient.
9 Waarschuwing
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tingsstraten en andere wegen en
inritten (bijv. voetgangerszones) waar u niet mag inrijden niet op de