212Verzorging van de auto
beïnvloeden. Gebruik bij voorkeur
door de fabriek goedgekeurde
reparatiesets.
Externe zendinstallaties met een
hoog vermogen kunnen storingen in
het bandenspanningscontrolesys‐
teem tot gevolg hebben.
Elke keer bij het verwisselen van de
banden moeten de sensoren van het
bandenspanningscontrolesysteem
worden gedemonteerd en onderhou‐
den. Bij opgeschroefde sensoren:
vervang het ventielelement en de
keerring. Bij opgeklikte sensor: ver‐
vang de complete ventielsteel.
Status belading van auto
Pas de bandenspanning volgens de
informatie op het etiket van de band
of in de tabel bandenspanningswaar‐ den aan op de belading van de auto
3 243 en selecteer de betreffende in‐
stelling in het menu
Bandenbelasting op het Driver Infor‐
mation Center, Informatie- menu
voertuig 3 98.
Selecteer:
■ Licht voor een comfortabele span‐
ning tot 3 inzittenden
■ Eco voor een Eco-spanning tot
3 inzittenden
■ Max voor volledige belading
Automatisch inleren Nadat de wielen zijn vervangen moet
de auto ongeveer 20 minuten blijven
stilstaan alvorens het systeem een
herberekening uitvoert. Het daarop‐
volgende inleerproces duurt
10 minuten bij een minimale rijsnel‐
heid van 20 km/u. In dit geval kan
$ verschijnen of u ziet wisselende
spanningswaarden op het Driver In‐
formation Center.
Wanneer tijdens het inleren proble‐ men optreden, ziet u een waarschu‐
wingstekst op het Driver Information
Center.
Afhankelijkheid van
temperatuur
De bandenspanning hangt af van de temperatuur van de band. Onderweg lopen de temperatuur en de spanning
van de band op.
De bandenspanningswaarde die u op
het Driver Information Centre ziet, is
de daadwerkelijke bandenspanning.
Daarom is het belangrijk de banden‐
spanning bij koude banden te contro‐ leren.
Profieldiepte Regelmatig de profieldiepte controle‐
ren.
250
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 136
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 67
Indicatie afstand tot voorligger ...161
Info-Displays ................................. 98
Inhouden ................................... 243
Inklapbare spiegels .....................30
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 125 Instrumentengroep ......................87
Instrumentenverlichting .............201
Interactief rijsysteem................... 154
Interieurverlichting ......................124
ISOFIX- kinderveiligheidssystemen ........70
K
Katalysator ................................. 145 Kentekenverlichting ...................200
Keuzehendel ............................. 146
Kilometerteller .............................. 87
Kinderveiligheids-systemen ..........65
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................128
Klok............................................... 84
Koelvloeistof .............................. 190
Koelvloeistof en antivries ............232Koelvloeistoftemperatuurmeter ...89
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 117
Koplampverstelling ....................117
Koprolbeveiliging ..........................44
L
Laadsysteem ............................... 93
Lane Departure Warning ......95, 176
Leeslampen ............................... 125
Lekke band ................................. 218
Lichtschakelaar .......................... 114
Lichtsignaal ................................ 116
Luchtinlaat ................................. 137
Luchtroosters .............................. 136
M
Meters........................................... 87
Mistachterlicht ...................... 97, 123
Mistlamp ...................................... 97
Mistlampen ................................ 196
Mistlampen voor ........................122
Motorgegevens .......................... 238
Motor-ID...................................... 235
Motorkap .................................... 188
Motorolie .................... 188, 232, 236
Motoroliedruk ............................... 96
Motor starten ............................. 140N
Nieuwe auto inrijden ..................139
O Obstakeldetectiesystemen .........162
Olie, motor .......................... 232, 236
Ontlaadbeveiliging accu ............127
Opbergruimte................................ 71
Opbergruimte achter..................... 76
Opbergruimte voor........................ 72
Opbergvakken .............................. 71
Opbergvak middenconsole ..........73
Opgeslagen instellingen ...............22
Opschakelen................................. 94
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Parkeerhulp ............................... 162
Parkeerlichten ............................ 123
Parkeren .............................. 19, 143
Park pilot met ultrasoonsensoren 162
Partikelfilter ................................. 144
Pech ........................................... 225
Persoonlijke instellingen ............107
Pollenfilter .................................. 137
Portieren ....................................... 25
Portier open ................................. 97
Prestaties ................................... 240
Profieldiepte ............................... 212