32Externe apparaten
Alvorens een goedgekeurde applica‐
tie met de bedieningsorganen en me‐
nu's van het Infotainmentsysteem
kan worden gebruikt, moet de betref‐
fende applicatie op de smartphone
worden geïnstalleerd.
Ga bij het installeren van een goed‐
gekeurde smartphone-applicatie te
werk volgens de instructie op de
smartphone.
Audio afspelen USB-speler
Terwijl de USB-bron actief is, gebruikt u het volgende om de USB-functie te
bedienen:
TUNE/MENU -knop: draai hieraan om
door de lijst te bladeren. Draai er snel
aan om snel alfabetisch door grote
lijsten te scrollen.
r (Afspelen/pauzeren): druk op
deze knop om de huidige mediabron
te starten, pauzeren of te hervatten.] SEEK (Vorige/terugspoelen):
■ Druk op deze knop om het begin van de huidige of vorige titel te zoe‐ken. Als de titel minder dan
vijf seconden werd afgespeeld,
wordt de vorige titel afgespeeld. Bij
meer dan vijf seconden herstart de
huidige titel.
■ Houd de knop ingedrukt om het af‐ spelen snel terug te spoelen. Laat
los om de afspeelsnelheid te her‐
vatten. De verstreken tijd ver‐
schijnt.
SEEK [ (Volgende/doorspoelen):
■ Druk op deze knop om de volgende
titel te zoeken.
■ Houd ingedrukt om het afspelen snel door te spoelen. Laat los om
de afspeelsnelheid te hervatten. De verstreken tijd wordt weergegeven.
USB-menu
De volgende opties zijn beschikbaar
via het USB-menu :Door elkaar : druk hierop om de titels
in willekeurige volgorde af te spelen.
Druk opnieuw om willekeurige volg‐
orde te stoppen.
Vergelijkbare nummers afspelen :
1. Druk hierop voor automatisch cre‐
eren van een afspeellijst voor
songs die op de nu beluisterde lij‐ ken.
2. Op het display verschijnt "Afspeellijst succesvol
aangemaakt " en het systeem blijft
de huidige song afspelen.
Aanmaken afspeellijst mislukt kan
verschijnen als een song niet in de Gracenote database voorkomt.
Automatische afspeellijst
verwijderen : druk hierop om een
nieuw aangemaakte afspeellijst te
wissen.
Afspeellijsten/Mappen : druk hierop
om een lijst met mappen te openen
om zo toegang tot bestanden in de
mappenstructuur te hebben.
34Externe apparaten
Afspelen vanaf een iPod®
Deze functie ondersteunt de vol‐
gende iPod-modellen:
■ iPod classic ®
(6e generatie)
■ iPod nano ®
(3G, 4G, 5G en 6G)
■ iPod touch ®
(1G, 2G, 3G en 4G)
In de volgende gevallen kunnen er
storingen tijdens de bediening en
werking optreden:
■ U sluit een iPod aan waarop een nieuwere firmware-versie geïnstal‐leerd is dan de versie die het Info‐
tainmentsysteem ondersteunt.
■ U sluit een iPod met firmware van andere leveranciers aan.
Verbind een iPod als volgt: 1. Verbind één uiteinde van de stan‐
daard iPod USB-kabel met de
dockconnector van de iPod.
2. Sluit het andere uiteinde aan op de USB-poort in de middencon‐
sole.Informatie over de muziek op de iPod
verschijnt op het display van het Info‐ tainmentsysteem en de muziek wordt
afgespeeld via het audiosysteem van
de auto.
De batterij van de iPod herlaadt auto‐
matisch wanneer het voertuig is inge‐
schakeld. De iPod sluit af en stopt met opladen wanneer de auto wordt afge‐ sloten.
Als uw iPod niet wordt ondersteund,
kunt u de muziek erop nog steeds be‐
luisteren door de iPod aan te sluiten
op de AUX-ingang met een standaard
stereokabel van 3,5 mm.
iPod-menu
Gebruik iPod-menu voor selecteren
van:
Door elkaar : druk hierop om de titels
in willekeurige volgorde af te spelen.
Druk opnieuw om willekeurige volg‐
orde te stoppen.
Vergelijkbare nummers afspelen :
Hiermee kan het Infotainmentsys‐
teem afspeellijsten aanmaken met
songs/tracks die op de nu beluisterde
lijken. Het Infotainmentsysteem
creëert een afspeellijst met maximaal 30 gelijksoortige songs. De afspeel‐
lijst verschijnt in de Afspeellijsten-ca‐
tegorie van het menu voor later be‐
luisteren.
1. Druk hierop voor automatisch cre‐
eren van een afspeellijst voor
songs die op de nu beluisterde lij‐
ken.
2. Op het display verschijnt "Afspeellijst succesvol
aangemaakt " en het systeem blijft
de huidige song afspelen.
Automatische afspeellijst
verwijderen : druk hierop om een
nieuw aangemaakte afspeellijst te
wissen.
36Externe apparaten
Luisterboek:
1. Druk hierop om de audiobooks op
de iPod te bekijken.
2. Selecteer de naam van een audi‐ oboek om een lijst met alle audio‐boeken te bekijken.
3. Selecteer een audiobook uit de lijst om het afspelen te beginnen.
Afspelen vanaf een iPhone ®
of
iPad ®
Deze functie ondersteunt de het/de
volgende iPhone-model of iPad-mo‐ dellen:
■ iPhone (2G, 3G, 3GS, 4, 4S en 5)
■ iPad (1G, 2G)
Ga op dezelfde manier te werk zoals eerder beschreven voor gebruik van
een iPod.
Spreek voor het gebruiken van stem‐ herkenning of het afspelen van mu‐
ziek een mediacommando en dan
" Artiest … afspelen. ", "Album …
afspelen ", "Liedje … afspelen. " of
" Genre … afspelen. " uit.
Stemherkenning 3 63.Problemen oplossen met
iPhone, iPod Touch en iPad
Wanneer een iPhone, iPod Touch of
iPad via USB en Bluetooth verbonden
is, klinkt er bij het selecteren van de
iPod-bron op het Infotainmentsys‐
teem wellicht geen audio. Als er tij‐
dens het beluisteren van de iPod-
bron een gesprek binnenkomt en er
geen audio voor de iPod achter de
bron is, ga dan naar het Airplay-pic‐
togram op het apparaat en selecteer
de dockconnector of ontkoppel de
dockconnector en sluit deze weer aan
op het apparaat. Afhankelijk van de
versie van het besturingssysteem op
het apparaat kan sommige functiona‐ liteit verschillen.AUX-ingang
Ga als volgt te werk als er al een rand‐ apparaat aangesloten is, maar er mo‐
menteel een andere bron actief is:
■ Druk op SOURCE om door alle be‐
schikbare schermen met audio‐
bronnen te bladeren totdat het
bronscherm AUX is geselecteerd.
■ Gebruik stemherkenning en zeg "Front aux afspelen | Spelen AUX |
Spelen Voorkant AUX " om het
randapparaat te beluisteren.
Stemherkenning 3 63.
Audio via Bluetooth
Indien aanwezig, kan er muziek van
een gekoppeld Bluetooth-apparaat worden afgespeeld.
"Een telefoon/apparaat koppelen" on‐ der Bluetooth 3 70.
Muziek via een Bluetooth-apparaat
afspelen:
1. Schakel het apparaat in en koppel
en verbind het.
2. U kunt muziek op een van de vol‐
gende manieren starten:
Externe apparaten37
◆ Druk op de Startpagina op de
schermtoets BT Audio.
◆ Druk op SOURCE totdat BT
Audio wordt geselecteerd.
◆ Druk op de knop SRC op de stuurbedieningsknoppen totdat
BT Audio geselecteerd is.
Stuurbedieningsknoppen 3 5.
◆ Gebruik stemherkenning 3 70.
De muziek kan worden bediend met de Infotainment-bedieningsorganen
of bedieningsorganen op het appa‐
raat. Wanneer een telefoon door au‐
dio via Bluetooth met het systeem
verbonden is, zijn de telefoonsignalen en -geluiden wellicht niet hoorbaar op
de telefoon totdat Bluetooth wordt
ontkoppeld. Signaalfuncties kunnen
per telefoon variëren. Controleer de
informatie van de fabrikant van de te‐
lefoon voor ondersteuning van signa‐ len.
Menu BT Audio
Druk op de schermtoets Menu en het
volgende kan verschijnen:Door elkaar : Druk op de knop
TUNE/MENU om de willekeurige
volgorde in of uit te schakelen. Niet
alle apparaten ondersteunen de func‐ tie Willekeurige volgorde.
Bij het selecteren van BT Audio werkt
de interne muziekspeler van het Blue‐
tooth-apparaat afhankelijk van de sta‐ tus van het apparaat wellicht niet. Bijalle apparaten werkt het starten en
afspelen van audio anders. Contro‐
leer bij het afspelen van audio via
Bluetooth op het Infotainmentsys‐
teem of de juiste audiobron op het ap‐ paraat wordt afgespeeld. Wanneer deauto stil staat, gebruik dan het appa‐
raat om het afspelen te starten.
Wanneer u BT Audio als bron selec‐
teert, kan het Infotainmentsysteem
omschakelen naar het scherm
Onderbroken zonder dat er audio
klinkt. Druk op het apparaat op Afspe‐
len of druk op r om het afspelen te
starten. Dit kan gebeuren afhankelijk
van hoe het apparaat via Bluetooth
communiceert.Sommige telefoons ondersteunen het
verzenden van informatie over strea‐
ming audio via Bluetooth voor weer‐
gave op het Infotainmentsysteem. Wanneer het Infotainmentsysteem
deze informatie ontvangt, controleert
het of er album art beschikbaar is en
geeft de radio deze weer.
Controleer bij het afspelen van mu‐
ziek op het Infotainmentsysteem
vanaf een Bluetooth-apparaat of het
Bluetooth-apparaat gedeblokkeerd is en of de gewenste muziek-app op het startscherm verschijnt.
Bij iPhone/iPod touch en iPad appa‐
raten werkt audio via Bluetooth niet
als het apparaat tegelijkertijd via USB
en Bluetooth verbonden is.
Afbeeldingen weergevenU kunt afbeeldingen van een USB-
apparaat bekijken.
Let op
Voor uw eigen veiligheid werken
sommige functies onderweg niet.
Navigatie55
Bestem.lijst
Selecteer Bestem.lijst om opties voor
het organiseren van viapunten te be‐
kijken.
Lijst met afslagen
Selecteer Lijst met afslagen om een
lijst met manoeuvres voor de gehele
route te bekijken.
Druk op de schermtoets Vermijden
naast een van de afslagmanoeuvres
om een wegsegment te vermijden.
Maximaal acht vermeden segmenten
zijn toegestaan.
Vermijdingslijst
Selecteer Vermijdingslijst voor een
lijst met vermeden wegsegmenten
met de optie om de vermeden delen
uit de lijst te verwijderen.
Omleiding
Druk op Omleiding om de wegomlei‐
dingsopties weer te geven. Selecteer
een omleiding voor de gehele route of een specifiek gedeelte ervan.
Route-opties
Deze functie werkt vanuit het beves‐
tigingsscherm Bestemming en Menu
Bestemming met actieve routebege‐
leiding. Zie "Bestemming bevestigen"
voor meer informatie.Gesproken instructie
Selecteer Gesproken instructie om
opties voor het uitschakelen en behe‐
ren van gesproken navigatieaanwij‐
zingen en gesproken verkeersberich‐ ten te bekijken.
Viapunten
U kunt maximaal drie viapunten aan de huidige route toevoegen. De via‐
punten kunnen worden gesorteerd
(verplaatst) of verwijderd.
Een viapunt toevoegen:
1. Druk vanuit het menu Bestem.lijst op Select. te verwijd.
bestem. .
2. Voer het viapunt in met een van de methoden om een bestem‐
ming toe te voegen. Het systeem
58Navigatie
Aantal favoriete pagina's: Druk hierop
om het aantal weer te geven FAV-pa‐
gina's te selecteren.
Softwareversieinformatie : Druk
hierop om informatie over het sys‐
teem en updatesoftware indien be‐
schikbaar weer te geven.
Telefooninstelling
Bluetooth 3 70.
Navigatie-instellingen Druk op de toets Instellingen op de
Startpagina om naar het instellingen‐
menu te gaan.
Draai aan de knop TUNE/MENU of tik
op de schuifbalk totdat de optie Navigatie-instellingen verschijnt. Se‐
lecteer deze functie om wijzigingen in Gesproken instructie , Verkeersinstel‐
lingen , Waarschuwingen routebege‐
leiding , Trajectmarkering en
Opgeslagen bestemmingen
verwijderen aan te brengen.
Diverse instellingen van het naviga‐
tiesysteem zijn beschikbaar via
Instellingen . Sommige opties zijn al‐
leen beschikbaar nadat een route isgepland. Druk op Navigatie-
instellingen om naar de instellingen
van het navigatiesysteem te gaan.
Gesproken instructie
Met het menu Gesproken instructie
kunt u de functies voor gesproken
aanwijzingen wijzigen.
Gesproken instructies navigatiesys‐
teem : selecteer de toets Aan of Uit om
de gesproken instructies onderweg
op een geplande route in of uit te
schakelen. Waarschuwingen ver‐
keersinformatie : selecteer de toets
Aan of Uit om de gesproken verkeers‐
berichten onderweg op een geplande route in of uit te schakelen.
Navigatievolume : selecteer
Navigatievolume om het volume van
de gesproken aanwijzingen te wijzi‐
gen.Verkeersinstellingen
Druk hierop om het menu Verkeers‐
instellingen weer te geven.
Verkeersgebeurtenissen (Aan/Uit):
druk hierop om de verkeersberichten
in of uit te schakelen.
Waarschuwingen verkeersinformatie
(Aan/Uit): druk hierop om de gespro‐
ken verkeersberichten in of uit te
schakelen.
Waarschuwing bij betere route : druk
hierop voor een instructie als er een
betere route beschikbaar is.
Stemherkenning63StemherkenningStemherkenning ........................... 63Stemherkenning
Door stemherkenning kunt u de func‐ ties van het Infotainmentsysteem
handenvrij bedienen.
Stemherkenning kan worden gebruikt
wanneer het Infotainmentsysteem is
ingeschakeld of wanneer vertraagde
uitschakeling stroom actief is. Zie
"Vertraagde uitschakeling stroom" in
het Instructieboekje. Het systeem
heeft een minimumvolume.
Stemherkenning gebruiken 1. Druk de knop 3 op het stuur
even in. Het audiosysteem wordt
gedempt en u hoort een pieptoon. Een gesproken aanwijzing zegt
" Geef een commando. ". U kunt
het commando na de pieptoon uit‐
spreken.
Als er geen pieptoon is, zorg dan
dat het volume hoog staat.
Wanneer stemherkenning actief
is, verschijnt er rechtsboven ophet scherm van het systeem een
symbool w.
2. Spreek één van de commando's, die later in dit hoofdstuk worden
vermeld, duidelijk uit.
Druk twee keer op q/w op het
stuurwiel om de gesproken
promptberichten over te slaan.
Stemherkenning annuleren 1. Druk de bedieningsknop 4 op
het stuur even in om een com‐ mando te annuleren, als de res‐
pons van het systeem niet over‐
eenstemt met het gesproken
commando of zeg " Tot ziens | Dag
| Doeg | Doei " of "Annul. ".
2. Het systeem antwoordt " Tot ziens
| Dag | Doeg | Doei ".
Nuttige hints voor gesproken
commando's ■ Wanneer meerdere commando's beschikbaar zijn, kiest u het com‐
mando dat u het gemakkelijkst
vindt.
64Stemherkenning
■Woorden tussen haakjes zijn optio‐
neel. Zo kunt u voor het commando " FM … tuner " zowel "Stem af op
" FM 87,7 " als "FM tuner " zeggen.
■ Bij herkenning van het commando voert het systeem de functie uit of
vraagt het u de keuze te bevesti‐ gen.
■ Wanneer het systeem het com‐ mando niet herkent, zegt het sys‐
teem " Pardon? ".
■ Als het systeem problemen heeft met het herkennen van een com‐
mando, bevestig dan dat het com‐
mando juist is. Probeer het com‐
mando duidelijk te uit te spreken of
wacht even na de pieptoon.
■ Achtergrondlawaai bijv. een kli‐ maatregelingventilator die op hoog
staat, open ruiten en zeer hard la‐
waai buiten, zelfs als de ruiten ge‐
sloten zijn, kan ertoe leiden dat
spraakcommando's verkeerd wor‐
den begrepen.
■ Het systeem kan commando's her‐ kennen in verschillende talen, bijv.
Engels, Canadees Frans en
Spaans. Het systeem herkent al‐leen commando's op basis van de geselecteerde taal.
Als u het stemvolume tijdens een sessie voor stemherkenning wilt
verhogen of verlagen, draait u de
volumeknop van het Infotainment‐
systeem of drukt u op de volumes‐
tuurbedieningsknop. Als het vo‐
lume wordt aangepast tijdens een
sessie voor stemherkenning, ver‐
schijnt een balk voor het volume op het scherm dat het niveau van hetstemvolume toont naarmate het
wordt aangepast. Dit wijzigt ook het
volume van de gesproken begelei‐
ding.
■ Neem bij het gebruik van navigatie‐
commando's de tijd om het adres
uit uw hoofd te leren. Bij lang wach‐
ten vóór het geven van het adres
herkent het systeem wellicht het re‐ sultaat niet of wordt u onbedoeld
naar een andere locatie begeleid.
■ Bij het vermelden van het huisnum‐
mer herkent het systeem zowel de
achtereenvolgende cijfers als ge‐sproken tekst. U kunt bijvoorbeeld
"3-0-0-0-1" of "Dertig duizend één"
zeggen.
■ Spreek als het systeem na diverse pogingen een bestemming in eenander land aanbiedt het commando
" Land veranderen " uit en spreek
het gewenste land uit.
Hulp voor stemherkenning Als u de hulpsessie wilt starten,
spreekt u één van de hulpcomman‐
do's duidelijk uit.
Help : Het systeem speelt meer spe‐
cifieke helpcommando's af, bijv.
Radio-instellingen waaruit de gebrui‐
ker kan kiezen.
Radio : Gebruik dit commando om
meer te vernemen over hoe u een
band (AM of FM) selecteert en hoe u
van radiozender wijzigt door frequen‐ tienummers te zeggen.
Telefoon : Gebruik dit commando om
meer te vernemen over hoe u moet kiezen, een apparaat koppelt of een
apparaat wist.